Fons Zegers uit Meerle behoorde tot de militieklas van 1913 en was
net afgezwaaid toen de oorlog uitbrak. Op 25 augustus 14 werd hij als soldaat
in het 1e regiment Karabiniers bij de eerste uitval uit Antwerpen
ernstig gewond in de bossen van Schiplaken; Een Duitse kogel doorboorde zijn
linkerbovenarm, terwijl een andere zijn linkerpols verbrijzelde. Hij werd vrijwel
meteen van het slagveld geëvacueerd en aanvankelijk gehospitaliseerd in het
Militair Hospitaal van Antwerpen. Tijdens de ontruiming van de Scheldestad werd
hij per trein naar Oostende gevoerd om uiteindelijk in een noodhospitaal in het Pensionat St. Pierre in
Calais terecht te komen. Zijn genezingsproces verliep traag en op 5 februari 15
werd hij in Bourbourg door een medische keuringscommissie ongeschikt voor
verdere frontdienst verklaard. Tien
dagen later werd Fons Zegers als militaire arbeider toegevoegd aan de Belgische
logistieke basis van Calais waar hij eerst in het depot van de vervoerstroepen
van de Ve Legerdivisie aan de slag kon en in juni afgedeeld.werd naar de Z.M.
Basis Service des Annexes Flotantes. Fons Zegers werd op 7 september 1915 zwaar
gewond in Gravelines toen hij bij een fout manoeuvre tussen de buffers van twee
botsende treinwagons werd geplet. Hij werd met een ingedeukte borstkas en
ernstige inwendige verwondingen geëvacueerd naar een hospitaal in Le Havre maar
daar verergerde zijn toestand op het einde van december 15. Op 28 december 15
werd hij met buikvliesontstekening overgebracht naar het militair hospitaal nr.
28 te Dinard waar hij op 5 maart 1916 om 11.45 u. overleed.
Hij was een zoon van Jan Petrus Zegers en Anne Marie
Peeraer. Hij was ongehuwd, smid en woonde bij zijn ouders in de Molenstraat.


|