Reis Italië : dag 1 - Via Luxemburg, Strasbourg en Basel
Maanden reeds keek ik uit naar deze mooie rondreis door Italië. Ik zou Pisa, Siena, Firenze, Rome en Venetië bezoeken, stuk voor stuk pareltjes met een onschatbare rijkdom aan wereldberoemde kunstwerken en monumenten. Ik hield wat nota's bij om ze dan later op de blog te kunnen plaatsen.
Zaterdag 28 mei wordt ik opgehaald aan de achterkant van het Brugse station. Omdat ik mijn auto geen tien dagen onbewaakt op de parking wil achterlaten en het te voet toch een heel eindje lopen is kom ik met de taxi. Om halfvijf ('s morgens) komt de bus en een vijftiental mensen stappen op, ze moeten alle kanten uit oa een dame die wat wil gaan fietsen in Oostenrijk (?!!). Via Aalter, Gent Dampoort, Wetteren en Aalst worden we naar het verzamelpunt te Groot-Bijgaarden gebracht, waar we de bus met bestemming Italië bezoeken. Naast mezelf zijn er drie koppeltjes uit Brugge mee, allemaal heel vriendelijke mensen die blij zijn dat er wat streekgenoten mee zijn. De bus telt vijftig reizigers en het is voor de chauffeur een hele klus om alle zware valiezen in de laadruimte te stapelen. Plots komt een hoogbejaard koppel aangewandeld. De man lijkt wat verward en de dame, met een flinke bos grijs haar, heeft een elektrische wagen mee, met een heel lage drempel, kortom een 'plat-vloers' vehikel. Ik zie de bui al hangen, ook al is er geen wolkje aan de lucht. Dat belooft immers : kilometers straten, hellingen, trappen in die middeleeuwse steden... dat is wat men noemt het noodlot tarten. Maar ik hoor dat dit wel meer gebeurt en dat die karren werkelijk kilometervreters zijn. Ok dan voor mij...
Iedereen zit op de bus en we rijden richting Brusselse ring om dan via Luxemburg, Strasbourg, Basel in Zwitserland, onze bestemming te bereiken. De gids en chauffeur worden aan ons voorgesteld, twee toffe en bekwame mannen, Rob en Rudy. Eens we Namen naderen wordt van de rechte en dus kortste weg afgeweken, richting Marche en Luik en zo. Wanneer ik de gids vraag naar het waarom antwoordt hij : 'Omdat we dat leuk vinden'. Achteraf blijkt dat men files met vrachtwagens wilde vermijden. Tja, zij zullen het wel het beste weten zeker? Onderweg komen we aan in Martelange, vooral gekend omwille van een heel zwaar ongeval waarbij een voertuig inreed op een benzintepomp, de hele boel ontplofte en er dodelijke slachtoffers waren. De weg hier helt nogal en het sterft hier van de benzinestations, het is inderdaad moeilijk om als je de controle over het stuur verliest, géén naftestation te rammen... We stoppen even aan een taksvrije winkel waar we massa's soorten drank aantreffen. Wellicht zijn de prijzen hier lager dan bij ons want we zijn hier eventjes in het groothertogdom Luxemburg. Maar zelf ben ik niet echt liefhebber van 'sterke' dranken, ook voel ik geen behoefte om van dat spul mee te sleuren 4000 km lang en ... zo'n flessen aan boord laten dat is de katjes bij de melk zetten (medepassagiers). Wat later zijn we terug op de autosnelweg naar Luxemburg richting Metz.
