
Afgelopen weekend ik enkele dagen in Mechelen, hieronder enkele woordjes meer.
Vanmiddag vertrok ik naar Mechelen, voor deelname aan de jaarlijkse antiquarenbeurs. Deze beurs voor oude boeken is de enige die nog bestaat in ons landje. Elke keer opnieuw sta ik in bewondering voor de enorme toren van de Sint-Romboutskathedraal, één van Vlaanderens mooiste en grootste torens.
Ik kom aan bij de voormalige Minderbroederskerk waar de beurs plaatsvindt. Een lege zaal nog maar dat zal vlug veranderen. Ik ben een van de eersten die arriveren en begin met volle moed de bestelwagen uit te laden. Vanmorgen zocht ik vruchteloos naar een viertal mooie boekenrekjes die ik elk jaar op de tafels plaats om meer boeken te kunnen tentoonstellen. Een franssprekende collega (uit Brussel denk ik) merkt dit op en ik antwoord : 'Vous voyez le plat pays, qui est le mien'. Hij loopt vlug weg... ja, zo kennen we de Walen hé... Ik merk steeds dat Waalse collega's nogal jaloers ingesteld zijn. Zelf doen ze vaak minder moeite om goeie zaken te zoeken, ook is het moeilijk om een goeie prijs te krijgen voor je boeken... En zelf zijn ze dan overdreven duur... Natuurlijk zijn er ook uitzonderingen maar over het algemeen ben ik niet geneigd om hun stand te bekijken daar je moeilijk zaken kan doen met hen...
Dan zie ik Isabella ('Isa') Garcia, onlangs overleed haar vader en ... gisteren werd een zus van haar begraven, nauwelijks 47 jaar. Zware beproevingen dus, vooral ook voor haar moeder, die naast haar man nu ook een dochter moest afgeven.
Verder enkele Nederlanders, een Parijzenaar, enz. Tegen 16u00 is de helft van de standhouders aan het werk met zijn stand. Ik ben een van de eersten klaar en doe een toertje door de stad, het waait verschrikkelijk, er is geen kat te zien. Ik bezoek nu de kathedraal. Eigenlijk verwacht je bij zo'n enorme toren een wat groter gebouw... Binnenin is het nogal donker. Mij interesseren vooral de reliekhouders vooraan in het koor. Nogal indrukwekkend! Ook zie ik het grafmonument van kardinaal Mercier, de Vlaminghater. Zijn grafmonument in brons werd gemaakt door een priester, de laatste priester die door zijn handen werden gewijd. Vooral Amerikanen hebben dit monument bekostigd.
Dan naar het hotel. Eerst wou ik logeren in 'De drie paardjes'. Vorig jaar was ik er al te gast en de ligging nabij de plaats van de beurs kwam me heel goed uit, temeer daar het toen erg sneeuwde. Toen ik wilde reserveren, ik koos de meest voordelige aanbieding op booking.com, kreeg ik te horen dat er per dag nog 10 euro bijgerekend zou worden voor het ontbijt. Ik herinnerde me dat ze me dat vorig jaar ook gelapt hebben en prompt zocht ik een ander hotel. Eens ik zeker was van de reservatie stuurde ik een verontwaardigde mail naar 'De drie paardjes' met de mededeling dat hun 'beste prijs' misleidend en vals was. Ze antwoordden me dat zij toch zelf mogen kiezen hoe ze hun prijzen overbrengen naar mogelijke klanten en dat op die manier iedereen de kans krijgt om niet (!!!?) te ontbijten. Wat een onzin! Ik antwoordde dat ze mijn 'kop' daar niet meer zullen zien en dat ik zeker geen publiciteit zal maken voor hun 'zaakjes'...
