Sinds
een paar maanden rijdt op het Britse spoorwegnet de Harry Patch-locomotief.
Deze machine - voor de kenners een Class 43 - locomotief van de Great Western Railway
- werd vernoemd naar de laatste overlevende veteraan
die effectief tijdens de Grote Oorlog in de loopgrachten had gediend. Harry
Patch (1898-2009) was in oktober 1916 opgeroepen voor de militaire dienst en
kwam na zijn opleiding uiteindelijk als machinegeweerschutter in het 7e
Bataljon Duke of Cornwalls Light Infantry terecht. In juni 17 kwam Patch met
deze eenheid in Frankrijk aan en werd vrijwel meteen daarna ingezet bij Ieper
in het raam van de gevechten rond Passendale.. Op 22 september 17 werd hij bij
de Steenbeek in Langemark zwaar gewond door een artilleriegranaat die drie van
zijn makkers doodde. Het was meteen ook het einde van zijn oorlog want op
Wapenstilstandsdag was hij nog aan het herstellen van zijn verwondingen in een
revalidatiecentrum op het eiland Wight. Over zijn ervaringen in Vlaanderens
velden wou hij in 2004 het volgend kwijt aan The Sunday Times:
When the war ended, I don't know
if I was more relieved that we'd won or that I didn't have to go back.
Passchendaele was a disastrous battle thousands and thousands of young
lives were lost. It makes me angry. Earlier this year, I went back to Ypres to shake
the hand of Charles Kuentz, Germany's only surviving
veteran from the war. It was emotional. He is 107. We've had 87 years to think
what war is. To me, it's a licence to go out and murder. Why should the British
government call me up and take me out to a battlefield to shoot a man I never
knew, whose language I couldn't speak? All those lives lost for a war finished
over a table. Now what is the sense in that?

|