Het is weer 'vadertjesdag'. En terecht! Zoveel vaders die er alles voor over hebben om hun kinderen goed en liefdevol op te voeden. Die helpen timmeren aan een goede toekomst van hun kinderen, hun alles!
Maar er zijn ook andere mannen, egoïsten die enkel maar denken aan zichzelf. Die het vertikken om hun verantwoordelijkheid op te nemen. Die van de ene vrouw naar de andere vlinderen. Voor wie het gras altijd groener is aan de overkant. Die hun kinderen duvelen in plaats van hen te helpen een mooie toekomst op te bouwen.
Welnu, helaas moet ik zelf ook bekennen dat ik morgen geen vadertjesdag kan vieren... Wat niet belet dat ik alle goeie vaders gelukwens!
En daarom is het morgen - zoals elke dag opnieuw trouwens - weeral moedertjesdag. Ik heb een moeder uit de duizend en dat mag ze geweten hebben!
Miel Cools is onlangs overleden. Zijn meest gekende liedje was ongetwijfeld 'Boer Bavo'. Velen zullen zich afvragen of Boer Bavo werkelijk bestaan heeft, en zoja, over wie had Miel Cools het dan wel? Ewel dat is geen gemakkelijke zaak, er zullen wel meerdere Bavo's geweest zijn. Het ene geval nog erger dan het andere... Hier heb ik het over wat ik vernam over één van die Bavo's, misschien wel een van de ergste...
Boer Bavo was een muiletrekker eerste klas. Naar buiten uit pakte hij graag uit met zijn kroost : allemaal flinke zonen. En bovendien had hij een schat van een vrouw, een vrouw uit de duizend en de best mogelijke moeder voor zijn kinderen. Op zondag vooraan in de kerk gaan zitten en bidden dat zijn lippen daveren : zie maar eens hoe katholiek ik wel ben!!! Maar na tien minuten viel hij steeds in slaap, en dan moesten de kinderen hem wakker zien te maken wanneer iedereen recht moest staan voor de Consecratie enz.
Maar op de boerderij was het hard labeur. Zijn vrouw en kinderen werden regelmatig op een ferm pakje schoppen en slagen. Hij sloeg ze vaak 'voor dood'! Op een boerderij kan dat makkelijk want de slachtoffers mogen roepen en schreeuwen al dat ze willen, niemand die het hoort, want de buren wonen een flink eindje verderaf.
Wanneer Bavo uitgeraasd was ging hij op zwier. Pinten drinken tegen de sterren in en de cafébazen laten beloven dat bij navraag men zou zeggen dat hij enkel watertjes en soepjes dronk... Gaan dansen op dansavonden voor alleenstaanden, zijn vrouw bedriegen dus... Iedereen in de streek was hiervan op de hoogte maar omdat ze bang waren van Bavo zwegen ze als vermoord. Ook wilde ze de arme boerin niet nog méér leed aandoen, want velen wisten - God weet hoe - dat de vrouw het heel moeilijk had met Bavo en zijn schone manieren.
Boer Bavo kneep de katjes dus bij nacht maar hij 'neep' ze zacht. Nadeel van zoiets in het donker te doen is dat je soms niet 100 procent zeker weet met wie je te maken had. Bij klaarlichte dag vallen dan de schellen van de ogen, een mens ziet klaar voor ogen met wie hij aan het scharrelen is. Maar dan is het dikwijls te laat... Kijk maar naar Bavo : ongelooflijk wat voor lelijk mormel dat hij nu overal meesleurt... Eigen schuld dikke bult!
Hieronder de tekst van het lied : let op de vele gelijkenissen met boerboer hier boven...
