Wondermooi sprookje dat dit jaar zijn 150ste verjaardag viert. Het is eens iets anders dan 14-18 en The Last post.
Kan vandaag nog iemand van een Wonderland dromen terwijl dat in 1865 dagelijkse kost was? Zorgde de afgelopen eeuw niet voor één lang ontluistering (Entzauberung) van de werkelijkheid? Alles is wat het is en je moet daar niet teveel bij-bedenken. Wij zijn zo ontwikkeld dat wij geen blaaskens meer nodig hebben.
Tiens?
Als ik al die mensen zie die zich opwinden rond een sportgebeuren, rond die god-verwendemultimiljonairs uit het grote voetbal, op de weides van al die festivals, bij het wedervaren van de Thuis- Familie- Kampioenenpersonages,allemaal gebeurtenissen waar NIETS is wat het is. Waar de kijker, luisteraar, supporter, lezer meegetroggeld wordt in een sprookje dan denk ik dat er vandaag meer dan ooit van alles en nog wat wordt bij-gedacht.
Soit. Geen man overboord. Beter dan vechten en doodschieten.
Dus Wonderland is nog altijd niet gesloopt, en vrij toegankelijk voor de liefhebbers. Twee principes: 1. je moet er onvoorwaardelijk in geloven en 2. Iedereen heeft recht op zijn Wonderland.
En geven we dan maar ruimhartig toe dat IEDEREEN (dus ook Paus Frans, premier Michel, Guy Cassiersen Marc Coucke) zijn sprookjesland cultiveert. Ze doen maar.
En ikzelf natuurlijk op de eerste plaats.
Alleen, mijn sprookjesland durft nogal eens variëren. Ik ben nogal rap uitgekeken op het voorlaatste sprookjesland. Maar voor vandaag weet ik het zeker: ik zit in het sprookjesland van een dik boek dat ik op mijn verjaardag cadeau kreeg en waar ik nu eindelijk aan het lezen toe ben.
De bestseller van Michael Pye: Aan de Rand van de Wereld -Hoe de Noordzee ons vormde. Michael Pye is een Brits historicus, journalist, schrijver en omroeper. In dit boek heeft hij het over een periode van 1000 jaar in de geschiedenis waar de meeste niet doorgestudeerdehistorici menen dat er eigenlijk zo goed als niets gebeurd is.Hij schreef een boek over de periode tussen de jaren 700 en 1700.
Vraag aan een doorsnee ontwikkeld mens één historisch feit te noemen tussen Julius Caesar en de Franse Revolutie dan zal hij het moeilijk krijgen (een NVA kiezer heeft gelukkig nog de Guldensporenslag daartussenin). Wel, ik ben dus aan de hand van de rasverteller die Pye is, verdwaald in dat millennium. En de attracties rijgen zich meer dan 400 paginas aan elkaar.
Eén citaat, en koop daarna dat boek maar.
Pye centreert, heel origineel, zijn verhaal niet rond de Middellandse Zee maar rond de Noordzee. De zee die ons vormde. Het is natuurlijk een redelijk Brits uitgangspunt. Maar in dat verhaal krijgen bijv. de Noormannen, de Vikings dus, een grote rol. Woestaards, rovers, koene zeevaarders, lepe plantrekkers, we gaan met die gasten mee op stap. Ik ga er niet op in, lees gewoonHoofdstuk 3. De wereld van de Sagen.
Wel haal ik graag één verhaal aan.
ik lees daarin dat ene Leif, zoon van Erik de Rode, een Groenlander ,rond het jaar 1000 met drie schepen door de Noordelijke winden en in de dikke mist op drift was geraakt, en na lang dolen plots op onwaarschijnlijk witte stranden stootte. En toen zijn slaaf Tyrkir iets dieper het land was ingegaan stootte die op druiven en wijnranken.Ze noemde het land dan ook Vinland, maar hadden geen benul waar ze dat land op de kaart moesten zetten. Alleen stootten zij ook op nog woester (dan zijzelf) uitziende inboorlingen, die zich bijzonder agressief opstelden tegenover deze nooit geziene bezoekers. Een soort half mensen. En zo agressief en zo niets ontziend, dat deze woestelingen het er hooguit 10 jaar hebben uitgehouden en dan met hun Noormannenstaart tussen hun Vikingbenen zijn gaan lopen.Ze hadden alles getrotseerd, maar dat was er nu zelf voor een Viking iets over.
Vijfhonderd jaar voor Columbus was een handvol Vikings op hetAmerikaanse continent geland.
Vinland, waar ze plots wijnranken vonden.
Van zon verhaal geniet ik evenveel dan mijn kleinzonen van een wereldgoal van Messi.
