Vandaag in Zondag Frontpoëziedag het gedicht Testament dat onder de nom de plume van ene Lode op 15 juli 15 in De Legerbode werd gepubliceerd. Vermoedelijk
ging achter deze schuilnaam de Vlaams-Brabantse onderwijzer Karel Lodewijk Lode Meeus (1892-1971)
schuil. Het verscheen voor een tweede keer in 1916 in de door aalmoezenier Jan
Bernaerts samengestelde bloemlezing Oorlogspoëzie. Een door mij gekoesterde dichtbundel die tijdens mijn verhuis naar Thailand gelukkig niet 'verloren' is gegaan...
Dees
is mijn allerlaatste wil
Eilaas
! Ook de eerste van mijn leven
.
Geen
nood dat er een erf-geschil
Den
advokaten werk zal geven !
Mijn
lijk hoort aan Steenockerzeel,
Waar
k schreiend eerst t licht zag blinken.
Er
zat een zoutsteen in mijn keel
Is
t wonder dat ik veel kon drinken ?...
Des,
in mijn geldbeurs leeft geen luis
k
Wil voor mijn lief mijn hart bewaren
Mijn
laatsten kogel voor den Pruis !
..
Hoe
zal mij t ander leven varen !
|