Toch weer iets met taal: merkwaardig te zien hoe taal zich voortdurend in- en aanpast aan een veranderende werkelijkheid. In die mate dat je vanuit de taal rustig een stuk sociale geschiedenis zou kunnen schrijven.
Woorden die, als op commando, ineens in ieders mond liggen en woorden die plotsklaps zoek zijn.
Goed zo natuurlijk, taal moet leven. Taal is in eerste instantie a tool, een nuttig systeem waarmee wij van gedachten kunnen wisselen, waarmee wij zelfs gedachten kunnen vormen.
Zo viel ik vorige week op een woord dat in mijn ogen zo'n verdwijning riskeert, en dat is het woord INGETOGEN,Ingetogenheid.
Natuurlijk stamt dat woord uit de religieuze context, en dus per definitie een bedreigde soort. Maar dat hoeft dus helemaal niet.
Wat betekent ingetogen? Bij Van Dale lees ik: zedig, stemmig, matig, zich onthoudend van buitenissigheden in het bijzonder: kuis.
Flauw, heel flauw van Van Dale (en zo zie je maar hoe machteloos zon gezaghebbend woordenboek is om een dergelijk lemma bij benadering te vatten).
Ingetogen staat bij mij voor: sober, stilletjes, zonder fanfare, reflectief, met ingehouden woorden, ingekeerd, in de innerlijke luwte, ruimte latend, naar binnen gekeerd, met zo weinig mogelijk vertoon. Ingetogen slaat niet met de deuren,duikt in de innerworld om het daar rustig te verwerken. Zelfs een ingetogen menigte het kan dus.
Het tegengestelde is dan arrogant , blakend zelfvertrouwend, groot gelijk, spetterend, zelfingenomen, van de toren, er een lap op geven, kortom: een grote smoel.
Ik zie een etymologisch verband met tocht, intocht. En het oude woord togen dat staat voor: trekken. En tocht naar de binnenkant.
De niet religieuze context waarin ik het woord nu tegenkwam:
In een portret van de Nederlandse politicus Wim Kok, socialist, vakbondsman, premier,voorzitter PVDA, heet hij de man, die in heel zijn politieke loopbaan de ingetogenheid verbeeldde. De man die geleerd had soms dingen te aanvaarden die hij niet accepteerde. (knap gezegd) De man die in een Opel Kadett reed, wiens groten hobby wandelen en kamperen was en wiens lievelingsmaal aardappelen, sperziebonen en een karbonade was. De man die op aandringende journalisten vaak repliceerde: daar wil ik nog eerst een nachtje over slapen (ik hoor het niet uit de mond van de kleine Tobback).
En dan het drama van de ingetogenheid: die ingetogen socialist bleek uitgerekend de man wiens partij zich kort daarop liet decimeren door het succes van een dandy die zich in een Jaguar met chauffeur laat vervoeren, met twee witte keffertjes op de achterbank.
Een samenleving, een publieke ruimte waarin een stuk ingetogenheid weerkeert. Wat zouden we ineens vele stappen vooruit doen.
En laat me alvast beginnen met mezelf: al dat geblog van mij, ook geen monument van ingetogenheid. Begin met kleine oefeningskes: per dag drie keer een kwartiertje proberen 'ingetogen te blijven'.
Noem jij dat graag mediteren dan doe jij maar, maar ik ga niet mee. Bij het mediteren zonder je je af van de buitenwereld, bij ingetogenheid neem je de buitenwereld even mee naar binnen.
Na De Week van het Wit Goed, volgende week: De Week van de Ingetogenheid. We gaan er eens een lap op geven....
Dat zit enkel tussen uw oren een overdadig gebruikte uitdrukking om zwevende mensen terug bij de echte werkelijkheid te brengen. Voetjes op de grond, zoals dat dan heet.
Tussen uw oren betekent zoveel als: puur ingebeeld, geen enkel verband met de realiteit, en dus compleet te negeren.
Merkwaardig toch dat strenge oordeel. Kent u iets dat niet in eerste instantie tussen uw oren leeft? Verliefd word je tussen je oren. En waar zou zoiets elders leven dan tussen uw oren?
Of wat moderner uitgedrukt: kent u iets dat niet in eerste (en à la limite laatste) instantie perceptie is. Jouw perceptie. Jouw kijk op. Nog zoiets: Den Beerschot is een wereldploeg
Natuurlijk raken we hier op luchtige toon, een fundamenteel filosofisch vraagstuk. Maar die rakkers gebruiken daar vreselijk moeilijke woorden bij, hoofdzakelijk met de bedoeling dat ze het gesprek onder gelijkgestemden kunnen houden. Er is dan sprake van zijnsmetafysiek en wezensmetafysiek, en hoe Thomas van Aquino dat nu juist bedoeld heeft.
kijk eens goed naar die man zijn oren.....
Alleen vergeten die mannen (uitsluitend een mannenwereld) dat jij en ik, net als Thomas van Aquino ook twee oren hebben. Waar nogal wat tussen leeft.
Maar dat wist u natuurlijk allemaal wel.
Waarom dan dit stukje?
1. Allereerst om af te leren te doen alsof wat tussen uw oren zit (gedachten, gevoelens, inzichten, idealen enz.) niet echt is. Er is maar één werkelijkheid en dat is die tussen mijn oren. Mijn werkelijkheid dan wel. 2. En te beseffen dat mijn oren jouw oren niet zijn, en dat we, met al die oren, moeten leren leven met een veelheid van werelden.
En toch hoor ik je al mompelen: quatsch, als ik tegen een tafel loop, dan staat die tafel voor me en zit die niet tussen mijn of uw oren .
