Ik moet een jaar of twaalf zijn geweest toen ik voor het eerst Verdun
bezocht en sindsdien houdt deze plek mij in zijn greep. Ik vind het een van de
meest bevreemdende plaatsen ter wereld, en geloof me vrij, ik heb héél wat
vreemde plaatsen op deze aardkloot bezocht
Bij elk bezoek grijpt de
onwezenlijke sfeer die hier hangt mij opnieuw bij de keel. Het is moeilijk te
omschrijven maar al wie ooit op een mistige herfstochtend heeft rondgedwaald op
de Mort Homme, in het Bois des Caures of Côte 304, weet ongetwijfeld waarover
ik het heb
Na de oorlog keerden de bewoners
terug naar de grotendeels in puin geschoten stad aan de oevers van de Maas. Ze herstelden
wat verwoest was, maar in negen dorpen rond de stad zoals Fleury en Douamont
keerden de bewoners nooit meer terug. Die dorpen waren letterlijk en figuurlijk
van de aardbodem geveegd. De diepe littekens van de natuur hadden langer, véél
langer nodig om te genezen. In Vlaanderens velden, de Champagne, Elzas of zelfs
aan de Somme slaagde men er, langzaam maar zeker en ondanks de af en toe
exploderende blindgangers en andere bovengeploegde Boodschappers van de Dood,
in het verwoeste land opnieuw in cultuur te brengen .en verdwenen gaandeweg de
sporen van het Geweld. Maar in Verdun was de ooit zo vruchtbare bovenlaag van
de aarde eenvoudig verdwenen door het eindeloze, nooit ophoudende granaatvuur.
De geblakerde en door de chemicaliën van de Dood geïmpregneerde grond lijkt tot
op de dag van vandaag weerstand te bieden aan de groene, helende balsem van de
natuur. Tot op de dag vandaag - honderd jaar na dato - zijn er plaatsen waar
er nauwelijks iets lijkt te groeien. Sir Alistair Horne beschreef het in 1962 treffend
in zijn magistrale Verdunboek The Price
of Glory: Het was alsof de
Almachtige Verdun wenste te bewaren voor het nageslacht als een oppermachtig
voorbeeld van de onmenselijkheid bij de mensen onderling. Ter illustratie
een paar fotos van het Verdun van vandaag
.




|