In mijn blog van vorige zondag stond ik even stil bij de poëzie van korporaal Daan Boens Vandaag geef ik u zijn gedicht 'Op de voorpost':
'Met twee en dertig zijn we opgekomen... / De voorposr is gerust, en de avond ligt / met witte maneschijn omheen de boomen ; / een zilver-groene vaart is 't eenig ver-gezicht./
Een lange boomen-rij staat om de zoomen / van d'oud bekende vaart, dien soms een schicht / met rozen of met helder-blauwen glans verlicht /'t wordt alles dan een beeld uit kinder-droomen. /
En de zoo lang beschoten boomen-rij / wordt schoon, en schijnt dan zooveel kaarsen-vlammen, / die voor de jonge en doode helden branden, /
wijl ligt een vlot, waar het sinds maanden lei -/ en wiegelt lichtjes aan zijn koord, zoo'n stramme / en moeë man, die bang is aan te landen."
Uit 'Van glorie en lijden. Sonetten uit de loopgraven van den Yzer', Drukkerij van de Werkschool, Kamp Harderwijk, 1917
|