Op 24 mei 1915 sneuvelden bij Ieper niet minder dan drie broers uit hetzelfde gezin. Frederick (24 jaar), Arthur (21 jaar) en Frank (18 jaar) Racheil waren zonen van John en Ann Racheil uit Holmes Road nr. 23 in West Ham, Londen. Ze hadden zich bij het uitbreken van de oorlog als vrijwilligers gemeld en dienden samen in het 3e bataljon Royal Fusiliers. Die bewuste 24e mei begon volgens het oorlogsdagboek van het bataljon als een schitterende lentedag, maar niemand besefte dat dat de volgende uren tot de bloederigste uit de geschiedenis van deze eenheid zouden gaan behoren... Kort na dageraad voerde de lichte noordoostenwind Duits gifgas naar de Britse stellingen tussen Shell-Trap Farm bij St. Juliaan en de heuvelrug van Bellewaarde. Terwijl de verraste Britten in zeven haasten hun gasmaskers opzetten begon het Duitse trommelvuur dat met een ongenadige cadans de Britse frontlijn aan flarden beukte. Het Duitse artillerievuur was zo intens dat sommige eenheden het begaven en hun stelling verlieten op zoek naar een veilig onderkomen. Het 3e Royal Fusiliers bevond zich op dat ogenblik voor Bellewaarde, net ten zuiden van de spoorwegbedding van de lijn Ieper - Roeselare ter hoogte van Railway Wood. De Fusiliers kregen niet alleen het gifgas en de granaten te verwerken maar werden bovendien op hun linkerflank bedreigd door een gat in de verdediging waar troepen hun aan gort geschoten stellingen hadden ontvlucht...Een deel van het bataljon werd ten noorden van de spoorweglijn gestuurd om dit gat op te vullen, maar kreeg het enorm zwaar te verduren door Duitse infanterieaanvallen vanuit het gehucht Westhoek. Na enkele uren van intense beschietingen en Duitse aanvallen bleven er rond de spoorlijn alleen nog geïsoleerde weerstandsnesten van de Fusiliers over. Een inderhaast opgezette - maar slecht gecoördineerde - tegenaanval kon het tij niet keren en kort na 08.00 u. hadden de Duitse stoottroepen de voorste lijn van de Royal Fusiliers ingenomen. Dankzij de steun van de Buffs en de East Surreys kon de 3e lijn bij Railway Wood behouden blijven maar de prijs die de Fusiliers hiervoor betaalden war erg zwaar. Tegen valavond bleken er van de 880 Fusiliers die 's morgens in de lijn hadden gestaan niet minder dan 536 te zijn uitgeschakeld. Van de 17 officieren bleek er 's avonds nog slechts één over te blijven.... In de officiële geschiedenis van het regiment staat over deze dag het volgende te lezen: 'This was probably the worst loss in a day's battle of any Fusilier battalion during the war...' Onder de gesneuvelden de drie broers Racheil. Hun lichamen werden nooit teruggevonden. Daarom worden ze herdacht op de Menenpoort op de panelen 6 en 8.
|