Iets wat ik mij al lang afvraag is waarom het begrip
karakter, zo veelvuldig in ons dagelijks taalgebruik voorkomt en dat in de
neurowetenschappen (de wetenschap die het menselijk brein ontrafelt) dat woord
amper voorkomt.
En, toch is het (naast schoon/lelijk en slim/stom) de
eerste norm waarop wij onze medemens kwalificeren. Een slecht karakter is
toch zowat het meest negatieve wat je van een mens kunt zeggen. Maar wat in
godsnaam is een karakter?
Gewoon drie vraagjes:
hebben
de neurowetenschappers met hun fMRI-apparatuur in ons brein al de locatie
gevonden waar zij het karakter van een mens situeren? En hoe verhoudt
zich onze hormonale huishouding tot ons karakter?
hoe
verhouden zich onze vrije wil en ons karakter? Kan een mens iets doen aan
zijn karakter? In onze jeugd moesten wij toch ons karakter vormen?
waaraan
zou jij je karakter eerder toewijzen: aan je genen en dan is een karakter
voorgegeven, of aan al je omgevingsfactoren (opvoeding, het leven, cultuur
enz.) en dan heb je er ook niet direct voor gekozen?
Ik heb voor geen van deze drie in se simpele vragen een
antwoord.
Tenzij dat het allemaal wellicht nog oneindig meer ingewikkeld
dan die stroom aan gepopulariseerde
wetenschapsvoorlichting ons probeert uit te leggen?
En toch vind ik het antwoord hierop uiterst belangrijk: zolang
we hierover geen uitsluitsel hebben kunnen we verder geen zinnig woord zeggen
over goed en kwaad, over schuld en onschuld, over persoonlijkheid, identiteit
en ethiek.
Even terug naar mijn vorige Blog over mijn half uurtje
narcose.
In dat ene half uurtje had ik van al dit soort vragen ook
geen last .
Gisteren,dagje in ziekenhuis, klein inwendig onderzoek, wel onder volledige narcose (maximum half uurtje).
Probleemloos gebeuren. Maskertje op, klein wit flesje met inhoud, floep weg, en half uurtje later, floep terug.Niks gebeurd.
En toch, wat een ervaring ! (heel uitzonderlijk gebruik ik het uitroepteken)
Zo, kan ik me voorstellen dat doodgaan en dood zijn moet voelen. Niets dus, le néant complet. Het volledige niets.
Je komt terecht in een compleet andere zijnsmodus, een modus van er (even) niet zijn.
Het is alsof je levensloop even op pauzeknop ging. Er wordt dat half uurtje niets aan je leven afgedaan of toegevoegd. Alles aan jou valt stil. Jij valt stil. Je bent even uit de wereld.
Vooral het wegvallen van elke vorm van (zelf)bewustzijn blijft nu hangen. Je denkt niet meer, je voelt niet meer, je herinnert niets meer, kortom je bent er een poosje niet bij. Je bent even uit het leven gestapt. De wereld mag in dat poosje vergaan, het is niet aan jou besteed.
En dan dacht ik: zo moet dus dood zijn zijn. Niets. Zelfs geen leegte. Gewoon niet zijn. Achteraf gezien een zalige toestandalhoewel je je ook dat niet bewust bent. Maar zo heel kort gewichtloos bestaan, niets dat drukt, niets dat bekommert, alleen leegte. Waarom bang zijn van de dood?
Is leven dan zon marteling?
Zeker niet, maar we realiseren ons toch niet helemaal wat een permanente druk je actieve brein op je bestaan legt. Op elk ogenblik sleep je ongeveer de hele kosmos mee, zelfs in je slaap blijft dat brein je achtervolgen in je dromen. Nooit complete rust. Illusie dat je sluimerend geheugen, dat zijn je niet geactiveerde herinneringen, niet drukt.
Ah, zullen een paar bezoekers zeggen, dan moet jij dringend eens in meditatie gaan.
Geprobeerd, enkele keren, niks voor mij, nooit gelukt. Ik krijg dat brein niet tot stilstand, dat floept altijd ergens waar, men zegt, dat het niet mag gaan. Maar het gaat.
En nu is er die anesthesist die met een wit flesje, mijn complete breinactiviteit uitschakelt, (op een flauwe puls nadie mijn hart nog zachtjes aan de klap houdt), ineens ervaar ik dat zalige er-niet-zijn. Ongelukkige uitdrukking, ik ervaar gewoon niets.
Is dit nu geen al te pessimistische gedachte op zon mooie Hemelvaartdag?
Ik vind zelf van niet.