Ik denk dat ik het eerder al eens over deze man had.
Bert Keizer (Amersfoort °1947) Nederlands meest bekende arts, tegelijk filosoof en hoog gewaardeerd publicist.Als je zijn boek Het refrein is Hein (1994) nog niet las dan dwing ik u nu richting bib. In dit boek ontmoet je de man in volle glorie. Een zeer openhartige schets van het leven in een verpleeghuis, een typisch Nederlands concept: opvang van mensen waar de reguliere behandeling in een ziekenhuis verder geen raad mee weet. Een soort menselijk containerpark. Het is een kritisch verhaal over leed, angst, onmacht, dood, zin en onzin van medische behandeling.
Bert Keizer heeft zo zijn eigen kijk op het medisch beroep, de medische wetenschap en het leven.
Natuurlijk is het een onmogelijk moeilijk vak, temeer omdat de bewust geworden patiënt, omringd door zijn hele omgeving, er met zijn neus bovenop zit. Het gaat over zijn leven of dood. En onsterfelijk is niemand, maar dat is blijkbaar nog niet bij iedereen doorgedrongen.
In De Gids (2014/07) schrijft Keizerj het openingsartikel van een nummer dat gaat rond het thema GELOOF. In dat artikel geeft Keizer een volgens mij typisch Keizeriaanse definitie van zijn vak.
Ons vak vandaag is een amalgaam van biochemie, biologie, werktuigbouw, fysica, elektronica, doodsangst, medelijden, machtsstreven, cynisme, godsdienst, bijgeloof, geldhonger en hoop. Aan de ene kant: wetenschap. En aan de andere kant dat zootje ongeregeld.
Alleen al, aan die ene kant, de onmogelijke combinatie van biochemie en biologie, dat is de wereld van zeg maar atomen en moleculen naast de wereld van neuzen en darmen. Atomen kennen noch leven noch dood, zij zijn eeuwig, oerstof waar niets bijkomt of afgaat. Atomen slijten niet. Bij Neuzen en darmen zijn dood en leven het alfa en het omega is. En die twee tegelijk op uw pad krijgen, dat is ons vak. En dan is nog maar "aan de ene kant".
microspopische opname van longkankercellen
Descartes, met zijn dualisme ziel / lichaam, geest / stof (Je pense donc je suis) wordt al eeuwen weggehoond, geen sprake van dualisme, maar tot nu toe heeft niemand ooit getoond hoe wij geest en stof aan elkaar moeten vastmaken. Het valt tot vandaag dan ook niet te rijmen dat wij uit moleculen en atomen bestaan en toch sterfelijk zijn. En toch is dat ons dagelijks werk.
En dus wordt er vaak zomaar behoorlijk wat aangeklooid. Antibiotica, antidepressiva, pillen, of het ergste van het erge: de alternatieve. En dus durft een autoriteit als Sjoerd Repping, hoogleraar voortplantingsgeneeskunde aan de UvA, in een televisiedebat stellen dat 50 % van alle behandelingen die wij toepassen in geneeskunde niks uithaalt.
En dan is het aan Keizer: wat zouden we zeggen als een bruggenbouwer in een ernstig televisiedebat kwam vertellen dat 50% van de bruggen helemaal niks doen in de zin dat er zelfs geen huisdier veilig overheen kan? Stop toch die pseudo bruggenbouwer.
Nu is bruggen bouwen wellicht een heel moeilijk vak, maar bij de alledaagse geneeskunde komt daar nog dat zootje ongeregeld meespelen. Begin er maar aan.
Zolang je deze arts-filosoof niet gelezen hebt verbied ik je ook maar één oordeel over doktoorderij uit te spreken.
En vergeet niet: afspraak BIB : Het refrein is Hein
De Foor: zeker geen woord dat genade zal vinden bij de taalpuristen die eerder deze week aan bod waren.
Als zij bepaalde woorden (exoten) niet toelaten tot het Algemeen Nederlands maken zij m.i. een dubbele fout:1. zij negeren het gegeven dat taal een levend organisme is dat alle karakteristieken van het fenomeen leven in zich draagt en 2.zij zijn opzettelijke blind voorde warreling van onuitdrukkelijke connotaties die vaak aan dergelijke exoten vasthangen.
Soit, ze doen maar.
De Foor dus, bekend uit truccen (weer een exoot, want 'trucs' is iets anders) van de foor.
Vandaag staat voor mijn deur, dat is de Grote Markt van Lier, de jaarlijkse foor opgesteld. De drie eerste weken van november. Een winterfoor dus. Ik kijk er dus vanaf mijn tweede verdieping, drie weken op neer en ik ontwaar een kakofonie van triviale smaak. Alle lelijkheid van deze tijd samengepropt in een marktvullend boordkartonnen decor.
Tot daar aan toe.
Vanmorgen terwijl ik snel naar de warme bakker liep voor een paarbroodjes (liefst kaiserkes) liep ik tussen die kramen. Nou van kramen is amper nog sprake: laten we het opstellingen noemen, met uithangborden, ze waren op dit uur gelukkiglijk gedoofd, wedijveren in schreeuwerigheid. En plots overviel me, denkend aan de foor van mijn jeugd, ik zag mezelf tussen mijn 5 en 10, een vreselijke weemoed. Ou sont ils donc .
Fout en driedubbel dwaas natuurlijk om mijn tijd beter te vinden, en toch ik had het. Het waren voor mij uitgedoofde beelden.Ik wil er een paar met jou ophalen.
keus tussen Fangio en pompier
Mijn prilste foorervaring.
