Op 5 oktober 1914, op het hoogtepunt van de afweergevechten in de sector Lier, was een compagnie van het 3e bataljon van het 7e Linieregiment vanuit Lint op weg om de troepen in de eerste lijn te gaan versterken toen een zware Duitse artilleriegranaat in hun rangen terechtkwam. Enkele tientallen militairen raakten gewond en minstens zes werden gedood door deze explosie. Eén van de gesneuvelden was de piepjonge korporaal Jozef Janssens De Vroom uit Hoogstraten. Hij was op 11 maart 1897 in Merksplas Kolonie als enige zoon geboren in het gezin van bewaker Jacob Janssens De Vroom en Anna Catharina Blockx. Kort na zijn geboorte kreeg vader Janssens De Vroom promotie en muteerde hij als hoofdbewaker naar het Bedelaarswerkhuis van Hoogstraten. Het gezin verhuisde naar een woning op de hoek van de Lindendreef en de Gelmelstraat. Na zijn pensionering opende vader Janssens De Vroom hier de populaire herberg 'De Prins'. Een paar dagen nadat Jozef 17 jaar was geworden koos hij voor werkzekerheid en nam hij op aansporen van zijn vader dienst als beroepsvrijwilliger in het leger. Toen de oorlog uitbrak was hij kandidaat onderofficier en volgde hij de bijhorende opleiding in de regimentsschool in Antwerpen.
Oorspronkelijk werd hij begraven op de plaats waar hij was gesneuveld, maar in 1915 werden zijn stoffelijke resten bijgezet op de BMB in Lier in graf nr. 63. Hier ligt hij samen met nog drie andere gesneuvelden uit het Hoogstraatse begraven op nog geen dertig kilometer van zijn woonplaats...


|