Wèl een aansporing om zo nu en dan eens te proberen, die globale denkdruk in pauze te zetten, het zal je nooit helemaal lukken hoor, en dan in te zoomen op die enkele bewustzijnselementen die je het dierbaarst zijn. Die lieve gedachten.
Er werd ook gesuggereerd dat het werkwoord "BEVLIEGEN", waarvan het verleden deelwoord "bevlogen" mij in de toespraak van Koning Willem Alexander was opgevallen, wél bestaat.
En dus Op naar Google.
En wat zien ik?
Bevliegen bestaat inderdaad maar in een betekenis die King WA zeker niet bedoelde.
Opzoeken: bevliegen
bevliegen bevliegen werkw. vliegend iets bezoeken Voorbeeld: `De bijen bevliegen de boekweit tussen negen en twaalf uur 's morgens (wintertijd). `tweede betekenisomschrijving. Voorbeeld: `Zin met het bevliegen in de tweede betekenis erin. `enz. Bron: Wikiwoordenboek - bevliegen. ... Gevonden op http://www.woorden.org/woord/bevliegen
Bussel Bussel is een buurtschap in de gemeente Asten in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het ligt ten westen van het dorp Asten, in de buurt van de buurtschappen Dijk, Vosselen en de Beek. ... Gevonden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Bussel
Ik kom nog even terug op Frans de Waal, de Nederlandse primatoloog (een kenner van de primaten, de
mensapen zeg maar) die, voortgaande op zijn jarenlange waarneming van die
dieren, durft concluderen dat niets menselijks die dieren vreemd is, en dat bijvoorbeeld
onze zo geroemde humane moraal in aanleg duizenden jaren ouder is dan onze
soort.Altruïsme, solidariteit, compassie,
rechtvaardigheidsgevoel, empathie noem het maar op, hij heeft het bij zijn
vrienden allemaal weergevonden, vooral bij de chimp en de bonobo.
Op één
uitzondering na dan.
En dat is het
(voorlopig nog?)het exclusief menselijk vermogen om te geloven in verhalen die
hij zelf verzonnen heeft. En zich naar dat geloof ook consequent te gedragen. Onze
tomeloze verbeelding dus als de meest verrukkelijke van alle menselijk
vermogens. Hieruit putten wij ons vermogen kunst te produceren, verhalen te
vertellen, een God, een hemel en een hel te bedenken.
En het is
mij de laatste dagen opgevallen in hoeveel soorten verhalen wij mensen ons
installeren en ons goed voelen (naast den Beerschot natuurlijk).
Nordic Walking, je weet wel dat gedoe met die twee stokken en
die obligaat afgrijselijke outfit daarbij. Nu is dat Nordic Walken een heel verhaal, een heus niet zo eenvoudige
techniek, een gecoördineerd bewegen van romp, heup en schouders. Maar ik zie
zoveel wandelaars mijn fietspad kruisen met zo twee Nordic stokken (ze hebben in den Aldi al in
aanbieding gestaan aan 14 euro) bij zich in de overtuiging dat ze alleen daardoor al aan het
Nordic walken waren. De ene oude walker gebruikte de stokken gewoon om recht te
blijven, de volgende sleepte te stokken achter zich aan en een derde had ze
gewoon over zijn schouders gelegd. Allemaal Nordic Walking. A matter of belief.
Past maar op gij....
Actie 12-12 Voor de slachtoffers van de oorlog in Syrië.
Ik kan toch niet roerloos toekijken bij dat baldadig regime van die Assad en
die kindjes in die kampen daar. Ik heb dan ook prompt 25 euro gestort op 12-12.
Dat zal dien bandiet van een Assad leren. En dat het meteen een lesje weze aan
alle dictators ter wereld. t Kan te ver gaan dit is mijn laatste waarschuwing.
Het Heilig Paterke van Hasselt. Een kennis van een Limburgse kennis
die geheid bij een zware match van R.C. Genk een kaarsje aanstak voor het
Heilig Paterke, kaarsje dat bij een0-2
achterstand prompt gedoofd werd (zotte kosten). Of een andere goede vriend die steevast
op paasdag zijn pardessus (prachtig woord!) in de kast hangt om die er op
Allerheiligen weer uit te halen. De kou die zich schikt naar de kerkelijke
feesten.
Dat kunnen
geloven, onze meest verrukkelijke, liefelijke eigenschap.
Van een vriend een gouden tip gekregen van een boer die aan zijn serre asperges verkoopt. Aan een prijs beneden de Aldi en een kwaliteit boven den Delhaize.
Van februari tot juni (welke heilige is het ook weer die het einde van het feest aankondigt, De Heilige Aspergius?) verkrijgbaar.
Ik ken geen mens die geen asperges lust. Op alle mogelijke en onmogelijke manieren bereid.