Boer Bavo bebouwde plichtelijk zijn land Hij betaalde belasting aan t vaderland Hij ging elke zondag naar de mis Hij was op elke begrafenis Hij zetelde in de gemeenteraad Hij gold als een toonbeeld van orde en maat Hij zorgde voorbeeldig voor zijn gezin Hij sprak vol lof over zijn boerin In zeden en zaken zo solied Een tweede boer Bavo was er niet, maar
Bavo kneep de katjes in het donker Hij kneep de katjes bij nacht Hij kneep ze bij nevel, bij sterrengeflonker Hij kneep ze, maar kneep ze zacht En was er eens eentje dat weende of riep Geen mens die het hoorde of zag Boer Bavo kneep katjes in het geniep En ploegde zijn veld bij dag
Boer Bavo was lid van de kerkfabriek Hij zorgde voor kaarslicht en voor muziek Hij droeg een fakkel in elke stoet Hij heeft elke vastentijd geboet Hij was een voorman, een ijveraar Hij ijverde vurig het ganse jaar Hij heeft zich stug elk plezier ontzegd Het hoofd rechtop en de blik onthecht Boer Bavo was waarlijk zeer solied Een boer zoals men er zelden ziet, maar
Bavo kneep de katjes in het donker Hij kneep de katjes bij nacht Hij kneep ze bij nevel, bij sterrengeflonker Hij kneep ze, maar kneep ze zacht En was er eens eentje dat weende of riep Geen mens die het hoorde of zag Boer Bavo kneep katjes in het geniep En ploegde zijn veld bij dag
De eeuwigheid piepte op een kier Boer Bavo werd vreedzame rentenier In een herenhuis dichtbij de kerk Vanwaar hij de plek zag voor zijn zerk Het werd een lijkmis vol pracht en praal De katjes waren er allemaal Ze luisterden stilletjes naar het sermoen Ze weenden, maar konden er niets aan doen Ze hadden om Bavo zon verdriet Hij was zo zacht en toch zo solied, want
Bavo kneep de katjes in het donker Hij kneep de katjes bij nacht Hij kneep ze bij nevel, bij sterrengeflonker Hij kneep ze, maar kneep ze zacht De katjes kochten een grote tuil En knikten uit alle macht Toen de schepen zei bij d open kuil Bavo ijverde dag en nacht
Diksmuide, ik was er vandaag op bezoek. Eigenlijk een lelijke kleurloze stad, afgezien dan van de Ijzertoren en de omgeving van de Grote Markt. Enkele straten lagen opengebroken, blijkbaar wil men de fietspaden heraanleggen Het is reeds geleden van een jaartje terug dat ik nog in het IJzerstadje moest zijn, toen ik me sterk maakte de kerk van Kaaskerke te moeten kopen om er een zaak op te richten. Maar precies op hetzelfde moment was er nog een liefhebber die - héél toevallig - net eenzelfde zaak wilde oprichten in net dezelfde plaats... Wat een toeval! Nu blijkt het een geluk bij een ongeluk dat ik niet in mijn opzet slaagde. De kerk, een der lelijkste van het bisdom, moet grondig gerestaureerd worden. Bakstenen in de toren zijn aan het afbrokkelen, dat belooft. Ik denk dan ook onmiddellijk aan de kerk van Beerst, daar is de toren er nog veel erger aan toe.
Veel mooie herinneringen houd ik dus niet over aan wat er allemaal bedisseld en gekonkeld werd achter mijn rug op het gelijkvloers van het stadhuis daar...
Wèl heb ik vele dagen me wél geamuseerd in de onderaardse verdieping, dus de kelders van het stadhuis, tijdens het zoeken naar gegevens voor het opmaken van mijn stamboom. Alle registers met de akten van de burgerlijk stand van Diksmuide en deelgemeenten lagen daar ter inzage.
Wat ik vandaag dan toch nog te zoeken had in Diksmuide? Iemand stond even tevoren aan mijn deur van de winkel te Brugge en liet me weten dat haar vader massa's interessante religieuze voorwerpen te koop had. Ik was net toevallig in de buurt en ging een kijkje nemen. In een voormalige pralinenwinkel probeert men massa's - veelal beschadigde - heiligenbeeldjes aan de man of de vrouw te brengen. Allemaal rommel en zowat waardeloze zaken. Het deed me denken aan de Arme Klaren van Brugge die vele honderden afgedankte kruisbeelden op hun zolders bewaarden, allemaal giften en gratis geschenkjes van mensen die hun kot opkuisten. Een kruisbeeld mocht je immers niet weggooien... De vader van de verkoper heeft blijkbaar decennia lang de grootste rommel verzameld, rommel waarmee anderen niets mee konden aanvangen. Zo ondermeer vele tientallen waardeloze wijwatervaatjes uit hout, metaal en glas. Allemaal goed voor de 'container'. Ik voelde me bedot, zeker toen de verkoper 'fijntjes' opmerkte dat er al een kennis (een pseudo-antiquair, een echte prulleman dus) van mij was langsgeweest maar dat die niets had aangekocht. Tja, als die prulleman hier niets interessants vond, hoe zou ik dat dan wél vinden? Die prulleman koopt overal quasi waardelozen plaasteren heiligenbeelden op om er handel in te drijven. Ooit liet ik het ventje al eens weten dat hij beter voor goeie kwaliteit kiest. Maar Piet Snot antwoordde me dat ik enkel maar wilde dat hij zich 'op kosten zou jagen'... Maar koken kost geld! En als hij het slimmetje wil 'uithangen' moet hij dat maar zelf weten. Het is maar een kwestie van tijd vooraleer zijn plaasteren beelden in elkaar zullen zakken van de 'wakte'.
