Gisteren met een groepje op bedrijfsbezoek geweest bij Electrabel Doel. Natuurlijk, doe niet zo verrast... een niet eens zo onsympathieke poging om het imago van de kernenergiewinnig wat op te poetsen.
Indrukwekkend gebeuren daar op die Scheldeoever met die twee grote schouwen, indrukwekkend verhaal ook van een nog minder onsympathieke juffrouw. Op alle vragen een rustig antwoord (ook over die scheurtjes...)
"En hoe zit dat hier met de tewerkstelling?" "Wij vragen hier permanent volk bij" is het prompte antwoord. "En welk soort volk zoekt u dan zo permanent" "Wij vragen alles: fysisci, scheikundigen, ingenieurs, bouwkundigen, architecten, biologen, maar ook bouwvakkers, schrijnwerkers, noem maar op. En ook alle soorten onderhoudspersoneel dat wij zelf, op eigen kosten opleiden", klinkt het onweerstaanbaar.
Ik zwijg maar één vraag brandt nu op mijn lippen, maar ik durf niet...
"Heeft u hier ook een filosoof of een socioloog in dienst...?"
Ik weet zo het antwoord van die juffrouw, "Laten we mekaar goed begrijpen mijnheer, wij maken hier elektriciteit, geen problemen".
Mijn vorige blog doet mij denken aan volgend verhaaltje...
(mijn bron de Groene Amsterdammer 09-05-2013
Mischa de Vreede)
In de
bespreking van het boek Far from the Tree:
A Dozen Kinds of Love van Andrew Salomon, vind ik deze prachtige metafoor.
De auteur
doet in dat boek relaas van zijn talloze gesprekken met ouders van afwijkende kinderen.
Het gaat over Down Syndrome, dwergen, dyslexie, doofheid, schizofrenie, tot en
met wonderkinderen en heel verrassend ook homoseksuele kinderen. Salomon, zelf
gay, laat ons kennis maken met de vele manieren waarop ouders met hun situatie omgaan.
Salomon
citeert het in de VS sinds 1987 doorvertelde fabeltje, duizenden malen
gegoogled en geciteerd, Welcome to
Holland. Het verhaaltje wordt aangehaald in verband met ouders van kinderen
met een aangeboren afwijking.
Komt erop
neer dat wie een kind gaat krijgen zich als het ware voorbereidt op een
vakantie in het buitenland. Italië bijvoorbeeld. Men leeft er naartoe, koopt
reis- en taalgidsen en verheugt zich op het Colosseum, Michelangelo en de gondels
van Venetië. Na maanden is het zover, het vliegtuig landt en...Welcome
to Holland zegt de stewardess. Wat nu? Wat hadden toch een ticket voor
Italië? Jammer, maar helaas. Maar zo erg is het nu ook weer niet. Holland is
niet vies of armoedig, het is gewoon een ander land. Minder opwindend dan
Italië, maar toch ook wel mooi. Ze hebben er windmolens, tulpen en zelfs
Rembrandts !
Bent u mee?
Ouders in
verwachting, die negen maand op weg waren naar Italië, en die bij de landing
plots op Schiphol staan.Maar Welcome to Holland,mits een knopje om, kan dit een heerlijke
kennismaking worden van dat andere land Onvoorzien, onvermoed, open voor de open geest.
Gewoon
aannemen dat ook in Holland er heel wat te beleven valt.
Alleen
voor sommige ouders is het geen welcome
te Holland,maar een welcome to BeirutDat heb je met metaforen die kunnen in
verschillende richtingen werken.
****************
In onze
jonge tijd zegden wij dat in het Frans:
Quand on
n pas ce que lon aime, il faut aimer ce que lon a.
Maar dat was dan in een andere context : als je het ene
lief niet kon krijgen deed je er best aan die andere die je wel kon krijgen,
dan maar goed te vinden.
Om maar duidelijk te maken dat Welcome to Holland niet specifiek van toepassing is op ouders van
kinderen met een beperking maar op eenieder die met de hoogste verwachtingen,
iets anders op zijn bord krijgt. Een stevig brok LEVENSKUNST.
om reden van privacy is dit niet het echte Marieke..
Door
gelukkige omstandigheden mag ik in mijn naaste omgeving nog een keer het
ontluiken van nieuw menselijk leven gadeslaan.
Laat ons
haar Marieke noemen, geboren op kerstdag, nu dus bijna vijf maand oud.
Prachtige
baby, normaler kan haast niet. Bron van overvloedig geluk voor heel haar
omgeving.
Toen wij
Marieke op haar geboortedag gingen bewonderen, had ik in mijn binnenste toch
echt te doen met dat klein prutske leven. Weet Marieke wel waar zij aan begonnen
is?
HET LEVEN.