En weer kom ik op een taalelement in die aspergecultuur.
Direct na deze Blog stuur ik een brief aan Mijnheer Van Dale. Met dringend verzoek een spoedprocedure te openen, om nog voor het eind van dit jaar een nieuw Nederlands woord in zijn Dikke op te nemen.
En dat woord is: BUSSEL, vrouwelijk, meervoud -s, voorbeeld: "een bussel asperges".Een verzameling van een welbepaald aantal asperges, samengehouden bij voorkeur met een sloddertouwtje, een elastiekje mag ook, maar een plastic zak is ten strengste verboden. En verpakt in een natte keukenhanddoek.
Een kind weet genau (ik zeg dat altijd graag in het Duits omdat dat nog genauer klinkt) hoeveel asperges er in een bussel gaan. Exact genoeg voor twee volwassen personen, zonder zich te overboeffen (volgende kandidaat bij Van Dale), toch lekker te kunnen dooreten aan deze hemelse groente (die wit ziet).
Een bussel peekes kan ook, een bussel prei kan ook, een bussel radijsjes ook, maar een bussel aardbeien of en bussel rode bessen... ge voelt het aan uw water, dat gaat niet.
Komaan Van Dale, niet zeveren. Bussel moet erin.
??? of vergis ik me, staat een bussel er al in... dan stuur ik natuurlijk geen brief.
Is het u
ook al opgevallen dat het woord wellevendheid of beleefdheid met de stille
trom uit de mode is geraakt ?
Niet dat
iedereen vandaag zo schofterig met mekaar omgaat, ik merk daar niet veel van inde dagelijkse omgang. Integendeel. Maar het
woord, de term het begrip doet het niet goed meer. Wordt te snel verbonden met
aangeleerde maniertjes, keurslijf, onnatuurlijk, iets van de bovenklasse. Puur
vorm zonder inhoud. Je mag het woord niet meer gebruiken. Zo levend kan taal ook zijn.
Nog zon
term was goede manieren, maar dat zette zich af tegen vuil manieren en dat
is weer iets geheel anders.
En toch
besef je soms hoe belangrijk en hoe aangenaam die "loze" vormen van wellevendheid
zijn. Ook in al hun formaliteit. Woordjes zoals sorry, dank u wel, graag gedaan
zeg je nooit teveel, ook als er niks te sorry, te danken of te niet graag gedaan
valt.
Doet me
denken aan een voorval, enige jaren geleden op een zonnige zondagmorgen op de
wekelijkse rommelmarkt aan het Vossenplein in de Marollen. Een feest voor het
oog, het oor, de geur, en uw psychisch welgevoelen.
Het is er
altijd heel druk en de rommelige terrasjes buiten voor de vele cafeetjes, zijn
overbezet. Kom ik daar aan, binnen speelde er een jazz, terras is vol, alleen
zie ik nog één tafeltje met vier stoelen waar een man alleen zit. Ik stel
beleefd de vraag, en heb de ijzeren plooistoel al in mijn hand, of het stoort
dat .. Heel normale beleefde overbodige vraag. Dat dacht je, antwoordt die
gast toch: Ja, dat het hem stoort.
Boenk,
patat, wat doe je dan?
Wij zijn
gewoon, zonder verdere uitleg, toch gaan zitten op die twee lege stoelen. Die
gast is woedend recht gestaan en heeft met duidelijk misprijzen het terras
verlaten. Zon boeren.
In mijn jonge jaren heb ik nog rechten gestudeerd. En in die tijd begon die studie met een bijzonder grondige kennismaking met het Romeins Recht. De Grieken waren dan wel betere filosofen, de Romeinen waren alleszins betere juristen en aanleggers van autostrades.
Romeins Recht, de dikste cursus die ik ooit van buiten heb moeten leren. Vandaag zo goed als alles vergeten, behalve dan pagina 1 van die wel duizend bladzijden.
Dat begon met een Latijnse spreuk: SUMMUM IUS SUMMA INIURIA
wat vrij vertaald betekent: hoe meer regeltjes je maakt hoe meer onrechtvaardigheid je schept. Gewoon omdat de wet, en dat is taal, onmogelijk de hele werkelijkheid kan vatten en dus zullen de slimmerikken altijd een slalom vinden om de wet te "ontwijken".
Héél juist, niewaar mijnheer John Crombez?
De eerder genoemde Frans de Waal geeft in zijn boek De Bonobo en de tien geboden, daar een uitstekend voorbeeld van.
Kun je nu één zinnige tegenwerping bedenken tegen de wellicht meest populaire morele regel (het komt dan nog uit de bijbel) de Gulden Regel: "En gelijk gij wilt dat u de mensen doen, doet gij hen evenzo" of: behandel mensen zoals jij graag zelf zou behandeld worden.
