Op de grens tussen Ieper en Zonnebeke, bij de Frezenberg staat ietwat vergeten in het veld op een platform een onopvallend hardstenen monument. Dit gedenkteken herinnert ons aan de mannen van Princess Patricia's Canadian Light Infantry Regiment (PPCLI) die hier in mei '15 op een bijzonder hardnekkige manier weerstand hadden geboden aan de oprukkende Duitsers. Het PPCLI was sowieso al een bijzondere eenheid. Dit regiment - toen niet meer dan een bataljon sterk - werd al in het begin van augustus '14 opgericht en grotendeels gefinancierd door de welgestelde Canadese zakenman Andrew Hamilton Gault, die op deze manier zijn steentje wou bijdragen voor de geallieerde zaak in het algemeen en het Britse Gemenebest in het bijzonder. In tegenstelling tot veel latere vrijwilligers-eenheden had zowat iedere man die zich in de rangen van het PPCLI engageerde, al eerder militaire ervaring opgedaan en vaak al eerder de Britse wapenrok gedragen. De eenheid telde dan ook een ongewoon hoog aantal in de strijd geharde veteranen van eerdere campagnes. Het duurde dan ook niet lang voor deze eenheid als één van de eerste Canadese eenheden op het Europese slagveld belandde. Op 9 april '15 hadden de Patricia's stelling genomen in Sanctuary Wood, maar dit was slechts een tijdelijk onderkomen. In de nasleep van de Duitse gifgasaanvallen eind april '15 bij Ieper, hadden de Britten zich in deze regio teruggetrokken op een verdedigingslijn die ruwweg geschetst van Wieltje over Frezenberg tot Bellewaarde liep. De Patricia's kregen de opdracht een nieuwe verdedigingslijn in te richten bij de Frezenberg. Van 8 tot 13 mei '15 probeerden de Duitsers in deze sector een doorbraak te forceren, maar mede door de inzet van de mannen van het PPCLI, kon deze offensieve actie afgestopt worden. Toch was het kantje boordje geweest. In de vroege ochtenduren van 8 mei opende de Duitse artillerie een ongenadig trommelvuur op de - grotendeels geïmproviseerde- Britse frontlijn, gevolgd door de in golven oprukkende Duitse infanterie. In de sector van de 83e Brigade - waartoe het PPCLI behoorde- wisten de Duitsers een bres te slaan. Het PPCLI, dat aanvankelijk met een kleine 600 manschappen aan de verdediging van de Frezenberg was begonnen, wist met een uiterste krachtsinspanning aan de Duitse aanvalsgolven te weerstaan, maar de prijs die hiervoor betaald moest worden was uitzonderlijk hoog. De Canadezen werden van drie zijden aangevallen en bestookt met chloorgas. Kort na 07.00 u. had Gault al het bevel gegeven om alle beschikbare mannen, inclusief de koks en pennelikkers naar de eerste lijn te sturen. Alle officieren, met uitzondering van luitenant Hugh Niven werden uitgeschakeld en het waren onderofficieren zoals - de later met het Military Cross onderscheiden - Lance Corporal A.G. Pearson die het bevel noodgedwongen overnamen... Ondanks het feit dat de Patricia's in de loop van de dag versterking kregen van een compagnie van de Rifle's Brigade, wisten de Duitse aanvalstroepen verder op te rukken en bedreigden ze rechtstreeks de linkerflank van de Patricia's. Als bij wonder wisten ze stand te houden tot ze 's nachts werden afgelost door het 3e Bataljon Kings Royal Rifles. De officiële regimentsgeschiedenis van de Patricia's geeft de verliezen van deze dag als 8 officieren en 392 onderofficieren en manschappen waarvan 4 officieren en 108 andere rangen als gesneuveld werden genoteerd... Recent onderzoek heeft deze cijfers nog dramatischer gemaakt : Uit een nauwgezette analyse van de verlieslijsten blijkt dat de Patricia's in de vroege meidagen van 1915 niet minder dan 481 manschappen bij Ieper zijn verloren, waarvan 219 gesneuvelden... Niet voor niets neemt het afweergevecht bij Frezenberg een bijzondere plaats in de regimentstradities in...

|