Een leven in die 21ste eeuw die mijn eeuw op alle gebied nog zal
overtroeven?
Na negen maand de illusie te hebben gekoesterd in die warme buikholte, dat dat
het leven was, dat was daar best te harden, maar dan op die bewuste kerstdag
bleek dat haar eerste grote misrekening: het echte leven was iets totaal
anders. Losgeknipt uit die buik. Van een verrassing gesproken.
En toen
begon haar grote avontuur.
Gewapend
met enkel maar een dosis gezond genetisch materiaal, maar verder niets. Geen
voorkennis, geen lexicon, geen bijsluiter (en Tiens kon ze nog niet lezen).
En vanaf
dan kan ik me enkel maar het verloop van het verhaal verbeelden.
Marieke kon
voelen, dat zeker, en wellicht ook denken. Maar hoe moet je denken zonder taal?
Niets dus voorgegeven als kennis. Alles is vreemd. Zo trok Marieke die eerste
vijf maand in.
Jawel, en
nu na vijf maand heeft zij al een gigantisch traject afgelegd. Ervaringen waren
er en masse: licht, donker, kou,
warm, honger, geluidjes, lekker, vies, bekende en onbekende beelden, vertrouwde
en bangelijke geluidjes, en alsmaar beelden en weer beelden, zonder dat zij
daar één woord of een betekenis kon opplakken, het zit allemaal woordeloos in
haar repertorium.
Ik denk
dan: zon kindje draait zuiver op zijn gevoelens en kan alleen proberen die
stroom van gevoelens te ordenen. Ja, dat is een gezicht dat ik héél goed ken
en waar ik mij zo goed bij voel. Dat moet dus mijn mama zijn , maar nee,
Marieke kent zomin het woord mama als het begrip gezicht. En nu lig ik in de
holte van een sterke schouder waar ik me al even lekker voel, dat is mijn
sterke papa.. maar alweer wat is sterk, wat is papa, wat is goed voelen?
Natuurlijk
dat Marieke al haar kleine mogelijkheden moet inzetten. Ik vermoed dat daarbij
haar reukorgaan een beslissende rol speelt om vertrouwd en onbetrouwbaar te scheiden.
Hoe anders sloot zij vrede met Helena, die grote vervaarlijke Mechelse scheper
in haar omgeving? Een hondensnuit, in godsnaam, waar plaats je dat tussen al
die andere gegevens?
En zo moet
dat kindje zich in een vreemde, soms lieve, soms angstaanjagende wereld in
vechten. Zonder taal, zonder uitleg, zonder begrijpen. Puur op natuurlijke
intuïtie.
En zo
verschijnt dan het wonder van het leven: Marieke, een en al potentie,
mogelijkheden, belofte. En HOOP.
En dan zeg
ik heel zachtjes, in woorden die zij nog niet verstaat: lieve schat, maak er in
uw eeuw het beste van. Wees gelukkig met dat ongevraagd cadeau dat de grote
mensen leven noemen.
Dat is binnen een apenkolonie de vanzelfsprekende gezag- en machtdrager. De Opper-Aap. En zo is, en mag en kan er maar één zijn. Dat is natuurlijk gezag. Apen zijn dus aangeboren monotheïsten. Blijkt evolutionair nog altijd het best werkende format van gezagsverdeling.
Geen zinnig mens die vandaag nog twijfelt aan onze afstamming van deze bijzondere zoogdiersoort. Aan alles te merken, zeggen de wetenschappers, en dit in de twee richtingen: niets aapachtig is ons vreemd en niets menselijks is de aap vreemd(lees dus Frans de Waal)
kijk maar.....
Alleen altijd die ene uitzondering.
stellen wij vast dat wij, beschaafde 21ste eeuwers, dat vanzelfsprekende alfa-fenomeen in de loop van de laatste eeuw zijn kwijtgeraakt.
Integendeel, alle macht is vandaag per definitie verdacht en te bestrijden. Défense de défendre. Beppo Grillo. De overheid als de gemeenschappelijke vijand. Klein voorbeeld: knipperend met de lichten van je wagen een tegenligger verwittigen van een verder opgestelde snelheidscontrole aanzien wij alsbijzonder civiek gedrag.
De moderne democratie. In het beste geval kennen wij, bij meerderheid van stemmen en voor een zeer beperkte periode, macht toe aan een gekozene. Maar die zal zich gedragen zoals wij kiezers hem programmeerden.
Antropologisch totaal fout dus. Elke groep heeft nood aan, kan niet zonder een alfa-figuur.
In de apenkolonie is dat de onbetwistbare alfa-aap, de kleuters in hun klasjes hebben nood aan de alfa-juf, en de scheidsrechter op het voetbalveld, nog zon alfafiguur.
Alleen .
