Siegfried Sassoon was een van de eersten die moedig genoeg was om de poëzie te gebruiken om de oorlog te omschrijven zoals hij écht was: brutaal, meedogenloos en een verschrikkelijke verspilling van levens... Nochtans vormden zijn eerste oorlogsgedichten geen uitzondering op de algemeen in zwang zijnde Britse oorlogspoëzie die werd gekleurd door patriottisch heroïsme en glorie. Dit veranderde echter snel toen hij als Second Lieutenant met de Royal Welch Fusiliers aan het front belandde. zijn memoires tonen duidelijk aan wat een beproeving het moet zijn geweest voor deze gepatenteerde dagdromer om in de hel van de loopgrachtenoorlog te overleven tussen het lawaai, de stank en de allomtegenwoordige dood. Het leed van de soldaten stompte snel alle grote idealen en dichterlijke verbloeming uit zijn poëzie. De realiteit overtrof alles en het duurde dan ook niet lang voor dit besef zich in alle rauwheid manifesteerde in zijn werk. Sterker nog, de tweemaal gewond geraakte officier, die wegens zijn dapperheid op het slagveld onderscheidden werd met het Military Cross, werd een angry young man, die met zijn pen de oorlog de oorlog verklaarde. Niet alleen uit mededogen met zijn kameraden die dagdagelijks in de modder en bloed probeerden te overleven maar ook uit woede over de generaals die, ver van het gevaar, over hun stafkaarten gebogen, speelden met de levens van honderdduizenden én zeker ook verontwaardiging over de politici die dit alles mogelijk maakten. Sassoon was er langzaam maar zeker van overtuigd geraakt dat zijn bezigheden alleen tot 'waanzin' leidden en dat de soldaat van een nobele krijger was gedegradeerd tot een 'kronkelend insect te midden van de afgrijselijke waanzin van desctructie'. Op 15 juni '17 stuurde hij een open brief waarin hij publiek verklaarde niet langer bereid te zijn om te vechten naar een aantal politici, schrijvers ambtenaren, pacifisten én het hoofd van het Britse ministerie voor Propaganda. Eén van de geadresseerde parlementsleden, hiertoe aangemoedigd door Bertrand Russel, las op 30 juli '17 in het Lagerhuis de brief voor.
Ik breng graag een fragment uit deze historische brief: 'Ik heb het lijden van de troepen gezien en dit ook zelf ondergaan. Ik kan het niet aanzien dat dit lijden nog langer duurt. Een lijden voor doelen, die volgens mij kwaadaardig en onrechtvaardig zijn. Ik protesteer niet tegen de manier waarop de oorlog militair wordt gevoerd, maar wel tegen de politieke spelletjes waaraan de soldaten worden opgeofferd. Namens hen die lijden wil ik protesteren tegen dit bedrog. Ook wil ik protesteren tegen de ongevoeligheid en zelfgenoegzaamheid waarmee de meerderheid van het thuisfront omgaat met het lijden van de troepen. Een lijden waar zij geen deel aan hebben en waar ze zich helemaal niets bij kunnen voorstellen.'
De volgende dag stond de brief in 'The Times' en werd de auteur op slag beroemd en berucht. Sassoon besefte wellicht zelf niet hoe groot de ophef was die deze brief van een zowel fysisch als psychisch geschokte frontofficier maakte. Hij verwachtte voor de krijgsraad te moeten verschijnen, maar de in verlegenheid gebrachte Britse autoriteiten hadden absoluut geen zin om nog meer ophef te veroorzaken. En bijgevolg werd Sassoon na een medische keuring ongeschikt verklaard voor frontdienst en naar Craiglockhart, een gespecialiseerde instelling, gestuurd waar hij de aan Shellshock lijdende dichter-officier Wilfred Owen ontmoette, maar dat is weer een ander verhaal...
Ter afsluiting breng ik u Sassoon's gedicht 'SUICIDE IN THE TRENCHES'
I knew a simple soldier boy. / Who grinned at life in empty joy, / slept soundly through the lonesome dark, / and whistled early with the lark.
In winter trenches, cowed and glum./ With crumps and lice and lack of rum, / Het put a bullet through his brain. / No one spoke of him again.
You smug-faced crowds with kindling eye. / Who cheer when soldier lads march by, / sneak home and pray you'll never know. / The hell where youth and laughter go.'
|