Simpel als bonjour, zou je zeggen. Maar dan haalt Frans de Waal dit voorval op:
Stel dat ik tijdens een conferentie een aantrekkelijke vrouw die ik nauwelijks ken naar haar hotelkamer volg en ongevraagd bij haar in bed duik, kan ik vrij goed inschatten hoe ze zal reageren (nvdr. natuurlijk zijn er uitzonderingen). Zeg ik haar dat ik gewoon bij haar doe wat ik graag zou willen dat zij bij mij deed, dan ben ik bang dat mijn beroep op de gulden regel weinig indruk zal maken.
Voilà, in
één zinnetje, de oorzaak van alle miserie op aarde, zo luidt het.
FOUT dus.
Het is niet
het geloof, het geloven in eender wat, in de God van de twaalf artikels, in de
God die wit op zwart niet kan bestaan of in den Beerschot die nog altijd een
wereldploeg is .
U gelooft
maar wat u graag gelooft en wat u goed uitkomt.
De echte
oorzaak van alle miserie ligt in een belendend pand van het geloof, en dat is
1. het
dogmatisme en 2. het messianisme.
Het Dogmatisme,
dat niet in staat is te luisteren naar tegenargumentatie, dat blind achter het
eigen (on)geloofstaat. Het kan gewoon
niet anders dan dat ik alleen gelijk heb.
Het Messianisme,
dat zich niet kan inhouden om het eigen geloof aan anderen aan te praten of op
te leggen. Het zich geroepen voelen om het eigen geloof te verspreiden.
Heel opvallend, zegt ook Frans De Waal, de
wereldbefaamde primatoloog (kenner van de wereld van de primaten/mensapen), dat
dit schadelijke dogmatisme en messianisme ook zo verbreid is binnen het
militante atheïsme, dat bijwijlen alle nefaste eigenschappen van een nieuwe
religie, de non-religie aanneemt. Hitchens, Dennett, Dawkins en al die andere.
ik geloof in u zoon, gij gaat het maken....?
Als we niet
meer mogen geloven, bijwijlen zelfs tegen beter weten in, dan geven wij een
belangrijk stuk van onze menselijkheid prijs.
Als ik zeg:
ik zie u graag dan bedoel ik: ik geloof in u.
De primaten
kunnen in aanleg zowat alles wij mensen kunnen, met uitzondering dan misschien
van dat ene: bewust geloven.
(°Düsseldorf 1929, Duits filosoof-socioloog, prominent lid van de Frankfurter Schule, notoir marxist atheïst)
Wij in het Westen hebben de zonde afgeschaft en de schuld in de plaats gezet
Mozes en zijn Tien Geboden als een nare, drie millennia oude nachtmerrie achter ons gelaten, het juk van het zondebesef afgeschud, onszelf bevrijd... Maar in de kortste keren onszelf opgezadeld met een door allerlei (linkse) profeten, zwaar ingewreven schuldbesef voor ongeveer alles wat er op deze planeet misliep, nog misloopt en zal mislopen.
- onze planeet die afstevent op een regelrechte ecologische ramp - een smeltende kap van het Noordpoolijs en een oprukkende woestijn - alsmaar dier- en plantensoorten die aan hoog tempo uitsterven - uitputting van alle natuurlijke rijkdommen - toenemende ongelijkheid onder de wereldbevolking - honger, oorlog, ziekte, aids, kindersterfte, armoede, onderontwikkeling, uitbuiting
allemaal onze, nee allemaal MIJN schuld. Veroorzaakt door mijn mateloosheid.
Als we een beefstuk eten zijn we kannibalen, dierenbeulen als we op reis gaan neemt onze ecologische voetafdruk schrikbarend toe wie haalt nog zonder achterdocht zijn wagen uit de garage, fijn stof weet je wel en wat daar allemaal gebeurt in Afghansitan, Syrië, Mali en de rest van de wereld of in Borgherhout, Anderlecht of in die moskeeën...
We hebben het allemaal aan onszelf te wijten.
De meest alledaagse bedelbrief begint steevast met een aanval op mijn gerust geweten: "geef Anoushka nieuwe ogen" of "bezorg Kevin ook een communiefeest"
En dan vraag ik mij af: maar wat heb ik dan misdaan?
een oplossing voor ons verdriet...
En soms krijg ik heimwee naar "een ouderwetse goede biecht" waar, tegen een kleine penitentie, al die schuld in vijf minuten van mij werd afgewassen...
Hadden we nog maar onze vertrouwde zonden tegen de Tien Geboden waartegen we bewust konden zondigen (6de en 9de gebod... het was nog plezant ook).