Toch blij dat ik in deze tijd leef nadat millennia lang de wereld in handen was van niets en niemand ontziende alfa-koningen, keizers, pausen, prelaten, baronnen, schoolmeesters, führers, autoriteiten Dan nog liever de janboel van vandaag
Het klinkt natuurlijk vreselijk archaïsch: een Zalige Hoogdag.
SINXEN, indertijd een van de vijf kerkelijke hoogdagen Sinxen was de dag waarop de Heilige Geest in gang schoot, de bange, verontruste apostelen schepten ineens moed, werden ineens bezield, met rode vurige tongen boven hun hoofd spraken ze ineens alle talen van de wereld en zetten alle vensters en deuren open om hun bezieling met de wereld te delen.
Dat was in betere tijden, het werk van de Heilige Geest de apostelen kwamen "uit de kast", outing heet dat nu in een andere context. En zo is het dus echt in gang geschoten. Door die wat schimmige derde persoon van de Heilige Drie-eenheid.
Die Geest die de laatste jaren iets minder goed geïnspireerd lijkt, gelet op een aantal minder geslaagde ingevingen die hij op zijn kerk afstuurde. Soit.
En toch een hoogdag, ook nadat de Heilige Geest mee is omgekomen bij de dood van God.
En of... een hoogdag.
Weet je nog, hoe ik enkele maanden geleden de advent en kerstmis meevierde? Verwachting, het beloofde licht dat eraan kwam, het duister dat moest wijken voor het licht de warmte die de koude zou verdrijven. de vruchtbaarheid die het haalde op de dood, de nieuwe geboorte.
Dat was kerstmis.
Oh, het begon heel magertjes, zeven seconden per dag werden er ingewonnen vooral deze lente is het heel moeizaam gegaan, maar ons geloof en onze hoop werden niet bedrogen.
En daarom is Sinxen ook nu nog een Hoogdag. De Geest die de bovenhand haalt. De zomer die openbreekt De natuur die barst in al haar voegen en spleten We zijn nu al verzekerd van de rijke oogst.
En ook, ikzelf, voel mij hierbij een stuk herboren. Be-geesterd.
... maar zo in de christelijke zin verder redenerend weet ik net zo goed ,dat dit herboren leven niet eeuwig is, dat in al dat jubelende en alles belovende jonge leven het verval, de verdorring, de dood zit ingebakken. Het zal gauw genoeg allerzielen zijn.
Toch een Zalige Hoogdag aan u allen. Veni Creator Spiritus.
Gisteravond op de Vlaamse televisie: een groot Mindfulness festival. Eerst in Panorama,
dan in Terzake, en nog eens in Reyers Laat, werden dezelfde personen opgevoerd die voor de Vlaamse kijker het licht moesten doen schijnen over deze nieuwste hype: alle onze hoop is nu gesteld op mindfulness.
En wat hebben we vandaag geleerd, vroeg ik me af toen ik wat later tussen de lakens kroop? Dat het zonder twijfel in Vlaanderen de afmetingen van een heuse hype aanneemt. Dat er in dat Mindfulness wereldje weeral veel kaf tussen het koren staat wat natuurlijk, zoals kaf altijd doet, het hele veld vertroebelt. En dat zoals steeds de believers en de non-believers zich ingraven in hun kampementen.
Wat ik van vanavond onthoud?
Er was allereerst de zeer geloofwaardige en onverdachte Johan
Braeckman, de man van SKEPP, auteur van De Ongelovige Thomas had een punt.
Ik zag ook hem aan het eind naar een conclusie zoeken. Kwam ongeveer hier op neer: Het werkt, ontegensprekelijk, bij een aantal mensen. Maar dat doet Lourdes
ook. Of, zoals ik hem aanvul: een heerlijke fietstocht in goed gezelschap. Of een stevige vrijpartij
in nog beter gezelschap. Moet ik niet aan twijfelen. Dus, u doet maar.
Wij
zijn ons Brein, Dick Swaab, met de nodige reserves tegenover die strakke
formulering, maar wat ik wel meeneem is het herhaalde inzicht hoe
verschillend mensen fysisch, maar nog meer hoe totaal verschillend wij
psychisch zijn. Mijn lever is niet jouw lever, mijn amygdala is nog minder de
jouwe. Je kunt met één flesje ook
niet alle vlekken verwijderen, wat de bijsluiter ons ook probeert wijs te
maken. Elke vlek is anders en elke ondergrond is anders. Als je mijn
triviale metafoor snapt. Het unieke subject staat ook hier weer centraal.
Mijn grootste bezwaar bij de wilde aanhangers is de
mechanistische opvatting. Iets werkt uit zichzelf waarvoor het bestemd is.
