Lieve Volg(st)ers van Opus1932,
Jullie bevinden zich in uitstekend gezelschap, want God is nu overduidelijk een attente volger van deze Blog.
Haast per kerende kreeg ik op mijn vorige post, een reactie "van daarboven" met een zachte eis tot rechtzetting.
Mijn verhaal was niet het hele verhaal en God himself zet de zaken op punt.
Hierna zijn (sorry Zijn) verhaal over de juiste afloop van dat cafégesprek.
En God pakte zijn trappist en zei zachtjes: Schol.
En verdween.
Het zou zo kunnen geweest zijn, Maar het verliep in werkelijkheid iets anders.....

En God pakte zijn trappist, dronk eens en zei zachtjes
Herman, hebt ge het nu nog altijd niet door? Ik besta niet. Een verzinsel, een sprookje. Ik ben een uitvinding van mensen, die mij hebben uitgevonden om hun leven wat zin, wat kleur, wat glans te geven. Om onbeantwoordbare vragen toch te kunnen beantwoorden. Omdat mensen nu eenmaal graag antwoorden hebben op hun vragen. Dan zijn ze gerust, dan kan hun niets gebeuren.
Ze gebruiken mij als een soort passe-partout, ze spannen mij voor hun karretje als het hun zo uitkomt. Er is altijd wel een kraam waar ik ergens in te pas kom.
Ze hebben een God uitgevonden in plasticine, één die eeuwig kneedbaar blijft en naargelang de omstandigheden vlug wat kan worden bij gekneed.
Mensen zijn opportunisten Herman, maar dat weet jij toch?
Mensen zijn ook bang van verantwoordelijkheid, zeker waar het hun eigen leven betreft. Verantwoordelijkheid is een vuil jobke, dat laten ze liever opknappen door een God (te begrijpen als HUN God). Mensen verschuilen zich graag. Ook achter hun God.
Gott mit Uns, weet je wel. Alleen is die Uns overal een andere Uns. Een rechtvaardiging voor soms de meest waanzinnige daden.
De mens is vaak niet meer dan een kleine commerçant die wat sjoemelt, wat liegt en bedriegt voor eigen profijt. Alleen hebben de meeste mensen niet door dat ze zichzelf een rad voor ogen draaien en dat ze dus zelf het grootste slachtoffer zijn van hun eigen capriolen.
Soms (in feite vrij vaak) hen je ook grote commerçanten die grossieren in leugen en bedrog, dat loopt natuurlijk verkeerd af. Dan wordt God geacht het weer op te lossen.
In goede en kwade dagen, weet je wel?
Natuurlijk hebben ze mij meer nodig in kwade dan in goede dagen. Ik zal dat maar omschrijven als menselijk. Ze staan dan op mijn dorpel, hangen aan mijn bel. Maar hoe zou ik in Godsnaam (!) kunnen opendoen? Ik besta niet!
Sommigen maken zichzelf wijs dat ik wel heb opengedaan, dat ik naar hen heb geluisterd, dat ik ze moet heb ingesproken, raad heb gegeven
Ze beseffen het niet, maar in feite zijn ze weer aan het sjoemelen. Weer zijn ze zichzelf aan het beliegen. Kan toch geen kwaad zal je zeggen
nee gelukkig meestal niet, totdat er weer enkele (in Parijs) gekke dingen beginnen te doen in mijn naam.
Hemel en hel dan
ofte de goeien en de slechten. Dat begint al in de poppenkast van de kleuterschool en dat eindigt blijkbaar nooit. Mensen willen opdelen. Welke voorwendsels en categorieën men ook gebruikt, het komt altijd op hetzelfde neer de goeien en de slechten.
Iedereen denkt natuurlijk tot het kamp van de goeien te behoren en kan (soms) perfect voor zichzelf uitleggen waarom.
Maar wees gerust Herman, hemel en hel bestaan niet. We zullen het moeten doen met wat er hier en nu voor ons beschikbaar is. Het leven zal zelf wel een richting aangeven, maar soms zullen we zelf moeten sturen. De ene keer wijken we af richting hemel en de andere keer richting hel, maar in feite volgen we altijd een soort middenweg. Soms hebben we (of heeft iemand meer dan een ander) pech onderweg, dat is een statistisch feit, geen ontkomen aan.
Je wilt amnestie Herman?
Die krijg je. Die kan iedereen krijgen, maar je moet er weer zelf voor zorgen. Daar kan ik als niet bestaande God niks aan doen. Ieder moet voor zichzelf weten of hij of zij nog rekeningen heeft openstaan. Als er nog streepjes achter je naam staan op de spiegel achter de toog dan moet je er eens werk van maken om die weg te laten vegen. Het zal vaak neerkomen op een uitgestoken hand, een vriendelijk gebaar, een glimlach. Wat mildheid en wat vergeving. Zo simpel zal/kan amnestie zijn.
Dan hoef je niet bevreesd te zijn voor je denkbeeldige hel, dan ben je nu al in je denkbeeldige hemel.
En denk eraan Herman, als de deur achter je dichtvalt is het gedaan. De mooie woorden die men dan zal uitspreken zal je niet meer horen. Gelukkig maar, je zou gegeneerd zijn.
Mijn trappist is leeg ik ben er mee weg. Tot aan de (hemel)poort? ;-
Toffe God, after all.
(dank u Walter, je krijgt voor mij stilaan Messias allures)
24-01-2015, 14:40
Geschreven door torfsherman 
|