22 maart 2016. Op het oog is er niks mis mee, een datum zoals er 365 andere zijn in een jaar, 3650 andere in een decennium, 365000 andere in een eeuw. Dat ik de occasionele schrikkeldagen niet meetel heeft niet alleen maar met luiheid te maken: een 29e februari is sowieso speciaal, de aanblik van de almanak is iedere vier jaar toch net dat tikkeltje onnatuurlijker. Maar 22 maart 2016, nee, daar kan niemand iets op tegen hebben. Deze dag was voorbestemd om anoniem de transitie van toekomst naar verleden te maken, met tussendoor een kleine halte in het heden, aangezien ie er dan toch passeerde. Helaas draaide het anders uit. 22 maart 2016 groeide onverwacht uit tot een gedenkwaardige datum, en nu ik er zo over nadenk kan dat niet anders dan een slecht teken zijn.
Datums moeten immers vooral niet de ambitie hebben om groter te worden dan ze zijn. Als zij onverwacht toch het predicaat 'memorabel' krijgen, betekent het dat er een rockster stierf, dat vliegtuigen zich in torens boorden of dat dolgedraaide jihadisten die dag uitkozen om terreur te zaaien. Zelden ontleent een datum zijn glans aan bijvoorbeeld de geboorte van een rockster of vliegtuigen die netjes boven torens vliegen. Zo ook deze keer. Onaangekondigd was hij daar, de gebeurtenis die de dag een morbide lading gaf. Vanaf nu staat 22 maart 2016 gelijk met Brussel, zoals Parijs gelijkstaat met 13 november, New York met 9/11 en Beverly Hills met 90210.
Die laatste flauwe grap zou kunnen suggereren dat ik de goede luim niet heb verloren, maar schijn bedriegt. Vooral het feit dat een wezenlijk deel van de bevolking zulke wansmakelijke terreurdaden lijkt te steunen zit me dwars, in mijn hoedanigheid van dagelijkse bezoeker van het jihadistische jachtterrein Brussel. Gelukkig ligt de tegenhanger van de onverwacht gedenkwaardige datum al in het verschiet: de verwachte gedenkwaardige datum. 10 juli 2016, finale van het EK voetbal. Onze tricolore vlag zal wapperen, ruw geschat een halve stok hoger dan vandaag het geval is. We hebben het nu wel verdiend.
Beginnen doen we met goed nieuws. Mijn uitlatingen hebben namelijk duidelijk wat teweeggebracht in Tinderland en omstreken. Sinds mijn vorige kritisch pamflet staat de teller op maar liefst 5 níet-afgelaste dates! Daartegenover staan dan wel enkele afgelaste blogs, zowel wegens tijdsgebrek als gebrek aan inspiratie. Ik had me nu eindelijk in een onderwerp vastgebeten, en dan krijg je dit. Mogelijk maakt dit alles dus deel uit van het grote complot, een mindfuck op het allerhoogste niveau waar het laatste nog niet over gezegd is. Als het laatste er inderdaad nog niet over gezegd zou zijn, dan lezen jullie dat laatste in kwestie uiteraard exclusief hier. Om een of andere reden ben ik immers de enige onderzoeksjournalist ter wereld die over deze sociale wantoestanden rapporteert.
In tussentijd zal ik bijvoorbeeld maar schrijven dat ik kaarten heb weten te bemachtigen voor België - Italië en België - Ierland op het EK. Dit voorbeeld is niet geheel willekeurig gekozen: ik heb effectief kaarten voor België - Italië en België - Ierland op het EK. Af en toe een feitelijk juiste bewering is zelfs voor mij mooi meegenomen. Ook mooi meegenomen zijn de opofferingen die ik mij níet heb moeten getroosten om aan die kaarten te geraken. Teneinde de trouwste supporters te belonen, was er namelijk een puntensysteem ontwikkeld per bijgewoonde wedstrijd van de nationale ploeg. Hoe meer wedstrijden in de kwalificatiecampagne, hoe groter de kans op tickets voor het EK. Geen probleem, ware het niet dat een horrorscenario de ronde deed: om echt zekerheid te hebben, kon je maar beter eveneens de wedstrijden van de nationale vrouwenploeg meepikken.
Nu heb ik op zich niks tegen vrouwenvoetbal. Van mij mag iedereen tegen een bal stampen, of dat nu vrouwen, apen of hobbits zijn. Maar er verplicht naar gaan kijken is toch een brug te ver, in die zin dat ik waarschijnlijk zelfmoord zou plegen. Gelukkig voor mij draaide het systeem (een beetje naar verwachting) in de soep. Uiteindelijk werden de kaarten willekeurig toegekend, wat dus impliceert dat er effectief mensen bestaan die vrouwenmatchen hebben afgeschuimd maar desondanks geen tickets hebben voor het EK. Mijn gedachten gaan uit naar hen.
Mijn vorige blog is alweer een tijdje geleden. Nu ja, een tijdje... Het is exact één op het laatste nippertje afgeblazen date geleden, dat valt eigenlijk dus nog mee. De reden voor de afgelasting was dit keer de dodelijke cocktail van een verkoudheid én slecht geslapen hebben. Ga er maar aan staan. Meer en meer begin ik met het idee te spelen om deze blog exclusief aan Tinder en aanverwanten te wijden. Tinder en aanverwanten hebben namelijk één ding gemeen: door en door onbetrouwbare vrouwen. Je kan het vergelijken met het programma De Mol. In Tinderland wordt de rol van de Mol met verve gespeeld door de vrouwengemeenschap. Met volle overgave zet deze gemeenschap zich in om het spel te saboteren, teneinde te verhinderen dat de niet-Mol (ik dus) zijn Heilige Graal bereikt: een date!
Dit alles kan op velerlei manieren, maar door kunde, ervaring en nooit aflatende verbetenheid heeft er zich een geraffineerde werkwijze gevormd. Beginners zouden redeneren: we zeggen tegen de niet-Mol dat we niet willen daten, en klaar is Kees. Fout! Inderdaad, de niet-Mol wordt op deze manier verhinderd in zijn streven. Maar daarmee is meteen ook alles gezegd. Nauwelijks gedesillusioneerd zal hij zijn queeste verderzetten. Wie wil dat nu!? Beter is om hem dagen- of als het kan zelfs wekenlang aan het lijntje te houden en dan enthousiast in te stemmen met een date in de niet te nabije toekomst. Vervolgens komt het erop aan om de hele zooi op het allerlaatste moment af te blazen, liefst pas wanneer de niet-Mol plaats en tijd nog eens wil dubbelchecken. Hou het excuus zo vaag mogelijk, genre slecht geslapen, verkoudheid of uitzonderlijk een combinatie van de twee. Probeer dan een nieuwe datum af te spreken, waarna je bovenstaand procedé herhaalt. Succes gegarandeerd!
