De herdenking van de Eerste Wereldoorlog brengt de Westhoek een flinke duit op. De regio boekte in 2014 een omzet van 76,3 miljoen euro. Dat is een stijging met 92 procent tegenover 2013. Het toerisme in de Westhoek boert goed door de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Dat blijkt uit cijfers van het toeristische provinciebedrijf Westtoer. Toch blijken bezoekers de herdenkingen niet in een economisch kader te zien. Uit een enquête blijkt dat ongeveer 85 procent van de bijna 900.000 bezoekers meent dat de regio respect toont voor het erfgoed. Zon 90 procent vindt ook dat het onthaal respectvol gebeurt. Toch levert het herdenkingstoerisme ook financieel iets op voor de regio. Waar die in 2013 op een toeristische omzet van net geen 40 miljoen euro kon rekenen, rijfde de Westhoek in 2014 een omzet van liefst 76,3 miljoen binnen, een stijging met 92 procent. Een omzetstijging waar niemand naast kan kijken en die vooral op conto te schrijven is van de in totaal 789.500 bezoekers. De sterkste toename van het aantal bezoekers viel te noteren bij de Belgen (+130 procent), die volgens Westtoer aangespoord werden door de serie In Vlaamse Velden en de eeuwherdenking van de inval tot de onderwaterzetting van de IJzervallei. Liefst 231.000 Britten staken het Kanaal over voor een bezoek aan het oorlogsgebied, ruim de helft meer dan in 2013. Toch valt op dat het aantal andere buitenlanders zoals Nederlanders, Duitsers en zelfs Australiërs verhoudingsgewijs sterker steeg. Buitenlandse toeristen genereerden zelfs bijna twee derde van de omzet. Vooral de logies (37 procent) en horeca (34 procent) plukten de vruchten van het extra toerisme. Ook schoolbezoeken zitten in de lift: ruim 115.000 Belgische scholieren bezochten in 2014 de frontzone, een verdubbeling in vergelijking met het jaar voordien. Daarmee komt het aandeel Belgische scholieren voor het eerst sinds lang weer boven het aandeel Britse scholieren te liggen.
Dat men in de periode 2014 - 2018 een graantje zou meepikken van de herdenkingshausse was te verwachten, maar deze omzetcijfers roepen toch wel wat vragen op naar de commercialisering van het her-denken en de ethische kant van het verhaal. Componenten, die in het verleden nooit erg hebben doorgewogen op de discussie over hoe we in de Westhoek dienden om te springen met erfgoed en erfgoedbeleving. Misschien wordt het tijd dat er eindelijk eens ten gronde wordt gediscussieerd over hoe de niet altijd duidelijke lijn tussen commercie en toerisme kan gehandhaafd worden en hoe de nog te verwachten inkomsten het best duurzaam kunnen gevaloriseerd worden in het grotere verhaal over de Westhoek in de Grote Oorlog....
|