Ik kwam dus binnen in dat appartement en zij stelde het kleine mannetje voor als haar 'man'. Ze vertelde dat het ventje beroepsmilitair was geweest. 'In een heel kleine kazerne', voegde het ventje er guitig aan toe. En ik :'Dat zal wel, je zal je daar wel goed thuisgevoeld hebben!' Gelukkig heeft het ventje niet door dat ik maar wat zit te lachen. Bij mezelf dacht ik : ze waren daar vet mee met zulke soldaten in Duitsland. De Duitsers zullen gedacht hebben dat ze te maken hadden met kindsoldaatjes of zo. Toen ik hem vroeg wat hij allemaal heeft verwezenlijkt tijdens zijn legerloopbaan antwoordde hij - nog altijd op guitige toon : 'Ewel, geen al te grote dingen...' Nu kan ik echt niet meer, het wordt me te veel en ik begin te lachen. Het ventje vervolgt dat hij kok was en dat er in de keuken daar nog van die dwergjes werkten en dat ze samen alle problemen overwonnen zoals het sleuren met zware kookpotten en zo. Ze vormden een hecht team en hebben er gewerkt tot aan hun zestigste. Ferm verhaal voor zo'n klein mannen...
Jenny kwam nu op de voorgrond en dat zou zo blijven voor de rest van het bezoek. Ze toonde me al haar boeken en albums met postzegels. Massa's materiaal ja, maar allemaal rijp voor het stort. Encyclopedieën zoveel als een mens van kan dromen (of in mijn geval nachtmerries krijgen). Reisgidsen die half aan flarden hingen. Honderden schilderwerkjes van het - wat denk je - allerlaagste niveau... geen grote kunst dus. Het ventje zei : 'Mooi hé, mijn portretten?' Ik : 'Jaja, je moet groeien in zo'n hobby!' en aangezien hij niet reageerde ging ik verder als volgt : 'Ja, later als je groot bent...'. Nu begon hij me toch wantrouwig te bekijken : 'Ben je aan het lachen met mij?' En ik : 'Neen natuurlijk niet, ik wil maar zeggen dat je later als je beroemd bent wellicht nog meer gewaardeerd zal worden...'. Het ventje van bij de 90 (jaar én centimeter - grapje, ca 130 cm) straalt van geluk. De boeken waren dus allemaal waardeloos en omdat ik niet graag ergens vertrek met lege handen bekijk ik heel het appartement. Bedroevend eigenlijk : ik vind gewoon niets wat me kan bekoren... De Jenny wil perse commerce doen en begint al de kasten te openen, ik voel me wat ongemakkelijk want straks zou een geweer te voorschijn kunnen ... toveren en me dwingen haar rommel te kopen. Gelukkig komen er geen wapens te voorschijn. Laden vol met pilletjes voor dit en voor dat, wellicht groeipilletjes en zo... Dan wordt ik een drankje aangeboden. Vriendelijk maar kordaat bedank ik hiervoor want ik betrouw haar drankjes voor geen haar. Stel dat ze me een of andere vergift doet slikken, neen, feestelijk bedankt. Het ventje hangt aan de rokken van zijn vrouw. Volgens mij moet hij de hele dag braaf in de zetel zitten en madame bedienen op haar wenken : haal eens mijn glazen bol, of : zoek eens waar mijn bezemsteel ligt, of : waag het niet het venster te sluiten wanneer ik gaan vliegen ben... Arm ventje!
