Weinig plekken aan het voormalige Westelijke Front getuigen zo van de inzet van de Keltische volkeren als de akkers tussen Boezinge en Langemark. Op Hagebos vinden we de gedenkplaat voor de Welshe dichter Ellis Humphrey Evans, die onder zijn 'nom de plume' Hedd Wyn de Welshe collectieve geschiedenis inging. Hij raakte op 31 juli '17 dodelijk gewond in de rangen van het 15e bataljon van de Royal Welsh Fusiliers' (RWF), bij de aanval op de hoogte van Pilkem. Hij was een van de 14 mannen van het bataljon die op dag in deze sector het leven lieten. Uit de officiële verliescijfers blijkt dat de Welshe 38e Divisie (waartoe het 15e Bn. van de RWF behoorde), en de samen met hen opererende Welsh Guards op 31 juli '17 bij Pilkem 327 gesneuvelden en meer dan 1000 gewonden telden. Het was dan ook niet meer dan normaal dat uitgerekend op deze plaats in augustus van dit jaar een imponerend monument werd onthuld door Carwyn Jones, de First Minister for Wales om het offer van de Welshmen - maar ook van hun families - te herdenken. Een rode bronzen draak klauwt dreigend op een dolmen, waarvan de stenen werden aangebracht uit een steengroeve bij Pontypridd.
Diezelfde 31e augustus '17 kwam, op nog geen halve kilometer van waar Hedd Wyn sneuvelde, ook de Ierse dichter Francis Ledwidge om het leven. Ledwidge die in '13 samen met zijn broer in hun geboorteplaats Slaine een afdeling van de para-militaire nationalistische Irish Volunteers had opgericht, sneuvelde in de rangen van de Royal Iniskillen Fusiliers. Op de plaats waar hij viel, aan de Poezelstraat, staat nu een passend monument met zijn gedicht 'Soliloquy' en een tekstfragment uit zijn klaaglied voor zijn door de Britten na de Paasopstand terechtgestelde vriend Thomas MacDonagh. Evans en Ledwidge liggen een paar honderd meter verder begraven op 'Artillery Wood Cemetery'. Bij het Welshe monument wappert terecht 'Y Draig Goch', de nationale vlag van Wales met de Rode draak op het groen-witte veld, terwijl we bij het Ledwidge monument de 'Bratach na hEireann' kunnen zien, de nationale driekleur van de Ierse republiek.
Tussen beide sites, op de hoek van de Poezelstraat en de Langemarkseweg ligt het zgn. 'Carrefour des Roses'. Hier worden de Franse eenheden herdacht die op 22 april '15 als eersten werden geconfronteerd met de grote Duitse chloorgasaanval die het begin inluidde van de zgn. Tweede Slag om Ieper. Concreet ging het om de Algerijnse 45e Division d'Infanterie en de 87e Division d'Infanterie Territoriale. Deze laatste divisie bestond vooral uit Normandische en Bretoense reservisten en daarom kan men op deze site niet alleen een heuse dolmen, maar ook een typisch eeuwenoud kalvariekruis aantreffen die uit Bretagne werden overgebracht. Vreemd genoeg wappert op deze site geen 'Gwenn ha Du', de officieuze vlag van Bretagne. Officieus, omdat deze vlag ergens tussen 1923 en 1925 werd bedacht door de architect Morvan Marchal, een Bretoense regionalist, die redacteur was van het toonaangevende tijdschrift 'Breizh Atao'. Een ontwerper die bijgevolg niet in het hoogste laatje lag bij de officiële Franse instanties. Nochtans wappert de laatste decennia de 'Gwenn ha Du' (letterlijk zwart en wit) aan zowat alle Bretoense gemeentehuizen en officiële gebouwen... Hoog tijd dus dat ook op deze, van symboliek bol staande plaats, de 'Gwenn ha Du' zou kunnen worden gehesen. Wie neemt een initiatief terzake ?
|