Gisteren vertoonde BBC 4 'The Genius of Marie Curie', een documentaire van Gideon Bradshaw. Hierin werd uiteraard lang stilgestaan bij de inspanningen die deze tweevoudige Pools/Franse Nobelprijswinnares deed om tijdens de Eerste Wereldoorlog het Franse leger van röntgenapparatuur te voorzien. Weinigen zijn echter op de hoogte van het feit dat ze ook de Belgische militaire geneeskundige diensten kort na de IJzerslag met man en macht heeft bijgestaan bij de organisatie van de radiografische eenheden. En nog minder weten dat dit lag aan Prof. Dr. Frans Daels, de latere voorzitter van het IJzerbedevaartcomité. Daels was bij het uitbreken van de oorlog vrijwillig militair arts geworden en als bataljonsgeneesheer bij de IIe Legerdivisie ingedeeld.Na de bloederige afweergevechten bij St. Margriete Houtem keerde hij met een aantal gewonde en van hun eenheid afgesneden soldaten, dwars door de Duitse linies terug naar het veldleger. Hiervoor werd hij als één van de eerste geneeskundige officieren onderscheiden met het lintje van Ridder in de Leopoldsorde. Voor de oorlog was deze uitgesproken Vlaamsgezinde hoogleraar Verloskunde aan de Gentse Universiteit in contact gekomen met Marie Curie omdat hij meende dat haar radiologische ontdekkingen konden helpen bij het opsporen en behandelen van baarmoederhalskanker. Omdat na de IJzerslag de medische voorraden van het Belgische leger zorgwekkend waren geslonken schreef Daels vanuit het Belgian Field Hospital in Veurne naar Curie met vraag of zij niet kon helpen. Tot zijn niet geringe verbazing verscheen de befaamde natuurkundige op 6 december, vergezeld door haar 18-jarige dochter Irène en de Russische vrouwelijke dokter Macken, in hoogst eigen persoon in Veurne, waar ze haar intrek nam in het hotel 'De Nobele Rose'. In haar kielzog arriveerde nog diezelfde dag ook een mobiele röntgen-eenheid die meteen werd ingezet in het hospitaal dat in het Bisschoppelijk College was ingericht. Marie Curie installeerde het apparaat en minder dan een half uur later konden de eerste patiënten behandeld worden. Tijdens haar oponthoud in Veurne bezocht ze ook het Franse Hôpital d' évacuation nr. 15 in Poperinge dat werd geleid door Dr. Pouy die haar smeekte om ook hem een radiologisch apparaat te bezorgen. Iets wat in januari '15 ook daadwerkelijk gebeurde, toen ze er samen met haar Sorbonne-collega Dr. Luitenant Perrin terugkeerde om er een radiologisch lab op poten te zetten. Op 6 februari '15 schonk Marie Curie, na bemiddeling bij het liefdadigheidswerk 'Patronage National des Blessés' 25 nagelnieuwe hospitaalbedden aan Hôpital d' évcuation nr. 15 In diezelfde periode was zij wellicht ook betrokken bij het opzetten - met hulp van het gerenommeerde Institut Pasteur - van een labo voor het opsporen en behandelen van tyfus in Poperinge. Geen overbodige luxe wanneer men weet dat na de IJzerslag tientallen Belgische militairen waren bezweken aan tyfus. In maart '15 bezocht ze het triagestation in Adinkerke en de volgende maanden was ze actief betrokken bij de uitbouw van 'l Océan in De Panne en het Belgian Field Hospital in Hoogstade. In september '15 bezocht ze met haar dochter opnieuw Hoogstade waar haar dochter twee maanden lang toezicht hield op de röntgenafdeling. In totaal bezocht Marie Curie elfmaal het Belgische front. Irene zou na de oorlog in de voetsporen van haar moeder treden en in 1935, samen met haar man, Frédéric Joliot, de Nobelprijs voor Scheikunde ontvangen voor hun ontdekking van kunstmatige radioactiviteit. Zij werd de eerste vrouwelijke minister in de geschiedenis van Frankrijk. Frans Daels raakte tijdens de oorlog nauw betrokken bij allerlei Vlaamsgezinde initiatieven zoals de oprichting van de krant 'De Belgische Standaard', de oprichting van het Secretariaat der Katholieke Vlaamsche Hoogstudenten (SKVH) en 'Heldenhulde'. Na de oorlog bouwde hij zijn academische carrière verder uit en werd hij de eerste voorzitter van het IJzerbedevaartcomité. Tijdens de Tweede Wereldoorlog belandde hij willens nillens in de collaboratie, waar hij zich distantieerde van de nationaal-socialistische doctrine. Dit kon niet beletten dat hij na de bevrijding onder diende te duiken in Zwitserland en hij in 1946 door een krijgsraad te Gent bij verstek ter dood werd veroordeeld. Een straf, die later werd omgezet in 15 jaar hechtenis.
|