Voor het eerst wordt een antiekbeurs ingericht in Herkenbosch (nabij Roermond). Daar staat - of beter gezegd stond - een kasteel. Dit kasteel werd echter in de loop der tijd afgebroken en enkel de kelderverdieping met mooie bakstenen muren bleef bewaard. Onlangs werd een heuse donjon gebouwd bovenop deze funderingen, een woontoren dus met een viertal verdiepingen, in-druk-wekkend gewoon. Later volgt nog een toren. Benieuwd hoe deze beurs zal verlopen, er is alvast al heel veel publictiteit gemaakt, iedereen is wildenthousiast.
Enkele uren hard gewerkt om de auto vol te proppen met allerlei moois. Rond
13u00 vertrokken en een kleine 250 km en drie uurtjes verder kom ik aan op kasteel Diependael te Herkenbosch bij Roermond. Huub en zijn vrouw verwelkomen me en leiden me rond in de grote grillig gevormde ruimte. Allemaal kleine zaaltjes met bakstenen muren. Hier en daar half afgebroken muurtjes en venstergaten of zo, wat het geheel heel onoverzichtelijk en toch mooi maakt.
Kasteel Diependael : soort hoofdgebouw (term?) en dan het gebouw met de grote donjon, de burchttoren waarin je kan overnachten.
De beurs is aan haar eerste editie toe, hopelijk verloopt alles goed en komt er veel en vooral echt geïnteresseerd volk. Ik maakte alvast veel publiciteit in ons mooie Vlaanderen.
Wanneer alles uitgeladen is kijk ik of er genoeg extra verlichting kan gevonden worden, want de zalen zijn nogal duister.
Daarna naar Roermond, op stadsverkenning. Ik vind makkelijk een plaatsje aan het station, achteraf zal blijken dat ik op een invalidenparking stond
maar ja, gelukkig telt deze stad weinig gehandicapten want er is nog veel plaats over
Het centrum telt enkele grote winkelstraten, met vooral zaken van winkelketens zoals Hema en Zeeman. Allemaal vodden dus. Ook wat horecazaken, enkele frituren waar je een kroket uit het vuistje kan proeven
in Nederland hebben ze echt geen smaak wat eten betreft. Ik zie enkele grote kerken : de eerste telt twee grote en twee kleinere torens. Gesloten om 17u00, pech voor mij want het is bijna achttien uur. Weer zon winkelstraat verder staat een veel grotere en hogere kerk : de Sint-Christoffelkathedraal. Ook potdicht, spijtig want anders is hier niet veel te zien qua oude monumenten die te bezoeken zijn.
Er is een groot overdekt winkelcentrum, het Roercentrum of zo, met oa een grootwarenhuis. Terug buiten zie ik een dierenwinkel, ik ben benieuwd of ze er puppys verkopen want ik ben gek op honden en nog veel meer op puppys
Maar wat ik zie zijn enkel maar van die ordinaire konijnen die de hele dagen aan het knabbelen zijn. Van die beesten waar je echt niets aan hebt, volgens mij zijn ze bovendien ook niet eetbaar, met al die troep die ze hier krijgen. Verder nog wat visjes in het water en krijsende halfwilde vogels. Dit kan me niet bekoren. Ook enkele freaks in de winkel, een oud ventje zit wat te kwijlen terwijl hij naar de blikken hondenvoer kijkt, wellicht denkt hij na over welke smaak die hij nog niet geprobeerd heeft. Lekker en bovendien : helemaal niet duur! Ik mompel smakelijk en hij knikt vriendelijk terug
Eigenlijk is er maar heel weinig volk op de baan. Is iedereen na zessen nog hard aan het werk of is het goedkoper om onmiddellijk na het werk vlug naar huis te hollen? God weet het!
Westvleteren. De eerste avond van mijn verblijk kijk ik wat naar tv. Tot mijn grote verwondering verschijnt daar
het gezicht van Broeder Manu, abt van de St-Sixtusabdij van Westvleteren. Een Nederlander bezoekt de abdij en probeert een beeld te geven van het leven achter de muren. Blijkbaar is dit de eerste aflevering van een kleine reeks. Hij toont de grote scheuren in het oude gebouw waar de broeders boven hun slaapzaal hebben, wijzend op de noodzaak van een nieuwbouw. De slaapzaal wordt getoond : een grote zaal met chambretten, dus allemaal kleine ruimten afgeboord met houten wanden. Er zijn een veertigtal van die kamertjes en er zijn 2 monniken, dus elk heeft twee kamertjes : een slaapverblijf en een buitenverblijf zo verteld de abt met de glimlach.
De broeders doen veel dingen samen : bidden natuurlijk maar ook aardappelen schillen of piepers jassen in het Algemeen Beschaafd (?) Nederlands
Ook de abt helpt daarbij. De gastenbroeder toen de opname gebeurde was broeder Godfried, de immer breedlachende en goedgeluimde monnik. Een gelukkig mens.
Beelden van de nachtwake. Midden in de nacht komen de broeders samen om te bidden en
om stil te zijn, te mediteren, een vol half uur wordt er geen gebenedijd woord gezegd. Opvallend dat er geen orgelbegeleiding is dan. Misschien zou dit de gewijde stilte al te veel bruskeren, de stilte te hard verstoren.
De brouwerij, brouwer broeder Benedikt (spelling juist?) verklaart dat hij liever had gezien dat ze een tweede plaats hadden gekregen in de ranglijst van de beste bieren ter wereld, het zou volgens hem dan veel minder belastend geweest zijn voor de abdijgemeenschap. De abt zegt dat hij het spijtig vindt dat de abdij heel wat ontevreden klanten heeft. Ontevreden omwille van de schaarste van dit overheerlijke bier. Iedereen wil zoveel mogelijk bier meenemen want ze moesten dikwijls heel lang telefoneren naar de bierlijn om een paar bakken te pakken te krijgen, velen rijden ook uren lang om hier te komen
Maar ja, de paters leven natuurlijk niet om te brouwen maar brouwen om te kunnen leven. De abt verklaart ook dat de huidige situatie enigszins te rijmen is met het levensritme in de abdij. Moest men een fabriek oprichten om de productie massaal te verhogen dan zouden de paters hun manier van leven moeten aanpassen aan die fabriek
En dat kan niet hun bedoeling zijn natuurlijk!
Tenslotte zien we de abt op een afstandje van de abdij, bij de Mariakapel midden in de korenvelden. Mijn thuis, zo verklaart hij.
Zo denk ik ook als ik heel af en toe in mijn Eggewaartskapelle ben en in de verte de grote contouren van de gevels en muren zie van de hofstee waar ik mocht opgroeien. Daar was mijn echte thuis
22-10-2012 om 17:18
geschreven door Lieven Moenaert 
|