Mijn hotel ligt wat buiten het centrum. Ik kom in de receptie maar daar is geen kat. Op de balie liggen envelopjes met namen op, ik zie mijn naam en open de omslag waar mijn kaart voor mijn kamer steekt. Zonder nog verder te wachten neem ik de kaart mee en zoek mijn kamer. De kamer is héél ruim, zes keer groter dan die keet in Wieze vorige week. Alle comfort voor een eerlijke prijs.
Hopelijk wacht er mij en mijn collega's een goeie beurs. Zelf moet ik immers mijn winkel sluiten voor vier dagen, en dat in één van de drukste weekends van het jaar in Brugge.
Vrijdagmorgen ga ik even kijken naar de rommelbeurs in de Nekkerhallen. Je moet er 10 euro betalen om binnen te mogen, da's meer dan driemaal de inkomprijs voor de antiquarenbeurs... Maar ... er is dan ook héél veel volk. Merkwaardig hoe men hier te werk gaat. Eerst moeten alle bezoekers tien euro neertellen en dan mogen ze de grote, nog lege Nekkerhallen binnen. Daarna pas mogen de standhouders binnen. Buiten staat een eindeloze rij auto's te wachten. Zo start de beurs uiterst langzaam, aan de andere kant echter hebben alle bezoekers zo even veel kans iets moois in de wacht te slepen. Ik zie heel wat 'schartelaars', van die gasten die bijna niks betalen maar dan woekerprijzen vragen op de rommelmarkt. Is hun goed recht natuurlijk... Ook veel 'chipoteurs', dat zijn potelaars, van die luidjes die enkel komen om alles te bepotelen, zonder van plan te zijn ook maar iets te kopen... Dat zijn de grootste ambetanterikken : ze lopen de hele tijd in je weg en je hebt er niets aan... Ik koop enkele héél kleine porceleinen beeldjes, een boekje en een reliekhouder. Voor relieken zie ik hier trouwens heel wat amateurs maar de oogst is bijzonder klein...
Om 13u00 terug naar de stad want om 14u00 start de antiquarenbeurs. Een helse toer om je auto kwijt te geraken want verschillende straten zijn opengebroken en veel plaatsen zijn gereserveerd voor de plaatselijke bewoners en mensen met een handicap. Opvallend hoe stil het is in de stad. Bijna geen kat... Gelukkig zijn er een paar honderd mensen aan de ingang van de zaal, dat belooft toch wel wat. Iedereen is intussen klaar met zijn stand, ik doe nog een toertje om te kijken of er interessante dingen liggen voor mij. Ik zie een heel mooie 'Verheerlijkt Vlaanderen' van Sanderus, in witperkamenten kaft (uit de negentiende eeuw weliswaar). Prijs is 8000 eurootjes en voor mij 7000. Toch een behoorlijke som nog, we zien wel... De beurs gaat open en in enkele minuten worden alle standen overspoeld met boekenliefhebbers. Ik zie heel wat Westvlamingen en andere klanten, enkele tientallen Bruggelingen ook, een aantal Nederlanders en wat Fransen. Een kwartier na de opening zie ik een man met een grote plastiek tas met daarin... ja, die Sanderus!!! Ik vroeg hoeveel hij betaalde. 4500 euro! Ik wenste hem proficiat met zijn aankoop en de man vertrok glunderend. Maar toen was ik kwaad, die particulier kreeg de werken voor 2500 euro minder dan ik ze mocht kopen. Dat is niet netjes! Wat groen lachend keek ik naar een beeldje dat tussen mijn boeken staat : twee kinderen die aan het ruziën zijn, ze vechten om het bezit van een doedelzak of zo. Sommigen blijven kinderen... De eerste beursdag eindigt om 20u00 en de balans : héél matig!