De niet-Mol zal, geheel tegen zijn natuur in, onder de grond kruipen, de vrouwengemeenschap zal triomferen. Tinder en aanverwanten zullen desondanks populaire dekmantels blijven, want waar mol is, is hoop. Tegen beter weten in zullen de niet-Mollen blijven doorgaan, hooguit iets cynischer dan voorheen. Dat zijn nu eenmaal de regels van het spel.
"Uw zoekbewerking heeft geen overeenkomstige resultaten opgeleverd"
We zijn intussen een goeie twee maanden na Parijs. Vreemde formulering. En toch weet voor een keer iedereen wat ik bedoel. Op 13 november 2015 eisten verschillende terroristische aanslagen in Parijs 130 doden. Sinds die dag wordt naarstig gezocht naar Salah Abdeslam, een van de mededaders die zich ergens in Molenbeek zou ophouden. Deur na deur wordt platgelopen, de ene huiszoeking wordt opgevolgd door de andere politieactie, maar geen Abdeslam te vinden. Hij blijft vooralsnog buiten schot, hooguit worden er wat kleine garnalen opgepakt in de hoop dat zij toch interessant blijken. Maar de real thing, Abdeslam, die loopt dus nog vrij rond.
Noem me een rare man, maar hier trek ik de parallel met mijn liefdesleven. Ook mijn toekomstige loopt nog vrij rond. Dagelijkse speuracties op Tinder, Badoo, Happn en (ik ben echt wel wanhopig) in het echte leven ten spijt, lukt het me niet om de ware te strikken. Het zal natuurlijk wel zo zijn dat ik kieskeurig ben. Mijn ware is knap, blond, niet oerdom, grappig en heeft min of meer dezelfde smaak qua muziek en tv. Of zij is zéér knap en zéér blond, dan komen de andere criteria geheel of gedeeltelijk te vervallen. Wat er ook van zij, ik ben redelijk kieskeurig. Maar het moet gezegd dat ik ook niet echt geholpen word door mijn tegenpartij, de vrouw. Is Molenbeek een broeihaard van terrorisme, dan zijn de datingapps een broeihaard van misogynie.
Een opmerkelijk groot deel van de vrouwenpopulatie snapt namelijk duidelijk de betekenis van het woord 'dating-app' niet. Zij blijken in de foutieve veronderstelling te verkeren dat het ding 'populariteitsmeter-app' of 'lege-gesprekken-app' heet, wat ronduit debiele namen zouden zijn. Dagen aan een stuk zit ik dus de beslissende aanval voor te bereiden, middels een goed gedoseerde mix van interesse tonen, grapjes maken (oké, misschien niet altijd even goed gedoseerd) en dingen over mezelf prijsgeven. Het enthousiasme aan de andere kant is haast tastbaar. Het voorstel tot daten komt organisch tot stand, we kijken er allebei heel hard naar uit om elkaar te zien. En dan begint het. Er moet een datum geprikt worden. Ik zou zeggen: vanavond, of morgen, want ik heb toch niks te doen buiten hengelen naar dates op dating-apps. Mijn vrouwelijke tegenhangers hebben echter zonder uitzondering allemaal een waanzinnig interessant leven, tot de nok gevuld met bruisende activiteiten. In het beste geval zal de date over een goeie week plaatsvinden, maar het kan evengoed over twee weken zijn.
Sta me toe, lezer(s), om hier even tussen te komen in mijn hoedanigheid van dating-app-expert. Belangrijk om te weten is dat de tijd in dating-app-land niet lineair verloopt. Je kan het vergelijken met de film 'Inception', maar dan specifiek voor nachtmerries. Volgens mijn berekeningen staat '1 week' in dating-app-land gelijk met 35 jaar in het normale leven. Twee weken komt dan weer overeen met 250 jaar in onze tijdslijn. Om een lang doch wiskundig onderbouwd verhaal kort te maken: uiteindelijk vindt die date nooit effectief plaats. De vrouw in kwestie is allang weer overspoeld met massa's nieuwe aanbidders, waarmee ze datums in de verre toekomst kan prikken. In hun jargon heet dat "Sorry er is iets tussen gekomen, zit nie zo goed in men vel momenteel en.." Gelukkig geef ik niet op. De dating-app-expert, hij ploeterde voort, telkens opnieuw zowel de grenzen van zijn eigen nietigheid als van de vrouwelijke dwaasheid aftastend.
2016, dames en heren, wordt het jaar van de restyling. Niet dat ik niet al stijlvol was natuurlijk, maar het zal vanaf deze jaarwende gewoon op een iets andere manier gebeuren. Hiertoe heb ik een kleur- en stijlconsulente aangesteld in de vorm van Lisa, parttime model en fulltime vriendin van mijn broer. Daarbij ben ik uiteraard niet over één nacht ijs gegaan. In de voorbereidende gesprekken bleek al snel dat ik met Lisa de noodzakelijke klik had om dit project aan te vatten. Ze overtuigde me met haar figuuranalyse en haar ideeën om mijn kledingstijl de 21e eeuw binnen te loodsen. Andere factoren die mijn keuze beïnvloedden, waren het feit dat ze het gratis wou doen in plaats van voor de gangbare prijs van 100 euro per uur én dat ze er zelf maanden om gezeurd heeft. Ook het gebrek aan andere kandidaten speelde bij de finale beslissing in haar voordeel.
De plaats om kleur- en stijladvies om te zetten in kleur- en stijlpraktijk, was Maastricht. Het nieuwe jaar had gezapig zijn tweede dag ingezet, maar in de Maastrichtse pashokjes broeide het van activiteit. Algauw leerde ik dingen bij. Tot een paar dagen geleden ging ik er bijvoorbeeld nog van uit dat je een jas gerust dicht mag doen. Fout! Aan de ene kant heb je inderdaad jassen die je dicht mag doen. Aan de andere kant zijn er echter jassen die je niet dicht mag doen. Dat merkte ik toen ik na betaling mijn oude jas buiten omwisselde voor mijn nieuwe, en Lisa de woorden sprak "nee, dat is geen jas om dicht te doen!". Zo gezegd, zo niet gedaan. Bij sommige nieuwe trends is het dan weer even wennen. Nadat ik me een stoffen broek had aangeschaft (bij benadering de eerste niet-jeansbroek in 29 jaar), dacht ik proactief te handelen en er een riem bij te zoeken. Fout! "Riemen dragen ze niet meer," zei Lisa. Daar zakt mijn broek nu eens van af zie.
