Mannekesvere - nu een deelgemeente van Middelkerke - vormde bij het begin van de IJzerslag in 1914 een van de zgn. 'Voorwachten' op de rechteroever van de IJzer en was bezet door elementen van het 7e Linieregiment. Op 18 oktober '14 werd het na enig weerwerk ingenomen door de Duitsers. In het weekblad 'De Duinengalm' verscheen kort na de oorlog een verslag over hoe de burgerbevolking van dit polderdorpje de Duitse inval had ervaren. Bij deze een fragment uit deze publicatie: ' Van zondag 11 oktober tot woensdag 14 oktober kwamen Belgische soldaten, groot in getal, langs Mannekensvere gevlucht en trokken over de brug van de Yser, die Mannekensvere aan de gemeente St.-Joris bij Nieuwpoort verbindt. Donderdag de 15de kwam een afdeling van de Belgische genie toe die in de namiddag de kerktoren deed springen. Oneindig veel schade werd aangericht aan de huizen ter plaatse: een 15-tal huizen waren onbewoonbaar geworden. De inwoners ter plaatse, radeloos van schrik, vluchtten de ene over de Yser, de andere over land, een zeker aantal zocht een onderkomen op de Zevecotehoek, een 30-tal werd geherbergd bij de landbouwer Eduard Mathys, nog anderen op de een of andere hoeve. Weinig of geen mensen bleven ter plaatse. De donderdagavond kwam de achterwacht der Belgen -ruim 1000 man- toe. Dezelfde dag werden machinegeweren geplaatst op de kalsijde van Spermalie, aan de gevel van de heer Charles Degraeve en aan deze van de weduwe Zwaenepoel. s Avonds werden ze weggenomen en over de brug van de Yser geplaatst. s Zaterdags deden de Belgen de molen van Govaert, aan de brug en de zondagvoormiddag de brug zelf springen. Op zondag 18 oktober, rond 10 u 30, kwamen de Duitsers toe. De achterwacht der Belgen stond aan de bruggen (Molenbrug, Biesbrugge, verkeerdelijk Busbrugge genaamd), aan de Rattevalle, aan Spermalie en aan Bergensduiker. Ze wachtten daar de Duitsers op, doch in plaats van langs de kalsijde en de duikers te komen, kwamen ze van de kant van Slype langs het Geuzengat, dwars door t land. Gedeeltelijk kwamen ze ook langs het kalsijtje van Slype en volgens ooggetuigen, leek hun opkomst een ware klopjacht: uit hun holen verjaagd, vluchtten de hazen bij honderden. De Duitsers legden twee bruggen over t Zijling (Vladsloovaart). De Belgen schoten op de aanrukkende Duitsers, deze antwoordden, en van weerskanten vielen er doden. Verscheidene Belgen die niet rap genoeg over de Yser geraakten, werden gevangen genomen.
Een 8-tal gesneuvelde Belgen bleven geruime tijd onbegraven ter plaatse liggen. De Duitsers waren pas meester in Mannekensvere of t regende granaten. 4 Mannekensverenaars vielen die dag als slachtoffers , nl.:het gemeenteraadslid Henri Maes, rond de 60 jaar oud, en zijn vrouw Nathalie Maes, 53 jaar oud. Beiden die de donderdag van uit hun woonplaats waren gevlucht, waren sedertdien teruggekeerd. Zij hadden zich weggestoken in hun karrenkot, met hun 72 jarige oom, Henri Debruyne, die op de knieën zat. Zij stonden recht, de granaat vloog door de deur. De landbouwer Camiel Spegelaere, 47 jaar oud, wonende aan de Busbrugge: hij werd door een bom gedood terwijl hij zijn koeien uit het gras haalde; hij werd door de Duitsers bij zijn huis begraven. En dan was er nog de werkman Désiré De Vlaemynck, rond de 50 jaar oud, die getroffen werd in een gracht, waar hij samen met vader en moeder Sloove en hun dochter Esperance een schuilplaats had gezocht. Hij was op slag dood. De vrouw en de dochter Sloove werden erg gewond en door de dochter De Vlaemynck overgebracht naar de woonst van weduwe Pieter Verhelst, wier zoon Oscar door de Duitsers gedwongen werd, hen dezelfde avond, met paard en rijtuig, over te brengen naar Oostende, waar zij verpleegd werden in het Hôtel des Thermes. Wat vader Sloove betreft, deze werd niet gekwetst; hij doolde een tijd lang in Slype en Leffinge en kwam, eindelijk verscheidene weken later te Oostende toe, bij vrouw en dochter. Die zondag 18 oktober werden de mensen door de Duitsers binnen gehouden en in het een of ander kot gestoken, met het verbod er uit te komen.De hele nacht hoorden de mensen , die ons ingelicht hebben geweldig schieten en rondlopen en toen ze de maandagmorgen opstonden waren al de deuren en vensters door de Duitsers weggedaan, en de dekens, matrassen en kleren weggenomen om te gebruiken in de loopgrachten die zij gemaakt hadden.'


|