Enkele dagen geleden wou ik op bezoek gaan bij een nonnetje dat ik heel goed ken vanuit mijn seminarietijd. Een schat van een vrouw, één van de 'schatten van de Kerk' zoals mgr Desmedt destijds altijd zei. Mijn winkel gesloten toog ik op tocht, het was een flink eindje wandelen.
Aan het klooster is een rusthuis verbonden, alhoewel... gezien de eerbiedwaardige (hoge) leeftijd van de gepensioneerde nonnetjes mag je eigenlijk het omgekeerde zeggen : een klooster verbonden aan een rusthuis. Om binnen te komen moet je op de bel drukken en gezien het al achttien uur dertig was diende je op de 'nachtbel' te drukken. Na wat wachten 'ging' de zoemer en kon ik de deur van het rusthuis openduwen. Ik vroeg een personeelslid waar ik 'mijn' zuster kon vinden. In de kapel dus, ik had al zo'n vermoeden, want deze godgewijde maagden (of gewaagde meiden?) brengen een groot deel van de dag al biddend door. Bidden ook ipv de mensen die zelf geen tijd (of zin) hebben, bidden voor de hele wereld dus. Aan de kapel gekomen zie ik door de gekleurde glazen deuren dat de zusters aan het bidden zijn. Het personeel zei dat ze daar al een tijdje 'zaten' en dat ik 'even geduld' moest hebben.
Natuurlijk kon ik de zusters gaan vervoegen in de kapel maar ik wilde hun gebed niet verstoren of zo. Ze zijn niet veel gezelschap gewoon in de kapel, behalve dan enkele bejaarden die willen meebidden. En natuurlijk is er wel heel wat meer volk tijdens de misvieringen in het weekend en zo.
Ik dus wachten op de gang. Eventjes verder zag ik enkele rolstoelgebruikers zitten in de dagzaal. Om de 'ouden van dagen' wat gezelschap te bezorgen kunnen ze de dag samen doorbrengen in een grote zaal, 's middags eten ze daar en daarna is er gelegenheid voor ontspanning zoals gezelschapspelletjes en babbelen met elkaar.
Ik ken dit rusthuis heel goed want jaren geleden nam ik deel aan een 'caritaskamp' hier. Een groepje jongeren die een week lang zorgt voor extra aandacht voor de bejaarden door allerlei activiteiten te organiseren. Ook op bezoek gaan in de kamers zélf werd meestal heel erg gewaardeerd. Veel bejaarden hebben immers weinig bezoek als ze geen familie of vrienden hebben 'extra muros' (buiten de muren van het rusthuis bedoel ik hiermee). Ik herinner me de Vlaamse volksspelen. Een oud priestertje, EH Leopold Grymonprez, steelde de show door zijn enthousiasme. Bijna honderd jaar en in rolstoel maar héél kwiek. Ook was er een priester Vanmassenhove, een ernstiger type. Beiden genieten intussen van de Eeuwige Rust sinds jaren... Toen ik hier een weekje 'meedraaide' was ik eigenlijk net enkele dagen 'buitengebonjourd' uit het grootseminarie (voor de duidelijkheid : de eerste van twee malen dat ik de (voor)deur gewezen werd!). Ik wist toen van geen kanten waarom ik 'buitengevlogen' was... een échte zware klap die ik eerlijk gezegd nog altijd niet helemaal heb verteerd... Maar goed, ik was dus héél aangeslagen en mijn eerste idee was : al de engagementen die ik in de grote vakantie zou doen, last ik af, want buitengesmeten wil zeggen : kappen met heel die boel!!! Maar die ene brave Zuster drong aan om toch maar deel te nemen aan dat caritaskamp : het zou me wat afleiding geven en intussen kon zij toezien hoe ik die tegenslag verwerkte... Het werd een heel mooie week!
Eén negatief puntje echter was toen ik tijdens die week op een middag uitgenodigd werd door de aalmoezenier, we zouden samen middagmalen. De priester stelde wat vragen over het seminarie, en besloot toen heel zelfverzekerd 'dat ze wel een héél goeie reden moeten gehad hebben om mij buiten te gooien!' Wat een lomperik! Ik stond recht van tafel en antwoordde : 'Meneer de aalmoezenier, je bent gehersenspoeld door bepaalde confraters! Leer een eigen en eerlijk oordeel te vellen voor je iemand zijn zaligheid vertelt! Ik zoek nu beter gezelschap op om mee te gaan tafelen!' Verschillende malen zocht hij tijdens die week nog contact maar voor mij was hij vanaf toen 'lucht' geworden. De laatste dag van dat caritaskamp moest ik de mis dienen. De Zuster zei dat mgr Vangheluwe, die zelf vroeger aalmoezenier geweest was in dit rusthuis, de mis zou voorgaan, geassisteerd door de aalmoezenier, en dat ik niet te veel wierook mocht maken, dus niet te veel rook... Maar... dat was dus buiten de waard gerekend, ik strooide rijkelijk wierookkorrels op de gloeiende kooltjes... Jammer genoeg moest ook de bisschop er aan geloven, de twee priesters hoestten als gek en even later gleed de rookwolk richting rusthuisbewoners zodat er nog veel meer gehoest werd als gewoonlijk... Een wolk, misschien enigszins te vergelijken met, maar gelukkig (minder) dodelijk dan die gaswolken (gifgas) die traag over de velden naderden naar onze soldaten in de loopgraven in het Ieperse tijdens WO I. Op de duur kon je de achterste mensen in de kapel niet meer zien zitten...