Het zijn heftige dagen. En zolang in de Franse bossen nog twee bandieten rondzwerven met zwaar geschut en Allah bij de hand, is geen zinnig mens zijn leven nog zeker. En onze cultuur zwaar bedreigd.
Over heel de beschaafde wereld (ik heb nog geen Charlies gehoord uit China, Singapore of Mexico) put men zich uit in het samenkomen om rouwend te protesteren en zichzelf tot Charlie uit te roepen. In Frankrijk moet deze maand de Marseillaise zeker bovenaan in de Top10 van de maand komen.
Op de Place de la République met z'n 10.000 (Rijkswacht 1500) de Marseillaise zingen. Als dat geen statement is.
Het is en blijft natuurlijk Grave wat daar die 7 januari op de middag gebeurd is.
En toch
Welke de omstandigheden ook zijn, dit mag ons niet beletten elke redelijke reflectie die tegen de mainstream ingaat, een kans te geven. Dat is in concreto ook de vrije meningsuiting, waarover het allemaal ging.
Ik denk dat ik, als Opus1932 dat aan mezelf verplicht ben.
Zoals mijn bedenking in mijn vorige post . ons blad hangtgeen enkele ideologie aan, ons gaat het er enkel om wekelijks een bepaald soort humor te debiteren. Een soort gedrukte stand-upcomedian. Het is immers maar om te lachen. En daar moet men maar tegen kunnen, ook als jouw smaak niet de onze is. ?????
Of die bijzonder leerzame Reyers Laat van 7 januari waar Mia Barones Doornaert en Bart De Wever het woord kregen, moedig opgevangen doorMeyrem Almaci en Alex Agnew. Heel leerzaam, en wat mij betreft een verscheurend discours. Iedereen heeft het bij het rechte eind maar ze spreken mekaar diametraal tegen.
Ik onthoud bijv. de De Wever metafoor van onze Westerse Beschaving die zich enkele decennia uitputte om zijn gehele software te deleten, zodanig dat wij nu enkel met een goede geoliede hardware overblijven. God is dood, en de rest ook, het komt er allemaal niet meer zo op aan als de economie maar draait of herneemt. Dat is de grote lege doos die de massaal ingestroomde nieuwe Belgen, hoofdzakelijk van Islamitische huize, hier aantreffen. En wie denk je, vraagt Bart zich af, dat vandaag nog in staat is die lege doos op te vullen?. Gelijk wij aan zelfvernietiging hebben gedaan .
U wist het (of niet) maar ook deze OPUS1932 kent zon kritische Blog-watcher die mij heel regelmatig terug bij de les haalt en vaak de levieten leest. Geven we de man de denkbeeldige naam van Walter. Een zekere Walter dus. Walter is, dat wil ik toch meegeven, van een tot op de graat betrouwbare sociale insteek.
Ik citeer nu uit een mail van Walter van 8/1:
Dag Herman,
De koele cijferaar in mij wordt weer wakker. Gelukkig heel wat minder gevaarlijk dan die koele moordenaars die misschien beter eerst eens naar deze cijfers hadden gekeken.
Normale oplage Charlie Hebdo: 45.000 ex.
Aantal Fransen: 66.000.000
Ong. 0,07% van de Fransen koopt dus het blad
Als we het beschouwen als een Parijzerfenomeen:
Aantal (Groot)Parijzenaren: 11.000.000
Ong. 0.41% van de
Normale oplage t Pallieterke: 18.000
Aantal Vlamingen: 6.410.000
Ong. 0,24% van de
Oplage (= max. aantal kopers) is niet gelijk aan aantal lezers (wat dus meer zal zijn).
Vermits we volgens Charlie Hebdo met alles moeten kunnen lachen (hierin treed ik ze bij, alleen wil dat niet zeggen dat ik met alles kan/moet lachen): die percentages lijken me wel de rente op spaarboekjes
Dag Allemaal haalt 4,92% (zonder commentaar, maar zo een spaarboekje zou ik wel willen).
Je zou soms zeggen: je moet niet argumenteren, je moet niet discuteren, kijk gewoon naar de feiten, die kunnen niet liegen. En trek dan zelf de conclusies die voor de hand liggen. Het was de Engelse filosoof John Locke die voor die opvatting de term Empirisme algemeen gangbaar maakte.
Dus de feiten en niets dan de feiten. We zullen eens proberen of dat vandaag ook nog telt.
TWEE FEITEN.
FEIT 1: In de luwte tussen kerst en Nieuwjaar moest in Frankrijk de socialistische president François Hollande met de staart tussen zijn rode benen zijn uitgebazuinde taks op de superrijken intrekken. Bleek dat deze taks in het voorbije jaar amper iets had opgebracht. Die superrijken zaten inderdaad niet op mijnheer Hollande te wachten.