Nadat de dame des huizes heel haar inboedel onderste boven gedraaid heeft, tot groot ongemak voor mij want ik ben er steengerust in om al die rommel te bekijken, blijft er nog één meubel over in de gang. Dat zit vol met heel oude paternosters, kleine tinnen kelkjes enz. om de mis te spelen door kinderen, medailles oa een zwaar exemplaar uit 1947, uitgegeven nav het H. Bloedspel in Brugge in dat jaar. Heel oude poppenkleedjes enz. Een heel mooi antiek wijwatervaatje enz. Ook enkele kruisbeeldjes... dat maakt me achterdochtig : geen enkel kruisbeeld in huis, behalve hier enkele exemplaren die mooi ingepakt weggestoken zijn. Wanneer ik vraag hoeveel ze wil hebben voor dat alles zegt ze : zeg zelf maar wat je wil geven en kijkt me hierbij aan op een indringende manier... Ik denk eventjes dat ze straks probeert in mijn hals te bijten, wie weet heeft ze wel geen vampierbloed in zich... Ik knoop uit alle veiligheid het bovenste knoopje van mijn hemd dicht en doe een stap acheruit. Gelukkig heb ik lang haar zodat ze me niet in 1 2 3 kan te pakken krijgen...
Vervolgens doe ik een bod en Jenny is akkoord. Ze zegt wel dat ze nog naar mijn winkel komt later... Daar wordt ik niet vrolijk van... Dat wordt dus snel plannen hoe ik zonder kleerscheuren uit dit avontuur kan geraken... Ik hang nog meer kruisen op dan nu al het geval is. Ik haal wijwater en vul daarmee het pas gekochte wijwatervaatje en probeer haar hoofd ongezien met een paar druppeltjes te besprenkelen. Als er dan een zwarte rook opstijgt uit haar luizige haardos, als ik het wijwater in haar hoofdhuid hoor branden dan weet ik dat ik zo vlug als mogelijk de benen moet nemen. In de galerij hang ik netten zodat ze niet onopgemerkt de winkel kan binnenvliegen. Voortaan eet ik elke dag knoflook zodat haar appetijt minder groot wordt als ze me nadert. En ik omring me met antieke ijzeren kandelaars, elk met een ferme pin zodat ik me kan verdedigen als ze haar pollen niet thuis kan houden. Nu ik dit alles heb gepland voel ik me wat meer gewapend tegen mogelijk onheil. Ik steek alles in een grote doos en neem afscheid. De vermeende toverkol wil me embrasseren maar ik zeg dat ik dat niet mag van mijn dokter. Ze kijkt me ongelovig aan en haalt haar schouders op. Haar ventje lacht me geheimzinnig toe. Ik muis er van onder, terug naar de wereld van de mensen.
Soms vraag ik me af of ik de enigste normale mens ben hier in mijn winkel. Gisteren liet een dame een onuitwisbare indruk op mij na. Stokoud of beter gezegd zo oud als de (kassei)straat, te lelijk om te helpen donderen, te dom om gras te eten en zo scheel als een otter. Sorry voor deze harde woorden maar ik vind geen betere, ze geven perfect weer wat ik gisteren voor ogen kreeg rond 17u00. Een echte nachtmerrie voor mij die zo graag mooie dingen en mooie mensen zie. Hopelijk blijft het bij één nachtmerrie... eentje bij klaarlichte dag dus... maar ik vrees er eigenlijk een beetje voor. Om het ding een naam te geven zal ik haar gewoon Jenny Tanghe noemen, je weet wel, van dat soort droeve nunne (niet te verwarren met de vele brave zustertjes/ nonnetjes die me zo nauw aan het hart liggen!) die je de daver op het lijf brengt. Een soort tiranniek manwijf dat voor niets achteruit gaat en die - als ze haar zin niet krijgt - je met haar kolenschoppen van handen te lijf zou gaan. Een soort furieuze heks die je in een pad kan veranderen. Ze heeft een reputatie om U tegen te zeggen. Ik kan enkel maar hopen dat ze dit niet leest of ze mogen me morgen in de krant zetten bij de rouwberichten...
Welnu, hoe lelijk en bot ze ook moge zijn, dit maal was ze de vriendelijkheid zelve. Een familielid zei me : als vrouwen niet mooi zijn, als ze door de goede God vergeten werden toen hij de mooie gezichten uitdeelde, dan is er maar één ding meer dat hen nog kan redden : de vriendelijkheid en valsheid... Deze woorden indachtig zijnde was ik dus uiterst op mijn hoede. Mij zou ze er niet onder krijgen (neen... in geen enkele betekenis - laat ik duidelijk wezen!).
