Reis Italië : dag 7 - Hele dag rijden naar Venetië - Opgelet voor oplichters!!!
Om files te vermijden moeten we om halfacht uit Rome vertrekken. Opstaan dus om zes uur om rustig te kunnen ontbijten en onze kamer te ontruimen. Arrividerci Roma!!!
In plaats van de kortste weg nemen we de mooiste, dus van de ene kust naar de andere. We volgen de Adriatische kust met vele mooie middeleeuwse stadjes. De zee ligt vaak maar een boogscheut van de autoweg. We passeren oa Padoua.
Onderweg stoppen we ter hoogte van Rimini, voor het middagmaal. Ik bestel er een lekkere kippenbout met heerlijke gekruide en gebakken aardappelschijfjes en gebakken paprika en courgette. Heerlijk gewoon, dit is van het lekkerste dat ik deze reis al voorgeschoteld kreeg.
Na het middagmaal ga ik naar de busparking en hoor er van enkele medereizigers - achteraf gezien had ik liever dat ze het zwijgen hadden bewaard - dat ze een Belg spraken die beroofd werd op de parking. Deurslot opengebroken en geld kwijt. Ik zie hem in de verte praten met chauffeurs van mobilhomes. Het venster van de camionnette stond open en op de chauffeurszetel zit een heel lief kwispelend hondje. De sleutels staken in het stopcontact wat ik heel raar vond : de man was immers bestolen en nu laat hij zijn sleutels achter in het voertuig.
De chauffeur komt bij de camionette en zegt me dat zijn voertuig opengebroken was terwijl hij met zijn vrouw in het restaurant aan het eten was. Ik vraag hem waarom hij een Franse nummerplaat had en hij zegt dat hij het tweedehands kocht en dat hij carrossier is. Wonende in Genk en bij verdere navraag blijkt dat hij wel degelijk de omgeving kent. Hij kan het consulaat maar binnen drie dagen bereiken want ze werken vandaag niet (= de vrijdag na Hemelvaart en daarna is het weekend). Ik bedenk dat een consulaat toch dag en nacht zou moeten bereikbaar zijn voor landgenoten in nood.
Ik denk na, ik twijfel of het wel allemaal waar is, maar wil toch ook niet dat hij - indien hij wél de waarheid spreekt - met vrouw en hondje drie dagen zonder geld op die parking moet blijven staan. Ik vraag hem wat hij nodig heeft om terug te kunnen keren naar België en hij spreekt van 500 euro. Uiteindelijk geef ik hem 300 euro voor brandstof, payages en eten voor hem, zijn vrouw en zijn hondje. Tegen beter weten in maar mijn geweten laat niet toe deze mensen aan hun lot over te laten...
Op de bus komen de tongen los. De man sprak voordien de chauffeur aan maar die is heel goed op de hoogte van de vele oplichterspraktijken en gaat niet in op de vraag. Zijn gsm was hij zogezegd kwijt, zo vertelde hij me, maar medereizigers zagen hem bellen in het restaurant. Waarop ik dacht dat het een geleend toestel kon zijn. De Franse nummerplaat is inderdaad ook heel verdacht, misschien door de man gestolen... De vrouw die bij het voertuig kwam toen ik net geld had gegeven was helemaal niet vriendelijk. De man was zelf niet echt wanhopig na de vermeende beroving. Wel portefeuille kwijt maar niet zijn identiteitskaart... Allemaal heel verdacht maar ... te laat natuurlijk...
Thuis gekomen zoek ik op die naam en vind verschillende waarschuwingen in de trant van 'Opgelet, geef geen geld aan deze oplichter'. Tja, hij heeft me goed beetgenomen, zonde van dat mooie geld. Ik vond hem terug op Facebook en stuurde hem een ... vriendschapsverzoek!!! Geen antwoord vooralsnog maar ik verwittigde hem dat ik van een reisgenote verschillende foto's kreeg van hem, zijn (?) voertuig met nummerplaat... en dat hij me in de kortste keren mag terugbetalen en dat ik hem anders signaleer bij de politie. Ook de foto's met hem op internet zet.
Hopelijk voor hem komt hij me niet meer onder ogen want dat zal zijn beste dag niet zijn! Ook z'n hondje, dat zo lief met de ogen knipperde naar mij, toen ik het zag zitten in die warme cammionete mag een ferm schop onder zijn tien geboden verwachten... En... het zijn toch immers maar de bomen die elkaar niet tegenkomen!!!
Van de hond heb ik geen foto, misschien moet ik een robotfoto maken : een klein hondje, met vriendelijk doch vals smoeltje. Als geen ander knippert het mormel voortdurend met de oogjes en wekt medelijden op...
Vergiftiging in het Grootseminarie van Brugge met dodelijke slachtoffers
In een oude krant vond ik het verslag van een ware tragedie in het Brugse Grootseminarie terug. Het gaat hier niet over mezelf, tweemaal meedogenloos buitengegooid uit het seminarie...
Wie mij kende als seminarist zal zeggen : hij is weer aan het lachen met het eten...
In 'La Patrie' van maaandag 11 februari 1850 staat een heel relaas over een voedselvergiftigingsdrama. Kok Joseph Caspers, van gewone knecht gepromoveerd tot chef-kok in het seminarie, het kan verkeren... is 29 jaar oud wanneer hij beschuldigd wordt van onvoorzichtigheid met de dood van drie studenten als gevolg.
Op 9 april 1849 zet hij de kokmuts op en gaat aan het stoven : spinazie op het menu, hij gebruikt hiervoor een vertinde koperen 'casserole'. Geen vuiltje aan de lucht tot dusver. Maar voor het souper bekokstooft hij een andere werkwijze : hij stooft massa's vlees (van een os en een - neen niet een ezel maar - een schaap) in een koperen ketel. Daarnaast kookt hij aardappelen en 'suikerijen', lekker in een koperen ketel, en kiepert de vleessaus daar overheen. En nu smullen maar...
Gevolg : drie seminaristen leggen er het loodje bij neer. Edouard Markey uit Lo sterft enkele weken later, op 6 mei, in zijn woonplaats. Er volgt een autopsie. De andere slachtoffers zijn ene Rondaert uit Oeselgem en ene Deleu uit Moorslede. Wie ook ziek wordt is zeker geen onbekende in het bisdom Brugge : student Henri Lamiroy, boerenzoon uit Hulste en later bisschop van Brugge...
Doodsoorzaak is vergiftiging door 'Le vert-de-gris'. Na dit drama worden alle koperen ketels vertind...
Nabeschouwing. Toen ik in het seminarie studeerde was hadden we een heel goede kok, Guido. De groenten kwamen uit de eigen tuin, tot wanneer quasi heel de groententuin volgeplant werd met appelbomen. Guido bereidde deze groenten voortreffelijk, vooral het witloof of de 'chicons' waren legendarisch. Ik kon er niet genoeg van krijgen ook al spraken we wel eens van de 'Zandfeesten' en daarmee doelden we niet op de rommelmarkt op het Zand in de zomermaanden... Soms kraakten er wat zandkorreltjes tussen de kiezen, maar dat heb je nu eenmaal met witloof. Aardappelen bij de vleet, maar patatten koken is geen kunst. Wat het vlees betreft dat was heel af en toe ietwat andere koek. Zelf lust ik eigenlijk alles maar er waren er altijd die commentaar hadden op sommige vleesbereidingen. Ze vergaten daarbij dat Guido niet kon toveren, en dat hij geen weet had van wat 'creatio ex nihilo' was. Niemand hoort mij dus klagen! Eén enkele keer echter rook ik in de keuken iets wat me niet echt vrolijk maakte, het was een geur die ik me vaag herinnerde van vele jaren voordien toen we thuis op de boerderij af en toe een varken naar de andere wereld holpen om een goed brokje vlees te hebben in de winter. Ik ging dus op de weëe geur af en opende een deur die naar een bijkeukentje leidde. Daar stond Zuster X. ... vette darmen te koken. Wellicht een cadeautje van de beenhouwer of een landbouwer, na twee seconden was ik terug in de keuken. Ik kreeg een portie aangeboden maar ik bedankte feestelijk en dacht : laat dat maar over aan de echte liefhebbers. Bah!
Met de bus rijden we van het hotel naar Venetië. Een kwartier lang zien we vanop de dam waarop we rijden, eindeloze watervlaktes. We komen aan op de aanlegsteigers van allerlei boten : van kleine boten voor 30 man tot enorme cruiseschepen en oceaanstomers met 7 verdiepingen. We stappen dus met zijn allen op een klein bootje en bereiken na ca 30 minuutjes Venetië. Venetië bestaat uit 120 eilandjes, met 150 kanalen en telt 400 bruggen. Ondertussen zie we aan onze rechterzijde verschillende eilandjes, oa eentje met een enorm hotel, ook enkele grote kerken met koepels. Mij een raadsel hoe men al deze bouwmaterialen tot hier gebracht heeft. Een titanenwerk. We meren aan op ruim een kilometer van het San Marcoplein, zo zien we allerlei mooie gebouwen en monumenten. Oa de Brug der Zuchten, een brug waar veroordeelden vroeger passeerden onderweg naar de gevangenis.