Conclusie. - Ah, nu is het toch duidelijk wat een paljas die Hollande is en het is meteen ook duidelijk dat dat hele socialistische (lees communistische) discours helemaal niet klopt. Rood staat, als dat nog nodig was, weer eens in zijn blootje.
- Ah, nu is het toch duidelijk, en het is nog vele erger dan je had durven verwachten: die graaizucht van superrijken kent gewoon geen grenzen. Met alle middelen (ontwijkende en ontduikende) zullen ze de lasten van de gemeenschap van zich afschudden en zoals steeds op de kleine man afwentelen. Doorgaan tot we ze echt te pakken krijgen.
Feit 2. Ik krijg regelmatig van die glossy brochures in mijn bus, mij toegestuurd door heel ernstige financiële instellingen die zich specialiseren in het begeleiden van de belegger. In hun luxueus gepresenteerde jaarverslagen doen ze verslag hoe goed ze er het voorbije jaar weer in geslaagd waren hun klanten nog rijker of minstens minder arm te maken/houden. De pijl op hun grafieken staan altijd schuin omhoog. Alleluja. Maar het had nog beter gekund, lees ik in een bijgaand artikeltje, als wij in dit land niet zon wispelturige, hebzuchtige, onberekenbare overheid hadden die om de haverklap, als het hun uitkomt, de spelregels naar hun hand zetten. Voorbeeld van dit jaar: de door ons ineengestoken successieplanning ligt zwaar onder vuur en werd hier en daar serieus kort gesloten.
Conclusie.
- Ah ja, nu zie je het zelf hoe onbetrouwbaar de politiek kan zijn, vooral hoe gulzig onze overheid is. Die mannen ontzien niets of niemand om toch maar meer geld uit de zakken van de hardwerkende burger te halen. De spelregels veranderen, wie doet dat nu? Ja, onbetrouwbare mensen doen dat. Gelukkig hebben we (de kiezers van 25 mei) die Crombez een rode kaart gegeven. En hebben we nu een NVA-er op die plek en kan die een en ander rechtzetten.
- Ah ja, die mijnheer Crombez, van welke partij hij ook moge zijn, was goed bezig. Je ziet wel, fraudebestrijding, daar was hij voor betaald, je leest het nu zelf in die brochure dat hij ze te pakken had met hun dure vluchtroutes, om toch maar niets te moeten meebetalen en alles af te schuiven op mensen die geen successieplanning nodig hebben.Het is zoals in Frankrijk, die superrijken hebben nooit genoeg. Crombez, reviens.
En dat dat empirisme niet deugt... daarvoor vandaag nog eens een bewijs.
De Feiten.
En dan, het griezelige nieuws uit Parijs over het gebeuren op de redactie van Charlie Hebdo. 12 doden, daders voortvluchtig. Allah Akhbar.
Hier zijn de feiten toch te klaar om niet tot een unaniem besluit te komen.
Dat dacht je dan maar.
Conclusies.
- En toch blijf ik erbij dat die mannen niet goed bezig waren omdat zij duidelijk provoceerden om te provoceren, en dat ze nu kregen waar ze heel de tijd om vroegen. Dat. Het is in feite een geval van justice immanente zoals Leonard het zo mooi uitdrukte. Dat kunde toch weten.
- En toch blijf ik erbij dat die mannen juist heel goed bezig waren omdat zij de moedige bakens waren van een vrije pers en de vrije meningsuiting, recht dat zelfs moet stand houden in geval van provocatie. Dan juist. Dat is nu een klaar geval van martelaarschap voor de heilige zaak van: la Laïcité.
Natuurlijk heb jij je mening, en daar valt weinig op af te dingen.... .... dacht je.
ps.... vanmorgen gehoord op TV, een (overlevende) medewerker verklaart dat Charlie Hebdo in se geen enkele ideologie aanhangt, voor niks opkomt en dat zij met hun blad en vooral met hun cartoons geen andere bedoeling hebben dan het plegen van een speciaal soort humor. Het is dus, als ik het goed begrijp, "allemaal om te lachen". ik vond het gisteren alleszins "niet om te lachen". Dat is ook "een feit".
Nog heel even doorgaan op de eindejaarssfeer en dan stoppen we er echt mee.
Over de techniek van het cadeautjes geven.
Op de keper beschouwd is het een mooie traditie om, bij bepaalde gelegenheden, mekaar cadeautjes te geven. Kerst en Nieuwjaar zijn daarvoor bijzonder geschikt, de mensen zijn in the good mood. en de middenstand pikt ook nog een graantje mee.
