Bij sommige van onze meer bijgelovige medeburgers staat vrijdag de dertiende bekend als een ongeluksdag. Of dit ook inderdaad zo is, laat ik in het midden, maar ik kan het toch niet nalaten om precies vandaag op deze blog een verhaal te brengen over een vrijdag de dertiende die alle schijn had van een rampzalige dag. Vrijdag 13 december 1916 staat in Zuid-Tirol bekend als 'Witte Vrijdag'. Wat velen in Vlaanderen niet weten, is dat ver van de IJzervlakte of de heuvelruggetjes rond Ieper, in de Alpen op duizenden meters hoogte een even ongenadige strijd werd uitgevochten in de sneeuw en het eeuwige ijs. Al maandenlang waren er de Italiaanse Alpinieri en de Oostenrijkse Kaiserjäger en Kaiserschützen verwikkeld in moordende gevechten om het bezit van de strategische bergpassen. Toen het op 8 november 1916 verschrikkelijk zwaar begon te sneeuwen, duurde het niet lang voor deze gevechten stagneerden. De extreme weersomstandigheden maakten een - voorlopig - einde aan de strijd. Dit betekende echter niet alle levensgevaar geweken was, want de winter voegde een nieuwe dodelijke factor toe aan het keiharde bestaan op het Alpenfront: de 'Witte Dood' of het lawinegevaar. Vanaf de eerste sneeuwstorm tot 11 november verloor de Oostenrijke Heeresgruppe Erzherzog Eugen 123 doden, 51 vermisten en 194 gewonden door lawines. De Italiaanse verliezen in die periode waren wellicht evenredig. Tussen 17 en 22 november '16 werden aan het Alpenfront nog eens 84 doden en 186 gewonden geregistreerd, terwijl 7 militairen gedood en 8 gewond werden door blikseminslagen.. Maar dit was slechts het begin van de ellende. Tussen 5 en 14 december telden de Oostenrijkse bergtroepen niet minder dan 795 doden, 505 vermisten en 625 gewonden als gevolg van al dan niet uitgelokte lawines... De zwartste dag was zonder enige twijfel vrijdag 13 december toen een gigantische lawine de barakken van reservekamp Gran Poz, ten westen van de Fedaiapas, op de flanken van de Marmolata-hoogte wegvaagde. De gevolgen waren desastreus: 87 dode Kaiserschützen, 140 vermisten - die later, in zover ze konden geborgen worden, allemaal bleken omgekomen te zijn - en 160 gewonden. Slechts een kleine 200 van hun kameraden - die u op de foto bezig ziet bij bergingswerken - overleefden zonder kleurscheuren deze ramp die de hoogste dodentol ooit van een enkele lawine in de Alpen veroorzaakte. Sommige historici gaan ervan uit dat er in de barre en ijzige oorlogswinter van 1916-1917 ongeveer 10.000 militairen zouden zijn omgekomen door 'De Witte Dood'. Een bijna vergeten zwarte bladzijde uit het bloedige boek van de Grote Oorlog....
|