Het Dogenpaleis is indrukwekkend, zeker ook de hoge toren ernaast. Deze toren dateert van 1906, datum waarop ze herbouwd werd na een instorting. Aan de kade staan twee enorme zuilen in steen, monumenten die men meebracht uit verre streken. Oorspronkelijk werden er drie stuks aangevoerd maar onderweg viel er eentje van de camion, of beter gezegd van de boot... De San Marco oogt heel mooi met zijn indrukwekkende voorgevel maar is veel minder hoog dan dat ik me voorstelde en herinnerde van op beelden op tv. Ook zag ik niet veel duiven, er wordt immers voor gezorgd om die beesten die veel schade aanrichten aan de gebouwen met hun ... bombardementen... zoveel mogelijk te weren. De kerk binnenin blinkt uit letterlijk en figuurlijk door zijn mozaieken op de plafonds. Rechts is er een mooie schatkamer met nogal wat relieken waaronder enkele schedels (oa die van Jacobi Minori, de apostel Jacob de Mindere dus). Vooraan zie ik onder het altaar een sarcofaag met daarin vermoedelijk het gebeente van de H. Marcus waarnaar de kerk genoemd is. De beenderen zouden hierheen gesmokkeld zijn, verstopt tussen varkensvlees... Van de gids hoorde ik dan ook dat de Venetianen alles wat ze niet konden kopen ... gewoon stalen... Achter het altaat de belangrijkste kerkschat : een soort basrelîëf met allerlei figuren op, allemaal in puur goud. Om dit te bezoeken en ook de schatkamer, moet je toegangsgeld betalen, maar dat heb ik er graag voor over. Over heel de reis zal ik zeker tweehonderd euro aan toegangsgelden uitgegeven hebben maar dan heb je ook het mooiste van het mooiste gezien.
Reis Italië : dag 6 - Op eigen houtje - tweede dag in Rome.
Na de heel vermoeiende maar schitterende tocht met Rudy, onze gids, wil ik vandaag op eigen houtje en op een rustig tempo de stad in. Het is vandaag Onze-Lieve-Heer Hemelvaart en dus Brugges Mooiste Dag, spijtig dat ik er niet bij kan zijn. Alhoewel ik geen echte Bruggeling ben - ik ben geboren in het mooie Veurne en opgegroeid in het nog veel mooiere Eggewaartskapelle, ik ben dus een echte Eggewaartskapellenaar - ben ik toch heel trots op deze mooie processie. Eerst denk ik om de mis bij te wonen op het Sint-Pietersplein. Maar dan hoor ik dat het niet de paus is die de hoogmis opdraagt en ik wil zeker ook de Vaticaanse Musea bezoeken. Ik vrees eigenlijk dat deze niet open zullen zijn doordat het vandaag een kerkelijke feestdag is. De enige manier om zeker te zijn is te gaan kijken dus ik volg een paar kilometer de hoge buitenmuren van Vaticaanstad en zie een heel lange rij staan. Omdat het heel warm is en ik echt geen zin heb om uren in de rij te gaan staan steek ik gewoon de héle rij voor en glip over een laag hek het museum in. Er is een drukte van je welste en ik start mijn bezoek...
Eerst een lange galerij met honderden witmarmeren beelden, indrukwekkend ook al zijn veel beelden erg beschadigd maar ja wat wil je, na zoveel jaren... Veel pracht en praal. Het Vaticaan is schatrijk dat wel maar ze moeten dit alles wel alles onderhouden en honderden bewakers betalen zodat deze hebbedingetjes geen voetjes krijgen... Ook echt de moeite waard is een heel lange galerij met massa's geschilderde landkaarten. In de Sixtijnse Kapel is het heel frisjes. Duizenden mensen zitten zich te vergapen aan de schitterende beschildering van Michelangelo. Verder allerlei pronkstukken afkomstig van verschillende pausen, oa cadeautjes die ze kregen van allerlei personen en instanties. Op het einde van mijn bezoek kom ik in een reusachtige zaal met witte stenen sarcofagen, veelal met inscripties op de wanden. Alles heel mooi gepresenteerd.
De Sixtijnse kapel
Nu naar de Sint-Pietersbasiliek, de hele snikhete weg terug. Ondertussen is het tijd voor het middagmaal, ik bestel lasagne want ik wil geen spaghetti meer op mijn bord... Om de Sint-Pietersbasiliek te betreden moet je via een politiecontrole, je bagage wordt gecontroleerd, vermoedelijk op metalen voorwerpen. Het alarm gaat onophoudelijk af, iedereen heeft wel wat muntstukken of sleutels bij zich zodat de politie de massa laat passeren. Aan de ingangsportalen staan ook toezichters in burger die argwanend alle tassen en rugzakken bekijken al zie ik niet in waarom iemand hier kattekwaad zou willen uithalen.
Vooraan rechts bij een zijkapel zie ik tientallen mensen staan bidden, het is het graf van de onlangs zalig verklaarde paus Johannes Paulus II. Zelf ga ik er ook even bidden want ik heb enkele heel speciale intenties waaraan ik deze reis opgedragen heb. De paus ligt begraven in een witmarmeren altaar, zijn naam staat in eenvoudige letters gekapt in de voorwand. Vooraan dichterbij het hoofdaltaar ligt paus Johannes XXIII opgebaard. Het was een kleine man, met een ietwat haakneus, zeer geliefd en ook hier staan constant tientallen mensen te bidden. Verder liggen er nog twee pausen opgebaard : enen Innocentius en ik denk ook ene Pius de zoveelste. Ik bezoek de crypte waar tientallen pausen begraven liggen, er is veel verschil tussen de grafmonumenten : van heel eenvoudig naar schitterende beeldhouwwerken in marmer. Boven, in de basiliek zelf, zie je heel wat enorme marmeren monumenten die herinneren aan vroegere pausen. De schatkamer is betalend maar dat heb ik er graag voor over. Centraal staat een groot grafmonument van een paus, ik denk in brons. Heel wat stukken die toebehoord hebben aan een of andere paus, oa tiara's, enkele enorme monstransen met vele heiligenbeeldjes, speciale relieken, een kazuifel van Johannes Paulus II, enz. Beslist de moeite waard.
Vooraan links is er een kapel die enkel dient voor mensen die wat rustig willen bidden, ik ga er een tiental minuutjes uitblazen en zie tientallen mensen die elk met hun verlangen en intentie hier de hemel komen bestormen. Ik denk wel dat hier een en ander mogelijk is, met al die heiligen in de buurt... Wanneer ik buitenkom uit deze kapel zie ik de gids die me zegt : 'Aha, Louis XIV met al zijn haar is daar!'
Nu rest er me nog één zaak die ik zeker wil zien : het klooster van de Capucijnen in de buurt van de Trevifontein, daar worden de beenderen en skeletten van 4000 (vier duizend!) paters tentoongesteld. Beenderen en doodshoofden van paters die overleden gedurende 400 jaar... De gids zei me welke metrohalte ik moest nemen en dat het niet ver was van de Trevifontein. Welnu, ik stap af aan die halte en zoek de weg naar de fontein. Onderweg wordt ik meerdere malen verkeerd gestuurd en het duurt 45 minuten eer ik er arriveer. Weer massa's volk aan dat water. Plots begint het te regenen en ik loop de trappen op naar een kerkje. Vele honderden anderen doen hetzelfde en het patertje dat aan de ingang postkaarten verkoopt kijkt heel verwonderd, totdat ik hem zeg dat iedereen vlucht voor de regen. Ik vind een plaatsje in het portaal en wordt bijna platgeduwd door de vele schuilenden. Het blijft maar regenen en ik besluit mijn weg te vervolgen. In een traiteurszaak vraag ik de weg en achteraf blijkt dat ook zij me een verkeerde richting hebben aangewezen. Wanneer ik daar ooit terugkeer krijgen ze een donderpreek van mij. Ik 'verdool' in de vele kleine straatjes en ook mijn reisgids helpt me niet echt verder. Vervolgens kom ik aan de Spaanse Trap. Gisteren wilde ik - door de grote hitte - deze trappen niet beklimmen, nu echter ben ik overtuigd dat ik bijna bij mijn doel ben. Helemaal boven gekomen volg ik de wandelroute uit mijn gids en dan blijkt dat ik weer helemaal naar beneden moet. Maar ja, het komt op geen honderd treden of vijf kilometer meer... Onderweg, zelfs in de kleinste straatjes, lopen overal zwarte parapluverkopers rond. Ik vertik het om er eentje te kopen maar ze blijven aandringen. Uiteindelijk geef ik toe en ik heb pas betaald of... het stopt opeens met regenen. Ik ben redelijk natgeregend maar dat doet echt deugd na die warme tocht. Na nog een paar kilometer zie ik een antiquariaat met oude landkaarten, een heel mooie winkel. Maar doordat de kilometers beginnen te wegen en ik mijn doel nog niet bereikt heb verzaak ik aan de bekoring... Wat verder kom ik... terug aan de metrohalte waar ik twee uur voordien uitstapte. Ik kijk in mijn gidsje, en zie op dertig meter een gele bakstenen gevel met hoge trap naar een soort kerk. Voila, daar is't. Halverwege de trap zit een bedelares, ze kijkt echt triestig maar haar venijnige valse oogjes weerhouden me om wat geld te geven. Ze wijst naar rechts maar ik ga links verder de trap op. Vooraan in de kerk zie ik een bruine pater (een Capucijn) en wat verder een vrouw. Wanneer ik naar het altaar ga om te vragen waar zich dat beenderenkabinet bevindt zijn ze plots verdwenen door een deurtje naast het hoogaltaar... Ik nu terug naar beneden en daar zit weer die bedelaarster, nu begrijp ik dat ze me wilde zeggen dat ik alst toerist dààr door dat deurtje moest om de skeletten te zien. Binnenin vraagt een dame of ik een fototoestel meeheb, ik toon het haar en dan zegt ze dat ik het zo diep mogelijk moet wegstoppen omdat er hier geen foto's mogen gemaakt worden. Ik wandel de gang in : in een vijftal kleine kamers hangen de muren en plafonds vol met duizenden beenderen : doodskoppen, ruggewervels, dijbenen, enz. Hier en daar volledige skeletten met pij aan... griezelig. Telkens er iemand voor de dame van wacht staat neem ik een foto, iedereen is er trouwens foto's aan het nemen of aan het filmen. Zo'n taferelen heb ik nog nooit gezien. Doel zou zijn om de vergankelijkheid van het menselijk leven aan te wijzen, uiteraard is het ook doel om een centje bij te verdienen. Op een bordje staat dat de ingang vrij is maar dat je toch ten minste één euro moet betalen, waar ik dan ook graag op in ga. Ook koop ik een gidsje en een reeks fotokaarten van heel die 'beenderwinkel'.
