(mijn bron alweer de Groene Amsterdammer 23/10/2014)
Helemaal niet waar, zeggen de activisten.
Jim van Os van de "vier goude vragen"
Een van hen, psychiater Jim van Os, hoofd van de afdeling Psychiatrie en Psychologie aan het Maastricht University Medical Centre, houdt bijv. een pleidooi voor een diagnose in de vragende wijs die bestaat uit vier vragen waarop volgens hem elke patiënt recht heeft:
1. Wat is er met je gebeurd ? 2. Wat is je kwetsbaarheid en je weerbaarheid ? 3. Waar wil je naartoe ? 4. Wat heb je daarvoor nodig ?
Die vragen sluiten hulpvrager en hulpverlener niet op içn een classificatie maar geven beiden de ruimte om hulp op maat te organiseren.
Ik vind zelf die vier vragen van Jim van Os zo geweldig dat ik iedereen aanraadt ze van buiten te leren. Want zelfs buiten de zorgverlenende context komen we allemaal vroeg of laat in aanraking met mensen die het moeilijk hebben.En alvorens je klaar bent met je persoonlijk oordeel (zo zot als een achterdeur) toch eens eerst de vier vragen af te lopen.
Die eerste bijv.: wat is er met je gebeurd? Kan het menselijker, kan het zelfs religieuzer?
Maar zeggen dat het allemaal zo simpelis dat hoor je niet van mij.
veel en intens gelezen de laatste dagen. En dat bleef plakken.....
heeft u ze al in huis?
Heeft u ook de commotie gevolgd die, zij het binnen beperkte kring, ontstond bij het verschijnen van DSM-5. Dat is de vijfde versie in Nederlandse vertaling van het Amerikaanse Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Een catalogus van alle bekende (350) psychische aandoeningen gerangschikt volgens de bijhorende symptomen. Het boek wordt vrij algemeen gebruikt door alle soorten hulpverleners binnen de psychiatrie. Maar wat nog belangrijker is: ook het ziekenfonds vraagt een diagnose binnen het DSM om tussen te komen.
Nu weten we tenminste waarover we het hebben, klinkt het.
Maar het DSM wordt ook met vuur gecontesteerd en bestreden binnen de sector. Ook en vooral door gereputeerde hoogleraren psychiatrie, aangevoerd door Allen Frances. Hun tegenargumenten liegen er niet om.
Het zou een cataloog zijn met niets dan classificaties die overeenkomenmet een lijst van symptoombeschrijvingen die de psychiater enkel moet aanvinken om dat uit te komen op een naam, een etiket. Met vindt ze uit waar je bijstaat, vinden zij, en bovendien is die etikettenreeks uiterst modegevoelig. Ineens lijdt 20% van alle jongeren aan HDHD (dus alle vinkjes aangevinkt) wat neerkomt op een heuse HDHD epidemie.
Andere erg in de mode succesnummers zijn Autisme en Bipolaire stoornissen. En depressie. En Burn Out natuurlijk. Statistisch allemaal epidemies. Gewoon omdat de vinkjes in de checklist te vaak kloppen. Een heus telefoonboek van de psychiatrie. Dit is een aanfluiting van wat mentale gezondheidszorg zou moeten zijn. Zeggen de activisten.
Het antwoord van de American Psychiatric Association (uitgever van de DSM): het is geen ideaal, en het is ook niet bedoeld als ultieme diagnose, alleen: 1. mensen uit de sector en overheid beschikken hiermee tenminste over een gedeelde nomenclatuur en 2. TINA, no alternative. Geef een beter alternatief.
Allen Frances, hooligan tussen de contestanten
Contestant Allen Frances, die door zijn felle weerstand in de USA een soort heldenstatus kreeg, stelt voor zichzelf de MCS diagnose, dat is een milde cognitieve stoornis omdat hij regelmatig niet meer weet waar zijn huissleutels liggen.
Of LAD, dat is een Love Addiction Disorder, een vorm van neurose die zich voordoet bij een aanval van plotse verliefdheid met als symptomen: aanhoudende hunkering - stemmingswisselingen -verstoorde realiteitsbeleving - obsessief compulsieve gedachten en/of handeling. Dat is LAD.
