Gouden tip om maximaal te besparen in deze bange tijden!
Leuk toch, gezellig samen met de 'familie'...
Op het nieuws vertelt men net dat de meeste Belgen de crisis eigenlijk niet voelen, maar toch besparen ze aan alle kanten, vooral dan op het gebied van vrije tijd en hobby's!!! Geen goed nieuws dus, maar dat besparen is al langer heel duidelijk voelbaar op de markten. Iedereen wil voor een habbekrats een topstuk kopen. Zoals mediawinkel 'Saturn' rondstrooit : 'Gierig is plezierig'. Leuk hoor!
Er is eigenlijk maar één middel om maximaal te besparen op al je uitgaven. Eerst een uitvaartverzekering afsluiten en dan in de Yzer springen (op voorwaarde dat je echt niet kan zwemmen want héél diep is die niet) ofwel een spuitje halen bij de dokter (of als het goedkoper is bij de veearts).
Dan kunnen je erfgenamen maximaal genieten van al je zuurverdiende en zuurgeerfde centjes!!!
Deze morgen, na een hele nacht doodziek te zijn geweest, nog wat dingen ingeladen voor de 'antiek'-beurs in Doornik. Ik voelde me meer kiplekker. Maar tijdens het uitladen en opstellen van mijn stand kreeg ik er weer van : geweldige krampen in de onderbuik. Die vervloekte gifmengers!!! Sommigen meenden dat het om een 'plaag' of 'buik-griepje' ging. Maar ik weet natuurlijk wel beter. Als je na het veroberen van een lekker brokje eten je plots zo ziek voelt worden dan is de oorzaak wel duidelijk. Ik zat daar dus ziek aan mijn stand en voelde me zo ellendig dat ik met moeite kon antwoorden op vragen van bezoekers. Enkelen vroegen me ook waarom ik uitzag als eentje met een hoofd als een albino. Héél grappig. Anderen vonden dat ik vermagerd was. Dat zal wel, na meer dan twee dagen zonder een greintje eetlust. Maar die armzalige vijf kilootjes, dat kan je aan mij niet merken, dus weer zo'n tof complimentje. Dus probeerde ik gewoon zo onbeweeglijk mogelijk mijn stand te 'bemannen', als zat ik op een ei dat nodig uitgebroed wordt.
Na een uurtje onbeweeglijk afzien stapte ik naar mijn auto en probeerde er anderhalf uur lang wat te rusten maar dat bracht allemaal geen boter aan de galg. Dus weer naar binnen waar ik nog steeds heel weinig bezoekers zag. Mijn buren opperden dat ze beter allemaal zouden gaan slapen daar er toch geen commerce in de lucht ging. Ik verkocht wat aan twee handelaars. Een antiquair uit Zuidwest Vlaanderen en een koppel sympathieke mensen uit Roesbrugge, of is het net op het randje van Beveren-Yzer, het dorpje waar mijn teergeliefde moeder is opgegroeid (maar ik zal maar niet zeggen in welke omstandigheden deze wees dat gedaan heeft...). De mensen zeiden me, ?om mijn op een goed idee te brengen??? dat er in Beveren, dicht in hun buurt, een madamtje in de Yzer is gesprongen omdat ze aan een chronische en ondraaglijke migraine leed. Nu, dat zal toch wel niet zo bedoeld zijn. Trouwens, het is me een raadsel hoe je in de Yzer in Beveren of Roesbrugge kan verdrinken, het water is daar toch zo diep niet? Ik weet enkel dat je in elk geval moet kijken langs welke kant je in de Yzer springt. De Yzer werd destijds immers deels uitgediept om 'scheepvaart'verkeer mogelijk te maken, vanaf die plaats zijn er dus wat meer verdrinkingsmogelijkheden... Aan de andere zijde van de brug te Beveren-Roesbrugge is de Yzer meer een brede gracht... dus met weinig of geen mogelijkheden om je daar te verdrinken... Maar ik zou nooit in een vaart springen want ik ben schuw voor het water, ik kan immers niet zwemmen (ook al was ik vroeger nog redder in een zwembad geweest!).