Zopas kocht ik een schitterend uniek handschrift over de Zalige Karel de Goede. Zoals bekend werd deze graaf vermoord op 2 maart 1127 toen hij aan het bidden was in de Sint-Donaaskathedraal hier op de Burg in Brugge. Hij werd de graaf van het volk geheten omdat hij een groot hart had voor wie arm en behoeftig was.
Dit handschrift is een uniek werk, nooit uitgegeven en is afkomstig van een gekende Brugse familie. Daar deze familie de wens uitdrukte dat het werk in Brugge zou blijven wilde men het zeker niet verkopen via een openbare boekenveiling. Daarom ben ik dan ook bijzonder verheugd dit werk in handen te hebben en het te kunnen aanbieden aan de stad Brugge. Zij krijgen de eerste kans. Indien zij het niet aankopen zoek ik verder.
Eigenlijk heeft het werk voor mij een bijzonder emotionele waarde daar graaf Karel de Goede overleden/vermoord is op mijn verjaardag, of liever daar ik geboren ben op zijn sterfdag... maar dan wel enkele jaren later. Zo'n buitenkans doet zich maar één maal voor. Daar er nogal veel geld mee gemoeid is en ik nog steeds geen miljonair ben doe ik het toch maar van de hand. Liefst er voor zorgen dat ik het later nog eens kan bekijken.
Nog wat over de inhoud. Het werk telt zo'n veertig bladzijden, in sierlijk gotisch handschrift, met tientallen mooie waterverfschilderijtjes over het leven van graaf Karel, de armoede in Vlaanderen en moord in Sint-Donaas. Heel ontroerend vind ik persoonlijk is een tafereeltje waar een engel de martelaarskroon aanreikt aan Karel, net voor de moord...
Vergiftiging in het Grootseminarie van Brugge met dodelijke slachtoffers
Wie mij als seminarist heeft gekend en weet dat ik graag lekker en goed eet zal onmiddellijk denken : hij is weer bezig over dat eten...
Eigenlijk betreft hier een toevallige vondst van jaren terug in een oude krant, La Patrie van maandag 11 februari 1850. En het scheelde echt niet veel of er was een toekomstige bisschop gesneuveld...
Hier het verslag van een heel spijtig incident... Joseph Caspers, aanvankelijk gewoon knecht op het grootseminarie aan de Potterierei hier te Brugge, en later 'promotie' gekregen en zo aangesteld tot kok aldaar, 29 jaar, wordt beschuldigd van onvoorzichtigheid tijdens het bereiden van het eten.
's Middags (9-4-1849) stoofde hij spinazie in een vertinde koperen 'casserole'. Voor het souper bekokstoofde hij iets anders : hij stoofde nu vlees van een os en een (geen ezel maar) kalf in een grote koperen ketel. De vleessaus vloog bij de aardappelen en 'suikerijen' (eerst ook gekookt in een koperen ketel) om dan samen gekookt te worden in een 'ijzeren fornois'.
Na het verorberen of degusteren van deze 'du varia' werden een aantal seminaristen vergiftigd en een drietal legden er zelfs het loodje bij neer. Seminarist Edouard Markey uit Lo overleed te Lo op 6 mei aan de gevolgen van deze vergiftiging. Er werd een uitgebreide autopsie verricht. De andere twee slachtoffers waren ene Rondaert uit Oeselgem en ene Deleu uit Moorslede. Tenslotte was er nog een zieke : Henri Waffelaert, boerenzoon uit Hulste en latere bisschop.
Deze overlijdens waren gevolg van de vergiftiging door 'le vert-de-gris'. Na dit vreselijke voorval werden de koperen ketels vertind.
Het kan verkeren. Gelukkig gebeurden er tijdens mijn seminarietijd geen dergelijke vergiftigingen. Guido, onze kok, zette immers heel conscentieus zijn beste beentje voor tijdens de bereiding van de maaltijden. De groenten kwamen tot kort voor mijn dubbele gedwongen vertrek lekker vers uit de eigen tuinen achter de seminariegebouwen. Vooral het witloof of de 'chicongs' waren legendarisch, telkens we witloof op ons bord kregen spraken we ietwat over de 'zandfeesten', dit omdat er soms wat zand of aarde was blijven hangen... Maar desalniettemin waren de groenten zeer smakelijk te meer daar we wisten waar het vandaan kwam... Wat ik ook zeer waardeerde dat was de rabarberconfituur bij het vieruurtje, hemels gewoon. Soms stond er ook pruimenconfituur op het menu maar dat was hetzelfde niet... Over het vlees dat we geserveerd kregen kan ik niet veel zeggen want waar dàt vandaan kwam is voor mij nog steeds een vraag en voor de kok van toen wellicht een weet... Meestal viel dat wel mee maar soms ...
Guido was trouwens een graag geziene figuur in het seminarie. Hij was heel erg begaan met de seminaristen en dikwijls vroeg hij wat we van het eten vonden. Natuurlijk liet ik nooit na om gemeende complimentjes te maken want ik vond dat Guido werkelijk zijn uiterste best deed. Toen ik in het eerste jaar zat (de eerste keer dat ik het eerste deed wel te verstaan) hoorde ik van een zesdejaars dat Guido in de hotelschool Ter Duinen in Koksijde gestudeerd had. Ik wat later naar Guido en ik zei hem : 'Amai Guido, ik wist niet dat je in Koksijde voor kok geleerd hebt!' Toen heb ik Guido voor één keer toch wel kwaad gemaakt want hij was helemaal geen kok van opleiding. Met rode kaken verliet ik de keuken...
Ik weet nog hoe ik op een zondag in de vooravon naar het seminarie terugkeerde van een weekendje zalig vertoeven in de Westhoek. Vele seminaristen kwamen pas om 21u00 of later toe, iedereen moest na een vrij weekend voor 23u00 binnen zijn. Wie vroeger kwam kon er een broodmaaltijd nemen. Toen ik afdaalde in de keuken om het avondmaal klaar te zetten werd ik een rare geur gewaar, een geur die ik ooit nog thuis opgesnoven heb (wanneer we een varken slachtten) en die mij niet echt vrolijk maakte. Op de geur afgaande trok ik een zijdeur open en daar stond Zuster X ... vette darmen te koken. Bach, mij niet gezien... Het was ergens een cadeautje geweest van een landbouwer of beenhouwer denk ik. Sommigen vinden dat een lekkernij maar ik niet. De geur alleen al...
Echt uitgeslapen ben ik niet maar wel op mijn uiterste hoede voor elk gevaar. Na de nachtmerrie met al die apen ben ik blij het hotel te mogen verlaten, op nu naar de Eeuwige Stad. Ons hotel ligt op een paar kilometer van het Vaticaan, langs de via Aurelia. Naast het hotel ligt een groot park, eigendom van de Broeders van de Christelijke Scholen zoals ik merk aan de Latijnse woorden aan de ijzeren toegangshekken. Na een kleine kilometer komen we aan de metro en met een dagkaartje kan je overal naar toe. Er zijn twee metrolijnen : de rode en de groene. Deze stoppen op heel wat belangrijke plaatsen.
Net zoals in de reeds bezochte steden gaat mijn aandacht vooral naar de vele grafmonumenten en ook reliekschrijnen die je in grote hoeveelheden aantreft in de vele kerken en kloosters.
De Hell's Angels zijn in geen kilometers meer te bespeuren. Ik mag er niet aan denken welke fratsen ze nu weer uithalen, hopelijk maken ze geen brokken. Rome zien en sterven! Hopelijk nemen ze deze spreuk niet al te serieus. Ik zou het echt niet leuk vinden om nog twee kisten mee te zeulen in de bagageruimte. En bovendien het zijn eigenlijk heel lieve mensen. Die nog heel wat andere reizen willen doen...
We hebben een heel zware dag : de gids leidt ons feilloos naar de meest mooie en beroemde monumenten. Hoogtepunten voor mij zijn het aloude Colloseum. Als ik het goed begrepen heb werden in dit kolossaal gebouw of hier heel dicht in de buurt naast de gewone brood en spelen en het vermoorden van wat Christenen en slaven ook ware zeeslagen geleverd. Men vulde het onderste deel van het gebouw met miljoenen liters water en dan werden hier schepen ingezet om oorlogje te spelen. Wel spectaculair hoor. Ook het Pantheon is een opmerkelijk gebouw. Een oude tempel die getransformeerd werd tot katholieke kerk. Op het altaar heel grote reliekhouders. Ook de grafmonumenten voor koning Victor Emanuel en Galileide. In de enorme koepel een grote opening, dus als het regent heb je een paraplu nodig.
