Vandaag in Zondag
Frontpoëziedag opnieuw een gedicht van Herbert Asquith. (zie mijn blog van
6 mei) The Volunteer over een verveelde
klerk die ooit tussen de muffe boeken en leggers in zijn grauwe kantoor droomde
over grootse daden en epische heldenmoed, is wellicht het bekendste gedicht van
deze War Poet. In tegenstelling tot
wat velen denken is The Volunteer echter
geen gedicht dat ontstond tijdens de Grote Oorlog. Asquith schreef het al in
1912 toen hij als jurist in Londen werkte. Het tijdstip waarop dit werk ontstond heeft wellicht
te maken met het feit dat het voor het eerst in een gedrukte versie verscheen
in 1915
Trouwens, elke illusie over denderende cavaleriecharges was in de
eerste oorlogsweken al bloederig aan flarden gereten door het staccato geratel
van de dood en vernieling zaaiende machinegeweren
.
THE VOLUNTEER
Here lies a clerk who half his life had spent
Toiling at ledgers in a city grey
Thinking that so his days would drift away
With no lance broken in lifes tournament
Yet ever twixt the books and his bright eyes
The gleaming eagles of the legions came
And horsemen charging under phantom skies
Went thundering past beneath the oriflamme.
And now those waiting realms are satisfied
From twilight to the halls of dawn he went
His lance is broken, but he lies content
With that high hour, in which he lived and died
And falling thus he wants no recompense
Who found his battle in the last resort
Nor needs he any hearse to bear him hence
Who goes to join the men of Agincourt.
|