Vandaag precies honderd jaar geleden overleed in het Hoogstraatse Gelmelslot de 75-jarige Pieter Frans Bonamie. Deze dagloner uit Aarschot was een van de duizenden vluchtelingen uit Vlaams Brabant en het Mechelse die in de herfst van '14 via Hoogstraten probeerden de Nederlandse grens over te steken. Minstens achttien van hen stierven in die chaotische dagen in de gemeenten die vandaag de dag Hoogstraten vormen. Bonamie was één van de oudste vluchtelingen die hier het leven liet, maar er bezweken ook opvallend veel kinderen aan uitputting en ziekte. Het meest schrijnende voorbeeld hiervan vormt wellicht Jan Jozef De Roover. Hij was op 28 september '14 in het onder vuur liggende Mechelen geboren. Zijn moeder Agnes Faes, was meteen uit het kraambed gevlucht en samen met haar man Jozef De Roover en de boreling naar Meer getroken. Hier kreeg het gezinnetje onderdak bij Agnes' broer, bakker Gust Faes in Meer-Dorp, maar de boreling overleed hier kort na aankomst op 1 oktober '14. En zij waren - helaas - lang niet de enige. Vijf Hoogstratenaren overleden zelf als vluchtelingen in Nederland. Ten minste veertig Fransen, die in '17 en '18 door de Duitsers vanuit Noord-Frankrijk gedwongen geëvacueerd werden naar de Noorderkempen, bezweken eveneens in Hoogstraten... En dan zwijg ik nog over de zwakzinnigen van instellingen zoals deze van Duffel en Doornik, die in de loop van de oorlog op de Kolonie en in het kasteel van Hoogstraten werden ondergebracht. In tegenstelling tot de militaire slachtoffers zijn de meeste van deze burgerslachtoffers al jaren vergeten en ik betreur dit. In het verleden heb ik herhaaldelijk in de gemeenteraad van Hoogstraten aangedrongen om deze burgers, die evengoed tegen hun wil meegesleurd waren in de Grote Oorlog, op gepaste wijze te herdenken, maar tot op de dag van vandaag heeft niemand hier blijkbaar oren naar... Kan er nu echt, in het raam van 100 jaar Grote Oorlog, niets in deze zin gebeuren in Hoogstraten ?

|