Wie nu denkt dat ik me willoos naar de slachtbank heb laten leiden, heeft het echter bij het foute eind. Als een duivel in een wijwatervat, dat is nog de meest accurate omschrijving van hoe ik me wel niet heb geweerd. Zo wou Lisa mij per se een sjaal aansmeren. De sjaal wordt immers hét kledingstuk van 2016: de riem is al lang ingehaald, over een paar jaar zijn ook de trui en de broek onherroepelijk eraan voor de moeite. Maar hier heb ik met succes mijn vetorecht bovengehaald. Een sjaal is me gewoon te veel gedoe, ik ben er te onhandig voor, ik zou hem snel verliezen, ik heb het nu al steeds te warm en aangezien ik sowieso altijd al te laat ben heb ik al helemaal geen tijd om een sjaal om te slaan. Hoe dan ook, de shoppingdag was een eclatant succes. De Maastrichtnorm werd met verve gehaald, deze keer dankzij uitgaven in plaats van bezuinigingen. Lisa stelt voor om dit vaker te gaan doen. Wie mij over een paar maanden met een sjaal ziet rondlopen, gelieve zich te onthouden van commentaar. Bedankt.
2016 begint met een leugen: dit stukje is geschreven op 3 januari, maar de datum hierboven is aangepast naar 31 december. Traditie gaat boven oprechtheid, ook in het nieuwe jaar. Alles moet wijken voor het oplijsten van 2015, het jaar waarin ik een recordrelatie liet optekenen én waarin mijn recordrelatie strandde. Een jaar van ups en downs feitelijk. Maar bovenal een jaar dat evengoed beste films, beste songs, beste cd's en beste tv-programma's voortbracht, hieronder voor u gebundeld door een onafhankelijke jury bestaande uit mezelf.
Beste film: Mad Max: Fury Road; Inside Out; Birdman
Beste song:
1. Ryan Adams - Bad Blood
2. Lapsley - Hurt Me
3. Tame Impala - The Less I Know The Better
4. Noel Gallagher's High Flying Birds - Ballad Of The Mighty
5. Years & Years - King
6. Echosmith - Cool Kids
7. Tourist LeMC - Koning Liefde
8. Lana Del Rey - High By The Beach
9. Bazart - Goud
10. Kendrick Lamar - King Kunta
Beste cd: Chasing Yesterday (Noel Gallagher's High Flying Birds), 1989 (Ryan Adams) en Thin Walls (Balthazar)
Beste tv: De Ideale Wereld; Aad & Tom in Stadion; Narcos; Fargo; Bojack Horseman; Gotham.
Wat wens ik mezelf toe in 2016?
Meer blogs, laat ik me daar maar op focussen. Alhoewel: ook een Europese titel voor de Rode Duivels als het kan, enkel voor mijn plezier.
De aankomst in Bali betekende een terugkeer in de anonimiteit. Had ik vooral in Java nog de status van een Amerikaanse filmster, gekenmerkt door bewonderende blikken en fotosessies met de plaatselijke bevolking, dan was ik in Bali gewoon een van de vele surferboys die bovendien zelfs niet kan surfen. Nu goed, de status van Amerikaanse filmster deed me misschien ook gewoon te veel eer aan. De algemene verwachting leek te zijn dat ik elk moment de wereld zou gaan redden, zonder daarbij het perfecte kapsel en de Colgate-smile te verliezen. Daartegenover stond dat ik doodsbenauwd was om zelfs maar de straat over te steken. De verwachtingen waren eigenlijk dus niet perfect afgestemd op de realiteit.
Hier dient zich de ideale mogelijkheid aan om de vergelijking door te trekken naar mijn relatie, die in het paradijselijke Ubud zijn eindpunt kende. Omwille van privacyredenen ga ik dat echter niet doen. Of beter: omwille van iets te weinig grappenpotentieel ga ik dat niet doen. Laat het ons erop houden dat de timing beter had gekund, met nog acht dagen te gaan en 12.000 kilometer van huis. Bij gebrek aan enig ander alternatief moesten we er dan maar het beste van maken. Dat lukte vreemd genoeg nog vrij aardig. Ubud hielp daarbij, met zijn adembenemende rijstvelden, pittoreske tempels en geweldige restaurants. De metershoge golven van Kuta brachten nadien de bevestiging: mits een goeie timing is Bali wel degelijk een topbestemming.
Kunnen we ons nu weer op het echte leven richten, ja?
Ook deze blog ontsnapt niet aan de terreurdreiging. Solidair met onze hoofdstad vond ook hier de voorbije weken een heuse lockdown plaats. Geen letter verscheen er, mijn volgelingen bleven verstoken van de indertijd razend actuele Indonesië-avonturen. Nu er geen terrorist gevat is en de dreiging dus gedaald (Belgische logica), kunnen de lettercombinaties echter weer vrij hun gang gaan. Waar zaten we? Wel, we gingen naar Lombok, het nog niet door ranzig westers toerisme verteerde eiland naast Bali. Correctie, het helaas nog niet door ranzig westers toerisme verteerde eiland naast Bali.
Want er zijn twee nadelen aan Lombok. Eén, omdat er toch weinig toeristen komen, smijten de locals hun afval gewoon waar het hen belieft. In potentie prachtige stranden hebben zo soms meer weg van een vuilnisbelt met een zandlaag. Volgens onze taxichauffeur heeft dat iets te maken met het geloof, dat op die manier dingen teruggegeven worden aan de natuur. Volgens mij heeft dat dan weer iets te maken met het feit dat Lombok-locals als het erop aankomt luie varkens zijn. Meningsverschillen zijn de basis van een gezonde discussie.
Het tweede nadeel aan Lombok is dat die weinige toeristen overspoeld worden door vele verkopers. Je kan niet op een strand zitten of iemand komt je bier, kokosnoot of vodden verkopen. De neiging is misschien groot om te denken: oké, ik koop één vod, dan ben ik ervan af. Fout! Eén vod kopen is een teken van onbeleefdheid, of zoiets. Spoedig zullen alle andere verkopers een verklaring komen eisen waarom je wel bij die ene en niet bij hen hebt gekocht. Die ene voelt zich bovendien geprivilegieerd, en zal zijn kans ruiken om een tweede vod te proberen slijten.