Als ik er nu op terugkijk ben ik er zeker van: de jaarlijkse foor die telkens begin november drie weken in onze kleine stad neerstreek, was voor mij (zie mij zo tussen 8 en 12) pure magie. Als die bohemers, want zo noemden wij die foormensen (extreem pejoratieve bijklank), arriveerden, kwam in mijn klein leventje van thuis, school, kerk, straat, en de paar die ik kende, voor enkele dagen de grote vreemde wereld binnen. De mannnen, donker van huidskleur (ik had tot mijn 18 geen levende neger gezien, wel veel missiekalenders) en grote snorren, de vrouwen met lange rokken en hopen kinderen met snottebellen. En volgende week trekken die met hun molen naar de foor in Amerika. Dachten wij.
Een wereld waarin duidelijk alles anders was, vreemd maar wel aantrekkelijk, en tegelijk een beetje angstaanjagend. Die bohemers waren immers allemaal vermomde boeven die, zodra de zeilen van hun paardenmolen waren neergelaten, op rooftocht trokken. Dat wisten we zeker. En dat wist ook het lokale geboefte dat in die weken zijn eigen kansen schoon zag.
Ik leefde de helft van het jaar naar de komst van de foor toe. Met een mengeling van uitkijken en afgrijzen.
Maar dit was intussen duidelijk: de wereld was vast en zeker groter dan mijn Lier.
hier landde voor drie weken: een glimp van de grote wereld.
Een vreemde wereld dus die mijn Biedermeier bestaantje kwam overhoop halen. Allemaal dingen waarvan in dat kleine leventje gewoon geen sprake was, hooguit een fantasierijke verbeelding. Op de preekstoel hadden ze er ook geen goed woord voor over. En vanuit het college vonden de pastoors dat een bezoek aan de foor enkel kon op zondag, van 12 uur tot vier uur. Daarbuiten mochten wij daar niet gezien zijn tenzij in gezelschap van onze ouders.
Want op de foor loerden een aantal zonden van het ergste soort, zonden waarvoor onze opvoeders bijzonder beducht waren. Jawel, seks.De reuze reclameborden aan de cinema, maar dan in het echt.
Ik heb er zelf nooit met een meisje ingezeten, maar mijn prille verbeelding en aanstormende hormonen bedachten er de wildste verhalen bij. En dat wisten die pastoors ook en wij konden ook zware onkuisheid bedrijven in gedachten. Daarom van 12 tot 16 uur.
Het bokskraam.
Daar heb ik heftige herinneringen aan. Ja, een heus bokstheater waarglimmendespierenbundels in blinkende broekjes het publiek uitdaagden voor een heuse boksmatch in drie ronden. Dan verschenen die helden, onder het heftig slaan op een grosse casise met cimbalen, op het voorplecht en mochten de moedige onder het publiek hun hand opsteken. Hem werd dan letterlijk een bokshandschoen toegeworpen. En als de affiche compleet was werd het publiek uitgenodigd binnen te komen om de kampen te volgen en hun lokale vedettes aan te moedigen. En alweer onder het heftig roeren van de grosse caisse met cimbalen, klonk alsmaar luider: volgen, volgen, volgen maar.
Natuurlijk waren de uitdagers op voorhand betaalde mannen die voor de show moesten zorgen. De bekendste in Lier was een kolos van een man die de bijnam droeg: Sus den berenvechter, hij had voor de oorlog nog tegen een levende beer gevochten in datzelfde theater, en naar het schijnt de beer ook verslagen. De beer werd nog verzorgd, zei men.
Maar, er was meer. Er was ook catch. Ultra vrije stijl.. Hier hetzelfde scenario: presentatie van de gemaskerde killers en het zoeken van kandidaat tegenstand. Maar om het iets pittiger te maken (die jongens wisten wel iets af van productvernieuwing) kon je ook een catchpartij aangaan met een dame van enige corpulentie met onoverzichtelijke borsten. En ik moet zeggen dat die toegeworpen handschoenen snel van de hand gingen. En dat was allicht niet één maar vier bruggen te ver voor onze pastoros.
Toegegeven, ik heb in die tent ontdekt dat ik hormonaal goed zatl had. Die borsten jong en dan in zon zwempak
Het circus.
Vast samen met de foor kwam ook het circus De Munck naar onze stad. Dat was nog vreemder volk, alhoewel de familie De Munck een doordeweekse Vlaamse familie was. Maar wat daar in die krakkemikkige tent allemaal in de piste verscheen . Dan zagen wij voor enkele uren onze verbeelding niet meer terug. Uiterst schaarse geklede dames die in een schommel hoog in de nok van het circus onderste boven rondzwierden. IJselijk maar tegelijk dat bloot dat zag je zelfs in de Ciné Revue niet.
En dan die dame, alweer in een glitter badpak die zomaar doormidden werd gezaagd onze verbeelding had het kwaad.
Zelfs de madame die een act had met gedresseerde hondjes, deed dat "in hare halve blote".
Maar met dat circus hadden onze pastoors er iets op gevonden. Ze huurden telkens een namiddag dat hele circus af voor een schoolvertoning. Dezelfde acts met dezelfde artiesten maar dan met kleren aan. Lange soirée kleren. De pastoors vonden dat veel schoner. Wij niet.
Ik lach er nu mee, maar die pastoors hebben toch ook wat moet meemaken, denk ik nu in een heel indulgente bui. Die zagen toch ook het verschil.
Voor twee weken kreeg Lier de wereld en de toekomst over de vloer.
En als ik nu zie wat de foor vandaag daarvan gemaakt heeft 15 lunaparken, en dan een batterij hightech attracties. Ik hoor de bakvissen krijsen tot hier tot op mijn bureau.
Een oordeel? Beter, slechter? Bijlange niet.