En waar waren we intussen gebleven, ik bedoel waar was ik gebleven? Oja, ik wachtte dus aan de buitenkant van de kapel. Het altaar stond vol kaarsjes, ook voor het OLV-beeld stonden er heel wat. Het was nog steeds muisstil in de kapel, meditatie dus. Plots hoorde ik muziek en er werd gezongen, en verder beurtelings muziek en gebed... En het bleef maar duren, té lang voor een avondgebed, naar mijn bescheiden menig.
Intussen mocht ik meegenieten van het rust-huis-leven. Een personeelslid herkende me nog van dat jongerenkamp van toen en zei me dat dit niet meer georganiseerd werd omdat de mensen die tegenwoordig in een rusthuis gaan wonen bijna zonder uitzondering zwaar zorgbehoevend zijn. Dus gedaan zoals vroeger, toen je als kwieke zestiger of zeventiger lekker op 'hotel' kwam hier. Neen de mensen zijn meestal niet meer mobiel, velen zijn ook dementerende zodat je hen niet echt kan plezieren met lawaaierige en drukke activiteiten. Jammer maar ik begrijp het. En natuurlijk is het ook zo dat het vandaag veel moeilijker geworden is om nog jongeren te vinden die gratis een weekje van hun vakantie willen 'opofferen'. Een van de meer mobiele mensen komt op het personeelslid af met een klacht : ze willen een andere tafel 's middags in de zaal want haar 'buren' zitten met hun handen in haar bord te 'potelen'... Ook gooien de buren soms met stukjes aardappel en zo... Er wordt een andere zitplaats beloofd. Eén voor één worden de hoogbejaarden met rolstoeltjes van de dagzaal naar hun kamer gebracht. De laatst overblijvende dame heeft echt last van verlatingsangst want ze vraagt elke dertig seconden : 'En ikke té? En ikke té?' Ik beloof haar bij haar te blijven tot ze haar komen halen (in de betekenis van : naar haar kamer zullen brengen,niet tot ze haar van Hierboven komen halen he...!). En daarna wordt het rustig. Tot ik een paniekerige mannenstem (op eerste verdiep) hoor smeken : 'Allez kom me helpen! Ik weet dat je daar bent!' Denkt hij dat ze hem van Hierboven spoedig komen halen? Verbeeldt hij zich dat de Man met de Zeis hem wenkt? Dat hij binnenkort 'het hoekje om gaat'? Neen, het is wellicht een dementerende man die op de gang rondwaart... Ik wil wel maar durf niet te gaan kijken want ik zal hem toch niet kunnen helpen. En wat zou het personeel wel niet denken als een wildvreemde zich gaat moeien met hun werk...
Het wachten blijft duren... en ik krijg grote honger! Ik open de kapeldeur wat om te luisteren naar wat er gebeden wordt... misteksten, er is dus een gebedsdienst bezig die de H. Mis vervangt. Het personeel zei me bij het binnenkomen eigenlijk al 'de zusters zijn naar de mis', en ik dacht dat ze 'avondgebed' bedoelden want veel mensen kennen het verschil niet tussen de twee... Daarom dus dat het altaar zo speciaal verlicht is en daarom dus dat het zo lang duurt. Ik besluit nog wat te wachten... maar dan werd ik een rare geur gewaar... Een verzorgende opende een deur wat verder op de gang en was een karretje aan het leegmaken. Pampers blijkbaar, tweedehandse... om het duidelijk te stellen... Pff, grote honger hebben en dan .... Nu werd het mij te veel, die hoge temperatuur daar in de gang en al de rest... ik had er stilletjes aan genoeg van en voor ik een appelflauwte zou krijgen of ik dreigde zélf daar in één of ander kamertje te belanden, koos ik het hazenpad. Ik keer later wel eens terug!
08-08-2014 om 00:00
geschreven door Lieven Moenaert 
|