Verder zien we ook het Forum Romanum vanuit de hoogte. De gids wil morgen deze site bezoeken maar ik zie genoeg van hieruit, ik heb geen behoefte om kilometers af te zeulen om alle mogelijke overblijfselen van oude tempels en zo te gaan bekijken. Vervolgens het monument van Victor Emanuel, indrukwekkend. De Piazza Navona met de mooie Berninifontein, de basiliek van St-Agnes en de vele kunstenaars. Ook antiekwinkeltjes en een boekenwinkeltje zie ik in de zijstraatjes, maar... allemaal gesloten. De vitrines zien er echter niet echt veelbelovend uit zodat ik het niet zo erg vind de winkels niet te kunnen bezoeken. Hier in de buurt moet ook een winkel zijn waar men allerlei liturgische voorwerpen en gewaden kan kopen. De Palazzo Madama is de naam voor de Senaat, zoals je bij ons de Wetstraat hebt.
De Trevifontein is nauwelijks te bereiken door de duizenden mensen die er de weg versperren. Ik herinner me me mijn eerste Romereis. Ik was wat eerder onmeedogenloos buitengekieperd uit het grootseminarie en ik wilde doolgraag terugkeren om priester te worden. Mijn reis naar Rome toen was dan ook een bedevaart om te bekomen dat ik opnieuw mocht intreden... en toen ik - met de rug naar de fontein gekeerd - een muntje in het water gooide wist ik heel goed welke wens te doen. Nu mik ik terug een muntje maar dan met andere intenties...
Reis Italië : dag 4 - deel 2 - Avondmaal : zware kost!
We zitten dus aan tafel en plots wordt ik achter mijn rug iets gigantisch gewaar, een enorme materie, een haast adem-benemend gevoel... Ik draai me om en daar komen de dikste negerinnen die ik ooit heb gezien binnengerold. Allemaal van hetzelfde formaat. Ik denk : wat een gigantische familie want ze leken allemaal wel wat op elkaar. Omdat ik door het bomen het bos niet meer kan zien heb ik moeite om een telling uit te voeren. Wanneer iedereen een stoeltje (!) gevonden heeft lukt het tellen beter : 19 kanjers! Ook komen er nog enkele mannen binnen, ook van de familie, te zien aan de huidskleur. Wel een grammetje lichter want het lijken wel een stelletje asceten, het vel over de been. Eentje komt zeker vlot boven de twee meter uit en heeft een raar bijna blank gezicht, een albino wellicht. Het is voor hen even zoeken voor ze nog een plaatsje vinden...
Ik ben razend benieuwd wat ze van het eten zullen vinden, want deze mensen kan je niet afschepen met de dwergmenuutjes en magere kippepoten die wij voorgeschoteld kregen... Eerst worden de drankjes gebracht, natuurlijk alle van die stevige suikerrijke colaatjes. En dan, le moment suprême, het eten. Een mager opdienertje, één mager ventje dus, laveert met moeite tussen de vele tafels door naar de nieuwkomertjes. Een vijfentwintigtal paar hongerige ogen volgt hem en kijken hem vol verwachting aan. De ober begint met zijn lepeltje te scheppen in zijn soepkom met 'pennen', die deegwaren dus met wat tomattesaus, en wat gebeurt er??? De helft van de juffrouwtjes staat recht en met het hoofd in de nek stevenen ze zo vlug als ze kunnen recht naar de uitgang en verdwijnen ... in het niets. Ze zijn geaffronteerd, ze denken waarschijnlijk dat het hotelpersoneel een loopje met hen neemt. Zo'n schepje pennetjes, daar draaien ze hun hand niet voor om, de moeite niet! Dus, de helft trapt het af, volgens mij verplaatst de hele meute hongerigen zich rechtstreeks naar de Mc Donald een kilometertje verder stadwaarts. Dit klasserestaurant (?) zal hoogdagen gevierd hebben, volgens mij gaan ze deze avond hun jaaromzet verdubbelen en wordt het voor hen een topjaar. Bovendien komen daar straks wellicht nog de zittenblijvers bovenop (figuurlijk natuurlijk) en zullen ze de dag van hun leven beleven. Hun (van McDonald's) dag kan niet meer stuk...
+
De helft van het zwarte gezelschap blijft dus moedig zitten, met de moed der wanhoop, misschien wordt het nog wel wat... Ook zij krijgen nu een kiekenpoot voorgeschoteld. Ik vrees voor een relletje, ik bedoel : een rel met grote R. Stoicijns blijven ze echter op hun stoeltje wachten op wat komt... het ontbijt. Nu weten ze dat ze alles gezien hebben en ze verlaten de zaal, op naar onbekende (? - ik weet wel beter!) einders.
Heel geamuseerd sla ik het toneel(tje) gade en heb toch wat medelijden met deze mensen. Met mijn lieftallige tafelgenoten bespreken we de gewichtige gebeurtenissen aan de tafels naast ons en ik merk op dat deze buren samen een ferm groot gospelkoor zouden kunnen vormen. Plots zie ik over een leuning een soort blauw kleed hangen wat mijn vermoeden staaft. Bij navraag blijkt inderdaad dat ze op tournee zijn en een optreden hadden gegeven in Rome. Spijtig want zo'n optreden is altijd leuk meegenomen, vooral vanwege het grote enthousiasme dat uitstraalt bij elk concert van gospelzangers.
Moe van het stadsbezoek aan Siena eerder op de dag en niet echt gesterkt door het avondmaal zoek ik mijn hotelkamer op. In het keukentje faciliteiten genoeg om nog een extraatje klaar te maken : een groot fornuis. Echter geen potten en pannen en in de frigo en in de frigo geen kruimel... Ik bedenk dat we net een grote familie muizen zijn die de hele dag uit dezelfde bodemloze zak meel moeten eten...
Intussen is het donker aan het worden en ik geniet van de frisse avondlucht na deze gloeienhete dag in het middeleeuwse Siena. Vanop mijn balkon op het zesde verdiep zie ik op het grote terras beneden mij nogal wat beweging. Bij nader toezien zijn het onze zwarte vrienden die zich blijkbaar klaar maken om een nummertje op te voeren. Spijtig genoeg niet in gewaad maar kom het is nu toch bijna donker. Heel zachtjes wordt het lied 'I will follow Him' uit de kaskraker 'Sister Act' met Whoopie Goldberg aangeheven. Er zit beweging in : letterlijk en figuurlijk. Na nog enkele rustigere nummers gaan ze echt wild te keer. Alle remmen worden losgegooid en ze weten van geen stoppen aan. Het zingen wordt roepen en het roepen (bijna) brullen. Er wordt werkelijk uit ... volle ... borst gezongen! Prachtig : een concert bijwonen vanop de eerste rij op het hoogste balkon.
Na enkele uurtjes nadert het uiteraard middernacht en ik vind dat het tijd wordt om het wat kalmer aan te doen. Ikzelf en wellicht ook al mijn reisgenoten worden moe en willen een oogje dichtknijpen. Wat natuurlijk knap moeilijk zal worden indien het kabaal beneden ons blijft aanhouden. En daarom besluit ik er een einde aan te maken, schone liedjes duren normaal niet lang maar nu mag het stoppen. Ik roep luid (in het Frans omdat ik met hen deze avond ook in deze taal sprak) : 'Il est minuit! Silence s'il vous plaît!' Beneden is het even stil, ze weten echt niet van waar de wind komt, maar na enkele ogenblikken later hervatten ze hun gekweel. Ik denk : ok, nog een laatste nummer maar... ze blijven zingen. Na vijf liedjes schraap ik even de keel en zing uit volle borst : 'O sole mio...'. Van op de vele balkons klinkt een applaus voor mijn serenade. Beneden echter hevige verbijstering en woede alom. Ze kunnen wel hard zingen daar op de grond maar als ik mijn keel openzet van op het zesde zijn ze echt niet meer verstaanbaar. Luid protest daar beneden en even vrees ik dat ze me zullen lynchen of me als voleerde en uitgehongerde kannibalen zullen verslinden. Ze speuren en speuren maar ondanks alles zien ze me in het donker niet staan, hahaha... Uiteindelijk geven ze er de brui aan en kan iedereen eindelijk van zijn nachtrust genieten.
's Nachts heb ik last van hevige nachtmerries. Ik droom dat tientallen kingkongs langs de gevels van het hotel omhoog klimmen, vreselijk krijsend en zich op de borst slaand, razend van woede omwille van hun verstoorde zangstonde... Maar ineens wordt het muisstil, je kan een naald horen vallen. Ik piep even over de balkonrand en zie ze nu voorzichtjes naderen en verstijf van angst. Aan elk balkon houden ze halt en loeren muisstil naar binnen om te zien waar die onverlaat met zijn grote mond (ik dus) zich verstopt... Ik schuifel achterwaarts mijn kamer binnen en verstop me onder het bed, mijn hart bonst als bezeten... Plots zie ik een dozijn paar ogen als rood- en geelgloeiende kolen over de balkonrand piepen, hun blik priemt door de dunne glasgordijntjes. Een gedempt snuivend grommen en die vreselijke ogen die heen en weer spieden, ik kan de spanning niet meer aan... ik besterf het zowat... en dan schiet ik wakker. Iemand bonst hard op de deur en roept : 'Lieven, opstaan, je hebt je overslapen!' Nat van het zweet spring uit bed en neem een koude douche... het was maar een droom, gelukkig maar.