Om de verkoper van die mottige beeldjes wat te helpen suggereerde ik dat hij best zo vlug mogelijk al zijn rommel aan een kleine prijs te koop plaatst.
Dan maar vlug Diksmuide achter mij gelaten want intussen kreeg ik nog enkele telefoontjes van klanten die aan de winkel op mij stonden te wachten.
Vandaag overleed in de H. Hartkliniek te Roeselare mevr. Margueriet Boeve. Ze werd geboren te Eggewaartskapelle op 2 februari 1933 en werd dus net 80 jaar. Ze was gehuwd met dhr Noël Zoete, woonde te Oudekapelle en had drie kinderen.
De begrafenis vindt plaats volgende week zaterdag in de kerk van Oudekapelle.
Vroeger kwam ik graag in Oostende. We gingen er met het gezin soms winkelen. Later kwam ik er vaak opzoekingen doen in het VVF-lokaal, een echte schatkamer en een must voor wie zijn stamboom opmaakt. 's Avonds laat liepen er wel eens ongure figuren rond : eens zag ik er een boer, boer Bavo genaamd, die hier wellicht tussen de boompjes en de struikjes zijn lusten kwam botvieren met lichtekooien... Zijn trouwe echtgenote nietsvermoedend in zijn krotboerderij achterlatend. Ik vroeg Bavo dan ook of hij geen schaamte kent, een rethorische vraag!
Dat park is vandaag nog gevaarlijker geworden als ik iedereen geloven mag. In de buurt zwerven namelijk de hele dag Oosteuropeanen van alle slag rond. En in het donker dat park nog betreden is om problemen vragen. Beurzensnijders en ander geboefte kunnen er ongestoord hun gang gaan.
Vandaag kreeg ik bezoek van een man die nogal veel antiek in huis heeft. Zo beweerde hij althans. Jaja, dacht ik bij mezelf, weer zo'n blaaskaak. Wanneer hij zag dat ik niet meteen onder de indruk was nodigde hij me uit een kijkje te komen nemen.
Na het sluiten van de winkel wou ik eerst nog een wandelingetje maken over het staketsel aan de vaargeul te Oostende. Halverwege moest ik mijn tocht staken want de boel was afgesloten wegens werken of zo. Er waaide een frisse wind. In de vaargeul zal ik een groot schip, de 'Artevelde', wellicht een baggerboot of zo. De hele omgeving is ingrijpend veranderd : het staketsel heeft bijna al zijn charmes verloren. Vroeger kon je via het staketsel een heel eind in zee 'wandelen', nu is het staketsel ingesloten door twee reusachtige dammen bestaande uit enorme rotsblokken. Dit om de vaargeul te beschermen tegen stormen. Het is echt geen zicht, het staketsel heeft zo niet veel meer te bieden. Het 'Klein strand' is een groot strand geworden, er werd een enorme hoeveelheid zand opgespoten. Ook dit zorgt er voor dat het staketsel niet echt meer 'door de zee' loopt maar gewoon aan de rand van dat 'Klein strand' ligt als een soort afscheiding van de havengeul.
Dan maar teruggekeerd. In de stad zag ik massa's raar volk rond lopen. Oosteuropeanen en allerlei mensen van allochtone herkomst. Allen liepen ze op hun dooie gemakjes, de tijd te doden. Ondertussen rondspiedend of er niets te 'rapen' viel. Vlug zocht ik de auto op want ik werd hier echt niet vrolijk van.
Eventjes zoeken nu naar het adres van die antiekverzamelaars. Awel, dat was echt niet te doen. Een bescheiden woning zou je denken, wanneer je de gevel bekijkt. Maar binnenin een schat aan antiek : vooral veel juwelen, zilver en ook wat houten beelden. Een schatkamer zoals ik er nog niet veel zag. Alles is te koop maar die prijzen... ook niet te doen.