Maar voor een keer moet de oudere generatie zich eens niets beklagen.
Mag ik nog even doorgan op dat, op zich filosofisch begrip CONTINGENTIE.
Ik denk eraan na de schokkende beelden van de afloop van de betoging gisteren. Gaan we er hier een Donetsk of Aleppo van maken als we die native relschoppers hun gang laten gaan?
En toch is dat niet de vraag, denk ik.
Neem nu die betoging. 100.000 mensen, met elk hun eigen agenda in hun hoofd. miljoenen werkende mensen die wel aan het werk waren, met hun agenda.
contingentie
Wat willen we nu eigenlijk? Wat verwachten we nu eigenlijk? En waar staan we nu the day after? Hoofdpijn, dat zeker.
Maar zie je, ons samenleven, in Sierra Leone of in België, je hebt daar amper vat op.
Puur Contingentie, dat gaat zijn eigen leven leiden, en gelijk of ongelijk, goede of slechte bedoelingen, het doet er amper aan toe (en dan de media die daar nog allemaal eens ferm 'een lap op geven')
Nationale betoging tegen de sociale horror (let op die terminologie) die de rechtse regeringen Michel en Bourgeois over ons land jagen. De links/rechtse emoties schieten weer omhoog.
En dan is er nog de alom opduikende Thomas Piketty. Links heeft een nieuwe Messias.
Thomas Piketty, die jonge Franse intellectueel, historicus, economist, politiek criticus en begaafd schrijver, die met zijn boek Kapitaal in de 21ste eeuw op slag de nieuwe Marx is. Het is ook eens iets anders dan altijd met rode jasjes op de treinsporen gaan staan.
voor de afwisseling
Natuurlijk rommelt het al enige tijd aan de linkerzijde maar het was lang geleden dat iemand met een wetenschappelijke (historisch-economisch) onderbouwing kwam voor de rijzende onvrede.
Komt erop neer dat het dominante economische discoursdat ons van alle kanten door de financiële tovenaars wordt geserveerd,plots heel duidelijk niet blijkt te kloppen. De vaststelling dat de heel rijken in hoog tempo alsmaar rijker worden (dat is niets nieuws) en de armen, en nu ook het middenveld, in hoge vaart armer worden (en dat is wel nieuw). Jawel, TINA, heet het dan. there is nog alternative.
Sleutel is het historische feit dat Piketty uitdrukt in een heel simpele formule:r>g. Dat wil zeggen dat het rendement op (alle soorten) kapitaal groter is dan de groei van het nationaal inkomen (arbeid).En als dat zo een tijd aan dit tempo doorgaat, stelt Piketty, gaan we heel snel verglijden naar 19de eeuwse toestanden. Het kapitaal is in die mate aan de winnende hand dat zonder correctie de sociale ongelijkheid onaanvaardbare proporties aanneemt.En die oplossing volgens Piketty is: progressieve belastingen en hogere belasting op vermogens en erfenissen. Zo simpel dus.
Thomas Piketty
Het klinkt in deze rumoerige eerste dagen van Charles Michel bekend in de oren. En het is nog juist ook. De rijken draaien aan de knoppen.
Alleen .
Er is een economische realiteit (r>g) en daar ontkom je niet aan, maar wat doe je eraan, en hoe doe je er iets aan doet is vers twee. En dan spreken we over politiek. Je moet de remedies van Piketty nog in politiek omzetten. En dat is andere koek dan r>g.
Want politiek werkt niet met wetmatigheden of volgens een rationeel discours. Politiek en zeker democratie is puur CONTINGENTIE. En wat is contingentie? Contingentie is het tegengestelde van noodzakelijkheid. Onvoorspelbaarheid. Veel meer een spel van omstandigheden. Alles gaat zijn rücksichtlose gang. Het is niet omdat de democratie voor de wil van het volk staat dat die wil ook gerealiseerd wordt.
De theorie van Piketty klopt, en de vooruitzichten ook, maar daarom zal een democratisch bestel niet in een handomdraai de zaken omkeren. Er komt zoveel meer bij kijken. Wat we zien en wat we niet zien. Weten hoe het anders moet (theorie Piketty) is één zaak, het politieke vermogen om het tij te keren is een andere zaak. Of je moet kiezen voor geweld en zelfvernietiging. En wie wil dat?
Niet tienmaal maar honderdmaal kregen we de laatste tijd voorbeelden van deze tragische paradox.
Even op een rijtje: dat hele Arabische Lente verhaal, de Occupy beweging, IS, Syrië, Israel en de Palestijnen, de EU, Oekraïne, het geval Obama, hervormingen in de Kerk, Ebola, veilig verkeer, de haute finance, drugs, de maffia, Lampeduzza, monumentenzorg, religie ga maar dootr. hoe meer ik erover denk, hoe intenser ik geloof in de fundamentele contingentie van het leven.
Er is eigenlijk allemaal weinig aan te doen. De dingen gaan hun gang. Ook hier blijkt de onhoudbaarheid van de maakbaarheidtheorie. We kunnen aan alles iets doen .
Zullen we dan maar collectief van de rotsen springen? Of ons in een af andere roes storten?
NEE dus, en dat is het mooie aan het menselijk bestaan. Bij dieren en zeker van dingen is alles pure contingentie. Wij, mensen, kunnen nog NEE zeggen, afwijken, afwijzen, hoop koesteren, vertrouwen behouden, dromen en geloven. Unsere Gedanken sind noch immer frei. En of die nu al of niet of nooit bewaarheid worden, het doet er dan niet toe. Er is maar één echte doodzonde en dat is mee-heulen, collaboreren, instemmen met het kwaad.