Zaterdag, de tweede beursdag. Na het ontbijt ga ik naar Hever, naar het graf van mijn vroegere legeraalmoezenier. Ward Heymans ligt begraven onder een heel eenvoudige grafzerk. Eenvoudig zoals hij ook steeds geleefd had. Alhoewel ik kort na zijn dood vernam dat hij koste wat het wil opperaalmoezenier wilde worden. Maar.. waarom niet eigenlijk, een betere zouden ze toch niet gevonden hebben. En deze priester bleef steeds de eenvoudige ingoede priester die hij altijd geweest was. Zonde : zulke mensen zouden niet mogen sterven, hij werd slechts 72 jaar. Vele herinneringen kwamen boven toen ik 'zijn' kerk zag, het rusthuis waar hij de mis las, zijn huis aan de spoorweg... Priester in eeuwigheid!
Om 11u00 startte de beurs. Nu weinig volk, maar na de middag was het weer volle bak. Ik zag veel harde liefhebbers, maar het bleef bij 'goesting' voor de meesten. Aan het einde van de rit : nog altijd een quasi 'platte portemonnee', gelukkig ben ik intussen uit mijn kosten geraakt...
Zondag, de laatste dag, druppelsgewijs komen de mensen binnen. Veel verkoop hangt er weer niet in de lucht. Ik amuseer me met het gadeslaan van de bezoekers en de collega's. Enkele collega's uit Nederland komen heel sympathiek over, ze relativeren ook meer dan ik. Ze hebben allen ook veel meer jaren ervaring dan ik en blijven vertrouwen in hun beroep. Sommigen verkopen volgens mij gewoon niets... en da's toch minder plezant. Op het einde van de dag moet alles terug ingepakt worden. Ik bedenk dat datgene ik verkocht heb qua volume nog geen halve doos uitmaakt... Al dat werk... Maar deze boekenbeurs blijft gezellig en een leerrijk gebeuren.
Wanneer alles in de wagen is geladen kijk ik nog eenmaal op naar de machtige toren van de Sint-Romboutskathedraal die voor me opdoemt in het duistere donker.
Tijd om terug te keren naar het mooie Brugge!

Meer info over de Sint-Romboutstoren :
De aanzet van een toren op de Grote Markt, in het midden van de voorgevel van het huidige stadhuis, had ook een belfort moeten worden, maar die Mechelse droom kwam niet uit
De eerste steen van de Sint-Romboutstoren werd gelegd op 22 mei 1452. Mechelen is in feeststemming. Waar die steen zich bevindt, weten we niet. Dat is kenmerkend voor de geschiedenis van de toren, die nog altijd vol raadsels zit.
De financiering van de bouw kwam grotendeels van pelgrims die dankzij een besluit van paus Nicolaas V in Mechelen een aflaat (= kwijtschelding van straf) konden verdienen. Ze kwamen massaal naar de stad en gaven daar geld uit.
Wie de ontwerper van de toren is, is tot op vandaag een mysterie. Volgens sommigen is het Jan II Keldermans, anderen houden het op Andries Keldermans of Wouter Coolman.
De bouwwerken zijn stilgelegd op een hoogte van 97,5 m (300 Mechelse voet).
Het uurwerk van de toren werd door een Duitse beschieting in de Eerste Wereldoorlog onklaar gemaakt.
538 treden scheiden ons van de skywalk en zijn unieke uitzicht over de stad en de zeer wijde omgeving.
De fundering van de toren zou slechts 2,8 m diep gaan.
De toren met spits moest volgens de plannen uit een bepaalde periode 167,5 m hoog worden, waardoor hij de hoogste van Europa zou zijn.
Met alles erop en eraan weegt de toren 42.000 ton. Dat zijn ongeveer 8400 olifanten.
De toren bevat twee beiaarden van elk 49 klokken.
Salvator, de grootste klok, weegt meer dan 8 ton, de kleinste nog geen 16 kg.
Tot 1923 waren er 18 klokkenluiders in dienst, nu gebeurt alles automatisch.
De trommel die de melodietjes voor de uuraanduiding speelt bevat 16.000 gaatjes, allemaal met de hand uitgeveild.
De kelder van de toren ligt op 85 m hoogte.
13-12-2011 om 21:58
geschreven door Lieven Moenaert 
|