A propos...: heeft u uw schuld al betaald aan die vluchtelingen in Syrië?
Nee? Koop u dan zo rap mogelijk vrij via de actie 12-12, en doe een forse storting.
Vraag is alleen, wat is "fors" , voor hoeveel is mijn schuld ingelost?
Het is weeral even geleden dat ik nog eens uit mijn Dikke Ik mocht putten. Het Dikke Ik is, zoals ik eerder zei, een verzameling van mini columns van lezers maar nog meer van lezeressen, in het NRC Handelsblad. De heerlijke kunst van "het kort houden". Stilletjes aan tijd dat ik jullie nog eens zo'n amuse offreer.
TROUWENS
Een man een een vrouw ontmoeten elkaar in de supermarkt. Ze wisselen enkele wederwaardigheden uit over de vakantie en de man vertelt iets over zijn kinderen. "Wonen ze bij jou of bij hun moeder?' 'Bij mij,' zegt de man. 'Hun moeder trouwens ook.'
Hoezeer ik mezelf ook taalminnaar durf noemen, ik houd van taal en van mijn taal in het bijzonder, toch laat mijn Nederlands hier een groffe steek vallen.
Stom, daar waren we het in onze vorige blog al over eens;
Maar nu heeft STOM in het Nederlands nog een tweede betekenis: een mens die het gebruik van zijn stem moet missen wordt ook STOM genoemd.
De Stomme van Portici, alhoewel die een hele opera volzong en na afloop een revolutie ontketende.
En als je tot overmaat ook je gehoor moet missen, ben je doofstom.
Twee keer STOM dus, normaal dat je die twee betekenissen met mekaar in verband brengt.
En hier maakt onze taal een lelijke uitschuiver: het zou erop lijken dat iemand die weinig of niet spreekt per definitie een stommerik is, terwijl het tegenovergestelde net het geval is.
De echt stommerik is doorgaans heel goed ter taal en wil ook de hele tijd aan het woord zijn. Dat is pas echt een blijk van stommigheid.
Vraagje: zou iemand die heel de tijd blogs zit te schrijven dan ook stom zijn?
Is het u ook al opgevallen dat onze zoete Nederlandse taal erg selectief is met het bedenken van synoniemen voor bepaalde begrippen?
Dat valt het best op met de woorden SLIM en DOM.
Voor het begrip SLIM is de keus haast onuitputtelijk: intelligent, verstandig, intellectueel, erudiet, geleerd, onderlegd, doorgestudeerd, beslagen, ervaren, pienter, knap en zoek zelf nog maar wat verder.
En voor het begrip DOM zijn er slechts twee synoniemen: en dat zijn: (klinkt met mooist in dialect) STOEM en LOEMP en die betekenen dan alle drie nog hetzelfde.
Hoe zou dat komen? Zijn er zo oneindig veel soorten slimmerikken en is er maar één soort dommerikken? Of hebben we voor dom geen synoniem vandoen: omdat bijna altijd dom, stoem en loemp in één persoon verenigd zijn?
Vergis u nu evenwel niet bij het definiëren van die twee adjectiecven. Want je zou zo zeggen dat slimme mensen per definitie het altijd juist weten. Want als je fout zit kun je jezelf toch moeilijk slim noemen
Drie vraagjes in dit verband:
1. Waarom kunnen slimme mensen zo grondig van mening verschillen? Zijn er dan valse slimmen? 2. Waarom zijn al die slimmerikken, als ze het toch zo zeker weten, dan niet zo rijk als de zee diep is? Why are'nt you rich? 3. En waarom komen zowel de slimmen als de dommen zeer vaak tot hetzelfde inzicht? (bijv. het is heel erg gesteld met "den Beerschot")
Komaan, wie bedenkt er voor de stommen ook een paar nuancerende synoniemen?
Velen onder ons stellen zich die vraag in deze tijden van oranjegekte.
of......
Laat nu nog in het midden de voorkeur die je zou willen geven aan de
Nederlandse of Belgische variant van de monarchie, die keus lijkt me niet zo
moeilijk,
maar de vraag is of de erfelijke monarchie, zoon volgt automatisch vader
op, in deze tijden van emancipatie, nog wel strookt met het democratisch
ideaal?
Op eerste zicht: NEE dus, er is geen enkele verdienste aan om de zoon
van je vader te zijn, dus om koning te worden wordt geen enkele verdienste
vereist. Dus leve de republiek waar wij om ze zoveel jaar de ene president naar
huis kunnen sturen en een andere kiezen.
Op tweede zicht
En deze theorie lees ik niet uitsluitend bij vlaggetjes zwaaiende
royalty fanaten ..