Een uurtje voor sluitingstijd trap ik het af. Als ik wat wil slapen doe ik dat immers beter thuis. Je zou eigenlijk alleen al door het bekijken van al die mottige voorbijgangers doodziek worden. Die wezenloze blikken, soms met open mond gapend naar al het mooie (en minder mooie) maken me niet echt vrolijk. Dus alles mooi afgedekt met dekens en lakens en naar huis, het is toch zo'n een drie kwartiertjes rijden. Thuis gekomen voel ik me nog mottiger. Honger heb ik al twee dagen niet. Best goedkoop eigenlijk, leven zonder eten, zou men in Nederland kunnen denken. Ik schat inderdaad dat ik op die dagen wel een paar kilootjes ben afgevallen, wat echter niet zo veel voorstelt in mijn geval... Geen honger, onbegrijpelijk. Heb ik dan geen recht op een Laatste Avondmaal, zoals mijn grote Idool??? Alhoewel ik Zijn verdere avonturen en levenseinde niet benijdt hoor!
Eventjes overweeg ik een opname in het ziekenhuis alhoewel je daar soms zieker of doder (!) buitenkomt dan je er binnenkwam. Een 'room with a view', met een mooi uitzicht, bv. in Sint-Lucas. In afwachting van een stekje bij Sint-Pieter later.
Ik dus maar onder de wol. Met mijn laatste of voorlaatste krachten slaag ik er in nog even mijn Hotmail te bekijken. Een heel mooie kaartje die me beterschap wenst. Ferm grappig maar lachen gaat me momenteel niet zo goed af, lachen doet zeer.
Ik probeer rust te vinden, niet te verwarren met de 'eeuwige rust'... Begeesterd als ik ben door genealogie bedenk ik hoe mijn voorouders hun levenseinde vonden. Van mijn grootvaders weet ik het niet precies, de wildste geruchten gaan hierover de ronde. Als het allemaal klopt wat ik hier en daar van familie en kennissen hoor dan zijn er dingen gebeurd die niet door de beugel kunnen. Erfenisjagers die ferm hun duit in het zakje deden, een voorloper van de euthanasie??? maar dan geen zachte maar wel harde dood??? Dit om zoveel mogelijk poen te verzamelen van zodra vaderlief het hoofd zou neerleggen? Zware overpeinzingen inderdaad. Moge God hun ziel genadig zijn, van hen die reeds overleden zijn en zeker van hen die hier nog rondlopen. Als mijn uur gekomen is zijn ze zeker niet welkom aan mijn sterfbed, en ik weet deksels goed waarom. Wil me niet vroeger kisten dan nodig, astemblieft zeg! Mijn grootmoeders dan. Moeders moeder, overal omschreven als een zachte lieve zelfs 'heilige' ingoede vrouw, Jeanne Clarebout, geboren in Houtem bij Ieper. Zij overleed al op haar veertigste, in 1950, toen moeder pas 6 was, een echt drama... In het Ieperse en ook nog in Houtem wonen nog veel familieleden. Mijn andere grootmoeder, langs vaderskant dus, werd 97 jaar. Veel ouder kan dus niet. Een schat van een vrouw, ze was trouwens ook mijn meter. Dankbaar dat ik haar zo lang heb mogen kennen, zij overleed in 2000.
Maar nu verder, naar de periode voor 1800. Uit die periode bestaan nog testamenten. Alles was toen veel eenvoudiger dan nu. Geen gepruts met 'O kijk hier, ik vond net nog een testamentje hier en eentje daar, welke zullen we nu gebruiken en welke wegmoffelen?' Neen, toen was er duidelijk één testament, soms met een aanvulling, maar steeds ondubbelzinnig. Steevast begon een testament als volgt : 'Ziek te bedde liggend, kranke (ziek) van lichaam, maar gezond van geest (en dus in staat om nog een testamentje op te maken), beveel ik mijn geest aan de almachtige God. Bedenkende dat niets zekerder is dan de dood maar niets minder zeker dan het moment daarvan, wil ik mijn laatste wilsbeschikkingen (laten) neerschrijven...' En dan volgt wie wat krijgt.
Zou het ook voor mij tijd zijn om daar aan te denken? Of heb ik daar al aan gedacht? In elk geval hoeft nog niemand zijn boontjes te weken te leggen. In elk geval zal het aflezen van mijn testament heel wat meer lol teweeg brengen dan die van mijn teergeliefde voorouders. Er zullen wat persoonlijke bedenkingen in staan en ook wat wenken voor wie beter zijn leven wat zou beteren. Kortom, er zal wreed gelachen worden.
