|
Ik kan het niet laten, maar het werk van Daan Boens behoort tot het beste dat aan het IJzerfront werd bijeen gedicht. Daarom breng ik u vandaag graag 'De aarde weent...' uit de bundel 'Van glorie en lijden - Sonetten uit de loopgraven aan de Yser' uit 1917.
' En de aarde weent om al heur doode zonen... / De strijd geleek een wreed en dof gekreun / van kinderen, die zich wilden sterker toonen, / doch in 't gewoel nog smeekten om wat steun.
En 't waren mannen toch: hun blonde kroonen, / zóo fier van heldenmoed - onder 't gedreun / van 't ijzer, - bleven recht en blij en schoone... / hun oogen vlamden nog in 't doods-gekreun.
Men hoorde 't staal doorheen hun harten boren, / men hoorde 't bloed dat gulpte uit ieder wond, / en ieder mond, die nog een klacht liet hooren.
En als de schemer dan die menschen vond, / die menschen-kinderen, door den dood verkoren, / dan strooide hij zijn schoonste bloemen rond.'
|