....is er altijd wat te beleven.
Zaterdag voor Sinxen met jongste kleinzoon op stap geweest. Het ging richting Leuven waar ons eerste doel een tentoonstelling was bij KADOC. Er werden in de prachtige ronde kerk van het oud Minderbroederklooster 100 fotos getoond van kinderen van 12 jaar van vroeger en vandaag, van hier en van over heel de wereld. Om te tonen hoe het er met kinderen in die cruciale leeftijdsfase (fysiologisch en psychisch) aan toegaat of ging.
Indrukwekkende beelden van een meisje uit 1950 op haar plechtige communiedag, die in haar bruidsjurk (een zee van tule) in een oude kever stapt. Meer mijn tijd kan haast niet. Vlak daarnaast een groepje van kop tot teen gewapende kindsoldaten uit Soedan. Wat opvalt is dat bij geen van die soldaatjes er een glimp van lach afkan, enkel onuitsprekelijke angst op jonge snoetjes die je op de speelplaats van een missiescholen zou verwachten. En twee meter verder zzn foto van vijf giechelende meisjes die spelen op een drijvend bed, het enige stuk huisraad dat na een vloedgolf was overgebleven. En de mooiste foto is die van een jongen in een moskee ergens in een moslimland. Je ziet op de achtergrond in de moskee de mannen in geknielde bidhouding, ons jongetje zit in de voorhal op zijn op zijn poep aandachtig spelend met zijn gameboy. Voor mij de meest hoopvolle foto van de reeks.
Boris verstond het allemaal perfect.
Na het bekijken van de fotos was er ook aandacht voor deze prachtige rond kerk vanhet vroegere klooster. Boris ontdekte rondom langs de muur een vijftal grote ingebouwd kasten met een deurtje in het midden en langs weerskanten een opening zonder deur. Je kon er in rechtstaan. Natuurlijk: wat is dat opa? Ah Boris, dat zijn biechtstoelen.
Wat is een biechtstoel, Opa.
Nooit van gehoord? De biecht? Laat mij het dan eens demonstreren. Ik ga in dat middendeurtje zitten en jij gaat in die opening links op uw knieën zitten en dan zie je wel wat er gebeurt.. Het was een biechtstoel met nog echte schuifjes. En ik doe mijn verhaal dat je hier, bij de pastoor vergiffenis kon krijgen voor al uw zonden maar je moest wel van naaldje to draadje alles tegen die oude man vertellen. En als die ouderling voldaan was,(of het niet boeiend genoeg meer vond) kreeg je absolutie en penitentie.
Twee woorden die hij NOOIT in zijn leven had gehoord (9 jaar in een Guimard-school). En die penitentie, wat was dat dan, opa? Vijf Weesgegroetjes was een gebruikelijk tarief.
Maar wat is dat: een Weesgegroetje?
Ik heb hem dan ook maar, om de kelk helemaal te legen, verteld van het schuifke krijgen.
En dat dat allemaal zo is verlopen in een goede vijftig jaar
.
En dan de terugreis.
Boris was de avond voordien blijven slapen en was naar bed getrokken met het nieuwe nummer van Bodytalk. Zijn oog was gevallen op een artikel over de onmogelijke hoeveelheid spermatozoïden een man kwijt is in één zaadlozing. En dat er maar ééntje, in het beste geval dan nog, de prijs zou krijgen om binnen te dringen in een vrouwelijk eicelletje en dat die vereniging, als weer alles goed ging, zou uitmonden in een grote echt mens. Dat van die Weesgegroet wist hij niet, maar deze materie was hem wel bekend. Maar er waren wel wat vragen die hij nu aan opa kon voorleggen.
Maar opa, dan heb ik toch kei mega veel geluk gehad dat mijn zaadcelletje toen gewonnen is en in dat eicelletje van mama is binnengeraakt.? Stel nu dat het dat zaadcelletje daarnaast was geweest dat mijn celletje was voor geweest, dan was ik er nooit geweest?
Inderdaad Boris, dan was negen maanden later niet jij maar je buurmannetje naar buiten zijn gekropen. Maar je ouders zouden het niet geweten hebben en die baby net zo goed Boris genoemd hebben (als het al geen meisje was) en ze zouden hem (of haar) even doodgraag gezien hebben. En zou vandaag die andere Boris hier naast mij in de auto gezeten hebben. Die andere Boris zou in ieder geval verschrikkelijk veel op jou geleken hebben.
Dat begrijp ik, maar waar was ik dan?
Jij zou niet bestaan hebben. Maar ook als honderd jaar geleden toen mijn grootmoeder mijn vader kocht was het een al een even kei mega groot toeval dat het toen ook het juiste zaadcelletje van mijn grootvader was of we hadden er geen van de twee geweest vandaag.
Toch raar hé, opa, wie ben ik dan eigenlijk?
Allemaal ongelooflijk toeval, Boris.
Maar voor die kindsoldaatjes van daarstraks ware het beter dat andere zaadcelletje van hun vader geweest dat de hoofdprijs had gewonnen. Denk daar eens aan dat chance niet altijd geluk betekent. 28-05-2012
29-05-2012, 00:00
Geschreven door torfsherman 
|