Een paar weken geleden ben ik er nog gaan wandelen, in het weidse polderlandschap tussen Stuivekenskerke en de IJzerbocht van Tervate. In het voetspoor van de troepen die in de vroege ochtend van 22 oktober '14 precies hetzelfde traject hadden afgelegd in een heroïsche maar nutteloze poging om de Duitsers die bij Tervate de IJzer waren overgestoken een halt toe te roepen. Zonder een degelijke voorbereidende artilleriebeschieting, laat staan beschuttingsvuur en bovendien zonder noemenswaardige kennis van het gevechtsterrein gingen ze met de moed van de wanhoop in de aanval in het door diepe sloten doorsneden landschap. Een landschap, dat bovendien zo vlak was als het gladste biljartlaken, zonder enige dekking. Het duurde dan ook niet lang voor de goedgetrainde Duitse machinegeweerschutters dood en vernieling zaaiden in de rangen van de aanvallers die ze al van zo ver hadden zien opdagen... Onder de gesneuvelden was ook mijn stadsgenoot Jan Bruurs, die u hier op de foto links aan het werk ziet als klompenmaker, toen nog een veelbeoefend ambacht in het Hoogstraatse. Hij was een zoon van Cornelis Bruurs en Joanna Bax - die op het ogenblik van zijn geboorte beiden nog de Nederlandse nationaliteit bezaten - en woonde tot begin 1914 in de ouderlijke woonst annex winkel aan de Vrijheid. In februari 1914 vertrok hij echter naar het Waalse garnizoenstadje Mariembourg omdat hij als beroepsvrijwilliger in het leger was gegaan. Op het ogenblik dat de Grote Oorlog uitbrak volgde hij als korporaal de cursussen aan de school voor onderofficieren van het 8e Linieregiment. Jan Bruurs nam in de rangen van de 11e cie , 3/3 van dit regiment deel aan de verdediging van Namen en de afweergevechten rond het 'Nationale Bolwerk' Antwerpen. Na de stormaanval bij Tervate werd Jan Bruurs in de stamboeken van het regiment als 'vermist in de omgeving van de hoeve Vasseur 'geregistreerd. Vermoedelijk werd hij na de wapenstilstand als onbekende begraven op de BMB van Keiem.
|