Maar je hoort het vaak: wat moet je de mensen nog geven, ze hebben alles ? En als ze het niet hebben kopen ze het zelf.
Ik vind, maar sommigen zullen dat niet vinden, een boek, à la limite een boekenbon, meestal een goede oplossing. Beide hebben ze hun voor- en nadeel.
Met een boekenbon kun je je niet vergissen, de man of vrouw kan zelf kiezen. Je schenkt dan gewoon de aanschafwaarde van het boek. Eleganter dan centen.
Maar als je een bepaalde titel durft geven dan zie ik toch een meerwaarde. Het is een gift met een supplément dâme. De gever schenkt hier bovendien de inhoud, de ideeën, de schoonheid van dat bepaalde boek. Meestal maakt hij de redenering: ik vond dit boek zo geweldig, en ik zou heel graag dat gevoelen met jou delen. Dat is inderdaad een serieus supplément dâme.
Natuurlijk kan dat eens tegenvallen, En wat dan nog? Ik apprecieer vooral de inspanning die de gever doet om een soort intellectueel contact te leggen. En dat is met geen geld te betalen.
Ik kreeg voor mijn verjaardag een boek dat ik helemaal niet kende: Van de Engelse auteur Michael Pye: Aan de Rand van de Wereld. Hoe de Noordzee ons vormde. Ik ben sedert enkele dagen in die 400 bladzijden gedoken en eerlijk, de geefster (mijn schoondochter) moet me heel goed kennen want dat is voor mij puur van-de-wereld-lectuur.
Ik had voor mijn verjaardag nog een ander boek cadeau gekregen. Een roman. Fictie dus. En niet de eerste de beste: Lichtjaren van James Salter, een de wolken in geprezen boek. Vermoedelijk de beste roman van dit jaar recenseert HP/De Tijd.
Dus, ik ben dan niet zon romanlezer, maar als ik er een lees, dan graag de beste van het jaar.
Moedig de eerste zin aangevat: We zwepen de zwarte rivier, zijn zandplaten glad als steen. Geen schip, geen schuitje, niet één schreeuw van wit.
Ja, dat zal seffens wel duidelijk worden, denk ik, en lees moedig verder. Tot ik, drie weken geleden, zij het moeizaam, vijftig van de vier honderd bladzijden was opgerukt, en daar op p.48 weer zon halve bladzijde als deze uitkom (ik doe de moeite ze over te tikken)
De volmaakte dag begint als de dood, in het beeld van de dood, in diepe overgave. Het lichaam is zacht, de ziel is haar weg gegaan, met alle energie, zelfs de adem. Er is geen kracht meer tot goed of kwaad, het lichtende oppervlak van een andere wereld is nabij, omsluit je, de takken van de bomen trillen buiten. s Morgens wordt hij langzaam wakker, alsof zonlicht over zijn benen strijkt. Hij is alleen. Hij ruikt de geur van koffie. De taankleurige vacht van zijn hond drinkt het brandende licht in. Als de dag zich wil ontplooien, moet die in zijn blauwheid, zijn immensiteit, de samenzwering verbergen waar hij van leefde, verbergen maar ook omsluiten, onzichtbaar, als sterren in de lucht van overdag.
En dan herneemt het verhaal.
Ik ga nog eens rap kijken, ja 397 bladzijden, ga ik dat volhouden? vraag ik me af.
Misschien eerst de vraag beantwoorden: ben ik nu zon slechte lezer geworden (altijd geweest?), of is mijn geest zodanig vergiftigd door een overgecultiveerd rationalisme? (waar zouden de takken van de bomen anders trillen dan buiten?)
Ik besef het natuurlijk wel: te lang geen moderne roman gelezen. En dus raak je al snel de draad kwijt als je de afspraken niet kent, als binnen eenzelfde hoofdstuk (al blij zijn als er hoofdstukken zijn) op dezelfde pagina, zonder enige overgang (al blij zijn als er alineas zijn) twee totaal vreemde, niets met elkaar te maken passages in elkaar overvloeien. Soms zit daar gemakkelijk 50 jaar tussen of springen we, zonder gedoe, over vanhet Louvre naar een dompige scène in een hoerenkot in Bangkok.
Moet kunnen.
Maar ik moet ook nog mee-kunnen, denk ik dan.
Toch lees ik moedig door.
We spreken ons nog aan pagina 397. Dacht ik.
Naschrift: aan pagina 198 heb ik, kort voor Nieuwjaar, heb ikhet boek voor goed opgeborgen. Ik was totaal de draad kwijt en wist bij benadering niet meer wie wie was. Shame on me.
Toch benieuwd waar ik de afslag miste, of waar zij een andere straat insloegen.