Op de laatste dag van de Boekenbeurs rondstruinend
vond ik bij de verdeler van de altijd interessante Nederlandse uitgeverij
Aspekt Onsterfelijke Fronten van
Evelyn De Roodt. Ik kende van haar al van haar uitstekende Oorlogsgasten over krijgsgevangenen en
vluchtelingen in Nederland en ooit hebben we samen aan een publicatie over de
Dodendraad gewerkt, maar dit boek uit 2005 was mij onbekend
Ik moet toegeven
dat ik het, bij wijze van spreken, in één ruk heb uitgelezen. Ik werk zelf al
geruime tijd aan een studie over Vergangenheitsbewältigung, de manier waarop
de Duitsers omgaan met de geschiedenis in het algemeen en de Eerste
Wereldoorlog in het bijzonder. De Roodts boek waarin acht Duitse schrijvers
gevolgd worden tot in de loopgrachten van de Grote Oorlog ligt in het verlengde
van dergelijke studie. Natuurlijk mochten Ernst Jünger, Erich Maria Remarque en
Walter Flex niet op het appel ontbreken maar het is een goede zaak dat ook mindere
literaire goden als Otto Braun, Carl Zuckmayer en Georg Trakl de revue
passeren. Met een vlot verhalende pen wordt niet alleen stil gestaan bij hun
literaire erfenis maar ook bij hun soms abrupt beëindigde- leven. Het is sowieso al een pluspunt dat er af en toe ook eens wordt stilgestaan bij de Duitse kant van het Grote Oorlogsverhaal. Iets, wat tot op de dag van vandaag, naar mijn aanvoelen, gewoon te weinig gebeurt. En wanneer dit dan op zo'n stevig onderbouwde en gedragen manier gebeurt dan kan het voor mij niet meer stuk. Onsterfelijke Fronten was meer dan vierhonderd
paginas lang genieten en dàt beweer ik heus niet over elk boek
|