Een stofzuiger kuist geen asperges, maar neemt wel, als ik hem goed hanteer, het stof op. Moet ik
niet aan twijfelen. Analoog zeggen: ik ga bij de beste leermeester, ik luister
heel aandachtig, ik doe al wat hij voorhoudt, DUS moet het werken.
Automatisch. Het is Mindfulness (dat klokje...) dat het doet. Nee dus. Het is niet de coach of de trainer of dat klokje dat het doet. IK doe het. En wie ben ik? En dan
zijn we filosofisch weg.
Maar zo is het met ALLES wat menselijk is: het geloof, de hoop, de liefde, het berouw, om die vier maar te noemen. De gelovige, de hoopvolle, de lover en de rouwige staat centraal.
Maar alweer, u mag er, beste bezoeker, een compleet andere mening op nahouden.
Oké,
donderdag 16 mei 2013 zal de meteorologische geschiedenis niet ingaan als moeders mooiste meidag.
Nee, ik ga
niet zaniken over de omgekeerde opwarming van onze planeet het schijnt nog waar
ook, deze minder leuke weersomstandigheden schijnen terug te wijzen op het
smelten van het Noordpoolijs maar we zijn akkoord: deze kou, deze regen, dit
gebrek aan licht (vooral dit) een opkikker is vast iets anders.
Maar dan
die slechte gewoonte: dan maar de
televisie aangezet, midden in de namiddag.
Verwerpelijke proletarische reflex. En zo wandel, zonder het te weten of te
willen: Villa Politica binnen, ons federaal parlement waar de politieke elite
van dit land samen zit democratie te bedrijven.
Di Rupo (in
verdacht aanvaardbaar Nederlands, zonder spiekbriefje dan toch één opkikker-)
in een gebekvecht (tiens, dat woord bestaat) met een vurige groene die wat last
heeft van zijn adrenaline, over... jawel
een mogelijk, volgens de interpellant aanstaand, ontploffen van de
kerncentrales van Doel en Tihange samen. Die kleine scheurtjes, je weet wel.
Mensen,
mensen, dat is dus waar wij met onze democratische aspiraties zijn uitgekomen. Twee
hoge gezagdragers van dit land die daar mekaar, voor een totaal ongeïnteresseerd
en duidelijk afwezig publiek, doodleuk staan af te zeiken. Di Rupo glimlachend,
die Groene nog groener dan gewoonlijk door dat gegiechel van u, mijnheer de eerste minister
Zelfs geen
kiezeltje in de rivier verandert van plaats. En toch gaat dat alsmaar door. Die
bizarre manier van democratie vieren.
Het weer,
de regen is troosteloos maar voor dit spektakel en de gevoelens die dat
oproept vind ik geen ander passende adjectief dan zwaar depressief makend.
Is het dat
nu, gaat het zo, staan ze daar voor te roepen op het Tahrirplein en op hoeveel
pleinen nog in de wereld?
Jongens ga
naar huis, uw moeder heeft viskes gebakken.
Plots moet
ik denken aan dat opschrift op een gevel in de Muntstraat in Leuven in de jaren
50: Lenine reviens, ils sont devenus fou.
ps. ik trek mij altijd op aan die oude grijze madame in de rug van kamervoorzitter Flahaut. Altijd in de weer, heel veel telefoneren, nooit uitdagend, deftig gekleed, nooit frontaal in beeld, maar zo aanwezig... Er zijn gelukkig nog vaste waarden in dit land.
Geniet u (nou, genieten is niet het juiste woord) ook zo van die wederuitzending op Canvas van de reeks In Europa van Geert Mak?
Het zal
iets met onze leeftijd te maken hebben, in feite gaat het over onze eeuw.
Vorige week
het jaar 1946 bekeken.
Na de dreun, een wereld die pijnlijk overeind kruipt. Hoe moet het nu verder?
Het ging
over terugkeer van die schaarse overlevenden uit de kampen.
Alles aan
die mensen, zegt Mak, was dood, Alleen hun ogen gaven nog teken van leven.
En door die ogen keek je naar de 6 miljoen ogen die niet terugkeerden.
Huiveringwekkend.
En dan
verhaalt Mak het voorval van een ontmoeting van een man die zon levende dode
wenend in zijn armen sluit, waarop die antwoordt: Tranen, mijn vriend volstaan
nu niet.
Haat, wraak
en vergelding, daar gaat het om.
En dan denk
ik aan de sterkste zijde van het christendom dat een onvoorwaardelijke liefde
voorhoudt. Bemin uw vijand, biedt hem desnoods de andere wang. Oordeel niet.
Alleen zo mag je je christen noemen.
t Klinkt
mooi, maar is het ook juist? Volstaan in dit geval tranen?
Had het
evangelie het ook over de shoah? Of schorten we die "andere wang" even op?