De hamvraag was en bleef natuurlijk : wat wil ze aan de man (!) brengen, wat wil ze mij opdringen, waar wil ze mij op-solferen... Eigenlijk wilde ik het echt niet weten, maar ze bleef ze zo indringend aankijken gisterenavond dat ik er niet van tussen uit kon. Ze duldde geen afwijzing of tegenspraak. Ze zei : 'Ik heb heel mooie boeken die je zullen interesseren. Ik verwacht je morgenochtend om 8u00.' Ik zag de bui al hangen, ik zag trouwens de hele dag al van die buien hangen maar géén leek zo dreigend als deze... Maar misschien zijn het wel boeken over hekserij of zwarte magie, als dit een echte heks is zal ze zich wel bedienen van kennis uit de boeken, ze kan moeilijk alles uit haar lelijke zwarte muts toveren. Ik vraag haar dus wat ze in huis heeft (op vlak van boeken laat ons duidelijk zijn) en het kr... zegt dat ik dat wel op tijd en stond zal zien. Ik overweeg om pepperspray te kopen of zo een apparaatje dat elektrische schokken cadeau doet (zoals men gebruikt om lastige varkens of koppige koeien de beestencamion op te jagen) maar waar kan ik dat nog vinden op dit uur? Zal niet lukken denk ik, daarom richt ik mij tot alle lieve heiligen hierboven om me te beschutten tegen alle mogelijk onheil dat dit mens kan ontketenen. Ook verlaat ik onze afspraak tot 10u00, zodat ik toch enigszins uitgeslapen ben voor ik op visite ga.
Deze morgen dus rijd ik - met gemengde gevoelens - naar het opgegeven adres en bel aan. Ze woont op het zevende verdiep. Ik bel nog eens en denk bij mezelf : 'De bel doet het niet! Dus kloppen dus, maar hoe geraak ik aan die deur? Ik kijk nog even buiten. Misschien is Jenny met haar bezem op boodschappen of zo en kan ze elk moment thuis komen van haar helse bezemrit. Ik ben immers een kwartiertje te vroeg. Enkele minuten later komt een bewoner van het appartementsgebouw langs en ik glip naar binnen. Met de lift kom ik op het zevende en heel erg op mijn hoede zoek ik het appartement. Ik bel aan maar niemand doet open, enkele ogenblikken later hoor ik een luid gestommel. Wellicht was het mens in al haar haast om tijdig op de afspraak te zijn wat onzacht geland op het balkon aan de achterzijde van haar woning. Ik hoor een raar gelach en voetstappen in de gang. Een heel klein ventje doet open. Zijn ogen liggen diep in de oogkassen en zijn zwart omrand. Ik denk onmiddellijk aan de paus in Rome, precies van die zwartomrande vampieroogjes... Het ventje heeft geen tanden in de mond, zijn gezicht is helemaal ingevallen. Wellicht al zijn tanden er uit geklopt door de dame des huizes. Hij wauwelt maar wat en ik doe teken dat hij uit de weg moet gaan zodat ik binnen kan. Hij doet een stapje opzij, een heel geoliede beweging, hoe kan het ook anders als je met zo'n niemand of niets ontziend mens samenwoont en die hem gewoon zou vertrappelen indien hij in de weg zou lopen. Het ventje slaakt een kreet zoals de man zonder verhemelte destijds op tv : 'Aria, om u eer ier, ezoek! Nu hoor ik de stem die ik eigenlijk nooit meer wou horen en mijn hart krimpt wat in mekaar. 'Wie is daar?' Wat een stomme vraag! Ik antwoord : 'Sinterklaai van Sint-Andries!' Antwoord : 'Aja, kom maar verder!'
En toen... en toen.... wat er gebeurde er met hem, ja wat gebeurde er met hem - met mij bedoel ik natuurlijk : zie volgende bijdrage want ik heb nu even tijd nodig om andere katten te geselen...