En altijd weer kom ik erop uit: als mens ben ik uiteindelijk een God in mijn gedachten en verlangens. Ze kunnen me onthoofden maar dan nog krijgen ze mijn ideeën er niet uit.
Ondertussen heeft in zijn eigen thuisland de linkse president Hollande zo goed als iedereen tegen zich in het harnas gekregen en rukt dochter Le Pen op alsof het IS was.
Ik hoorde op een van die praatradios voor de middag, dat ernstig internationaal onderzoek heeft uitgewezen dat de prijs van een gemiddeld hoerenbezoek in 1000 jaar ongewijzigd is gebleven.
Geen sprake dus van enige indexsprong. Allo ?
Hoeveel is dat dan, zou jij natuurlijk graag weten.
Welnu, die wetenschappers beweren dat die prijs al een millennium lang vaststaat op één dagloon. Nu bestaan er hoerenbezoeken en hoerenbezoeken, en bestaan er daglonen en daglonen, maar we spreken over normale mensen en normale hoeren,
En dan bedraagt die prijs vandaag90 Euro, en dat is altijd zo geweest. Eén dagloon. (2000 per maand voor 22 werkdagen...)
5 vitrines = één week werken
Je kan natuurlijk dit onderzoek ook omdraaien en je afvragen wat in werkelijkheid één daglang werken, waard is. Niet in geld maar in waarde. Wel, nu weet je het: één modaal hoerenbezoek. Ook interessant om weten voor het geval er in natura betaald wordt.
Wat die wetenschap voor ons toch niet allemaal uitzoekt? Wat zouden we zonder?
(mijn bron alweer de Groene Amsterdammer 23/10/2014)
Helemaal niet waar, zeggen de activisten.
Jim van Os van de "vier goude vragen"
Een van hen, psychiater Jim van Os, hoofd van de afdeling Psychiatrie en Psychologie aan het Maastricht University Medical Centre, houdt bijv. een pleidooi voor een diagnose in de vragende wijs die bestaat uit vier vragen waarop volgens hem elke patiënt recht heeft:
1. Wat is er met je gebeurd ? 2. Wat is je kwetsbaarheid en je weerbaarheid ? 3. Waar wil je naartoe ? 4. Wat heb je daarvoor nodig ?
Die vragen sluiten hulpvrager en hulpverlener niet op içn een classificatie maar geven beiden de ruimte om hulp op maat te organiseren.
Ik vind zelf die vier vragen van Jim van Os zo geweldig dat ik iedereen aanraadt ze van buiten te leren. Want zelfs buiten de zorgverlenende context komen we allemaal vroeg of laat in aanraking met mensen die het moeilijk hebben.En alvorens je klaar bent met je persoonlijk oordeel (zo zot als een achterdeur) toch eens eerst de vier vragen af te lopen.
Die eerste bijv.: wat is er met je gebeurd? Kan het menselijker, kan het zelfs religieuzer?
Maar zeggen dat het allemaal zo simpelis dat hoor je niet van mij.
veel en intens gelezen de laatste dagen. En dat bleef plakken.....
heeft u ze al in huis?
Heeft u ook de commotie gevolgd die, zij het binnen beperkte kring, ontstond bij het verschijnen van DSM-5. Dat is de vijfde versie in Nederlandse vertaling van het Amerikaanse Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Een catalogus van alle bekende (350) psychische aandoeningen gerangschikt volgens de bijhorende symptomen. Het boek wordt vrij algemeen gebruikt door alle soorten hulpverleners binnen de psychiatrie. Maar wat nog belangrijker is: ook het ziekenfonds vraagt een diagnose binnen het DSM om tussen te komen.
Nu weten we tenminste waarover we het hebben, klinkt het.
Maar het DSM wordt ook met vuur gecontesteerd en bestreden binnen de sector. Ook en vooral door gereputeerde hoogleraren psychiatrie, aangevoerd door Allen Frances. Hun tegenargumenten liegen er niet om.
Het zou een cataloog zijn met niets dan classificaties die overeenkomenmet een lijst van symptoombeschrijvingen die de psychiater enkel moet aanvinken om dat uit te komen op een naam, een etiket. Met vindt ze uit waar je bijstaat, vinden zij, en bovendien is die etikettenreeks uiterst modegevoelig. Ineens lijdt 20% van alle jongeren aan HDHD (dus alle vinkjes aangevinkt) wat neerkomt op een heuse HDHD epidemie.
Andere erg in de mode succesnummers zijn Autisme en Bipolaire stoornissen. En depressie. En Burn Out natuurlijk. Statistisch allemaal epidemies. Gewoon omdat de vinkjes in de checklist te vaak kloppen. Een heus telefoonboek van de psychiatrie. Dit is een aanfluiting van wat mentale gezondheidszorg zou moeten zijn. Zeggen de activisten.
Het antwoord van de American Psychiatric Association (uitgever van de DSM): het is geen ideaal, en het is ook niet bedoeld als ultieme diagnose, alleen: 1. mensen uit de sector en overheid beschikken hiermee tenminste over een gedeelde nomenclatuur en 2. TINA, no alternative. Geef een beter alternatief.
Allen Frances, hooligan tussen de contestanten
Contestant Allen Frances, die door zijn felle weerstand in de USA een soort heldenstatus kreeg, stelt voor zichzelf de MCS diagnose, dat is een milde cognitieve stoornis omdat hij regelmatig niet meer weet waar zijn huissleutels liggen.
Of LAD, dat is een Love Addiction Disorder, een vorm van neurose die zich voordoet bij een aanval van plotse verliefdheid met als symptomen: aanhoudende hunkering - stemmingswisselingen -verstoorde realiteitsbeleving - obsessief compulsieve gedachten en/of handeling. Dat is LAD.