Ik weet
het, het zijn vreselijk beladen woorden: wraak, haat, vergelding,ze vallen volledig buiten ons beschaafd
denken.
Maar toch .
hoe on-menselijk kaneen verheven idee
zijn?
Is dit nog
op mensenmaat?
Is het dan
zo verheven zoiets onvergolden te laten?
Ik weet het
niet.
p.s. bij
Kim De Gelder wisten we het wel, No mercy. RACHE.
Nog opgepikt bij Geert Mak "In EUROPA" het jaar 1946.
Een Joodse vrouw die het overleefd had keert terug naar haar huis in Amsterdam.
Daar vindt ze een gezin dat bij haar was ingetrokken.
Vraag van de nieuwe bewoonster: - Maar waar heb jij de hele tijd dan gezeten? Antwoordt die vrouw: - In het concentratiekamp Auschwitz Waarop die eerste vrouw: - Mag je wel van geluk spreken dat jij hier de voorbije hongerwinter niet hebt hoeven mee te maken.
Weer veel om over na te denken....
Bijv. hoe het eigen verdriet blind kan maken voor het verdriet van een ander. Of: eigen verdriet eerst. Menschlich, alzu menschlich.
Zondag 12 mei,
druil, donker, koud, af en toe regen, overdadig wind
Echt mei
En wat doe
je dan in je wanhoop?
Je zet de
televisie aan.
En ik kom
terecht in een oecumenisch bad. Op verschillende zenders zijn gelovige mensen doende,
elk op hun manier, hun geloof in hun God te belijden.
Ik blijf bij
drie van die gemeenschappen even hangen. Drie werelden.
Nederland zingt
Bij de NOS
kom ik via de EO onvermijdelijk terecht in het al jaren lopende programma:
Nederland zingt op zondag. Een bomvolle grote kerk met allemaal blije gezichten
van mensen waarop je zo leest dat ze net het Grote Licht hebben gezien en die
dat met zijn allen expressief uitzingen. Heel opvallend: veel jonge mensen en
heel schoon blond vrouwvolk. Niet direct een zwarte kousenkerk. God die van je
houdt zoals je bent zingen ze met de armen in de lucht. Als ik God was zou ik ook
van die mensen houden als ze zich ook deze
namiddag en morgen enigszins gedragen
Sint Oda, virgo, begin 8ste eeuw
Ook
bediend door de NOS beland ik bij de RKK (dat is de Roomse variant van het
christendom, de katholieken dus). We staan voor een monumentale kerk ergens in
Noord Brabant, in Sint-Oedenrode waar ze vandaag de opening van het Heilige Oda
jaar vieren. De heilige Oda, vertelt ons de pastoor enthousiast, was een
Schotse prinses die met een heel verhaal en veel mirakelen eromheen, in 713
haar leven gaf voor haar geloof. 1300 jaar geleden, dat moet in Sint Oedenrode (en in
Neerpelt) gevierd worden. En dan legt de pastoor uit dat Oda ons vandaag nog de
weg toont, Oda heeft het ons voorgeleefd hoe wij, en ook het kabinet Rutte II, het vandaag moeten doen. De wollige dons op het verhaal is vandaag blijkbaar weer heel goedkoop. Gebeitelde zinnen, herkenbare
frasen. Maar die pastoor meent het echt zo goed...
Agios
En dan nog
eens bij de VRT de kerkdeur opengestoten. Daar kom ik terecht in Schaarbeek in
de Kerk van de Georgische Parochie van de Heilige Nino. Ik ben bij de
Georgische Orthodoxe Gemeenschap van Brussel. Kleine ruimte, ook helemaal
gevuld met veel jong volk, de meesten in klederdracht. Een in brokaat gewikkelde baardige patriarch die voorgaat
(deurtje in, deurtje uit) en vooraan een koor bestaande uit vier vrouwen en
twee mannen dat op onnavolgbare wijze polyfoon hymnen zingt en reciteert in een
mij volslagen onverstaanbaar Georgisch. Maar onmiddellijk voel je hier het
sacrale domineren, in de gewaden, in het decor, in de muziek, in de ernst. Agios is het
enige woord dat ik snap maar dat blijkbaar de hele sfeer domineert. Niks
blijheid hier, niks God die mij goedvindt, geen mirakuleuze maagd, gewoon ontzag, ineenkrimpen voor de
mysterie.
Iets wat ik mij al lang afvraag is waarom het begrip
karakter, zo veelvuldig in ons dagelijks taalgebruik voorkomt en dat in de
neurowetenschappen (de wetenschap die het menselijk brein ontrafelt) dat woord
amper voorkomt.
En, toch is het (naast schoon/lelijk en slim/stom) de
eerste norm waarop wij onze medemens kwalificeren. Een slecht karakter is
toch zowat het meest negatieve wat je van een mens kunt zeggen. Maar wat in
godsnaam is een karakter?
