In het verleden heb ik op deze blog al herhaaldelijk gewezen op het werk van Daan Boens (1893-1977). Vandaag breng ik 'Trein met gewonden' uit zijn eerste naoorlogse dichtbundel 'De Verrijzenis' (1920)
Trein met
Gewonden
Ginds in de verte rolt het
vuur, en hier - hier wacht de trein,
en wagens, motor-karren
komen ronkend aangereden,
een roode kruis erop -
erin: menschen schier af van pijn.
Geloop van mannen,
streng-bevelen en wat doods-gebeden,
en bloed en bloed en bloed
is alles wat men hoort of ziet!
Gekwetsten, honderden
en duizenden, aan 't hoofd, aan 't been,
of in den buik, de borst, -
't wordt alles vluchtig opgeladen
en voort - verdwijnt de
trein met wreed gekreun en flauw geween
van menschen, die nu
sterven, en daareven forsig traden
langsheen hun loopgraaf, in
de ballen, in het vuur - te niet.
Zoo gaat de trein, met 't
schoone, roode kruis er op,
en koel vermoorde menschen,
die zelfs geen verdriet
of hoop meer hebben, wijl
het bloed standvastig, drop bij drop,
hen uit de wonden druipt,
en niets dan bloed men ziet,
en niets dan bloed men
ruikt, en ginder ver 't
kanon zijn bommen stuikt,
standvastig!
|