Op
de foto de erewacht bij de in Turnhout opgebaarde Max Skolle. Deze Duitse
grenswachter werd in de nacht van 25 op 26 augustus 1917 een van de dodelijke
slachtoffers van wat het meest bloederige grensincident uit onze regio was. De
notoire grensgids Jan Vleugels beschreef het drama uitvoerig in zijn naoorlogse
memoires De Rakkers der Grenzen De
rakkers trokken in goede orde in de richting der grenzen. Cartouche heeft de
leiding en volgt de weg die hij vroeger met de Vlaming en de Plek heeft
gevolgd. Alles is stil en verlaten zou men zeggen, het is tevens een aangename
nacht in de bossen. Het luchtruim is evenwel wat te helder voor een goede gang
van zaken. Zacht en kalm nadert het groepje de grenzen. Het bestaat uit
verschillende personen, onder andere een pastoor, vrouwen en mannen. Allen
stellen het opperbest. Links, op een afstand van 150 meter, merkt men een
donkere massa. Geen enkel lichtje straalt naar buiten en nochtans zijn deze
koten door soldaten van hogere rang bezet. Licht maken door de wachttroepen is te
allen tijde, bij nacht ten strengste verboden. De rakkers vinden alles te stil.
Rechts, schuin voor hen bemerken zij een paar boompjes die tegen het luchtruim afsteken.
Dit is reeds Hollands gebied, want langs de Belgische kant is alle houtgewas op
een honderd meter van den draad verwijderd. Zacht, al kruipende naderen zij
die. Het toestel wordt geplaatst. Het doorkruipen begint en reeds zijn enige
personen gepasseerd, waaronder ook de drie rakkers, als plots de stilte wordt
doorbroken. De rakkers stellen zich rechts en links op en bevelen aan hun
metgezellen door te komen. Al schietende beletten de Duitsers de nog niet
doorgekropenen te naderen. Een enkele soldaat der Duitsers lette daar evenwel
niet op en vuurde aanhoudend in de richting der vluchtellingen. Een geweldige
kreet weerklinkt door de eenzame heide en bossen. De Duitser krijgt een schot
hagelkorrels in het aangezicht. Nog geeft hij de moed niet op en heeft reeds
twee doden gemaakt. De pastoor, die juist wil doorkruipen en reeds midden in
het toestel zit, doet hij weerkeren. De Duitser is de helft van het gezicht
verbrijzeld n toch blijft hij op zijn post, ondanks dat al zijn makkers zich
verscholen hebben, en het lukt hem enigen gevangen te nemen en het groepje
meester te blijven tot zijn makkers naderen. Met fierheid overziet hij zijn
slachtoffers. Een klein zwart Franssprekend vrouwtje roept aanhoudend om haar
man die zielloos aan haar voeten ligt uitgestrekt.
De
37-jarige Antoon Van Den Broeck uit Antwerpen en de 16-jarige Charles Farcy uit
Schaarbeek werden op slag gedood door de kogels van Max Skolle, een 56-jarige Infanteriehelfer uit de 3e
compagnie van de Infanterie Ersatz Truppe
nr. 298. Deze eenheid behoorde tot het garnizoen van het grote Duitse
oefenkamp in Beverlo en werd geregeld ingezet bij de grensbewaking. Jules
Farcy, die zwaar gewond was door een kogel werd samen met zijn broer Henry,
wiens zijde door een bajonet was opengereten, naar het Gasthuis van Hoogstraten
overgebracht. Henry bezweek er een paar
uur later aan zijn verwondingen. Ook de ernstig gewonde Max Skolle overleefde
het drama niet. Hij stierf de volgende dag in het Gasthuis van Turnhout. Postuum kreeg hij het IJzeren Kruis 2e Klasse omdat hij er, ondanks zijn verwondingen, in geslaagd was 13 vluchtelingen aan te houden...
|