Gewoon drie vraagjes:
hebben
de neurowetenschappers met hun fMRI-apparatuur in ons brein al de locatie
gevonden waar zij het karakter van een mens situeren? En hoe verhoudt
zich onze hormonale huishouding tot ons karakter?
hoe
verhouden zich onze vrije wil en ons karakter? Kan een mens iets doen aan
zijn karakter? In onze jeugd moesten wij toch ons karakter vormen?
waaraan
zou jij je karakter eerder toewijzen: aan je genen en dan is een karakter
voorgegeven, of aan al je omgevingsfactoren (opvoeding, het leven, cultuur
enz.) en dan heb je er ook niet direct voor gekozen?
Ik heb voor geen van deze drie in se simpele vragen een
antwoord.
Tenzij dat het allemaal wellicht nog oneindig meer ingewikkeld
dan die stroom aan gepopulariseerde
wetenschapsvoorlichting ons probeert uit te leggen?
En toch vind ik het antwoord hierop uiterst belangrijk: zolang
we hierover geen uitsluitsel hebben kunnen we verder geen zinnig woord zeggen
over goed en kwaad, over schuld en onschuld, over persoonlijkheid, identiteit
en ethiek.
Even terug naar mijn vorige Blog over mijn half uurtje
narcose.
In dat ene half uurtje had ik van al dit soort vragen ook
geen last .
Gisteren,dagje in ziekenhuis, klein inwendig onderzoek, wel onder volledige narcose (maximum half uurtje).
Probleemloos gebeuren. Maskertje op, klein wit flesje met inhoud, floep weg, en half uurtje later, floep terug.Niks gebeurd.
En toch, wat een ervaring ! (heel uitzonderlijk gebruik ik het uitroepteken)
Zo, kan ik me voorstellen dat doodgaan en dood zijn moet voelen. Niets dus, le néant complet. Het volledige niets.
Je komt terecht in een compleet andere zijnsmodus, een modus van er (even) niet zijn.
Het is alsof je levensloop even op pauzeknop ging. Er wordt dat half uurtje niets aan je leven afgedaan of toegevoegd. Alles aan jou valt stil. Jij valt stil. Je bent even uit de wereld.
Vooral het wegvallen van elke vorm van (zelf)bewustzijn blijft nu hangen. Je denkt niet meer, je voelt niet meer, je herinnert niets meer, kortom je bent er een poosje niet bij. Je bent even uit het leven gestapt. De wereld mag in dat poosje vergaan, het is niet aan jou besteed.
En dan dacht ik: zo moet dus dood zijn zijn. Niets. Zelfs geen leegte. Gewoon niet zijn. Achteraf gezien een zalige toestandalhoewel je je ook dat niet bewust bent. Maar zo heel kort gewichtloos bestaan, niets dat drukt, niets dat bekommert, alleen leegte. Waarom bang zijn van de dood?
Is leven dan zon marteling?
Zeker niet, maar we realiseren ons toch niet helemaal wat een permanente druk je actieve brein op je bestaan legt. Op elk ogenblik sleep je ongeveer de hele kosmos mee, zelfs in je slaap blijft dat brein je achtervolgen in je dromen. Nooit complete rust. Illusie dat je sluimerend geheugen, dat zijn je niet geactiveerde herinneringen, niet drukt.
Ah, zullen een paar bezoekers zeggen, dan moet jij dringend eens in meditatie gaan.
Geprobeerd, enkele keren, niks voor mij, nooit gelukt. Ik krijg dat brein niet tot stilstand, dat floept altijd ergens waar, men zegt, dat het niet mag gaan. Maar het gaat.
En nu is er die anesthesist die met een wit flesje, mijn complete breinactiviteit uitschakelt, (op een flauwe puls nadie mijn hart nog zachtjes aan de klap houdt), ineens ervaar ik dat zalige er-niet-zijn. Ongelukkige uitdrukking, ik ervaar gewoon niets.
Is dit nu geen al te pessimistische gedachte op zon mooie Hemelvaartdag?
Ik vind zelf van niet.
Wèl een aansporing om zo nu en dan eens te proberen, die globale denkdruk in pauze te zetten, het zal je nooit helemaal lukken hoor, en dan in te zoomen op die enkele bewustzijnselementen die je het dierbaarst zijn. Die lieve gedachten.
Er werd ook gesuggereerd dat het werkwoord "BEVLIEGEN", waarvan het verleden deelwoord "bevlogen" mij in de toespraak van Koning Willem Alexander was opgevallen, wél bestaat.
En dus Op naar Google.
En wat zien ik?
Bevliegen bestaat inderdaad maar in een betekenis die King WA zeker niet bedoelde.
