TITO
doe zijn uniform uit en zet hem in een taxi
Ik moest perse op een bepaald uur in hartje Antwerpen zijn.
Kasteelpleinstraat, dat is echt hartje Antwerpen.
En ik verdom het om met mijn wagen een half uur rond te toeren om een toch verboden parkeerplaatsje te vinden.
Dus Taxi, de logica zelve.
Afgesproken in Boechout op parking Capenberg, terminus tram 15.
Netjes op afgesproken uur rijdt een Mercedes met het bekende driehoekje van ATM op zijn dak, de parking op .
Achter het stuur: een echte.
Mooie man, middelbare leeftijd, getaande kaalkop. Onmiskenbaar de zoon van een Joegoslaafse partizaan die nog in de bergen met Tito heeft gevochten. Voor mij is dat Tito.
Wij worden met een knik, lichtjes hooghartig, verwelkomd in een prachtig, onversneden, accentloos, authentiek diep Antwerps.
- Woar noartoo?
- Kasteelpleinstraat.
Rijden de parking af en de man zet, ongevraagd een cdtje op.
Muziek duidelijk niet van hier. Wel vrolijk. Dansmuziek, in de regen ergens tussen Boechout en Oude God.
Ik zeg zachtjes tegen mijn partner dat ik dat wel leuke muziek vind.
Onze chauffeur heeft een goed oor en repliceert onmiddellijk.
Das Balkanmuziek, mijnheer, Dansmuziek uit mijn geboortestreek. Daar dansen de mensen altijd.
Buiten wat tingelende balalaikas blijft het stil in de taxi die zich voetje voor voetje door het kluwen van de Oude God op een spitsuur werkt.
Tito zegt niets meer, neuriet mee en zit duidelijk ver weg, ergens in de buurt van Banja Luka.
Tot we, midden in de Oude God, stilstaan. Niks beweging meer;
En dan horen we Tito mompelen:
Altaaid moar mier otos en altaid moar smaller banen. Een apenland is dat hier
Dat doen ze in Banja Luca zeker anders.
30-10-2013, 00:00
Geschreven door torfsherman 
|