Vrijwel iedereen heeft wel eens gehoord van de grote Duitse militaire verzamelbegraafplaatsen in de Westhoek: Langemark, Vladslo, Menen en Hooglede. Wat heel wat minder mensen weten is dat de gigantische Duitse militaire WO II -begraafplaats van Lommel, een grafveld bevat met militairen die tijdens de Eerste Wereldoorlog het leven lieten. Dit grafveld nr. 31 bevat de stoffelijke overschotten van 542 Duitse militairen die tijdens WO I hoofdzakelijk zijn omgekomen in de provincies Antwerpen en Limburg. Zo liggen er bv. enkele tientallen manschappen van de grensbewakingstroepen die aan de beruchte 'Dodendraad' het leven lieten maar ook rekruten die zijn omgekomen op oefenplaatsen en in garnizoenen zoals in de kampen van Beverlo en Leopoldsburg. Ze lagen oorspronkeljk her en der verspreid begraven in de gemeente waren ze overleden en werden tijdens het interbellum ontgraven en bijgezet op een verzamelbegraafplaats in Leopoldsburg. Begin jaren 50 werden ze overgebracht naar de immense, 16 ha. grote Duitse begraafplaats aan het Kattenbos in Lommel.
In dit veld nr. 31 ligt in graf nr. 430 luitenant Jobst Hermann von Mengersen begraven. Deze 21 - jarige cavalerieofficier maakte deel uit van een verkenningspatrouille van 17 ruiters die op 18 augustus 1914 kort na de middag in Oud-Turnhout was opgedoken. Via Zevendonk rukten ze behoedzaam op in de richting van Turnhout. Beducht op een mogelijke hinderlaag, schoten ze op alles wat bewoog, met fatale gevolgen. Een nieuwsgierige bewoonster van een huis op de Steenweg op Zevendonk, Elisabeth Van De Moer - Raeymaeckers, werd in haar tuin door een Duitse kogel getroffen en overleed ter plaatse. Een peloton van de intussen gealarmeerde Turnhoutse Burgerwacht, aangevoerd door sergeant Karel Andelhof slaagde erin de Duitsers in een hinderlaag te laten rijden. Bij het hierop volgende vuurgevecht werd Jobst Hermann von Mengersen zwaar gewond en gevangen genomen. Hij zou in de loop van de avond in het Turnhoutse Gasthuis aan de opgelopen verwondingen bezwijken en een dag later begraven worden op de stedelijke begraafplaats aan de Kwakkelstraat. Twee van de cavaleristen die tot von Mengersens eenheid behoorden werden op de vlucht nog krijgsgevangen gemaakt. Eén ter hoogte van de Kruishuisstraat en een tweede kon gewond in Kasterlee bij de kraag worden gevat. Een grote menigte verdrong zich hierna op de Turnhoutse Grote Markt om een glimp van deze gevangenen op te vangen die er voorlopig in het politiebureau waren opgesloten. De bevelhebbers van de Turnhoutse Burgerwacht vreesden voor een Duitse tegenactie en stuurden meteen een telegram naar de militaire gouverneur van Antwerpen met het verzoek soldaten te sturen. Zelfs de directeur van Merksplas - Kolonie kreeg de vraag om 20 gewapende bewakers ter beschikking te stellen. Een voor die tijd typisch voorbeeld van overreactie, maar niet geheel ten onrechte. Diezelfde dag hadden Duitse verkenners twee inwoners van Meerhout gefusilleerd en was het in de Zuiderkempen tot een vuurgevecht in regel gekomen tussen een ruiterijafdeling van de zgn. vliegende verdediging van de vesting Antwerpen en Duitse cavaleristen....
De familie von Mengersen die behoorde tot de kleine Pruisische landadel uit de omgeving van Stettin, betaalde een hoge prijs tijdens de Eerste Wereldoorlog. In 1915 sneuvelde Jobsts enige broer Adolf jr. (1897-1915) en in 1918 overleed zijn vader, majoor Adolf von Mengersen (1863-1918) in bevolen dienst voor 'Kaiser und Vaterland'.


|