Dinsdagavond was ik in de buurt van Kortrijk en deed nog wat inkopen in een beenhouwerijtje in de buurt van Ingelmunster (denk ik). Alles in de toonbank zag er superlekker uit en bestelde een en ander.
Thuisgekomen was alles heel lekker. Een deeltje bewaarde ik voor gisterenavond maar na een paar uurtjes later werd ik echt doodziek! Verschrikkelijke buikpijn, ik dacht echt dat mijn dagen geteld waren. Vlug mijn testament opgemaakt - grapje hoor want ik was te ziek om één letter op papier te krijgen.
Heel de nacht 'gekruld' van de pijn, en die beenhouwer vervloekt. Wat een gifmenger zeg! Heb ik echt nog nooit meegemaakt. Ik overweeg nu welke stappen ik tegen die kloefekapper kan ondernemen.
Vanmorgen moest ik vanalles regelen ivm een beurs, nog steeds mottig als kweetniewa. De hele dag geen honger gehad, ik voel me nu gelukkig wat beter. Zeker weten dat ik bij die gifmenger van mijn leven geen poot meer binnenzet!
Toevallig vond ik een huwelijk uit Wingene terug : in 1617 trouwde daar meneer Tanghe met madam RATTEVEL. Verder is die naam in heel West-Vlaanderen niet terug te vinden. Bijgevolg acht ik het heel goed mogelijk dat Rattevel een bijnaam is. Ofwel wist de pastoor de familienaam van de vrouw niet meer en heeft hij haar een passende naam gegeven, bv. op grond van een of andere reputatie waarvan deze dame 'genoot'.
En misschien gingen ze later wonen naar het MUZEKOT in Veurne, een passende woningnaam voor zo'n Rattevel!
Rare zwarte vogel gesignaleerd te Brugge en omgeving
Eerst dacht ik dat het over illegalen en zo ging, want er is bij ons veel 'kleur' op straat, alhoewel het hier vooral over toeristen gaat. Maar sommige 'toeristen' zie ik regelmatig het godganse jaar door. Misschien rijke toeristen die hier niet meer weg willen of aangespoelden die hier 'slapend' (ja, veelal letterlijk!) rijk willen worden.
Maar neen, het gaat in het artikel in 'Het groene blad' over de zwarte reiger, een nogal zeldzame rare vogel. Er zitten ook veel van die rare beestjes in ... Polen (aha!) en die komen vanaf augustus naar onze contreien gefladderd. Opgepast dus, rare vogels komen hier dus ook aan via het luchtruim... Nog verder lees ik dat ze hier komen... om op krachten te komen!!! Leuk toch? En als ze hun buikje rond gegeten hebben vertrekken ze weer... hazo!... naar ... Afrika!!!
Martientje, geen katje om zonder handschoenen aan te pakken!!!
Niet in 'Sint-Michiels' zoals de meesten onmiddellijk verkeerdelijk zullen denken, neen, niet in het zottekot aan de achterkant van het station! De gazonnetjes daar zijn er enkel om op te wandelen, grazen is er verboden! Je kan natuurlijk moeilijk niet verhinderen dat er daar rondlopen die ...
Het gaat hier om Martine, de koe van een beestenmarchang. Hij was op stap met zijn koe in de veemarkt op Sint-Michiels. Hoe die koe aan haar naam komt??? Wel, ze is genoemd naar zijn vrouw die ook Martine heet... Je moet eigenlijk maar durven, ik ben benieuwd wat zijn vrouw daar van vindt...
Maar ik ken dat menagie natuurlijk niet. Mogelijks is zijn vrouw een ferm stuk, waar je de voorkant niet van de achterkant kan onderscheiden... een weelderig mens zoals ze zeggen. Misschien kan hij de twee, zijn vrouw en dat koebeest niet uit elkaar onderscheiden, en noemt hij hen beiden voor het gemak 'Martientje'.