Opzoeken: bevliegen
bevliegen bevliegen werkw. vliegend iets bezoeken Voorbeeld: `De bijen bevliegen de boekweit tussen negen en twaalf uur 's morgens (wintertijd). `tweede betekenisomschrijving. Voorbeeld: `Zin met het bevliegen in de tweede betekenis erin. `enz. Bron: Wikiwoordenboek - bevliegen. ... Gevonden op http://www.woorden.org/woord/bevliegen
Bussel Bussel is een buurtschap in de gemeente Asten in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het ligt ten westen van het dorp Asten, in de buurt van de buurtschappen Dijk, Vosselen en de Beek. ... Gevonden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Bussel
Ik kom nog even terug op Frans de Waal, de Nederlandse primatoloog (een kenner van de primaten, de
mensapen zeg maar) die, voortgaande op zijn jarenlange waarneming van die
dieren, durft concluderen dat niets menselijks die dieren vreemd is, en dat bijvoorbeeld
onze zo geroemde humane moraal in aanleg duizenden jaren ouder is dan onze
soort.Altruïsme, solidariteit, compassie,
rechtvaardigheidsgevoel, empathie noem het maar op, hij heeft het bij zijn
vrienden allemaal weergevonden, vooral bij de chimp en de bonobo.
Op één
uitzondering na dan.
En dat is het
(voorlopig nog?)het exclusief menselijk vermogen om te geloven in verhalen die
hij zelf verzonnen heeft. En zich naar dat geloof ook consequent te gedragen. Onze
tomeloze verbeelding dus als de meest verrukkelijke van alle menselijk
vermogens. Hieruit putten wij ons vermogen kunst te produceren, verhalen te
vertellen, een God, een hemel en een hel te bedenken.
En het is
mij de laatste dagen opgevallen in hoeveel soorten verhalen wij mensen ons
installeren en ons goed voelen (naast den Beerschot natuurlijk).
Nordic Walking, je weet wel dat gedoe met die twee stokken en
die obligaat afgrijselijke outfit daarbij. Nu is dat Nordic Walken een heel verhaal, een heus niet zo eenvoudige
techniek, een gecoördineerd bewegen van romp, heup en schouders. Maar ik zie
zoveel wandelaars mijn fietspad kruisen met zo twee Nordic stokken (ze hebben in den Aldi al in
aanbieding gestaan aan 14 euro) bij zich in de overtuiging dat ze alleen daardoor al aan het
Nordic walken waren. De ene oude walker gebruikte de stokken gewoon om recht te
blijven, de volgende sleepte te stokken achter zich aan en een derde had ze
gewoon over zijn schouders gelegd. Allemaal Nordic Walking. A matter of belief.
Past maar op gij....
Actie 12-12 Voor de slachtoffers van de oorlog in Syrië.
Ik kan toch niet roerloos toekijken bij dat baldadig regime van die Assad en
die kindjes in die kampen daar. Ik heb dan ook prompt 25 euro gestort op 12-12.
Dat zal dien bandiet van een Assad leren. En dat het meteen een lesje weze aan
alle dictators ter wereld. t Kan te ver gaan dit is mijn laatste waarschuwing.
Het Heilig Paterke van Hasselt. Een kennis van een Limburgse kennis
die geheid bij een zware match van R.C. Genk een kaarsje aanstak voor het
Heilig Paterke, kaarsje dat bij een0-2
achterstand prompt gedoofd werd (zotte kosten). Of een andere goede vriend die steevast
op paasdag zijn pardessus (prachtig woord!) in de kast hangt om die er op
Allerheiligen weer uit te halen. De kou die zich schikt naar de kerkelijke
feesten.
Dat kunnen
geloven, onze meest verrukkelijke, liefelijke eigenschap.
Van een vriend een gouden tip gekregen van een boer die aan zijn serre asperges verkoopt. Aan een prijs beneden de Aldi en een kwaliteit boven den Delhaize.
Van februari tot juni (welke heilige is het ook weer die het einde van het feest aankondigt, De Heilige Aspergius?) verkrijgbaar.
Ik ken geen mens die geen asperges lust. Op alle mogelijke en onmogelijke manieren bereid.
En weer kom ik op een taalelement in die aspergecultuur.
Direct na deze Blog stuur ik een brief aan Mijnheer Van Dale. Met dringend verzoek een spoedprocedure te openen, om nog voor het eind van dit jaar een nieuw Nederlands woord in zijn Dikke op te nemen.
En dat woord is: BUSSEL, vrouwelijk, meervoud -s, voorbeeld: "een bussel asperges".Een verzameling van een welbepaald aantal asperges, samengehouden bij voorkeur met een sloddertouwtje, een elastiekje mag ook, maar een plastic zak is ten strengste verboden. En verpakt in een natte keukenhanddoek.
