Naar aanleiding van het verschijnen van het boek 'Onsterfelijk in uw steen - Soldatengraven, Heldenhulde en de Groote Oorlog' breng ik vandaag in de rubriek 'Zondag Frontpoëziedag' het gedicht 'Waarom ?' van de Turnhoutse oorlogsvrijwilliger Ward Hermans. Hij schreef het in het begin van maart 1918 als een reactie op de schending van heldenhuldezerken op de BMB van Oeren en het kerkhof van Alveringem een paar weken daarvoor. Oorspronkelijk wilde hij het in de soldatenkrant 'Ons Vaderland' publiceren, maar daar stak de Belgische militaire censuur een stokje voor. Het werd pas na de oorlog, in zijn bundel 'Gedichten van liefde en strijd' voor het eerst afgedrukt...
WAAROM ?
Vlaamsch van lijve, Vlaamsch van harte / Vlaamsch in woord en Vlaamsch in daad / Zoo leefde hij in lief en smarte / Trotsch en fier op eigen aard.
Tot hij viel in 't naakte velde / Van z'n eigen Vlaamsche grond /Maar wat 't zwarte kruis vermeldde / Was iets, dat ik niet verstond.
Vreemde tale, vreemde woorden / Stonden wit op 't zwart in 't kruis ! / Vreemde prate, vreemde kronen / Doemden 't eigen schoon tot gruis.
Arme jongen, armer Vlaanderen / Waarvoor gij uw bloed vergoot ! Arme telg van heldenvaadren / Niets hier baat uw heldendood !
|