Onderweg zien we de Moezel die hier door het uiterst bomenrijke landschap kronkelt. De gids geeft ons heel veel raad om de volgende tien dagen het maximum uit onze reis te halen. Zo vertelt hij ons ondermeer dat we niet moeten bibberen en beven voor eventuele zakkenrollers, daar er daar niet meer van zijn dan bij ons. Natuurlijk moeten we niet rondtrappelen met een grote Kodak rond onze nek of rondhuppelen met enorme heuptassen vol euro's. Ook raadt hij ons aan om te proberen 'ons zo normaal mogelijk te gedragen en zo normaal mogelijk te kijken' (volgens mij wordt dit voor sommigen bijzonder erg moeilijk!!!) om niet op te vallen. Zegt de gids dit omdat hij hetzelfde ziet als ik? Vooral dan met name mijn buurman, een stokoude (denk ik toch) graatmagere Gentenaar die een aanblik biedt alsof hij stervende is. In elk geval zal hij nooit zo oud worden als hij er uit ziet!!! Gedurende de reis zal ik heel dikwijls de indruk hebben dat ik naast een lijk zit. Wanneer hij echter met zijn beenderige rechterelleboog in mijn nieren zit te porren (om een drankje te bestellen aan de gids) wordt ik telkens weer tot de werkelijkheid teruggebracht : hij leeft nog!
Een eind over Strasbourg zie ik plots een plaatsnaambordje staan : 'Bisschopsheim' of iets in die trand... Zou dit een plaats zijn waar mensen die bisschop zijn zich thuis kunnen voelen? Ver weg van Vlaanderen? Ik weet het niet. We naderen Zwitserland, ik rep me om de beroemde paarse koeien van Milka te zien grazen maar die zijn in geen weiden te bespeuren. Overal bergen intussen. Omdat dit er van het goede te veel zijn wellicht worden ze zoveel mogelijk gecamoufleerd door hoge bomen in de berm en door lange tunnels. We rijden door Basel, een heel moderne stad met heel wat chemische industrie ook. In Luzern zitten we een tijdje vast in de file maar we zijn wel wat méér gewend bij ons in Vlaanderen. Nu zien we het 'Vierwoudstrekenmeer' (meestal verkeerdelijk 'Vierwoudstedenmeer' genoemd) en komen we na vele kilometers zicht op mooie waterpartijen aan bij ons hotel. Bij aankomst blijken er hier onvoldoende kamers vrij te zijn en moet een klein groepje na het avondmaal mee naar een ander hotel, men vraagt (Chinese) vrijwilligers. Ik maak me zo klein mogelijk, wat voor mij niet zo eenvoudig is... en ik mag hier blijven. Mijn kamer ziet uit op het mooie meer en is heel ruim. Gedurende zowat de hele reis dineren we om 19u30. Het eten in het buitenland is niet zo lekker als bij ons naar mijn mening maar ik ben op reis en pas me aan aan de plaatselijke keuken. Kan geen kwaad bovendien voor mijn 'lijn'. Vanaf de eerste avond zitten we met alle Bruggelingen samen aan tafel. Heel plezant, zo kunnen we in de vreemde toch ons eigen dialect blijven spreken. Het hele gezelschap maakt graag leuten en na enkele minuten gieren we van het lachen. Lachen met elkaar, met het personeel, met sommige medereizigers... het plezier kan gewoon niet op. Dat belooft! Vooral mijn buurman, ik noem hem van nu voort 'Magere Hein', moet het ontgelden. Dit natuurlijk in afwachting dat we nog meer speciale typen bespeuren. Bij het eten bestellen we halve litertjes bier, en enkelen ook steevast een goed flesje wijn. De dolle pret die aan onze tafel heerst wordt echter duidelijk niet gewaardeerd door één van de serveersters, die ons nogal bot bedient. De borden worden op tafel 'gekletst' waardoor we nog veel harder lachen. We bedanken telkens heel vriendelijk en het mens wordt steeds bitser. Het dessert vliegt bijna uit het bord na de onzachte landing op het tafel. Niet echt het zonnetje in huis, dat mens. Daarna gaan de Chinese vrijwilligers met de bus naar een nabijgelegen hotel en wij hier ter plaatse op stok. Nog even genieten van op mijn balkon van het mooie meer.