Hetzelfde principe 's avonds op restaurant. De ene na de andere plaatselijke etter probeert een gevlochten armbandje te verpatsen. Wie durft kopen, is de klos (pun intended). Marie en ik hebben één keer toegehapt, al waren we wel zo slim om in de onderhandelde prijs meteen zwijggeld te voorzien ("We kopen bij jullie, maar zwijg erover tegen de andere kinderen."). De aankoop was trouwens min of meer gedwongen, omdat twee snotneuzen van een jaar of 8 beweerden alle hoofdsteden ter wereld te kennen en ik dat niet wou geloven. Mijn ongeloof kwam ons dus duur te staan. Wel kwam er een ander soort ongeloof voor in de plaats: jonge kinderen kunnen vliegensvlug rekenen, spreken een mondje Engels en Frans en kennen alle hoofdsteden van de wereld, maar met al dat talent gebeurt helemaal niks. Op hun 8e verkopen ze armbandjes, op hun 15e kokosnoten en op hun 25e verhuren ze met wat geluk scooters. De brain drain verloopt langs het toerisme.
Benieuwd nu wat Bali zal brengen.. (cliffhanger intended)
Het hoogtepunt van het Java-gedeelte, letterlijk zowel als figuurlijk, was het bezoek aan de Bromo-vulkaan. Het is daar dat ik een dure eed zwoer die ik nadien niet kon nakomen. Het zit zo: Indonesiërs zijn afzetters. Dingen stelen gaan ze niet doen, dat is verboden door de goden. Op slinkse wijze geld afhandig maken gaan ze wel doen, dat lijkt verplicht door de goden. Een standaardconversatie begint met "Hi my friend!" en "Where are you from?". Hun reactie op "Belgium" is vervolgens "Ah, Eden Hazard!". Dan is het moment gekomen om hun koopwaar aan de man te brengen. De prijs voor het kleinood in kwestie is pakweg 200.000 roepia, maar omdat je al zo een goede vriend bent maken ze daar meteen 100.000 van. Noot aan alle toekomstige reizigers: wie in zulke gevallen meer dan 30.000 betaalt, is belazerd.
Op zich had ik het systeem snel door, als wantrouwige Belg. Maar helaas is er tijdens een drie weken durende vakantie altijd wel een moment van ontspanning en verminderde concentratie, en dat is fataal. Aan de Bromo-vulkaan hebben ze mij zo op mijn paard gekregen. Figuurlijk weliswaar. Of nee wacht, toch letterlijk. Na een vermoeiende ochtendlijke rit vraagt de chauffeur van de jeep quasi-terloops of we het laatste stuk naar de vulkaan te voet dan wel op een paard willen afleggen. Natuurlijk is er geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt op een paard te gaan zitten, ik val nog liever dood. Marie wil echter toch liever met het paard gaan, dus vijf minuten later bevind ik mij op een paard.
Vlak voor de terugrit pas krijg ik de ingeving om te informeren of er misschien een prijskaartje vasthangt aan deze tocht van pakweg een halve kilometer. Dat blijkt. 100.000 roepia per man voor een enkele rit! Jullie kennen de wisselkoers van de roepia waarschijnlijk niet, dus ik versta dat het moeilijk is om spontaan mijn verontwaardiging te delen. Laten we zeggen dat 100.000 roepia misschien niet zoveel is als het op het eerste gezicht lijkt, maar wel genoeg om in Indonesië eens goed te gaan eten. Een paardensteak bijvoorbeeld, om de eerste de beste zinvollere toepassing van het edele dier maar eens te noemen.
Al gauw doemde Bali aan de einder op. Eerste halte was Sanur, een stad bekend om zijn windvliegers en matige stranden. Veel windvliegers en matige stranden gezien. Meteen volgde een interne vlucht naar Java, het 'echte Indonesië'. Yogyakarta was volgens de reisgids een relatief rustige, aangename stad om te vertoeven. Juist. Al snel bleek dat relatief rustig en aangenaam in Indonesië niet hetzelfde betekent als in België. Wordt er bij ons pakweg Leuven mee bedoeld, dan gaat het bij het Indonesische equivalent om een miljoenenstad met een elke dag groter wordende densiteit aan krotwoningen. Daartussen probeert een onophoudelijke verkeersstroom tevergeefs zijn rustplaats te vinden.
Indonesië zou elk jaar ongeveer 60.000 verkeersdoden tellen, maar if anything moet dat een grove onderschatting zijn. Snelheidsbeperkingen zijn er niet, de weinige rode lichten hebben geen enkele betekenis, voet-, fiets- of zebrapaden ontbreken en chauffeurs weigeren principieel om hun rem te gebruiken. Deze cocktail zorgt ervoor dat je engelbewaarder handen en voeten te kort zal komen wanneer je het onzalige idee zou hebben om een wandeling te maken. Beter is om je lot in handen te leggen van getrainde zelfmoordcommando's in de vorm van taxi- of becakchauffeurs. Deze hebben als voordeel dat ze elke dag offeren aan de goden die het verkeer in hun bevoegdheidspakket hebben zitten. Een kleine donatie aan de verkeersgoden in ruil voor totale onschendbaarheid, beter wordt het niet.
Alsof een haast voortdurende staat van bijna-doodervaring nog niet genoeg is, bleek Java ook vergeven van de Nederlanders. Een aannemelijke reden zou kunnen zijn dat Indonesië 135 jaar lang gekoloniseerd is door onze noorderburen. Een even aannemelijke reden is dat Hollanders nu eenmaal Hollanders zijn. Soms moet je het niet te ver zoeken.
Dubben over Dubai (memory note to myself: vergeet ook 'Balen in Bali' niet)
Mijn blog lijkt op sterven na dood. Of beter nog: op dood na vergaan, overwoekerd door het digitale onkruid op het wereldwijde web en ten slotte er helemaal door verteerd. Gelukkig zijn stuiptrekkingen van alle tijden, en ook van een verrijzenis meer of minder is nog niemand gestorven. Om een lang verhaal kort te maken; ik ben terug. Om het kort verhaal dan weer lang te maken: hieronder het eerste deel van het Indonesië-reisverslag, naast de obligate luiheid de belangrijkste oorzaak van de blogluwte.
Na de geslaagde reis naar Zuid-Oost-Azië vorig jaar, werd besloten het dit keer nog wat Zuid-Oost-Aziatischer te zoeken. In plaats van Thailand stond nu dus Indonesië op het programma. Een andere verandering was dat ik mijn reisgezelschap had gereduceerd van 13 personen naar 1. Degene die het credo 'Kwaliteit in plaats van kwantiteit' moest belichamen was Marie. Daarnaast belichaamde zij trouwens met even groot gemak andere credo's, zoals 'Minder kwantiteit in plaats van meer kwantiteit'. Hoe dan ook, met ons getweeën moesten we drie weken Indonesië zien te overleven, liefst na een niet al te onaangename overlevingsstrijd. Voor la petite histoire: dat is uiteindelijk niet gelukt, maar daarover later meer. Of minder.