Vandaag was ik druk in de weer om de boeken die ik meenam naar de boekenmarkt in Damme terug te plaatsen in de rekken in de winkel. Dit al van tien uur deze morgen. Ondertussen zocht ik enkele boeken terug die ik gisteren gevraagd werd en niet meehad. Wat later was het al middag gepasseerd en kwamen er Nederlandse toeristen binnen. In wielrennerspakjes, prille zeventigers en heel spraakzaam. Ze waren alles aan het bekijken en ik vroeg hen - vriendelijk natuurlijk zoals altijd - wat ze precies zochten. 'Niks speciaals' zeiden ze. En ik : Ewel da's nu eens echt spijtig want ik heb enkel speciale dingen! Doei!'
Daarna nog een paar Ollanders. Ze stelden heel interessante vragen zoals : Van waar haal je al die spulletjes? Verkeerd adres natuurlijk want als je nu aan één iemand niet moet vertellen waar je de mosterd haalt dan is het wel aan de H.... (waar of nie?). Ik kreeg er nu echt genoeg van en zei hen : 'Moet je een keer entwat weten? Ik voel me zo vet als een reiger op zondag!' Ze schoten in een luide lach en vroegen wat ik daarmee bedoelde. Waarop ik antwoordde dat reigers zo al aan de magere kant zijn en dat ze op zondag niet veel kunnen eten als menselijke vissers langs de boorden van de beek zitten. Dus, dat ik groten onger had en nu meteen wilde gaan eten. De twee lachten groen en vertrokken. Ze hadden de boodschap begrepen.
Vol goede moed, want dat moet je echt wel hebben voor je deelneemt aan een boekenmarkt in Damme, trok ik gisterenmorgen naar Damme. Bijna elke dag zie ik mensen in de winkel die klagen over de kwaliteit van de Damse boekenmarkten. Boeken genoeg in Damme, dat wel, maar het is echt zoeken om een werkelijk interessant boek te vinden... het aanbod beperkt zich veelal tot oude en nieuwe romannetjes, vodden van boeken en splinternieuwe boeken. Natuurlijk mogen en moeten zo'n boeken er zijn, voor de mensen die rommel komen zoeken, maar echte liefhebbers en verzamelaars geven na enkele bezoekjes forfait. Eigenlijk moeten verkopers meer moeite doen om betere kwaliteit te bieden, dan zou er veel meer volk komen.
Vroeger kwam ik elke maand met een mooie stand maar de laatste jaren sta ik liever op een gewone rommelmarkt want daar komt veel meer volk. Ook is het zo dat ik hoe langer hoe meer deelneem aan antiekbeurzen en ik af en toe gewoon in de winkel blijf op zondag.
Gisteren waren er trouwens nogal weinig standhouders. Redenen? Op dezelfde dag was er ook boekenmarkt in Sint-Amands aan de Schelde, een heel mooie lokatie, waar Emile Verhaeren begraven ligt aan de Schelde. Ik heb er echter wat minder mooie herinneringen aan want toen ik er een paar jaar geleden deelnam werden door een rukwindje enkele zeventiende-eeuwse kopergravures het muurtje over in de Schelde geblazen. Tien seconden later moest ik machteloos toezien hoeze op het slijk van de oevers van de Schelde lagen... Sommige standhouders haken af omdat ze bijna niets verkopen, eigenlijk omdat ze enkel rotzooi aanbieden. Ook was het vadertjesdag en waren er op deze dag tal van Plechtige Communiefeesten.
Zelf had ik vanalles mee : enkele dozen gewone boeken, heel wat boeken over WO II, heel wat boeken over lokale geschiedenis en enkele volomineuze achttiendeeeuwse werken over de graven van Vlaanderen, kruiden en recht. Ook manuscripten die zo oud zijn als het stadhuis hier aan de boekenmarkt (14e eeuw) enz. Ook enkele oude landkaarten van Vlaanderen en enkele Poppkaarten (kadasterplannen).
Uiteindelijk kreeg ik toch veel belangstelling en keerde ik tevreden terug.
Reis Italië : dag 4 - Siena en dan naar Rome : deel 1
We verlaten ons hotel in Montecattini bij Firenze en trekken nu via Siena naar Rome.
Eerst bezoeken we een klein maar zeer mooi omwald middeleeuws stadje. De bus moet stoppen aan de voet van de heuvel zodat we een flinke klim moeten maken om het stadje of moet ik zeggen dorpje te bereiken. Op de vestingsmuur een zevental torens. Een oud stemmig kerkje en een plein ervoor, er is practisch geen levende ziel te bespeuren. We wandelen even naar de overzijde van het plaatsje en dalen er wat af tot aan de andere poort. Levensgevaarlijk om hier met de auto door te vlammen, als je te snel rijdt belandt nog vluggger dan je kan dromen onderaan de 'berg'.
Skyline De Duomo, kathedraal. Mooiste gebouw.
Nu verder naar Sienna. We parkeren onze bus aan een citadel met muren van zowat twinig meter hoog. Vandaar te voet naar het centrum. Eerst passeren we de kerk van Catharina ... van Siena (natuurlijk). Een heel groot gebouw met aan de rechter zijkant een heel belangrijke relikwie van deze kerklerares. Haar hoofd, de schedel dus, is in een (nonnen)kap gemonteerd en zo tentoongesteld voor de bezoekers. Wat luguber... Vooraan rechts een merkwaardige lantaarnvormige reliekhouder met daarin de 'testa' van dezelfde heilige. Testa zou hoofd betekenen volgens de gids... misschien dat dit een vroegere bewaarplaats was van die schedel.
Nu naar het oude stadscentrum. Siena is een heel goed bewaarde middeleeuwse stad. Het stadhuis heeft een heel hoge ranke toren. In deze hitte heb ik niet veel zin om de 501 treden hoge toren te beklimmen. Op het plein voor het stadhuis heeft elk jaar een groot spectakel plaats. Een paardenkoers met tien dieren lokt er enorm veel volk, zo ook oa Guy Verhofstadt. Dierenmishandeling naar mijn mening! Daarna is er vrij middagmaal. Overmand door de loodzware hitte zoek ik de schaduw op en kies een terrasje bij een bar. Naast mij staat een grote ezel in kunststof of zo, ik hoop dat ze mij niet voor een ezel van een toerist aanzien en me treffelijk eten brengen. Ik bestel er een lasagne en krijg die voorgeschoteld op een plastic bordje met plastic bestek. Ik word hier echt niet vrolijk van maar het smaakt opperbest. Schijn bedriegt dus. Daarna nog overheerlijke lekkere druifjes gekocht als dessert.
De Duomo (kathedraal dus) (buitenkant) is adembenemend mooi!!! Veel mooier nog dan die van Firenze. De gevel vol mooie beeldhouwwerken en de toren schitterend door de bekleding met gekleurde marmer. In de ticketshop neem ik een all-in ticket, ik kan vier plaatsen bezoeken hiermee. Eerst het museum van de opera of zo, links van de Duomo. Heel wat mooie antieke beeldhouwwerken. Crypte met heel wat oude grafplaten. Om de doopkapel te betreden dien je vele tientallen trappen af te dalen. Dit is wel de mooiste doopkapel die ik tot nu toe zag, véél mooier dan deze van Pisa en Siena. Het gebouw bevindt zich onder het koor van de kathedraal (als ik het goed voorheb tenminste). Het plafond is prachtig beschilderd. Wanneer ik buitenkom merk ik dat ik nog een halfuurtje over heb voor de gids ons de dom zal rondleiden. Bij het buitenkomen links zie ik een antiekwinkel, ik ga even kijken en zie dat er blijkbaar vier antiquairs samen huizen. Ze zitten rustig te kaarten, allen in kostuum. Er liggen een tiental grote boeken ingebonden in perkament, waaronder een woordenboek Frans-Nederlands uit de 18e eeuw. Boeken over sterrenkunde lagen er niet en ik vraag me dan toch wel af waarom men astronomische prijzen vraagt...
Intussen staat de hele groep samen rond de gids en we stappen de Duomo in. SCHITTEREND!!!!!! Dit is het mooiste gebouw die we zullen zien tijdens onze reis. Zeer rijkelijk versierd, zeer mooie grafmonumenten, alles straalt een enorme grandeur uit.
We keren terug naar de bus en zijn zielsgelukkig dat we de 'Easy Riders' terug in ons midden hebben. Nu naar Rome.
Ons hotel ligt net buiten het centrum van Rome. Gebouwen met 5 en 6 verdiepingen, groot terras en openluchtzwembad. Bij het inchecken heerst aanvankelijk nogal wat verwarring. Ik zoek een lift want ik sleur mijn valies geen zes verdiepingen hoog mee. Net op tijd zie ik dat de lift maar tot aan het vijfde gaat. Blijkt dat ik in een verkeerd gebouw zit en 100 meter verder de lift moet nemen. De kamer is luxueus, eigenlijk een studio met keuken en groot terras. Terug nu naar de eetzaal voor het avondmaal.
Van kennissen uit Oostkamp die dezelfde reis hadden meegemaakt een tijdje terug hoorde ik dat we de eerste avond kip zouden krijgen. Ok, we kennen dat hier toch ook? Wij dus met de 7 Bruggelingen aan een ronde tafel plaatsgenomen, en naast mij komt nog een madamtje uit - zo blijkt later - Marialoop bij Tielt naast me zitten.
Eerste avondmaal in Rome
Eerst krijgen we - niet schrikken - weer van die 'pennen' in onze tallore opgeschept. Ik heb grote honger en samen met de andere tafelgenoten dring ik bij de ober aan om een extra grote inspanning te doen, en hiermee bedoel ik om eens goed door te scheppen want er is honger in de wereld. En zo geschiedt. Daarna dus die kippepoot, maar ... 't was van een mager heel oud beestje. Ik zie de kip al lopen : een oude uitgemergelde Italiaanse kip, met twee krukken lopend tot ze er bij neervalt... De geest gevend en dan rijp voor de keuken... overrijp zelfs. Enfin, gelukkig dat ik al een flinke portie pasta binnenspeelde, na 1 minuut is de kippepoot behandeld en wordt het tijd voor het dessert.