Het valt amper tegen te spreken dat zowel België als Nederland een
volwaardige republiek zijn met een koning.
En waarom zouden we dan nog zon koning onderhouden?
Dubbele redenering.
1.De koning dan als
het snuifje magie waaraan een gortdroge republiek nood heeft. Kijk maar naar de
nostalgie van de Fransen naar een heuse koning. Eigenlijk zou je de koning een
soort nuttige nationale mythe kunnen noemen. Een soort (uitgevonden) verhaaltje
waarin de natie zichzelf herkent. Een stuk verenigende symboliek die op gepaste
goede of slechte tijden kan worden bovengehaald.
2.De koning die staat
voor een bepaalde kijk op het samenleven. Waar de democratie neerkomt op een
strijd op leven en dood tussen politieke partijen, het tegenstrever/vijand
model, corrigeert de monarchie dit model. De monarchie, in principe niet
gebonden aan een politieke richting, denkt niet in termen van tegenstrevers,
maar compenseert de splijtende krachten van politieke vijandschappen en het
denken in conflicten en groepstegenstellingen.De monarchie die denkt in termen van het goede samenleven.
(ik zet deze alinea's in een kleiner lettertype omdat niet meer dan een opinie van mij is...)
Heel opvallend in het debat zondag ll. op de Zevende Dag hoe radicaal
alleen de twee nationalistische partijen de monarchie afvallen. Zowel aan
functie 1 als functie 2 hierboven hebben zij geen boodschap. Integendeel, zij
willen het einde van deze natie, zij willen vooral af van die Franstaligen, en
zij hebben geen boodschap aan een pacificatiemodel. Een op de spits gedreven wij-zij
denken.
Alles staat of valt natuurlijk met de persoon van de monarch, maar
daarover hebben wij in de Lage Landen en ook niet in de Noord Europese landen
alvast weinig reden tot klagen. Maar in de zienswijze van de nationalisten
maakt dat weinig verschil. De nationalist kan niet buiten zijn basaal
wij/zijdenken. Er valt niet te
pacificeren.
Maar ik laat mijn bezoeker vanzelfsprekend de volle vrijheid om daar anders over te
denken .
Vorig jaar, toen de aarde nog opwarmde, ging ik fietsen in Klein Brabant. Ik had mijn auto geparkeerd voor de kerk van Breendonk.
Mooie parking en in de schaduw, wat wil je nog meer? Nog meer? Ik stond met
mijn auto oog in oog, aan de voet van een flink uit de kluiten gewassen beeld
vanJezus Christus. Ik liet ik dus mijn
auto achter in uitstekend gezelschap .
Bij mijn terugkeer valt mij op de sokkel van dit beeld een
meer dan opvallend opschrift op. Men kan daar nu van alles opzetten, Christus
Vincit, Dominus vobiscum, Heilig Hart van Jezus bescherm onze gezinnen ofiets vinniger Jezus keer terug want ze hebben
u slecht begrepen ( parafrase op het bekende: Lenin reviens, ils sont devenus
fou). Nee, Breendonk gooit
het radicaal over een andere boeg. Daar staat, kort en krachtig GIJ AAN ONS, WIJ
AAN U.
Dat is noch min noch meer een totaal nieuwe visie op God. Een soort new deal
met God. Denkend aan de uitdrukking: nu ist aan u, of nu ist aan mij. Dat is
het vastleggen van een beurtrol. Je moet er maar op komen. Gij aan ons, en dan
wij aan u. Op voet van gelijkheid dus. En nu ist aan God.
In Breendonk hebben ze geredeneerd: dat is nu
lang genoeg een eenrichtingsverkeer geweest, wij maar die God de wolken in
prijzen, op ons knieën zitten, wierook en kaarsen aansteken,en hij die nooit iets van zich laat horen.
Laat ons nu eens goed afspreken, zegt men op die sokkel in Breendonk. dan
zullen we eens zien hoe lang dat die God zich nog van de stomme kan houden.
Maar wij, in Breendonk, vinden nu dat wij al genoeg voorschotten hebben
betaald, nu ist echt aan U. God, t is aan u!
Maar dan heb ik dat beeld eens goed bekeken. Die Jezus van Breendonk. Als ze
het daar moeten van hebben Zon bleekschijter, er kan geen lachje van dat
uitgestreken gezicht af, gegarandeerd nen homo, ik vermoed zelfs een
seropositieve. Zo triestig dat hij daar op zijn sokkel staat.
Voor een new deal moet je inderdaad met twee zijn, en daarom
heb ik er met die sokkelgod (eigenlijk een sukkelgod) van Breendonk geen goed
oog in.
Gij aan ons allez God, begint eraan zou je willen zeggen.
