In de vroege ochtenduren van 23 maart 1918 stierf in De Panne de 28-jarige Meerlenaar Louis Havermans. Hij was in het
voorjaar van 15 de grens overgestoken en had via Nederland en Engeland op 28
maart 15 in het Bureau de Récrutement
van Dieppe dienst genomen als oorlogsvrijwilliger voor de duur van de oorlog.
Hij kreeg een basisopleiding tot infanterist in het Centre dinstruction in Valognes. Op 27 juli 15 belandde hij aan
het front in de rangen van het 1e Regiment Karabiniers. Op 27 december
van datzelfde jaar muteerde hij naar het 3e Regiment Karabiniers. Na
een verblijf van 2 jaar en bijna 8 maanden aan het front werd hij op 23 maart 1918
om 02.00 u. door granaatscherven gewond bij de Kreek van Nieuwendamme in de
sector Nieuwpoort waar zijn bataljon al enkele dagen in felle afweergevechten
verwikkeld was. Louis Havermans werd meteen met een afgerukt been, granaatscherven
in de buikstreek en een schedelbreuk geëvacueerd naar het militair hospitaal l Océan in De Panne waar hij om 06.20
u. bezweek in het operatiekwartier. Hij werd de volgende dag begraven op de
militaire bergraafplaats Duinhoek in De Panne, blok 4, graf 86. Op 9 juli 1921 werd
Louis Havermans herbegraven te Meerle bij het oorlogsmonument. Hij werd als
volgt geciteerd op de Dagorder van de Divisie: Soldat admirable de courage et dabnégation. A participé
aux actions de 18 en 19 3 -1918 travaillant à la réorganisation dun poste
répris à lennemi. A été mortellement blesse par une grenade. Na pas poussé
une plainte et transporté au poste de secours a eu vis a vis du médecin cette
phrase de sublime stoïcisme: Je sais que je vais mourir, cela ne fait rien,
cst pour la patrie
Deze vrijgezel
was een zoon
van Constant Havermans en Joanna Van Boxel, winkelierster. Hij woonde voor hij
in dienst ging bij zijn ouders in de Kerkstraat 23.
|