De lange tussenstop bij de heenvlucht (we gingen met het vliegtuig) werd aangegrepen om een blitzbezoek aan Dubai te brengen. Eerste gedachte, twee seconden na het uitstappen: amai, dat is hier onmenselijk warm. Tweede gedachte, twee seconden later: ah nee, de hitte zal afkomstig zijn van de vliegtuigmotor. Derde gedachte, nog eens vijf seconden later: ah nee toch niet, het is hier effectief onmenselijk warm. Zo werd er wat afgedacht op korte tijd. Het was middernacht en 37 graden Celsius, graden die stuk voor stuk als 73 graden aanvoelden. Wat een geniaal plan van de FIFA om in deze regio het WK voetbal 2022 te laten plaatsvinden. Tenzij de opwarming van de aarde zich plots van richting vergist, lijkt het me al voldoende om twee teams van elf mannen 90 minuten op een stoel te laten zitten. Het team dat met de meeste overblijvers deze veldslag beëindigt mag naar de volgende ronde. Spektakel gegarandeerd.
Vorig weekend heeft de oefencampagne van Forza Mechelen B zich weer op gang getrokken. Net op tijd om me te realiseren dat ik wel erg karig met informatie ben geweest over het voorbije seizoen. De reden moet zijn dat het simpelweg te succesvol was om in het format van deze blog te passen. Forza Mechelen B behaalde immers zomaar even de dubbel! Oké, ik rond hier wel af naar boven. Eigenlijk werden we herfstkampioen en behaalden we de bekerfinale. Wat niet helemaal hetzelfde is als kampioen worden en de beker winnen, volgens een strikte interpretatie. Maar op zijn minst is de hoop even kunnen oplaaien in mijn binnenste. De hoop om mijn palmares wat aan te dikken of, weer volgens die strikte interpretatie, mijn palmares op te starten. Uiteindelijk beëindigden we het seizoen als zesde en verloren de 'bekerfinale der B-ploegen' nogal oneervol met 4-0. Alles op de valreep weer bij het oude dus, dat scheelde niks.
Mijn persoonlijke seizoen was een aaneenrijging van blessures, zodat jullie favoriete linksmidden nauwelijks de helft van de matchen speelde. Slecht nieuws zou je denken. Fout. Ik voetbal al heel mijn leven in pieken in dalen, maar de blessures lijken vooral de dalen te hebben weggefilterd. Concreet tekende ik voor 7 goals in niet zo heel veel matchen, daar waar mijn gemiddelde ligt op 7 goals in wel zo heel veel matchen. Dat heet dan van de blessurelast een -lust maken. Ook van de start van het nieuwe seizoen heb ik op dit gebied geen klagen. Drie weken geleden werd ik wakker met een intense pijn aan de linkervoet, een pijn die zo alomtegenwoordig was (of mijn pijngrens zo laag) dat het leidde tot een bloeddrukval. Slecht nieuws zou je denken. Fout. Of nee, nuance: juist, die bloeddrukval was misschien een beetje overdreven. De blessure aan de voet werkt gelukkig nog heerlijk door, wat mij alvast behoedt voor enkele ondermaatse oefenmatchen. Tel daarbij een vakantie van drie weken tijdens het seizoensbegin, en je wéét gewoon dat het weer een topjaar wordt.
Dat onweerstaanbaar aanstormende topjaar is alvast ook wat Vitória Diabolix nodig heeft. De indoortak van mijn voetbalontplooiing gaat het na drie jaar in de derde afdeling nu een reeks lager proberen. Niet dat het voorbije seizoen per se slechter was dan de twee vorige. Of - de Heer behoede ons - beter. Niks van dat alles. Het voorbije seizoen was van voor tot achter identiek. We winnen ruim tegen de enorm zwakke ploegen, we verliezen nipt tegen de even zwakke ploegen en we verliezen zwaar van de iets minder zwakke ploegen. Dat eeuwigdurende stramien wordt nu zelfs mij, voor wie het leven zelf liefst een zo eeuwigdurend stramien als maar mogelijk is moet vertonen, te gortig. Teneinde het te doorbreken, zakt Vitória Diabolix vrijwillig een reeks lager. Waarmee terloops een van de adagiums van Tsigalko eer wordt aangedaan: 'Als iets te moeilijk is, maak het dan makkelijker.'
Het is me gelukt. Mensen die me menen te kennen bestempelen me vaak als een tikje autistisch. Ik heb moeite met verandering, verval steeds in dezelfde routines en hou vast aan wat goed is - of toch aan wat niet overdreven slecht is. Zo ook op werkvlak, waar ik intussen al bijna 8 jaar vastgeroest zit op mijn stoel. Niemand dacht dat dat ooit zou veranderen. Maar kijk, na al die jaren zeg ik Sint-Joost-ten-Node vaarwel. Ik zoek mijn heil ergens anders, namelijk in hartje Brussel, vlak aan de Sint-Michielskathedraal. Een moedige beslissing vind ikzelf, ook al is er misschien een spreekwoordelijke 'maar'. Critici van mijn niet-autisme zouden immers kunnen opwerpen dat ik niet echt veel keuze had, gezien ons hele kantoor bovenstaande verhuisroute volgt. Mijn journalistieke reflex bracht mij ertoe deze tegenstem hier een plaats te geven, maar trek vooral jullie eigen conclusies.
Het einde van Sint-Joost-ten-Node betekent ook het einde van de hoerenkoten van Rue d'Aerschot. Niet letterlijk weliswaar, zo'n grootgebruiker was ik nu ook weer niet. In elk geval wordt de tocht richting broodwinning niet meer opgeluisterd door dames van lichte zeden. Ontbreken verder voortaan op het appel: haveloze Oostblokkers, haveloze zwarten, haveloze Maghrebijnen en haveloze zigeuners. Stuk voor stuk creaturen die mij en mijn collega's willens nillens in de rol dwongen van productiefste arbeidskrachten van de buurt. Ook wij komen doorgaans uit ons bed gerold om met zo min mogelijk inspanning ons geld te verdienen, maar zij doen dat toch met nog net iets meer overtuiging. Hun plaats in het decor wordt nu ingenomen door drommen toeristen uit alle windstreken (toeristen van het tijdelijke type deze keer) en permanent serieuze mannen in pak en das. Twee weken na de verhuis durf ik nog altijd niet goed zeggen bij welke groep ik het meest aanleun.