(nee, niet nog eens over die Groote Oorlog, gewoon een column die ik pleegde helemaal in de privésfeer)
Het valt mij op hoe binnen Schoenen Torfs de gewoonte bestaat de collega's met "ons"en "onze" aan te spreken. Ik vermoed dat dit een oude Vlaamse gewoonte is om de naaste familieleden zo te benoemen. Deze manier van aanspreken heeft doorgaans een bijbetekenis van grote verbondenheid of heel gaarne zien.
En bij Torfs bestaat dus die gewoonte onder de collegas. Houden zo, zou ik zo denken.
En gisteren, 30 oktober, hebben wij de 100 jaar gevierd van de oudste nog levende ons binnen de firma. Ons Anne. De firma Torfs liet dan ook heel gepast een reuze groot bloemstuk afgeven om ons Anne te bedanken.
Ik leg kort uit.
Het moet einde jaren 20 van vorige eeuw geweest zijn toen de allereerste en enige winkel Torfs op volle toeren draaide. Volle toeren, laat ons zeggen volle toertjes. Een schoenwinkel in Liermet slechts twee personeelsleden met het fiere uithangbord: In den Keizer. Die twee personeelsleden waren bonpa en bomma Torfs, pas getrouwd en bereid om zich dood te werken in dat winkeltje.
En ze kwamen, de klanten. Gelegen pal naast een druk bezochte Jezuïetenkerk was het na iedere zondagsmis de grote drukte, want schoenen kopen en naar de mis gaan scheen samen te horen.
Maar ze kwamen ook: de kinderen in het gezin Torfs:1930 Karel Torfs, 1932 Herman Torfs en 1938 Ria Torfs (in 1943 kwam er nog een vierde bij). En alras kregen die twee noeste schoenwinkeliers een probleem: de kinderen, vader moeder de hele dag (zondag incluis, beste verkoopdag overigens) bezig in de winkel, de klanten, de etalage, de voyageurs en nog zoveel meer, van heel vroeg tot heel laat. Nee, tijd voor die kinderen was er amper. En dus moest daar iets op gevonden worden.
En die vinding was Ons Anne.Een boerenkind, uit Wiekevorst, de familie Helsen woonde met 12 kinderen in een hutje tegen het bos. En zoals dat in die tijd gebruikelijk was: liever dan naar de fabriek te gaan werken gingen verschillende dochters dienen in de stad.En zo vond Anna, geboren op 30 oktober 1914, de weg naar Schoenen Torfs. En zo werd ons Anne in feite het eerste betaalde personeelslid.
Haar taak was gewoon het hele huishouden en de kinderen voor haar rekening nemen. En als het echt heel druk was kon ze nog bijspringen in de winkel. Een kind van 14 dat nooit buiten het huisje aan de Geitendreef was geweest, moest het ineens allemaal kunnen. En elke zondagnamiddag, om één uur na de afwas, mocht ons Anne een halve dag, per fiets over en weer naar Wiekevorst. Naar onze Va en ons Moe, de zussen en de broers.
Om een lang verhaal kort te maken: ons Anne nam de complete opvoeding zeker van de twee oudste zoontjes helemaal voor haar rekening. Koken, kleden, wassen, poetsen, plassen noem maar op, maar ze moest bovendien ook nog de warmte geven die onze dappereschoenwinkeliers amper konden opbrengen. Dus werd Ons Anne gewoon de pleegmoeder van Karel en Herman. Ons Anne blijft tot vandaag die twee dan ook haar zonekes noemen.
Wat is nu het verdere verhaal? In 1942 besloot ons Anne nonneke te worden bij de Gasthuiszusters van Lier. Maar die goddelijke roeping betekende voor die twee zonekes niets minder dan het verlies van hun moeder. Allebei herinneren zij zich die gebeurtenis als zodanig : moeder kwijt. Traumatisch: ons Anne werd ineens zuster Irene.