Nu, die koeiboer was 'op trot' met zijn koei op de veemarkt, hij heeft mogelijks lang moeten zoeken om de juiste Martine uit te kiezen thuis... Dus komt hij daar toe en het eerste wat de koeiboeren daar doen - weet ik uit goeie bron - is zich half lam drinken in de kantine. Als de meesten half lazarus zijn is het moment aangebroken om over zaken te klappen.
Intussen was Martientje het wachten méér dan beu. Daar het gras altijd groener is aan de overkant en er op de betonvloer niet het minste gras te bespeuren was, koos Martientje het hazenpad. Eerst sprong ze over een omheining van 1,80 meter hoog!!! Dronkemanspraat ongetwijfeld want ik heb al veel koetjes zien springen en soms ook door omheiningen stormen. Maar een koebeest houdt niet van springen, ze is meer voor 'rechttoe rechtaan'! Gewoon door de draad springen, haar hele gewicht in de schaal gooien. Op haar hoge hakken doorkruiste ze blijkbaar heel wat tuintjes, als een voleerde fijnneus, op zoek naar lekkere hapjes. Volgens de krant legde ze een afstand af van 7 kilometer, ook dronkemansgelal naar mijn mening, want ik ken de buurt daar nogal goed...
Martientje kwam uiteindelijk op een mooi domein terecht. Te zien aan de foto met twee van de bewoonsters wist ik onmiddellijk hoe de vork in de steel zat, ze was bij de nunnunnu nunnunnu nunnunnetjes beland. Bij de Zusters Jozefienen. Op de foto zag ik immers voormalig en huidig Ma Mère Supérieure van deze congregatie staan. Aan de eerste heb ik heel veel te danken, een echte schat mag ik wel zeggen, een 'kerkschat' beter gezegd. Een potige (neem me niet kwalijk voor de uitdrukking maar ik heb haar meer dan eens ferm de handen uit de mouwen zien steken... dus dit is als complimentje bedoeld!) zuster waarvoor ik heel veel respect heb. De andere zuster ken ik niet zo goed maar ik heb haar wel regelmatig gezien toen ik nog in het grootseminarie studeerde. Het laatste jaar van mijn seminariestudies mocht ik immers van de gastvrijheid van deze lieve Zusters genieten. Waarvoor mijn eeuwige dank! Bij mij moet men geen kwaad komen vertellen van de zusters, ik mocht ondervinden hoe groot hun hart is voor hun medemensen. Heel hun leven zetten ze zich in voor een betere wereld : onderwijs verstrekken, kinderen die het moeilijk hebben opvangen, zorg voor zieken en ouderen, hulp aan wie het moeilijk hebben, te veel om op te noemen.
Enfin, aan Martiens wandeling was hier een einde gekomen. Een veearts of zo knalde het koeibeest ondersteboven met een verdovend middel en madame mocht terug naar haar naamgenoot... Misschien een geluk bij een ongeluk : had ze braaf blijven staan dan lag ze al lang met haar klikken en haar klakken in de toonbank bij de beenhouwer : netjes versneden in biefstikken en ander lekkers. Haar leven hing dus aan een zijden draadje... Nog volgens de krant verklaarde de koeiboer dat hij zijne Martine, en ik bedoel hiermee dus dat koeibeest, nooit meer meenemen naar Brugge. Kortom haar toekomst ziet er weer heel wat rooskleuriger uit!!!
Grrrrrrrrrrrrr! Wat nu weer? In Ciney zagen ze me niet staan en nu zoeken ze mij. Blijkt dat een groepje jongeren op zoek is naar mijn winkel. Op een school hier in Brugge hadden ze opdracht gekregen om een antiquair te zoeken en wat vragen te stellen. Natuurlijk mogen ze me vanalles en nog wat vragen. De gasten zeggen dat ze dachten dat alle antiquairs van die oude saaien peetjes waren met een nors gezicht... Niet dus. Een half uur lang vuren ze vragen af, heel plezant. Eentje wil later ook antiquair worden, wat me zeer verheugt natuurlijk. Ik zei hem wel dat passie en liefde voor antiek niet genoeg is alhoewel toch onontbeerlijk. Ze moeten kennis opdoen, veel zoeken naar goeie zaken en goed kunnen verkopen. Blij met deze wijze (al zeg ik het zelf) raad trekken ze terug naar school nadat ik ze trakteerde op een drankje.