Tot slot nog een woordje of, wie weet, we doen eens gek, een zinnetje over hét voordeel van de nieuwe locatie: een waaier aan broodjeszaken om in een deugdelijk middagmaal te voorzien. Over onze vorige broodjeszaak, de Venezia, waren de meningen verdeeld. De één vond de prijzen te hoog, de ander het brood te variabel van kwaliteit, nog een ander klaagde over de verschrikkelijk lange wachttijden... Allemaal hadden ze wel een punt. Het belang van het doorbreken van hun monopolie mag dus niet onderschat worden. Na bijna acht jaar intense strijd heeft het volk gewonnen! Van gemiddeld 4 bezoekjes per week is mijn aantal de laatste twee weken spectaculair gedaald naar gemiddeld 0. Niet slecht voor een 'autist', dacht ik zo, ook al gaat het hier om een autist die echt wat te ver van de Venezia woont om er 's middags bijtijds te geraken. Het zijn harde tijden.
Werchter 2015 behoort tot het verleden, daar waar talloze andere Werchters al eerder hun bestemming gevonden hadden. Deze editie werd gekenmerkt door het feit dat ik voor het eerst de camping helemaal links liet liggen. Vreemd genoeg schijnt de rest van de wereld ook nog andere dingen onthouden te hebben. Het moet zijn dat die rest van de wereld in kwestie mij niet belangrijk genoeg vindt, oftewel me mijn privacy gunt. Ik gok op het tweede. Meteorologisch gezien was Werchter 2015 top, om niet te zeggen wereldtop. Meestal rond de 23 graden, meestal een beetje zon, meestal geen regen. Wat moet een mens meestal meer hebben.
Voor de aangenaamste inwendige temperatuurschommelingen was dan weer een Ierse bard verantwoordelijk. Hij luistert naar de naam Damien Rice en is jarenlang een beetje onder mijn radar gebleven. Er was, is en er zal altijd natuurlijk '9 Crimes' zijn, maar mijn echte interesse werd pas gewekt met 'My Favourite Faded Fantasy', zijn wondermooie album van vorig jaar. (Fantastische titel ook, geef toe.) Damien Rice bekwam wat de doorgewinterde festivalganger steeds minder overkomt: meegevoerd worden naar een andere realiteit. Want het moet gezegd, het festivalgangerschap is zwaar. Zelfs bij de betere optredens begin je na een tijd onwillekeurig op je uurwerk (een automatische Swatch, gekregen van mijn vriendin, nvdr) te kijken en de rijen publiek af te speuren naar knappe elementen (ondanks een vriendin die me een automatische Swatch cadeau doet, nvdr). De voeten doen nu eenmaal pijn, de benen zijn zwaar en de aandachtsspanne is niet eindeloos. Elke afleiding is dan ook welgekomen.
Zo heel af en toe is het echter anders. Dan trekken de rillingen door het lijf, de blik blijft vastgespijkerd op het podium en je hoopt dat de roes eeuwig zal blijven duren. Of toch zeker tot de nood het hoogst is. Deze verdienste komt helemaal toe aan Damien Rice. Een volle zaal luisterde ademloos hoe hij zijn ziel uitperste tot enkel de essentie overbleef: goddelijke klanken. Het grootste compliment dat ik kan maken zit trouwens in het verborgene. Een paar uur voor Rice werkte eindbaas Noel Gallagher zijn set af op het hoofdpodium. In tegenstelling tot drie jaar geleden klonk het zo Oasisiaans als maar mogelijk is voor slechts één Gallagher. In een ideale wereld had dat hem altijd moeten verzekeren van een plaatsje als protagonist in deze blog, maar ook een ideale wereld is soms beter af mét 9 crimes.
Toby Vrindts werd een kleine zeven jaar geleden in mijn en dus jullie leven geïntroduceerd (zie blog van 23-11-2008, 'Hond: jaren geen eenzaamheid'). Even onverwacht als hij gekomen is, is hij inmiddels gegaan. Op maandag 25 mei vond zijn laatste ademtocht zijn weg in het aardse luchtruim. Toby zal de geschiedenis ingaan als een schuwe hond die pas na maanden van gewenning iemand tot zijn inner circle rekende. Zijn wantrouwen tegenover de mensheid was al bij leven legendarisch. Als honden op Facebook zouden kunnen zitten, zou Toby niet op Facebook zitten. Dat type hond was hij dus. Toch is net dat hetgeen dat hem mettertijd zo charmant maakte. De mensen die Toby in zijn nabijheid duldde herkende hij écht, in het andere geval zou de indringer op veilige afstand argwanend geobserveerd worden.
Uit bovenstaande concluderen dat het hier een intelligent beest betrof, gaat echter te ver. De waarheid heeft zijn rechten maar ook zijn plichten. Leken achter zijn weemoedige bruine ogen diepe overpeinzingen en breed uitwaaierende reflecties schuil te gaan, dan was de realiteit waarschijnlijk toch ietsje anders. We hebben het hier immers over een hond waarvoor het commando 'POOT!' te hoog gegrepen was. Een hond ook die het zo gewoon was om op automatische piloot langs achter in de auto te springen, dat hij pardoes op de motorkap belandde die ene keer dat de wagen in de andere richting geparkeerd stond. Het hoeft dus geen betoog dat Toby zich niet vooraan in de rij bevond toen de intelligentie uitgedeeld werd. Vermoedelijk stond hij op dat bewuste moment zelfs in een geheel andere rij. Wat hij miste aan schranderheid werd gelukkig gecompenseerd door trouw, enthousiasme en schoonheid. Zijn sierlijke, kokette loop zullen we ons nog lang heugen en stelt de beauty/brains-tegenstelling scherp.
Een mooie troost is alvast dat hij heenging in vrede. De zaterdag voordien kreeg Toby zijn sacramenten in de vorm van het Eurovisiesongfestival, toch wel de mooiste sacramenten denkbaar. Samen met de vrienden maakten we er weer een bonte avond van, gekruid met topmuziek, drank en natuurlijk een blocnote om messcherpe analyses neer te pennen. Speciaal voor de gelegenheid werd er deze keer een extra element toegevoegd, met name daadwerkelijk sms'en sturen om onze favoriete landen een duw in de rug te geven, alsook de telefoonoperatoren. Twijfel dus niet meer of er nu echt mensen zo zot zijn om euro's te verpissen aan verre landen op een muziekwedstrijd. Het antwoord is ja.
Met het oog op deze blog heb ik recentelijk de verkeerde citytrip gemaakt. Maar van de andere kant: met het oog op deze blog leid ik al langer dan recentelijk het verkeerde leven, dus hierbij toch een poging. De uitverkoren stad was deze keer Barcelona. Niet alleen heeft iedereen daar wel al ooit iets over gelezen, iedereen is er al gewéést. Begin er dan maar eens aan, als blogger die zijn inspiratie heeft zien opdrogen ten voordele van een liefdesleven. Met dat liefdesleven is het dat ik naar Barcelona toog. Wat we daar in godsnaam zes dagen zouden moeten aanvangen was voor mij een open vraag. Citytrips met vrienden hebben tenminste het voordeel van de duidelijkheid. In chronologische dagvolgorde: 's morgens slapen; voormiddag slapen; namiddag slapen + kleine wandeling; 's avonds eten; 's nachts drinken. En dat allemaal met de bezochte stad als decor, vergis jullie niet.