Een kind weet genau (ik zeg dat altijd graag in het Duits omdat dat nog genauer klinkt) hoeveel asperges er in een bussel gaan. Exact genoeg voor twee volwassen personen, zonder zich te overboeffen (volgende kandidaat bij Van Dale), toch lekker te kunnen dooreten aan deze hemelse groente (die wit ziet).
Een bussel peekes kan ook, een bussel prei kan ook, een bussel radijsjes ook, maar een bussel aardbeien of en bussel rode bessen... ge voelt het aan uw water, dat gaat niet.
Komaan Van Dale, niet zeveren. Bussel moet erin.
??? of vergis ik me, staat een bussel er al in... dan stuur ik natuurlijk geen brief.
Is het u
ook al opgevallen dat het woord wellevendheid of beleefdheid met de stille
trom uit de mode is geraakt ?
Niet dat
iedereen vandaag zo schofterig met mekaar omgaat, ik merk daar niet veel van inde dagelijkse omgang. Integendeel. Maar het
woord, de term het begrip doet het niet goed meer. Wordt te snel verbonden met
aangeleerde maniertjes, keurslijf, onnatuurlijk, iets van de bovenklasse. Puur
vorm zonder inhoud. Je mag het woord niet meer gebruiken. Zo levend kan taal ook zijn.
Nog zon
term was goede manieren, maar dat zette zich af tegen vuil manieren en dat
is weer iets geheel anders.
En toch
besef je soms hoe belangrijk en hoe aangenaam die "loze" vormen van wellevendheid
zijn. Ook in al hun formaliteit. Woordjes zoals sorry, dank u wel, graag gedaan
zeg je nooit teveel, ook als er niks te sorry, te danken of te niet graag gedaan
valt.
Doet me
denken aan een voorval, enige jaren geleden op een zonnige zondagmorgen op de
wekelijkse rommelmarkt aan het Vossenplein in de Marollen. Een feest voor het
oog, het oor, de geur, en uw psychisch welgevoelen.
Het is er
altijd heel druk en de rommelige terrasjes buiten voor de vele cafeetjes, zijn
overbezet. Kom ik daar aan, binnen speelde er een jazz, terras is vol, alleen
zie ik nog één tafeltje met vier stoelen waar een man alleen zit. Ik stel
beleefd de vraag, en heb de ijzeren plooistoel al in mijn hand, of het stoort
dat .. Heel normale beleefde overbodige vraag. Dat dacht je, antwoordt die
gast toch: Ja, dat het hem stoort.
Boenk,
patat, wat doe je dan?
Wij zijn
gewoon, zonder verdere uitleg, toch gaan zitten op die twee lege stoelen. Die
gast is woedend recht gestaan en heeft met duidelijk misprijzen het terras
verlaten. Zon boeren.
In mijn jonge jaren heb ik nog rechten gestudeerd. En in die tijd begon die studie met een bijzonder grondige kennismaking met het Romeins Recht. De Grieken waren dan wel betere filosofen, de Romeinen waren alleszins betere juristen en aanleggers van autostrades.
Romeins Recht, de dikste cursus die ik ooit van buiten heb moeten leren. Vandaag zo goed als alles vergeten, behalve dan pagina 1 van die wel duizend bladzijden.
Dat begon met een Latijnse spreuk: SUMMUM IUS SUMMA INIURIA
wat vrij vertaald betekent: hoe meer regeltjes je maakt hoe meer onrechtvaardigheid je schept. Gewoon omdat de wet, en dat is taal, onmogelijk de hele werkelijkheid kan vatten en dus zullen de slimmerikken altijd een slalom vinden om de wet te "ontwijken".
Héél juist, niewaar mijnheer John Crombez?
De eerder genoemde Frans de Waal geeft in zijn boek De Bonobo en de tien geboden, daar een uitstekend voorbeeld van.
Kun je nu één zinnige tegenwerping bedenken tegen de wellicht meest populaire morele regel (het komt dan nog uit de bijbel) de Gulden Regel: "En gelijk gij wilt dat u de mensen doen, doet gij hen evenzo" of: behandel mensen zoals jij graag zelf zou behandeld worden.
Simpel als bonjour, zou je zeggen. Maar dan haalt Frans de Waal dit voorval op:
Stel dat ik tijdens een conferentie een aantrekkelijke vrouw die ik nauwelijks ken naar haar hotelkamer volg en ongevraagd bij haar in bed duik, kan ik vrij goed inschatten hoe ze zal reageren (nvdr. natuurlijk zijn er uitzonderingen). Zeg ik haar dat ik gewoon bij haar doe wat ik graag zou willen dat zij bij mij deed, dan ben ik bang dat mijn beroep op de gulden regel weinig indruk zal maken.