En nu het zwaartepunt van de maaltijd... zie deel 2 van dag 4.
Na een lekker ontbijt vertrekken we naar Firenze, het is zo'n 60 km rijden vanaf ons hotel. We worden afgezet boven op een heuvel vanwaar we een adembenemend zicht hebben op de hele stad met de mooie met winkeltjes bebouwde brug 'Ponte Vecchio' over de Arno. Het is werkelijk snikheet en we dalen de heuvel af over steile tarmacpaadjes. De dame met de pausmobiel met verwarde echtgenoot werden heel subtiel kilometers lager, op de begane grond, wandelen gestuurd (...), ze moeten gewoon het voetpad langs de Arno volgen tot aan een brug nabij de Ponte Vecchio. Na de lange afdaling zijn de Hell's Angels gelukkig op post.
De Duomo. Ponte Vecchio.
We bezoeken eerst de linkeroever. Met het grote paleis dat ooit eigendom was van de familie de Medici waarvan de hele binnenkant volhangt met prachtige schilderijen. Daarna naar een mooie kerk en terug naar de Ponte Vecchio. Dan naar het oude centrum met de prachtige Duomo of kathedraal, met mooie met kleurmarmeren beklede gevels en toren. In de Dom hangt een prachtig schilderij van Dante waarop je duidelijk de kathedraaltoren ziet. De losstaande doopkapel, sterk lijkend op deze van Pisa, is vooral mooi aan de buitenkant. Binnenin niet zo spectaculair, met uitzondering dan van het mooie praalgraf van tegenpaus Johannes XXIII.
San Lorenzo : rare stenen voorgevel, enkele praalgraven. Hiernaast een grote binnentuin met tientallen grafplaten aan de muren. De crypte bevat een praalgraf en heel wat kerkschatten waaronder werkelijk imposante reliekschrijnen. Oa van apostel Barnabas en zeker een dertigtal andere reliekhouders waarvan sommigen dateren uit de 15e eeuw.
Graf van tegenpaus Johannes XXIII, in de Doopkapel.
Zelf ben ik enorm gefascineerd door relieken. Het zijn overblijfselen van heiligen waarvan een bijzondere kracht uitgaat. Deze mensen stonden een flink stuk dichter bij God dan wijzelf en kunnen voorsprekers zijn bij Hem. Natuurlijk is het ook zo dat heel wat relieken vervalst zijn, maar het bijzonderste is dat ze de mens aanzetten tot een beter leven, de heiligen zelf moeten immers niet aanbeden worden, in feite zijn het enkel tussenpersonen tussen ons en God.
Het valt op dat er bijna overal moet betaald worden als je een mooi monument wil bezoeken, alles samengerekend zullen die me zeker 200 euro kosten maar het loont telkens echt de moeite. Ik kan me goed voorstellen dat het openstellen van deze gebouwen (personeel en onderhoud) handenvol geld kost.
Firenze is de stad van de mode, heel wat ontwerpers hebben hier hun stek. Op straat echter zie ik niet zo veel extravagante kledij. Wel valt het op dat Italianen wel altijd heel netjes gekleed zijn. Er zijn veel mooie modewinkels, parfumerieën enz. maar dat is niet echt mijn ding. Dicht bij de Dom bezoek ik een souvenirwinkel annex museum. Mijn tasje met drank en brochures moet door een koker om te controleren op wapens of zo.
Nadat ik de meest belangrijke dingen bekeken heb trek ik terug over de Arno naar de linkeroever (dit is de linkerkant van de rivier als je stroomafwaarts kijkt). Hier zijn enkele tientallen zaken van antiquairs, brocanteurs en ambachtslieden. Vele winkeltjes zijn gesloten, het is immers maandag. Velen sluiten ook urenlang tijdens de namiddag, wat heel vervelend is natuurlijk. Ik kijk dan maar in de vitrines en zie er niet echt spectculaire dingen. Veel nep en namaakantiek ook, bv. houten engelen. Opvallend veel schilderijen. Uiteindelijk waren maar twee winkels open. Eerst een soort brocantezaak, allemaal rotzooi, maar met een flink prijskaartje. Bv. een lelijk koperen kandelaartje dat in Vlaanderen nog geen 5 euro waard is kost er 220 eurootjes. Belachelijk gewoon. Dan nog een antiekzaak waar men voor een klein schilderijtje op paneel (Moeder des Smarten, 15 op 20 cm) 3000 euro vraagt voor iets dat nog geen 200 euro waard is. Ik heb de flauwe indruk dat men hier weinig moeite doet om mooie dingen te zoeken voor de winkel, ik kan echt niet geloven dat in zo'n grote en oude stad geen deftige antiek te vinden is... Een grote bende luiaards??? Ik ben beschaamd in hun plaats. In de vele kleine straatjes vind ik enkele ateliers van oa een vioolbouwer, een gitaarmaker, schrijnwerkers en meubelmakers. Ook vele kleine pizzeria's. Als je in de nauwe straatjes naar boven kijkt zie je hier en daar de was hangen, de propere was welteverstaan. Alles wordt opgehangen aan waslijnen die men via katrolletjes kan doen bewegen en op die manier vanuit één vensterraam de hele gevel volhangen met de te drogen kledingstukken. Vind ik leuk.
Ik ben zo gefascineerd door al deze zaken dat ik ... vergeet te eten!!! Ik zoek een tafeltje op een terras rechtover het reeds vermelde paleis van de Medici en krijg er na lang wachten een lekkere spaghetti met tomatensaus. Niet slecht maar zeker ook niet speciaal ook al staat op de menukaart dat de saus gemaakt is van verse tomaten... maar we zijn in Italië en we moeten de plaatselijke kost eten. Stilaan wordt het tijd om de verzamelplaats op te zoeken en ik keer terug richting Arno. In de Guicciardinistraat bezoek ik de St-Felicitaskerk. Boven het hoogkoor een groot wapenschild van de familie Guicciardine, deze familie ken ik van de mooie atlassen die een naamgenoot maakte in de 16e eeuw. In de vloer van de kerk steken tientallen kleine witte ovale marmeren grafsteentjes, zonder tekst behalve een nummer. Een jongeman die wat aan het schoonmaken was vertelt me dat daar de vrouwelijke telgen van de familie Guicciardini begraven werden. Vreemd hoor. Rechts achteraan de kerk zit een dame van rond de 60 jaren me met venijnige gemene oogjes aan te staren. Ik voel me echt beroerd en beloerd en bekijk haar wat aandachtiger... net Agnes Pandy ... misschien vond zij na het plotselinge einde van haar stage in de bibliotheek van Knokke-Heist hier een nieuwe stek. Dat plotselinge einde van haar 'werk' in Knokke kwam er nadat de media weet kreeg van haar stage. Toen ik via de media hoorde dat die kindermoordenares zich in mijn vorige werkplaats bevond nam ik onmiddellijk contact op met een vroegere collega. Ik maande haar aan om voorzichtig te zijn en niet van de koffie te drinken in de keuken want er kon wel eens oplosmiddel in gegoten zijn. Dat mens was immers niet aan haar proefstuk toe... en met zulk volk ben je er gelegen voor je het beseft. Daarna terug naar het hotel voor het avondeten. Keiharde broodjes, je kan er mee voetballen of een venster ingooien. Gelukkig is de binnenkant wat zachter, om hier van te eten moet je echt een tandje bijzetten (niet eenvoudig voor wie een vals gebit meezeult). Verder een groot buffet van groenten (brocolli, sla, timaat, kleine platte uitjes, rode biet, mais, ...) met verschillende soorten olijfolie. Zeer zeer lekker. Dan weer een portie van die oersaaie en weinig smaakvolle pasta ('pennen' dit keer) met wat saus. Weeral... niet slecht maar ook niet slecht, we moeten toch ergens onze hemel mee verdienen. Daarna nog twee schelletjes vlees met wat saus en dan het dessert.
Goed uitgerust vallen we aan op het ontbijt, gezellig samen met de Bruggelingen. En je zal het niet geloven maar ... de Jappen vonden ook de weg hierheen. Nog massaler dan vroeger komen ze naar Europa. Onder de vele toeristen vermoed ik bovendien heel wat vluchtelingen. Jappen die hun eigen vuiligheid van die kerncentrale ontvluchten en hier wat gezonde (berg)lucht komen opsnuiven. Gezonde kost ook die niet te veel bestraald is... Ze eten alsof hun leven er van af hangt. Elk vecht voor z'n brokke. Al overdrijf ik wel wat. De lege borden worden opnieuw gevuld en we drummen rond het buffet totdat we ook wat op ons bord hebben. Het is heel lekker. De Jappen schrokken zoveel ze kunnen, ook volle kommetjes ontbijtgranen. Waarschijnlijk zijn ze aan het hamsteren. Al hun 'Made in Japan' kledij en andere rotzooi laten ze hier achter en ze vullen hun valiezen hier met ontbijtgranen zodat ze daar in hun bergachtige apenland enkele weken langere overlevingskansen creëren... De andere Bruggelingen zitten in het andere hotel zodat ik op mijn eentje moest ontbijten. Magere Hein profiteert zo van de gelegenheid om aan mijn tafel te komen zitten. Hij eet alsof zijn leven er van afhangt.
Héél gezond ziet dat er niet uit!