Mijn aanvoelen was dat het dit keer anders zou zijn. De vier aangekochte reisgidsen leken te suggereren dat het plan was om effectief dingen te bezoeken. Maar het moet gezegd, de aanpassing lukte wonderwel. Barcelona was in deze omwenteling ook een dankbare medestander. De stad is als een cd van Lana Del Rey: zo ongeveer alles is prachtig, telkens op een andere manier. Wat eveneens meteen opvalt: Barcelona is áf. Op de Sagrada Familia na is het helemaal gevrijwaard van bouwkranen, stellingen en putten. De onberispelijke staat der dingen maakt duidelijk dat al het opgekalefater in een nabij verleden heeft plaatsgevonden. Mijn beeld van 'de Spanjaard' is bij deze dan ook bijgesteld. Vergeet 'mañana mañana'; als de Spanjaard al lui is, dan is dat onder het mom van 'ayer ayer', het werk is gisteren al gedaan.
Gezien het voorgaande mag het niet verbazen dat God himself tweewekelijks zijn opwachting maakt. Voor 75 euro laat Hij zich vanaf respectabele afstand 90 minuten lang aanschouwen. Marie en ik woonden zo een verschijning bij, gezeten tussen duizenden andere pelgrims. We zagen hoe Messi, de God himself in kwestie, deze keer misschien geen mirakels verrichtte maar wel Zijn barmhartigheid toonde. Real Sociedad werd met een zuinige 2-0 verslagen, terwijl God een snipperdag nam. Welverdiend trouwens, na enkele dagen daarvoor op Zijn eentje Bayern München verpulverd te hebben. Ook deze jongen mag zich soms met recht en reden van het credo 'ayer ayer' bedienen.
Weetje: in Leuven wordt Champions League gespeeld. Niet in het voetbal weliswaar, dat zou al te gek zijn. De discipline die op Champions League-niveau beoefend wordt, is het stelen van fietsen. Met enkele onnavolgbare vaardige bewegingen veranderen de rijwielen in een mum van tijd van eigenaar. Ook wordt elk foutje genadeloos afgestraft op dit niveau. Helaas vertolk ik in de hele Champions League-metafoor de rol van de obligate Belgische deelnemer. Ik maak deel uit van het strijdtoneel, maar daarmee is ook alles gezegd.
Nadat een handvol maanden geleden op korte tijd twee fietsen bruusk uit mijn leven werden weggerukt, was het deze keer de beurt aan de derde (qua volgorde wordt de logica wel gerespecteerd). In tegenstelling tot de vorige keren moest daar zelfs geen (crimineel) vernuft voor aan te pas komen. Het volstond dat ik mijn fiets enkele dagen aan de Delhaize liet staan, bevestigd aan een hek door middel van een slot rond de zadelpen. Nu zullen jullie denken: wat, rond de zadelpen!? Dan kan iemand het zadel er gewoon even af draaien en daar gaat de fiets! Wel, dat was exact waar ik niet aan dacht. In de rapte, op weg naar weer een afspraak waar ik in het beste geval op het nippertje op tijd zou komen, leek de zadelpentactiek me best waterdicht. Quod non. In minder hoog aangeschreven fietssteelcompetities/-steden kom je er misschien mee weg, maar in de Leuvense Champions League wordt elk foutje cash betaald. Of toch op zijn minst in natura.
Mijn reactie op dergelijk verlies, het zoveelste in wat stilaan een verdienstelijke rij begint te worden, is even aandoenlijk als wanhopig. Na een eerste fase van woede en ontgoocheling, ga ik onvervaard over tot de orde van de dag. Conform mijn ervaring met misdaadzaken (in zowel boeken als films), begin ik met het uitkammen van de crime scene. Een uur lang veldonderzoek in de nabije en minder nabije omgeving gaf echter niet het gewenste resultaat. In deel 2 van het onderzoek dring ik de cyberwereld binnen. Zoekertjessites worden afgeschuimd, wie zomaar mijn fiets te koop aanbiedt zal het geweten hebben. Ook hier: geen succes. De werkelijk allerlaatste en dus meest wanhopige fase is nu aangebroken: heeft iemand van jullie (3 à 4) lezers toevallig een rode Lespo mountainbike gezien in de buurt van Leuven? Ik wil er terug mee de Champions League in, ik voel dat ik er stilaan klaar voor ben.
Op onbewaakte momenten, een schaars goed, durf ik het al eens ruiterlijk toegeven: mijn BV-schap is tanende. Nadat in het najaar van 2009 mijn tweede plaats op Het Groot Dictee der Nederlandse Taal hét mediagebeuren van het moment was, of toch op zijn minst hét dicteegebeuren van het moment, op de aandacht voor de overwinnaar en de prestaties van de bij het brede publiek bekende deelnemers na, is daar in het voorjaar van 2015 nog bitter weinig van te merken. De laatste keer dat ik spontaan herkend werd op straat is toch alweer maanden geleden. Het bleek toen om een oud-klasgenoot te gaan. Maar wie me kent, weet dat ik niet bij de pakken blijf zitten. Onder een dikke laag lethargie gaat het heilige vuur schuil, klaar om bij een juiste stand van de wind onstuitbaar op te flakkeren.
Dat ik meer dan vijf jaar heb moeten wachten om mijn rentree te maken aan de top, heeft verschillende oorzaken. Belangrijkste daarvan is mijn gebrek aan kwaliteiten. 't Is te zeggen, ik ben enkel goed in dictee en in tombola. Die eerste troef is zoals algemeen geweten al uitgespeeld, terwijl de doorgroeimogelijkheden in de tombolasfeer vrij beperkt zijn. En toen was daar opeens mega-BV. Bij De Ideale Wereld hadden ze de geniale ingeving om een BV-spel te ontwikkelen, naar analogie met Megascore en Megabike. Simpel uitgelegd komt het erop neer dat je een ploeg BV's moet samenstellen en vervolgens punten krijgt afhankelijk van hoe vaak ze met hun smoelwerk de boekskes sieren. Op de actualiteit inspelen kan door een maximum van twee transfers per week. Overduidelijk mijn meug dus, als ex-BV die het heilige vuur alsook busladingen nutteloze weetjes in zich draagt.