Ik heb hier een mooie quote van David Brooks, (°1961, jood, politiek en cultureel commentator bij The New York Times en bij de National Public Radio, senior editor bij The Weekly Standard enz.)
David schrijft :
Wijsheid is het vermogen om in te schatten wanneer je moet vechten en wanneer je moet aanvaarden.
Heel mooi, heel wijs, heel juist, maar - wat koop ik daarvoor? - de vraag is of daarover wel iets in het algemeens te zeggen valt? (nooit of te nimmer doet eenzelfde situatie zich twee keer na elkaar voor, elk probleem krijgen we als het ware voor de eerste keer zo gesteld)
Over en rond dat onderwerp verscheen en verschijnt een vloedgolf aan publicaties, en allemaal komt het, naar mijn aanvoelen op hetzelfde neer: mensen die het wegvallen van de zekerheid van het geloof (eender welk geloof) willen vervangen door een nieuwe bijbel... een zekere bron waar ik De Weg, De Waarheid en Het (goede) Leven op het spoor kom.
En toch... denk ik, is het redelijk eenvoudig, Als je ervan overtuigd geraakt dat in het leven, en in feite in alles wat je doet, DE WEG HET DOEL is.
De grote camino van het leven, niets is zonder zin, alles wat gebeurt en mij overkomt, was of is er nodig om te worden/zijn wie ik ben. Niks is umsonst. Alleen als we het opgeven met stappen, met proberen, als we het opgeven lering te trekken uit het afgelegde parcours, dan is alles verloren.
Dus morgen, met goede moed, weer verder op stap en we zien wel. En vergeet Compostella. Goede reis.
Begin deze week moest ik op bezoek bij mijn huisarts. Zonder afspraak, 'maar kom zo laat mogelijk, dan is mijn wachtzaal leeg'. Dus ik daarheen tegen 12 uur, die dokter was al bezig van 8 uur.
Lege wachtkamer, vergeet het. Eén kortgerokte Vlaamse met pc op de schoot, en de rest van het lokaal gevuld met half Turkije. Een getaande middle-ager die geen ogenblik zijn I-pad lost, twee vrouwen van onvaststelbare leeftijd want in pakken textiel gehuld, en twee kleine dreumesen die het voorhanden zijnde speelgoed testen op zijn duurzaamheid. (geen paniek, dit wordt geen racistisch stukje)
Als die allemaal nog voor mij moeten passeren...? maar geen nood, eerste die korte rok met pc en kort daarop mocht "de volgende" binnen. En toen stond die hele Turkse groep en bloc op en schuifelde het kabinet binnen. Verrassend kort daarna stommelde die Ottomaanse cohorte al naar buiten en was het alweer aan de volgende, aan mij dus.
brave mensen
Bij de dokter even over mijn mede-patiënten gepraat. Het waren goede bekenden van de dokter. Volgde het verhaal van die brave mensen.
Die familie had eerst enkele jaren in Londen gewoond, de man sprak naast het Turks een mondje Engels, maar geen gebenedijd woord Nederlands. Toen ze naar hier kwamen lieten ze nog zijn en haar ouders overkomen.
Twee verhalen. Eén heel mooi, het tweede ronduit zorgwekkend.
1. Nu kwamen ze voor de kleinste die een blaasje op zijn tong had. Maar dat is voldoende opdat de hele gemeenschap een halve dag richting dokterswachtkamer uitrukt. In die gemeenschap word je nooit aan je lot overgelaten. De gemeenschap draagt de enkeling, ook al is dat een peuter van drie of een klomp grootmoeder van 88. Jouw lot, jouw wedervaren treft ons allemaal tegelijk. Dus dokter, hier zijn we weer, deze keer met onze kleinste.
2. Ze wonen daar met heel die sibbe in een klein huisje en buiten het mondje Engels van onze I-padder heeft niemand daar ooit iets anders gehoord en gesproken dan hun Turks. Als die kinderen naar school moeten hebben die tot dan nooit een woord Nederlands gehoord. Kans-loos. Om van die ouders en schoonouders nog te zwijgen. In het dokterskabinet wordt met handen en voeten gecommuniceerd.
Migratie, integratie, hoofddoeken, multiculturaliteit, discriminatie, racisme, uitsluiting, OCMW, aanzuigeffect.... een fel maatschappelijk debat waarover iedereen, in al zijn abstractie, een heel helder en nog simpeler idee heeft (niet nodig er iets van te weten dus om er iets van te vinden....). Tot je op het terrein, in een dokterskabinet, de werkelijkheid proeft, en dan is het allemaal een stuk minder evident om een simpel idee te hebben.
Christiaan Weyts (°Leiden 1976) is een Nederlands literatuurwetenschapper, schrijver, literair cirticus, columnist. Met naam.