De bus met de Chinese vrijwilligers komt aan en we verlaten ons hotel in Buochs. Reizen met de bus is enerzijds soms wat eentonig maar je kan er wel een oog dicht doen zonder op de weg te moeten letten. Zelf heb ik echter een probleem met Magere Hein, telkens als hij ontwaakt (ik vrees de hele tijd dat hij plots in zijn slaap blijft hangen...) port hij me aan met zijn skeletelleboog : 'Cola!'. Dan wenk ik onze sympathieke gids want buurman kan best wat suikers gebruiken. Om de paar uur houden we een P-pauze in een tankstation, zodat het water niet tot aan de lippen komt staan... Dan kunnen we ook even de benen strekken en een babbeltje slaan. 's Middags stoppen we ook meestal aan een wegrestaurant. Opvallend is dat je hier qua maaltijden veel meer keuze hebt dan bij ons. Niet enkel vol-au-vent, gehaktballen in tomattesaus of een uitgedroogde halve kip.
Vandaag staat een bezoekje aan Pisa op het programma. Onderweg passeren we verschillende payages. Eigenlijk lijkt Pisa niet zo groot. De bus diende geparkeerd een drietal km van het historisch centrum wat wel vervelend is voor mensen die minder goed te been zijn. De elektrische kar van het hoogbejaarde koppeltje wordt uitgeladen, het stuur en de rugleuning rechtgeplaatst en met gierende banden vlamt ze weg. Haar man die wat problemen heeft met zijn 'kort' geheugen probeert zijn vrouw bij te ... benen.
Hier was geen duwen aan...
Na een hele (en voor enkelen misschien 'helse') wandeling zien we de hoge stadsmuren. Daar achter een heel groot plein met achteraan de scheve toren van Pisa, daar voor de Duomo of kathedraal en het dichtste gebouw in de rij is de Battisterio of doopkapel (gebouwd vanaf 12e eeuw). Eerst bezoek ik de Dom, aan de linkerzijkant zie ik een mooi reliekschrijn. In de doopkapel, met een omtrek van meer dan 100 meter, de grootste van Italië, staat een mooie stenen preekstoel uit 1255-1260, gemaakt door Nicola Pisano. De achthoekige doopvont dateert van 1246. Heel imposant, zo'n een apart gebouw, bij ons vinden we de doopkapel in het kerkgebouw zelf. Doel was dat je gedoopt werd voor je in de kerk kwam, dus stond de doopvont achteraan in de kerk. Tegenwoordig vind je de doopvont bij ons echter soms vooraan in de kerk of op een andere plaats... Daarna bezoek ik de Campo Santo, een grote ommuurde begraafplaats, een paus bracht van een kruistocht heilige grond mee waaraan het kerkhof zijn naam te danken heeft. Het gebouw lijkt op een grote pandgang uit een klooster, met een binnentuin. Overal in de muren staan grafmonumenten, in de vloeren een massa grafplaten vaak versierd met wapenschilden, doodshoofden, enz. In een aanpalend gebouw een grote fresco. De muurschildering verbeeldt een edelman die op een paard zit en langs de weg geconfronteerd wordt met enkele lijken, in verschillende staten van ontbinding... De edelman houdt zijn neus dicht met de hand. Het zou gaan om de vergankelijkheid van het aardse leven. Tijd voor een bezoekje aan de scheve toren is er niet meer, met deze hoge temperaturen heb ik trouwens geen zin om nog dichter bij de zon te gaan klauteren (55 meter).
Intussen is het tijd om te verzamelen, iedereen lijkt stipt aanwezig te zijn. Grote paniek echter want de madam met de pausmobiel zoals we dat vehikel noemen is haar man kwijt. En ... haar vehikel wil niet meer vooruit, de batterij is nochtans niet plat. Duwen, zegt ze, en ik bekijk haar eens goed. Ik antwoord : 'Levate, sta rechte!' We krijgen geen beweging in dat spel en samen met een andere man trekken we de pausmobiel richting autocar. De medereizigers volgen en de gids en nog iemand gaan de grijsaard zoeken op de Campo dei Miracoli, er moet dringend een mirakel gebeuren nu! Het is immers snikheet... Gelukkig weet men welke kledij hij draagt. Het verslepen van de pausmobiel valt echt niet mee en we zweten ons bijna dood. Onderweg worden we lastig gevallen door zwarten die saccochen en rolexen en paraplu's verkopen. Plots passeren we onder een boom vijf zwarten die 'uitblazen' onder een boom, ze reiken hun rommel aan. Ik zeg hen dat ze in plaats van de leegaard uit te hangen beter wat kunnen werken en ons helpen. Daarop lachen ze hun witte tanden bloot en lachen. De volgende zwarte heeft paraplus's te koop, ik vraag hem of dat hij één van zijn paraplu's wil ruilen met de pausmobiel, dan zijn we weer op ons gemak... Hij vraagt of het spel nog marcheert waarop ik hem zeg dat hij niet te kieskeurig moet zijn bij zo'n interessant ruilvoorstel. Het ventje lacht zijn tanden bloot en loopt verder, we zitten er dus mee... Na nog een kilometer komen we aan bij de bus. Een uur lang wachten we op de gids en de vermiste. Plots komt in de verte de verdwaalde grijsaard aangewandeld. Intussen had hij zijn pet opgezet en een blauwe pull aangetrokken boven zijn wit hemd, onvindbaar dus voor wie een persoonsbeschrijving meekreeg.
Grote vreugde alom! Het schaap dat verloren was is teruggevonden...
De gids wordt opgebeld en we kunnen verder richting Firenze. Ons hotel ligt in Montecattini, een stadje dat bekend is om zijn warmwaterbronnen. Na het avondmaal ga ik op zoek naar een gelateria, een ijsstalletje dus, en vind er het beste ijs dat je kan dromen. Tijdens het terugkeren naar het hotel zie ik een weegschaal staan, ik gooi er een halve euro in en zie de wijzer van links naar rechts donderen, de weegschaal kan mijn gewicht niet aan...
Bemoeizuchtige Mercedes Van Volcem weet het beter : de H. Bloedprocessie
'Een Mercedes voor het volk', met deze leuze deed dat mens een gooi naar een politiek zitje bij de vorige gemeentelijke verkiezingen... Wat ze daarmee bedoelde heb ik nooit begrepen.
Toen ik maandagavond in de late avond terugkeerde van een heel mooie rondreis in Italië was ik nogal onaangenaam verrast over de dwaze uitlatingen van dat mens, als zouden priesters niet mogen meestappen in de H. Bloedprocessie zolang niet alle kerkelijke pedofilieslachtoffers vergoed zijn voor het hen aangedane leed. Natuurlijk moet gepoogd worden slachtoffers te vergoeden. Maar dan moet men wel de dader persoonlijk aanspreken, en niet het bisdom of zo laten opdraaien voor wandaden van hun personeel. Zoals Mgr Vangheluwe uiteindelijk heel veel geld gegeven heeft aan zijn neefje om de aangerichte schade enigszins te vergoeden. Het is heel onrechtvaardig van deze Mercedes om àlle priesters over dezelfde kam te scheren. Misschien moet madam ook eens naar de 1700 figuranten kijken, misschien kan ze al deze mensen ook eens screenen om te zien of er daar ook geen mensen tussenzitten die ergens iets mispeuterd hebben. Maar dat zal ze wel nalaten...
Het is door dergelijke praat dat priesters zoals die priester uit de federatie Damme zelfmoord plegen wanneer ze beschuldigd worden... tot nu toe is er helemaal geen bewijs dat die priester werkelijk iets misdaan heeft.
Een processie waar geen priestes mogen aan deelnemen... wat een schaamteloze onzin!!!
Reis Italië : dag 1 - Via Luxemburg, Strasbourg en Basel
Maanden reeds keek ik uit naar deze mooie rondreis door Italië. Ik zou Pisa, Siena, Firenze, Rome en Venetië bezoeken, stuk voor stuk pareltjes met een onschatbare rijkdom aan wereldberoemde kunstwerken en monumenten. Ik hield wat nota's bij om ze dan later op de blog te kunnen plaatsen.
Zaterdag 28 mei wordt ik opgehaald aan de achterkant van het Brugse station. Omdat ik mijn auto geen tien dagen onbewaakt op de parking wil achterlaten en het te voet toch een heel eindje lopen is kom ik met de taxi. Om halfvijf ('s morgens) komt de bus en een vijftiental mensen stappen op, ze moeten alle kanten uit oa een dame die wat wil gaan fietsen in Oostenrijk (?!!). Via Aalter, Gent Dampoort, Wetteren en Aalst worden we naar het verzamelpunt te Groot-Bijgaarden gebracht, waar we de bus met bestemming Italië bezoeken. Naast mezelf zijn er drie koppeltjes uit Brugge mee, allemaal heel vriendelijke mensen die blij zijn dat er wat streekgenoten mee zijn. De bus telt vijftig reizigers en het is voor de chauffeur een hele klus om alle zware valiezen in de laadruimte te stapelen. Plots komt een hoogbejaard koppel aangewandeld. De man lijkt wat verward en de dame, met een flinke bos grijs haar, heeft een elektrische wagen mee, met een heel lage drempel, kortom een 'plat-vloers' vehikel. Ik zie de bui al hangen, ook al is er geen wolkje aan de lucht. Dat belooft immers : kilometers straten, hellingen, trappen in die middeleeuwse steden... dat is wat men noemt het noodlot tarten. Maar ik hoor dat dit wel meer gebeurt en dat die karren werkelijk kilometervreters zijn. Ok dan voor mij...
