In drie maanden tijd vielen er
bij grensincidenten in het kanton Hoogstraten minstens zeven dodelijke slachtoffers
te betreuren.. In de nacht van 10 op 11 april 17 kwam het tot een schietpartij
ter hoogte van het Meyenbos in Merksplas. Een groep vluchtelingen die op weg
was naar de grens werd er ontdekt door een Duitse patrouille. Bij het meteen
losbarstende vuurgevecht werd de 46-jarige Joannes Van De Sande, een ervaren
grensgids uit Beerse doodgeschoten. Jan Vleugels, een andere erg ervaren gids
uit Beerse, werd ernstig gewond gevangen genomen. Op 1 mei verongelukte in Zondereigen Bernhard
Synalewski, een grenswachter uit Silezië. Synalewski was musketier in de 9e
Compagnie van de Infanterie Ersatz Truppe Beverloo. Deze eenheid was verbonden aan het
immens grote infanterie-opleidingscentrum in Beverlo/Leopoldsburg en de mannen
van de Infanterie Ersatz Truppe werden vaker voor bewakingsopdrachten naar de
grens gestuurd.
Op 3 mei kwam de 29-jarige Duitse
grenswachter Karl Scholz om het leven. Hij werd in Merksplas begraven. Mogelijk
werd hij het slachtoffer van een wraakactie door grenspasseurs voor de
gevangenneming van Jan Vleugels. In het sterk autobiografische boek De Rakkers der Grenzen verhaalde
Vleugels na de oorlog hoe ze in het gehucht Ghil in Baarle-Nassau, vlak bij de
grens met Zondereigen brand hadden gesticht en daarna het vuur hadden geopend
op de toegesnelde Duitsers
. Vier dagen later
bezweek op de grens van Hoogstraten en Wortel de Duitse infanterist Wilhelm Dehmel. Hij was
een Hilfsdienpflichtiger die bij
het Zielbaukommando van de Truppenübnungsplatz Beverlo was
ingedeeld. Het is best mogelijk dat Dehmel een deserteur was die aan de grens
werd neergeschoten. In deze periode ontdekte men immers in de bossen van de
Hees twee onderaardse holen, waarin - naar verluidt- een Duitse deserteur een
tijdlang had ondergedoken gezeten. Het is evenwel ook goed mogelijk dat ook hij het
slachtoffer werd van een wraakactie.
Op 30 mei was het de beurt aan Karl Köllner. Deze musketier uit de 10e compagnie
van de Infanterie Ersatz Truppe
Beverloo ,werd in Minderhout per ongeluk geëlektrocuteerd toen hij met eten
op weg was naar zijn post. Hij werd op het kerkhof te Hoogstraten door de
wachtcompagnie met militaire eer begraven. Op woensdag 6 juni werd in de
vooravond de 62-jarige Frans Kamiel Loosveldt aan de draad achter het
Hoogstraatse Gelmelslot geëlektrocuteerd. Deze Waregemnaar was al enkele
jaren voor de oorlog geïnterneerd in het gesticht van Doornik. Deze instelling
werd eind september 14 geëvacueerd en de inwoners werden ondergebracht op het
Gelmelslot. In een naoorlogs rapport van het gemeentebestuur werd zijn dood als
volgt geduid: Was niet wel in het hoofd
en zal zeer waarschijnlijk van schrik den draad geraakt hebben. De Duitsers
lieten, om onduidelijke redenen, zijn zwaar verminkte lichaam urenlang tussen
de draadversperring liggen. In de vroege ochtend van 7 juni verongelukte Landstürmmann Otto Nilsen uit Gross Ballerstedt /
Osterburg aan de Dodendraad. Mogelijk
gebeurde dit toen men het lijk van
Kamiel Loosveldt wilde verwijderen. Nilsen diende in het Ersatz-kompagnie Törgau van het Mobiles Infanterie
Landsturmbataillon Halberstadt. Hij
werd in Hoogstraten begraven maar na de oorlog werden zijn stoffelijke resten
overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats in Leopoldsburg.
Op woensdag 13 juni kwam opnieuw
een Duitse militair om in de Noorderkempen. Aan de grens werd de 35-jarige Landsturmrekrut
Franz Brandt uit Köningsberg geëlektrocuteerd. Net zoals Otto Nilsen diende
deze grenswachter in de Ersatzcompagnie Törgau
van het Mobiles Landsturm Infanterie-Bataillon Halberstadt. Op het ogenblik van zijn overlijden maakte hij deel
uit van de Wachtstelle Withof. Hzet
Withof was de oude pastorij van Minderhout en eigenom van het Klein-Seminarie
in Hoogstraten. Het gebouw was in het voorjaar van 15 in beslag genomen door
de bezetter die het als een kantonnement voor de grensbewaking hadden ingericht.
Het is niet geheel duidelijk hoe deze onfortuinlijke Duitser aan zijn einde is gekomen. Het kan zijn dat hij werd geëlektrocuteerd maar ook een vuurgevecht mag niet worden uitgesloten. Franz Brandt werd twee dagen later in Hoogstraten begraven. Ook zijn
stoffelijke resten werden na de oorlog ontgraven en bijgezet op de Duitse
militaire begraafplaats van Leopoldsburg.
|