Voor deze blog ga ik even bij hem langs. In zijn wekelijkse column voor De Groene Amsterdammer (14/4) vertelde hij van zijn belevenissen toen hij op pad moest voor een nieuw brilmontuur. Geen simpele zaak vandaag, zo blijkt uit zijn verhaal.
Want wie bril zegt zegt mode. En nog wel gepersonaliseerde mode. Het is niet van: "kijk, dat is nu DE mode", nee, die bril moet samengaan met de persoonlijkheid die je wenst uit te stralen. Uw bril is uw eerste en meeste directe public relations agent. Je zou haast zeggen: een bril is geen accesoire van het gelaat, maar haast een remplaçant ervan. Dus uitkijken is de boodschap, één onachtzaamheid en je zit 30 jaar abuis.
Christiaan Weyts is schrijver en moet regelmatig met een foto op de achterflap van zijn boeken. 'En bij de pr-afdeling van de uitgeverij vinden ze dat een bril me intelligenter maakt. Maar even onverbiddelijk is dan ook het omgekeerde waar: zonder bril....' Het is zoals met een pet. Als iemand een pet draagt, ziet hij er meteen ook een stuk dommer uit. Met een pet en een foute bril zit je zo bij André Van Duin.
kijk, dat is wat ik bedoel
Een verrassende gedachtensprong maakt Christiaan als hij ineens moet denken aan een vriend van hem die onlangs schoenen op maat liet maken in Italië. Daar instappen voelde volgens hem net alsof je met een vroegere vriendin neukt : je glijdt er zo in... Wel, met een oud brilmontuur is dat ook zo een beetje, elk montuur is een madeleine. Doe dus nooit oude brillen bijn het vuilnis.
Morgen krijgen we 23 graden (boven nul voor alle duidelijkheid). Geen dag te vroeg, zou ik zo zeggen, nu we al zes maand in een ijzige winter zitten. En al zes maanden geen fiets meer hebben aangeraakt (behalve die ene keer dat mijn neus er haast afvroor)
BSWV-er in volle actie
Dus had ik me eerder deze week laten overhalen om, ten arren moede, over te schakelen op de BSWV (de binnenhuis-slecht-weer-velo). Altijd zielig gevonden dat hometrainer gedoe, maar ja, nu was er geen ontsnappen, mijn partner had dat toestel helemaal gebruiksklaar gemaakt. Op een schermpje kon je alles zelf instellen: bergop, rugwind, snikheet, u doodtrappen of zomaar wat peddelen, en hoelang je zinnens was die gekte vol te houden. En dat werd dan allemaal geregistreerd: de afgelegde afstand, uw gemiddelde snelheid, pedaalslagen per minuut, het aantal bezochte cafés, tot en met uw verbruikte colorieën en het gedrag van uw hartslag.
Maar, had ze mij gezegd, je moet die fietstijd met blik op oneindig wat opvullen, opvrolijken. Een goed boek bijv. of het nieuwe nummer van De Groene Amsterdammer dat net binnen was, of zelfs kon ze mijn Samsung tablet op het stuur monteren.
Ik koos voor mijn oudste liefde : de muziek. De juiste muziek zou mij niet alleen in de goede stemming maar in het aangehouden passende tempo brengen en houden.
Lag daar toevallig naast die BSWV een cd met pianomuziek van Bach. En dan nog wel zijn Goldberg Variaties, en je gelooft het niet, maar ook uitgevoerd door de fabuleuze Canadese pianist Glenn Gould (1932-1982). Sedert jaren onbedreigd nummer 1 op mijn privé top-100.000.
Dus voor de eerste keer in mijn leven heb ik op deze muziek gefietst.
JE WEET NIET WAT JE MEEMAAKT.....
Je start heel zachtjes op het eerste exposé van het thema, een ruggengraat-martelende sarabande, gestreeld onder de vingers van Gould, gevolgd door 30 korte variaties op die aria waarbij deze muziek bij momenten dit ondermaanse verlaat en de allerhoogste sferen van geestelijk genot frôleert. Om de 32ste keer terug thuis te komen met een simpele herhaling van het thema.
Bach, maar nog veel meer die duivelse Gould, gaan met je aan de haal. Je probeert met je pedalen al die variaties bij te houden en die partituur, bij manier van spreken, een stukje zelf te vertolken op die stomme fiets. Muziek maken op een (stilstraande)fiets. Het kan.
Een totaalervaring.
Gewoon een goede raad: ga naar YouTube, tik in Bach-Gould-Goldberg en laat u meevoeren. En doe het liefst op een hometrainer want in het echt rijd je je gegarandeerd te pletter....