Iedereen zit op de bus en we rijden richting Brusselse ring om dan via Luxemburg, Strasbourg, Basel in Zwitserland, onze bestemming te bereiken. De gids en chauffeur worden aan ons voorgesteld, twee toffe en bekwame mannen, Rob en Rudy. Eens we Namen naderen wordt van de rechte en dus kortste weg afgeweken, richting Marche en Luik en zo. Wanneer ik de gids vraag naar het waarom antwoordt hij : 'Omdat we dat leuk vinden'. Achteraf blijkt dat men files met vrachtwagens wilde vermijden. Tja, zij zullen het wel het beste weten zeker? Onderweg komen we aan in Martelange, vooral gekend omwille van een heel zwaar ongeval waarbij een voertuig inreed op een benzintepomp, de hele boel ontplofte en er dodelijke slachtoffers waren. De weg hier helt nogal en het sterft hier van de benzinestations, het is inderdaad moeilijk om als je de controle over het stuur verliest, géén naftestation te rammen... We stoppen even aan een taksvrije winkel waar we massa's soorten drank aantreffen. Wellicht zijn de prijzen hier lager dan bij ons want we zijn hier eventjes in het groothertogdom Luxemburg. Maar zelf ben ik niet echt liefhebber van 'sterke' dranken, ook voel ik geen behoefte om van dat spul mee te sleuren 4000 km lang en ... zo'n flessen aan boord laten dat is de katjes bij de melk zetten (medepassagiers). Wat later zijn we terug op de autosnelweg naar Luxemburg richting Metz.
Onderweg zien we de Moezel die hier door het uiterst bomenrijke landschap kronkelt. De gids geeft ons heel veel raad om de volgende tien dagen het maximum uit onze reis te halen. Zo vertelt hij ons ondermeer dat we niet moeten bibberen en beven voor eventuele zakkenrollers, daar er daar niet meer van zijn dan bij ons. Natuurlijk moeten we niet rondtrappelen met een grote Kodak rond onze nek of rondhuppelen met enorme heuptassen vol euro's. Ook raadt hij ons aan om te proberen 'ons zo normaal mogelijk te gedragen en zo normaal mogelijk te kijken' (volgens mij wordt dit voor sommigen bijzonder erg moeilijk!!!) om niet op te vallen. Zegt de gids dit omdat hij hetzelfde ziet als ik? Vooral dan met name mijn buurman, een stokoude (denk ik toch) graatmagere Gentenaar die een aanblik biedt alsof hij stervende is. In elk geval zal hij nooit zo oud worden als hij er uit ziet!!! Gedurende de reis zal ik heel dikwijls de indruk hebben dat ik naast een lijk zit. Wanneer hij echter met zijn beenderige rechterelleboog in mijn nieren zit te porren (om een drankje te bestellen aan de gids) wordt ik telkens weer tot de werkelijkheid teruggebracht : hij leeft nog!
Een eind over Strasbourg zie ik plots een plaatsnaambordje staan : 'Bisschopsheim' of iets in die trand... Zou dit een plaats zijn waar mensen die bisschop zijn zich thuis kunnen voelen? Ver weg van Vlaanderen? Ik weet het niet. We naderen Zwitserland, ik rep me om de beroemde paarse koeien van Milka te zien grazen maar die zijn in geen weiden te bespeuren. Overal bergen intussen. Omdat dit er van het goede te veel zijn wellicht worden ze zoveel mogelijk gecamoufleerd door hoge bomen in de berm en door lange tunnels. We rijden door Basel, een heel moderne stad met heel wat chemische industrie ook. In Luzern zitten we een tijdje vast in de file maar we zijn wel wat méér gewend bij ons in Vlaanderen. Nu zien we het 'Vierwoudstrekenmeer' (meestal verkeerdelijk 'Vierwoudstedenmeer' genoemd) en komen we na vele kilometers zicht op mooie waterpartijen aan bij ons hotel. Bij aankomst blijken er hier onvoldoende kamers vrij te zijn en moet een klein groepje na het avondmaal mee naar een ander hotel, men vraagt (Chinese) vrijwilligers. Ik maak me zo klein mogelijk, wat voor mij niet zo eenvoudig is... en ik mag hier blijven. Mijn kamer ziet uit op het mooie meer en is heel ruim. Gedurende zowat de hele reis dineren we om 19u30. Het eten in het buitenland is niet zo lekker als bij ons naar mijn mening maar ik ben op reis en pas me aan aan de plaatselijke keuken. Kan geen kwaad bovendien voor mijn 'lijn'. Vanaf de eerste avond zitten we met alle Bruggelingen samen aan tafel. Heel plezant, zo kunnen we in de vreemde toch ons eigen dialect blijven spreken. Het hele gezelschap maakt graag leuten en na enkele minuten gieren we van het lachen. Lachen met elkaar, met het personeel, met sommige medereizigers... het plezier kan gewoon niet op. Dat belooft! Vooral mijn buurman, ik noem hem van nu voort 'Magere Hein', moet het ontgelden. Dit natuurlijk in afwachting dat we nog meer speciale typen bespeuren. Bij het eten bestellen we halve litertjes bier, en enkelen ook steevast een goed flesje wijn. De dolle pret die aan onze tafel heerst wordt echter duidelijk niet gewaardeerd door één van de serveersters, die ons nogal bot bedient. De borden worden op tafel 'gekletst' waardoor we nog veel harder lachen. We bedanken telkens heel vriendelijk en het mens wordt steeds bitser. Het dessert vliegt bijna uit het bord na de onzachte landing op het tafel. Niet echt het zonnetje in huis, dat mens. Daarna gaan de Chinese vrijwilligers met de bus naar een nabijgelegen hotel en wij hier ter plaatse op stok. Nog even genieten van op mijn balkon van het mooie meer.
Opnieuw een interesante plaats gevonden om de winkel uit te breiden...
Vandaag opnieuw een interessant aanbod gekregen. Een groot winkelpand in hartje Brugge. Ideaal om de zaak uit te breiden.
Momenteel dus al drie plaatsen die min of meer geschikt zijn. Veel zal afhangen van de haalbaarheid van het project.
Spijtig genoeg kan ik nog niet veel uitspinnen over deze drie plaatsen want er ligt nog niets vast, bovendien blijf ik hier in mijn kleine stulpje als een verhuis niet leidt naar een eveneens leefbare zaak. Ik betaal geen woekerprijs voor een winkelpand, het is immers de bedoeling dat de zaak goed draait en ik niet voortdurend gebukt ga onder zware financiële lasten.
In de media verschenen vorige week nogal wat reportages over de uitgave van een nieuw boek. De auteur vertelt dat ze vroeger héél héél gelovig was en dat ze plots inzag dat God niet de God is zoals de Kerk ons leerde. Blijkbaar was haar geloof een louter kinderlijk naiëf geloof. Een geloof dat op niets gestoeld blijkt.
Nu heeft ze dus ontdekt dat de wereld beter af is zonder God. En natuurlijk wil ze profiteren van het feit dat spotten met en afbreken van de katholieke kerk momenteel 'in' is. Natuurlijk verwijst ze naar Monseigneur Van Gheluwe. Ze kraamt (!) de grootste onzin uit over priesters en zusters. Zo had ze een tante die tegen haar goesting intrad in een klooster en heel haar leven ongelukkig zou zijn geweest. Indien ze zo tegen haar zin in het klooster was dan kon ze toch eenvoudigweg uittreden? Het nonnetje is inmiddels overleden en dan is het gemakkelijk om alle mogelijke zaken in haar mond te leggen... In één pennetrek (of in één mottig boekje) wil ze alle verdiensten van de Kerk afbreken en haar werk herleiden tot een verdrukken van de kleine man. Onzin.
Volgens mij wordt dit boek een regelrechte sisser : het is een uiterst negatief leugenachtig werk dat beter meteen in de papiercontainer wordt gedumpt, zelfs De Slegte zal het niet tussen haar boekjes willen. En het zal zeker ook geen bestseller worden in haar eigen Tielt...
Aankoop van 'nieuw archief' van kasteel van Kemmel.
Weer dankzij mijn contacten in Douai kon ik vandaag de hand leggen op vele tientallen stukken archief die afkomstig zijn van de familie Navigheer uit Kemmel. Tot spijt van wie het benijdt... Deze archiefvormers bewoonden er blijkbaar een kasteel, een kasteel dat nu niet meer bestaat, als gevolg van de eerste wereldoorlog.
Vooraleer ik het verkoop, aan dezelfde kopers als voorheen, zal ik er toch een kijkje in nemen. Het zijn namelijk allemaal unieke stukken, ditmaal voornamelijk uit de 18e eeuw.
Vandaag biermand gekregen van een tevreden klant...
Het kan niet meer op. Vandaag kreeg ik bezoek van een goede klant, ze had een grote biermand mee voor mij, uit dankbaarheid voor de mooie zaken die ze aan mij kocht. Een heel eenvoudige vrouw die alles over Brugge verzamelt. Toen ze voor het eerst bij mij kwam had ze nauwelijks een twintigtal boeken over Brugge in huis. Nu zijn er dat al enkele honderden. Enkel recente uitgaven interesseren haar, dus geen achttiende eeuwse drukken of zo.
Intussen is ze stadgids geworden, als gevolg van haar contacten met mij.
Het doet echt deugd als mensen me komen bedanken, als klanten tevreden en gelukkig zijn, en zeker als ze dat persoonlijk komen zeggen. En zoals vandaag zelfs met een zware biermand komen aandraven. Gelukkig is dit uitzonderlijk, anders liep ik de hele dag dronken rond.