Intussen zijn we zeven weken ver in de competitie en mijn team prijkt op een mooie vierde plaats. Qua slechte timing kan deze blog dan nog tellen, aangezien de door mij bijeengesprokkelde verzameling BV's de voorbije drie weken de hoogste positie (1) bekleedde. Helaas moest K3 zo nodig splitten op een moment van financiële krapte, waardoor naast tienduizenden meisjeshartjes ook het mijne in twee brak. Voor wie er nog aan mocht twijfelen: Josje ís een hoer! Hoe dan ook, met de hulp van collega's Sander en Kristof, gecombineerd met mijn natuurlijke scherpzinnigheid en neus voor meurende rioolpers, blijft de eindoverwinning het doel. Het zou meteen ook het ultieme bewijs zijn dat mijn repertoire veel uitgebreider is dan alleen maar dictee en tombola, twee dingen die, het mag gezegd, al bij al niet zo heel veel talent vereisen.
Hoeveel tijd kan het schrijven van een reisverslag precies in beslag nemen? Het zijn die grenzen die ik met veel overgave aan het aftasten ben. De terugkeer uit Thailand dateert van eind november, maar de beschrijving van ons wedervaren wordt moeiteloos over de jaarwisseling getild. Wat nu volgt zou in elk geval het laatste bedrijf moeten zijn, vooraleer de herinnering definitief door de vergetelheid wordt opgeslokt.
Volgens mijn aantekeningenblad was de laatste dag van de jungletrekking dag 12 van onze reis. Heel bizar, want zowel in mijn hoofd als in de hoofden van de metgezellen liep de reis vanaf dat moment op zijn laatste poten, terwijl er toch nog 8 dagen te gaan waren. De avond van dag 12 was hoe dan ook nog van het memorabele soort. Via onze guest house werd een bezoekje aan het massagesalon geregeld. De jongens werden samen in de ene kamer gestouwd, de meisjes in de andere. Wie dacht dat het misschien wat ongemakkelijk zou aanvoelen om een gezamenlijke oliemassage te krijgen, heeft nog geen rekening gehouden met de heersende dress code. Slechts gehuld in een minuscule 'visnetslip' moesten we ons lot ondergaan. Het gevolg laat zich raden: zenuwachtig jongens-onder-elkaar geschater waardoor uiteindelijk enkel de lachspieren na een uur echt losgemaakt lijken.
Onze mannelijkheid kon maar best dringend herwonnen worden. Maak daar drinkend herwonnen van. Met een paar giganteske Changskes (let op de paradox) voor de neus aanhoorden we een stevige Thaise covergroep. De zanger, een metalhead met duivelshoorns op het hoofd, mikte duidelijk op de grote stadions. Zijn attitude was erop gericht om de wereld te veroveren, maar helaas is de liefde (nog) niet wederzijds. Het ongeveer 15-koppige publiek, niet te verwarren met 15.000-koppige publiek, reageerde in elk geval laaiend enthousiast. De show verviel al snel in een soort collectieve karaoke, met als hoogtepunt toch wel reisgenoot Siem, die tegen het einde van het optreden met veel aplomb naar voren stapt om een liedje aan te vragen. Gezien zijn status als praktiserende westerling, staat hij vervolgens ongeveer een minuut lang met een geldbiljet te zwaaien naar de ademloze mensenzee, alvorens het kleinood in de collectebus te deponeren. Meteen ook de minst anonieme gift in de geschiedenis van de liefdadigheid. Of de covergroep na deze forse kapitaalsinjectie (50 baht oftewel een goeie 1 euro) op Europese tournee is vertrokken, was bij het ter perse gaan van deze blog nog niet bekend.
Het beste wat je kan doen na een geslaagd bacchanaal, is natuurlijk de volgende dagen alle alcohol eens lekker uitzweten. Exact dat hebben we niet gedaan. De volgende dag ging het immers richting Ko Chang, een eiland dat het onder andere moet hebben van zee en strand. Tussen het ontspannen door vonden we toch tijd om er (voor een tweede keer deze reis) met de scooter op uit te trekken en om te snorkelen in de hierboven vermelde zee. Voor mezelf leverde dat twee vaststellingen op. Eén: ondanks dat ik schrik heb op elk voertuig dat door mezelf wordt bestuurd, lukt rijden met een scooter verrassend goed. Twee: ondanks dat ik ooit een zwembrevet op de 50 meter schoolslag heb veroverd, lukt zwemmen in de open zee verrassend slecht. Dat weten we dan ook alweer.
De tijd om weer huiswaarts te keren was nu echt aangebroken. Maar niet zonder in Bangkok nog een heuse pingpongshow mee te pikken. Een pingpongshow is te vergelijken met de gelijknamige sport, maar dan zonder paletten. En de ballen worden vanuit een vagina gelanceerd ter vermaak van het publiek, dat ook. Misschien kwam het door ons torenhoge verwachtingspatroon, maar al bij al viel het geheel toch wat tegen. De pingpongballen 'floepten' bijvoorbeeld niet echt uit hun lanceerplatform en er werden geen levende dieren uit flamoezen getoverd. Wat daarentegen wel op onze goedkeuring kon rekenen, was de truc waarbij water werd veranderd in cola. Ook dat transformatieproces verliep helemaal in lijn met het thema. Een waardige afsluiter van drie weken leven in Thailand en nog veel meer weken bloggen over Thailand, kan ik besluiten.
Tradities zijn er om heel af en toe lichtjes te veranderen. Dat is maar één van de mogelijke argumentaties om te wettigen dat de oplijsting van het voorbije jaar deze keer niet op 31 december is gebeurd, zoals altíjd. Niet dat er ook maar iemand van wakker ligt natuurlijk. Tussen pot, pint en het langgerekte Thailand-reisverslag door, hieronder 2014 opgelijst, exclusief voor de lezers van deze blog. Zoals wel meer dingen op deze blog, ja.
Man van het jaar: Luc De Vos
Vrouw van het jaar: Lana Del Rey
Beste film: Snowpiercer
Beste song:
1. Lana Del Rey - West Coast
2. Birdy - Wings
3. Kiesza - Hideaway
4. Ten Walls - Walking with Elephants
5. Damon Albarn - Hostiles
6. Clean Bandit feat. Jess Glynne - Rather Be
7. Tove Lo (Habits remix) - Stay High
8. Oscar and the Wolf - Strange Entity
9. Christine and the Queens - Christine
10. Katy Perry - Dark Horse
Beste cd: Ultraviolence (Lana Del Rey) en Everyday Robots (Damon Albarn)
Beste tv: De Ideale Wereld; Amateurs; Aad, Tom & Tom in Stadion; House of Cards; België - VS op het WK.
Wat wens ik mezelf toe in 2015?
Meer blogs, meer doelpunten en eenzelfde gezondheid, niet noodzakelijk in die volgorde.