(nee, niet nog eens over die Groote Oorlog, gewoon een column die ik pleegde helemaal in de privésfeer)
Het valt mij op hoe binnen Schoenen Torfs de gewoonte bestaat de collega's met "ons"en "onze" aan te spreken. Ik vermoed dat dit een oude Vlaamse gewoonte is om de naaste familieleden zo te benoemen. Deze manier van aanspreken heeft doorgaans een bijbetekenis van grote verbondenheid of heel gaarne zien.
En bij Torfs bestaat dus die gewoonte onder de collegas. Houden zo, zou ik zo denken.
En gisteren, 30 oktober, hebben wij de 100 jaar gevierd van de oudste nog levende ons binnen de firma. Ons Anne. De firma Torfs liet dan ook heel gepast een reuze groot bloemstuk afgeven om ons Anne te bedanken.
Ik leg kort uit.
Het moet einde jaren 20 van vorige eeuw geweest zijn toen de allereerste en enige winkel Torfs op volle toeren draaide. Volle toeren, laat ons zeggen volle toertjes. Een schoenwinkel in Liermet slechts twee personeelsleden met het fiere uithangbord: In den Keizer. Die twee personeelsleden waren bonpa en bomma Torfs, pas getrouwd en bereid om zich dood te werken in dat winkeltje.
En ze kwamen, de klanten. Gelegen pal naast een druk bezochte Jezuïetenkerk was het na iedere zondagsmis de grote drukte, want schoenen kopen en naar de mis gaan scheen samen te horen.
Maar ze kwamen ook: de kinderen in het gezin Torfs:1930 Karel Torfs, 1932 Herman Torfs en 1938 Ria Torfs (in 1943 kwam er nog een vierde bij). En alras kregen die twee noeste schoenwinkeliers een probleem: de kinderen, vader moeder de hele dag (zondag incluis, beste verkoopdag overigens) bezig in de winkel, de klanten, de etalage, de voyageurs en nog zoveel meer, van heel vroeg tot heel laat. Nee, tijd voor die kinderen was er amper. En dus moest daar iets op gevonden worden.
En die vinding was Ons Anne.Een boerenkind, uit Wiekevorst, de familie Helsen woonde met 12 kinderen in een hutje tegen het bos. En zoals dat in die tijd gebruikelijk was: liever dan naar de fabriek te gaan werken gingen verschillende dochters dienen in de stad.En zo vond Anna, geboren op 30 oktober 1914, de weg naar Schoenen Torfs. En zo werd ons Anne in feite het eerste betaalde personeelslid.
Haar taak was gewoon het hele huishouden en de kinderen voor haar rekening nemen. En als het echt heel druk was kon ze nog bijspringen in de winkel. Een kind van 14 dat nooit buiten het huisje aan de Geitendreef was geweest, moest het ineens allemaal kunnen. En elke zondagnamiddag, om één uur na de afwas, mocht ons Anne een halve dag, per fiets over en weer naar Wiekevorst. Naar onze Va en ons Moe, de zussen en de broers.
Om een lang verhaal kort te maken: ons Anne nam de complete opvoeding zeker van de twee oudste zoontjes helemaal voor haar rekening. Koken, kleden, wassen, poetsen, plassen noem maar op, maar ze moest bovendien ook nog de warmte geven die onze dappereschoenwinkeliers amper konden opbrengen. Dus werd Ons Anne gewoon de pleegmoeder van Karel en Herman. Ons Anne blijft tot vandaag die twee dan ook haar zonekes noemen.
Wat is nu het verdere verhaal? In 1942 besloot ons Anne nonneke te worden bij de Gasthuiszusters van Lier. Maar die goddelijke roeping betekende voor die twee zonekes niets minder dan het verlies van hun moeder. Allebei herinneren zij zich die gebeurtenis als zodanig : moeder kwijt. Traumatisch: ons Anne werd ineens zuster Irene.
En nu gisteren is ons Anne HONDERD geworden. Een groot feest werd voor haar door de Gasthuiszusters aangericht. En wie zaten in de mis, die werd voorgegaan door Johan Bonny, bisschop van Antwerpen, op de tweede rij? Inderdaad de zonekes. Aan het eind van de mis heeft Karel dan nog eens, in zijn gekende stijl, het hele verhaal gedaan. En de bisschop heeft er samen met de meer dan 150 genodigden hartelijk mee gelachen.. Nadien tijdens de receptie vertelde de bisschop dat hij Torfs vooral kendeaan de winkel op de Meir, dat is vlak naast zijn deur.
En de Schoenen Torfs, je kent ze: die maken graag reclame maar betalen daar niet graag veel voor, is weer eens kosteloos zwaar in de pîcture geweest.
En ons Anne zelf, ze rijdt rond in een rolstoel maar is nog 100% alert en bij de zaak, heeft van het hele gebeuren mateloos genoten. Maar zoals onze Karel het zei: "zonder ons Anne was er vandaag geen sprake van Schoenen Torfs".
Alleen Elvis... van 10 oktober te gast een verrassend getemperde Herman Brusselmans.
Geeft zelf toe dat hij permanent een typetje speelt waarmee hij zich allerminst vereenzelvigt. (hoeveel mensen spelen heel hun leven geen typetje waarin ze hun echte ik onherkenbaar maken?)
Charles Bukowski (1920 1994)
Eerste fragment: een oud interview met de grote Amerikaanse schrijver, dichter Charles Bukowski, We zien het genie Bukowski zittend in een feauteuil samen met Jane Cooney Baker, zijn veel jongere vriendin die later nog zijn vrouw zal worden, en die hem aan het eind van zijn leven letterlijk uit de straatgoot zal helpen.
