Jan Frans Coveliers werd op 6 januari 1893 in het Turnhoutse gehucht Zevendonk geboren. Hij behoorde tot de militieklas van 1913 maar was vrijgesteld van kazernedienst omdat hij pas tot subdiaken was gewijd en de priesteropleiding aan het Groot-Seminarie te Mechelen volgde. Kandidaat-priesters, mochten uit hoofde van hun ambt geen wapens dragen, maar waren in ruil voor deze vrijstelling wel verplicht om een summiere opleiding bij de geneeskundige troepen te volgen. Bij het begin van de oorlog werd Jan Coveliers dan ook gemobiliseerd als brancardier en aanvankelijk ingedeeld bij de ambulancecolonne van de Ie Legerdivisie. Na de val van Antwerpen, in oktober '14, muteerde hij eerst naar het 3e Regiment Artillerie, en later verkaste hij naar de 3e batterij van de 1e Groepering van het 13e Regiment Artillerie. In mei '16 werd hij omwille van zijn moedig gedrag op het slagveld onderscheiden met het Oorlogskruis. Op 5 mei '17 werd hij zwaargewond door granaatscherven in Dikkebus, toen de Duitse artillerie zijn batterij onder vuur nam. Jan Coveliers overleed de volgende dag aan de opgelopen verwondingen in het veldhospitaal 'Elisabeth de Couthove', een reeks ziekenbarakken bij het kasteel Couthof van baron Raoul Mazeman in Proven. Hij werd begraven in Reningelst en was een van de eerste Vlaamsgezinde gesneuvelden die een heldenhuldezerk kregen. Op 22 januari 1924 werd deze Turnhoutenaar herbegraven op de BMB te Westvleteren in graf nr. 1044. Een jaar later werd zijn heldenhuldezerk op bevel van het ministerie van Landsverdediging van deze site verwijderd en vervangen door een Belgische militaire standaardzerk.
|