Gisteren bracht ik een bezoekje aan de abdij van Westvleteren. Het was al een heel tijdje geleden en ik hou van de rust die daar heerst. Eens helemaal stil vallen bij de monniken. Stil worden in Brugge is immers niet makkelijk, zeker niet als mijn winkel open is en een storende clown alle mensen luidop en brutaal aanklampt om hen een mottige waardeloze foto aan te smeren...
Eerst het middagmaal in Watou, een lieflijk dorpje met twee marktpleinen en ene mooie kerk, vanuit Haringe kom je er via de lange Moenaerde(!)straat. Enkele horecazaken waren gesloten, slechts eentje was open. Ze serveerden vooral vis maar ik koos voor een lekkere 'ribeye'. Het duurde meer dan een uur tegen dat alles geserveerd was maar het smaakte des te beter dan. Intussen was de warmte écht drukkend geworden, ik vreesde voor een onweer.
Rond de abdij liggen opvallend veel bossen. Er zijn mooie bossen in Proven rond het domein de Lovie. Het is elke keer weer wat zoeken naar de abdij, al die straatjes lijken op elkaar. Ik let op de vele boerderijen : een aantal is duidelijk van bestemming veranderd. Boerderijtjes die te klein zijn om leefbaar te zijn, worden omgevormd tot buitenverblijf. Op andere boerderijen zie je heel grote nieuwe loodsen staan. Ik vraag me elke keer opnieuw af hoe die boeren dat gaan kunnen betalen. Het gaat telkens over honderdduizenden euro's! Het vele mooie groen brengt je tot rust. Plots zag ik een monnik wandelen, in gesprek met een nonnetje, heel ver kon het dus niet meer zijn voor ik mijn doel bereikte.
De abdij is veel veranderd de laatste jaren. Vooreerst is er de grote nieuwbouw, de nieuwe woongebouwen. Maar ook de brouwerij is veranderd van uitzicht : er zijn enkele loodsen bijgekomen. Voor de poort stond een auto met massa's lege bierbakken, hij reed binnen... het dus mogelijk om zonder eindeloos te bellen toch wat gerstenat te bekomen.
Ik kwam natuurlijk niet voor het bier maar voor de vespers. Door de lange gangen kom je in de grote kapel - of moet ik kerk zeggen. Voor mensen die wat minder mobiel zijn kan het als het ware een kruisweg zijn om daar te geraken. Honderden meters gangen, verschillende deuren. Er waren enkele tientallen bezoekers die de vespers bijwoonden. eEnkele nonnetjes, en tussen de paters zat een vroegere prof uit het seminarie. Hopelijk zouden bezoekers de woorden aan de ingang indachtig zijn : er wordt door de abdijgemeenschap immers gevraagd om niet te luid te zingen... Het is inderdaad storend als een of andere bezoeker wil bewijzen hoe goed hij wel kan zingen, of als een dame luidkeels meegilt... Een paar jaar geleden ergerde ik me steeds aan een jongedame, een soort kwezeltje, dat onnodig luid 'meebrulde'... Ik had elke keer zin om haar buiten op het kerkhof te 'gooien'... dan is het daar niet altijd maar dood-stil. Voor mijn part mogen ze de bezoekers écht (figuurlijk!) het zwijgen opleggen. Er zijn slechts een vijftien paters maar hun zang is mooi en goed te begrijpen. Als dan buitenstanders hun 'kunsten komen tonen', dan komt dat niet ten goede van de sfeer.
Het was bloedheet, straaltjes water liepen van mijn voorhoofd en ik was dan ook op-ge-lucht toen ik de kapel verliet... Daarna uiteraard naar 'De Vrede' voor een natje en een droogje.
08-06-2016 om 19:52
geschreven door Lieven Moenaert 
|