Het interview toont ons een Bukowski die weer eens ladder zat is - tot daaraan toe- maar het ontaardt alras, zonder dat daar direct aanleiding voor is, in een brutale scheldpartij op zijn vriendin, Hij spuwt een resem vernietigende scheldwoorden over het kind, tot op een ogenblik de man handgemeen wordt, hij stampt haar letterlijk de zetel uit. En gaat haar daarna nog zwaar te lijf. Grof huiselijk geweld. Allemaal voor de camera. Einde verhaal.
Brusselmans is ontzet. En inderdaad de beelden zijn echt misselijk makend. Je kan amper blijven kijken.
En nu de hamvraag waar Brusselmans mee zit: hoe moet ik daarna verder met mijn bewondering voor Bukowski die ik altijd als een regelrecht genie aanzag en herkende?
Ik versta het probleem van Brusselmans. Doet het "weten" van zulke feiten iets af aan het geniale van Bukowski? Is een genie dan alles toegestaan, gewoon omdat hij geniaal is? En kun je nadien nog met dezelfde intensiteit zijn gedichten lezen?
Of doet dat er allemaal niet toe? Zijn dat twee verschillende werelden?
de echte Brusselmans twijfelt...
Dat doet er voor mij heel erg toe. En ik ben klaar met Bukowski. (en hij met mij waarschijnlijk) Maar wie ben ik? (je moest eens alles van mij weten....)
Of SERENDIPITYzoals dat nu heet, de onbedoeld creatieve rol van het toeval, een mond vol om te verwijzen naar het uitkomen op iets geheel anders dan dat waar je naar op zoek was. Ik zoek mijn sleutels die ik ergens verloren heb gelegd en ik kom al zoekend uit op een stuk jeugdsentiment, een oud doosje met condooms uit de tijd dat dit nog een relevant item was.
Veel simpeler heet dat een appeltje dat bij de grote kuis uit de kast valt.
Goed voorbeeld vandaag meegemaakt.
Moest vanmorgen om 9 uur ergens zijn (waar moet een gepensioneerde nu om negen uur zijn?), dus de wekker gezet op 8 uur. Maar een wekker, dat bestaat niet meer (weet je dat we, als we jong waren, zon blikken wekker in een bord zetten opdat die nog luider zou kletteren, zo vast sliepen wij toen, nu lig ik wakker te wachten tot de wekker afloopt). We hebben nu een gsm met een wekkerfunctie. Even zoeken maar je komt er wel op.
op het nachtskastje probleem met het instellen
Ik neem de gsm van mijn partner, ikzelf heb nu een smartfone en dat is een beetje beneden diens waardigheid, maar ik was vergeten die gsm op wintertijd te zetten. Waarom doet die dat niet vanzelf? Naast 259 idiote functies. En jawel, gsm maakt ons wakker om 8 uur terwijl het nog maar zeven uur is. Niks van gemerkt tot half elf toen ik op mijn horloge keek of het nog geen tijd was om aan het middagmaal te denken.
Ik ben al een halve dag op en nog altijd geen half elf, dit soort van blijde verbazing.
Het appeltje uit de kast dus. Gewoon een uur vroeger opstaan en je valt omver van de zegeningen die je dan overkomen. Je beleeft gewoon een dubbele dag. Nu los van dat wintertijd gedoe ik krijg er met de jaren meer last van, net als kleuters naar ik verneem wat een eenvoudig trucje om je leven vanzelf een stuk te onthaasten. Door dat gewonnen uur kun je alles een stuk rustiger doen, stille beschouwing inlassen, multi tasking te vermijden, gejaagdheid en stress preventeren. Tijd zat!
Zo één gewonnen uurtje blijkt wonderen te doen.
Op één voorwaarde dan wel, dat je s morgens al niet naar de avond verlangt, dat je gewoon dankbaar bent om elk nieuw levensuur. Maar dat is dan weer een ander verhaal.
Ps. Iets wat ik mijn ouders tot vandaag nog kwalijk neem, ze hebben mij twee jaar op pensionaat gestoken, in het Xaveriuscollege dan nog, toen de zachtste vorm van detentie. En reeds toen had ik die intuïtieve ingeving: tijdens het weekend zo vroeg mogelijk opstaan om die thuisdag zo lang mogelijk te maken. Wat haat ik nog dat internaat. Spreek mij ook niet van de jezuïeten. Maar nu herontdek ik de chamre van het vroeg opstaan.
Ik vind dat het weer enige tijd veel te serieus gaat bij Opus1932
Daarom nog eens vlug gerommeld in mijn nog altijd goed gevulde oude doos "Terzijde",
en dat levert enkele diepzinnige bespiegelingen;
Waarom wel ondertrouw en geen onderscheiding?
Waarom fuseren moeilijke eenoudergezinnen niet?
Hij wordt is met dt , En broodtrommel ook.
Het is nu enkel wachten op de ambtenaar van burgerlijke stand die je niet vraagt naar het ja-woord maar je toets 1 laat indrukken en indien nee toets 2.
en ik herhaal : met dank aan Vrij Nederland uit de jaren 80/90
Ik noemde in mijn laatste post in één adem twee namen: Geubels en Gaaikema. Twee entertainers die bij hun optreden gewoon twee diametraal tegengestelde stijlen hanteren. Laat me me onthouden van een expliciet oordeel.
Ik had het onlangs ook over het taboe op het taboe, herlees mijn post over Freek 70. Welnu bij Geubels en Gaaikema gaat het uitgerekend over die omgang met het taboe in de humor.
