Op 31 juli 1917, de eerste dag van de Derde Slag om Ieper,
vielen aan beide zijden duizenden slachtoffers. Vandaag sta ik graag even stil
bij twee paar broers die deze dag niet overleefden.
Samuel Spilsbury en zijn drie jaar jongere broer William woonden
bij het uitbreken van de Great War
nog bij hun ouders in Bamford Street in Stockport. Net als hun vader William
sr. waren de broers viltbewerkers en hoedenmakers in Robinsons Hat Works in
Reddish. Zowel William als Samuel waren reservisten in het Territorial Army. Het duurde dabn ook niet lang voor ze in e loop van augustus 14 werden opgeroepen voor de militaire dienst. Midden
november vertrokken ze al met het 1/6 Batallion van het Cheshire Regiment naar het
front in Noord-Frankrijk. De volgende weken werden vooral gebruikt om
de mannen te laten wennen aan het leven in de loopgrachten en op 11 december trokken de broers
voor het eerst naar de eerste linie. De volgende dag werd al de eerste gesneuvelde
in het bataljonsregister opgenomen. De volgende weken en maanden brachten de broers en hun wapenmakkers vooral
door met allerlei klussen in de frontlijn waarbij het vooral opviel dat
een aantal mannen terug naar huis werd gestuurd omdat ze niet fit genoeg bleken
te zijn voor het harde frontbestaan. Wellicht was dit ook de reden waarom het
bataljon in maart 15 werd vrijgesteld van frontdienst. Pas in januari 16 kwam
het bataljon met de broers Spilsbury opnieuw in de eerste lijn terecht.
Beide broers namen op 31 juli 17 deel aan de aanval op
St. Juliaan. De Britten wisten het grootste gedeelte van wat er van dit dorp
restte in te nemen, maar tegen valavond hadden Duitse stoottroepen al het meeste
terrein opnieuw ingenomen. De 19-jarige Lance Corporal William Spilsbury en
zijn 22-jarige broer Private Samuel Spilsbury werden vermist. In januari 18 werd
Samuels lichaam teruggevonden en kreeg de familie officieel bericht van zijn
overlijden. Hij kreeg een laatste rustplaats op Tyne Cot Cemetery in Zonnebeke.
Het 1/6 Bn. van het Cheshire Regiment telde op 31 juli 17 bij de aanval op St.
Juliaan 118 gesneuvelden waarvan slechts een handvol een gekend graf kregen.
William blijft tot op de dag van vandaag vermist en wordt herdacht op de
Menenpoort.
Op de Menenpoort vindt u ook de namen terug van het
tweede broederpaar dat de strijd op 31 juli niet overleefde. In tegenstelling
tot de Spiburys dienden John en Alfred Duffy uit Barony in het Schotse
Lanarkshire niet in dezelfde eenheid toen het noodlot toesloeg. Alfred diende
als een Private in het 1/5 Bn. Gordon Highlanders en zijn 37-jarige broer John
als een Private in het 6/7 Bn. Royal Scots Fusiliers. Beiden vielen bij de
aanval op Pilkem. Hun lichamen konden - net als zovele anderen - na de felle strijd niet worden geborgen. Alfred wordt herdacht op het addendum bij paneel 59 en John
op panelen 19 en 33.
|