Vorig jaar heb ik, in het raam van mijn opzoekingen voor mijn net verschenen boek 'Verdrongen Verleden' behoorlijk wat tijd doorgebracht in Heuvelland. Op een erg mooie nazomeravond belandde ik op 'Somer Farm Military Cemetery' aan de Hollebekestraat in Wijtschate. Op deze, niet erg vaak bezochte, kleine CWGC-site worden 91 gesneuvelden uit het Britse Gemenebest herdacht. Deze begraafplaats ontstond kort na de herovering van Wijtschate op 7 juni 1917 en werd vernoemd naar een nabijgelegen hoeve die als 'Somer Farm' op de Britse stafkaarten stond vermeld. De eerste militair die hier een laatste rustplaats kreeg was de 19-jarige Robert McKeown, een soldaat in het 9e Bataljon Royal Inniskilling Fusiliers uit Garvaghey in County Tyrone. Hij sneuvelde op 25 jun 1917. Oorspronkelijk droeg deze site de benaming 'Somer Farm Nr. 1' omdat naast deze begraafplaats nog een tweede werd aangelegd die, logischerwijze 'Somer Farm nr. 2' werd gedoopt. 'Somer Farm nr. 2' werd echter kort na de oorlog geruimd en de stoffelijke resten werden van deze site overgebracht naar 'Wijtschate Military Cemetery'.
De laatste foto werd genomen in de Saint Peter and Saint Paul Church in North Curry in Somerset. Het is een herdenkingsplaket voor kapitein Hugh Ronals Selfe die begraven werd in graf C 20 op 'Somer Farm Cemetery'. Selfe was op 2 juni 1880 geboren in Brixton en had als jonge knaap gevochten in de Tweede Boerenoorlog in Zuid-Afrika (1899-1902). In 1903 was hij naar Canada geëmigreerd en er aan de slag gegaan als een klerk. Hij meldde zich op 28 september 1914 als oorlogsvrijwilliger in Valcartier in Québec. Hij vertrok als luitenant in de HQ company van het 6e Canadese Infanterie Bataljon naar het Verenigd Koninkrijk waar hij kort nadien een aanstelling kreeg in het 8e Bataljon van het North Staffordshire Regiment. Kapitein Selfe sneuvelde op 9 juli '17 in Wijtschate maar de herdenkingsplaat vermeld vreemd genoeg dat hij op die dag 'zijn leven gaf voor zijn land op Vimy Ridge' bij het Frans-Vlaamse Loos....


|