De eerste put zich uit in het tarten van eender welk taboe, hoe directer het klinkt, hoe geestiger. Kijk naar de gierende volle zalen. Die lusten daar wel pap van.
De tweede slalomtheel de tijd tussen zijn taboes door. Niets wordt met naam genoemd. Alles is understatement, suggestie, dubbele tot driedubbele bodem, maar alleszins voldoende duidelijk. En ook daar vindt de zaal het geweldig (het is dan wel in Den Haag en daar gaat men niet plat en de gemiddelde leeftijd is ook maal twee tegenover bij zijn collega).
Als de tweede één voordeel heeft op de eerste dan is dat Geubels geen enkele denkinspanning van zijn publiek vraagt (you see what you get) terwijl je bij Gaaikema de illusie hebt dat je de grap zelf hebt gevonden. Behoeft iets meer taalvaardigheid.
Het is deze week exact tien jaar geleden, dat bij klaarlichte dag, in volle centrum Amsterdam, cineast, schrijver en "dorpsgek" THEO van GOGH, de keel werd overgesneden.
Voor Mohammed Bouyeri was de maat vol en hij moest, vond hij, eigenhandig een eind stellen aan de reeks beledigingen aan het adres van Allah, de profeet en zijn aanhangers. en omdat onthoofden hier niet voor de hand lag, koos Mohammed voor die andere vorm van rituele executie. Kelen.
Na Pim, een tweede politieke moord in Amsterdam in heel korte tijd.
Allemaal omdat ze beiden geloofden in een onvoorwaardelijke, niet te nuanceren freedom of speech. Daar wilden zij geen van beiden iets aan af doen.
De discussie rond dat thema loopt nog steeds;
Op de uitvaart van Theo nam zijn vader het woord met een emotionele toespraak, en die ging ongeveer als volgt:
"Lieve Theo, ik ga met jou niet in discussie over de vraag of jij het recht had om dat allemaal te zeggen wat jij dacht te moeten zeggen,
Jij mocht dat zeggen,maar mijn vraag is enkel OF JE DAT OOK MOEST ZEGGEN ?"
En daarover gaat ook die discussie over het TABOE. Natuurlijk mag je alles zeggen, het is een van de basismensenrecht, maar MOET je dat ook allemaal zeggen?
(in feite moest de titel zijn "Taboe op het taboe")
onmiskenbaar Feek
In augustius ll werd Freek de Jonge 70. Goede aanleiding voor een compehensive artikel in De Groene Amsterdammer.
Twee vragen:
1. waarom is iedereen akkoord om Freek de Jonge als cabaretier een "intellectueel" te noemen, en is daar bij een André van Duin of zelfs een Paul de Leeuw geen sprake van?
2. waar haalt Freek (ex Neerlands Hoop met Bram Vermeulen) zijn status van links icoon? Waarom is Freek linkser dan, om maar iemand te noemen, onze Geert Hoste?
Ten eerste moet je dan eens klaar stellen wat je bedoelt met de categorie "intellectueel", Ten tweede moet je die mening van "links icoon" snel herzien, of minstens jouw categorie "links" herdefiniëren.
Best Freek bij hieromtrent even zelf aan het woord te laten.
(uit zijn show De Vergrijzing 2004))
Over "het TABOE"
"Alle subtiliteit, alle suggestie, alle liefde, alle haat, alle humor bestaat bij gratie van HET TABOE"
(....)
"Het taboe is de grondslag van de beschaving. Maar nu is het taboe, taboe geworden"
Yves Desmet, opiniërend hoofdredacteur meldt ons, in quasi paniek,
De besparingen bij Brusselse cultuurhuizen getuigen van een zelden geziene grofheid
Zeg dat het niet waar is......
"De federale regering wou blijkbaar bewijzen dat ze altijd nog een beetje straffer uit de hoek kan komen dan de Vlaamse. Waar die laatste al een fel gecontesteerde besparing van 5 procent in de cultuursector doorvoerde, is het nu de beurt aan de federale instellingen als De Munt, Bozar en het Nationaal Orkest.
Allemaal huizen met internationale allures, onder meer beloond met de prijs voor beste Operahuis van Europa, en dat in concurrentie met huizen die een veelvoud aan budgetten ter beschikking hebben. Bozar organiseert de best bezochte tentoonstellingen en concerten van het hele land, en geniet eveneens faam tot ver buiten de landsgrenzen. Beide hebben een bezettingsgraad die in de buurlanden zijn gelijke niet kent, een percentage eigen inkomsten dat eveneens indrukwekkend is, en wat krijgt men dan als dank voor de geleverde inspanningen?"
En opiniërende Yves weet het deze keer heel zeker: een regelrechte afrekening :
"Dat de man die opera echt op de kaart zette in dit land, de betreurde Gerard Mortier, allesbehalve een fan was van het nationalisme, zal vanzelfsprekend ook geen enkele rol gespeeld hebben in deze besluitvorming.
( )
Niet alleen ingegeven door al dan niet oprechte budgettaire motieven, maar ook en zelfs vooral door een behoorlijke portie rancune tegenover alles wat zich ooit heeft uitgesproken tegen hun ideologie." (einde citaat)
Meent die gast dat nu echt?
Ik was (en ben nog altijd) doorgaans redelijk meegaand met deze opiniërende hoofdredacteur".
Maar deze keer heb ik een probleem:
is hier deze keer sprake van domheid, blind fanatisme of kwade trouw?
Yves, da meentche nie .
Intussen toch even een blik op die mooie foto bovenaan, daar zitten ze, de grootste slachtoffers.... Moeten die mensen dat nu uit eigen zak gaan bijbetalen?