En nu gisteren is ons Anne HONDERD geworden. Een groot feest werd voor haar door de Gasthuiszusters aangericht. En wie zaten in de mis, die werd voorgegaan door Johan Bonny, bisschop van Antwerpen, op de tweede rij? Inderdaad de zonekes. Aan het eind van de mis heeft Karel dan nog eens, in zijn gekende stijl, het hele verhaal gedaan. En de bisschop heeft er samen met de meer dan 150 genodigden hartelijk mee gelachen.. Nadien tijdens de receptie vertelde de bisschop dat hij Torfs vooral kendeaan de winkel op de Meir, dat is vlak naast zijn deur.
En de Schoenen Torfs, je kent ze: die maken graag reclame maar betalen daar niet graag veel voor, is weer eens kosteloos zwaar in de pîcture geweest.
En ons Anne zelf, ze rijdt rond in een rolstoel maar is nog 100% alert en bij de zaak, heeft van het hele gebeuren mateloos genoten. Maar zoals onze Karel het zei: "zonder ons Anne was er vandaag geen sprake van Schoenen Torfs".
Alleen Elvis... van 10 oktober te gast een verrassend getemperde Herman Brusselmans.
Geeft zelf toe dat hij permanent een typetje speelt waarmee hij zich allerminst vereenzelvigt. (hoeveel mensen spelen heel hun leven geen typetje waarin ze hun echte ik onherkenbaar maken?)
Charles Bukowski (1920 1994)
Eerste fragment: een oud interview met de grote Amerikaanse schrijver, dichter Charles Bukowski, We zien het genie Bukowski zittend in een feauteuil samen met Jane Cooney Baker, zijn veel jongere vriendin die later nog zijn vrouw zal worden, en die hem aan het eind van zijn leven letterlijk uit de straatgoot zal helpen.
Het interview toont ons een Bukowski die weer eens ladder zat is - tot daaraan toe- maar het ontaardt alras, zonder dat daar direct aanleiding voor is, in een brutale scheldpartij op zijn vriendin, Hij spuwt een resem vernietigende scheldwoorden over het kind, tot op een ogenblik de man handgemeen wordt, hij stampt haar letterlijk de zetel uit. En gaat haar daarna nog zwaar te lijf. Grof huiselijk geweld. Allemaal voor de camera. Einde verhaal.
Brusselmans is ontzet. En inderdaad de beelden zijn echt misselijk makend. Je kan amper blijven kijken.
En nu de hamvraag waar Brusselmans mee zit: hoe moet ik daarna verder met mijn bewondering voor Bukowski die ik altijd als een regelrecht genie aanzag en herkende?
Ik versta het probleem van Brusselmans. Doet het "weten" van zulke feiten iets af aan het geniale van Bukowski? Is een genie dan alles toegestaan, gewoon omdat hij geniaal is? En kun je nadien nog met dezelfde intensiteit zijn gedichten lezen?
Of doet dat er allemaal niet toe? Zijn dat twee verschillende werelden?
de echte Brusselmans twijfelt...
Dat doet er voor mij heel erg toe. En ik ben klaar met Bukowski. (en hij met mij waarschijnlijk) Maar wie ben ik? (je moest eens alles van mij weten....)
Of SERENDIPITYzoals dat nu heet, de onbedoeld creatieve rol van het toeval, een mond vol om te verwijzen naar het uitkomen op iets geheel anders dan dat waar je naar op zoek was. Ik zoek mijn sleutels die ik ergens verloren heb gelegd en ik kom al zoekend uit op een stuk jeugdsentiment, een oud doosje met condooms uit de tijd dat dit nog een relevant item was.
Veel simpeler heet dat een appeltje dat bij de grote kuis uit de kast valt.
Goed voorbeeld vandaag meegemaakt.
Moest vanmorgen om 9 uur ergens zijn (waar moet een gepensioneerde nu om negen uur zijn?), dus de wekker gezet op 8 uur. Maar een wekker, dat bestaat niet meer (weet je dat we, als we jong waren, zon blikken wekker in een bord zetten opdat die nog luider zou kletteren, zo vast sliepen wij toen, nu lig ik wakker te wachten tot de wekker afloopt). We hebben nu een gsm met een wekkerfunctie. Even zoeken maar je komt er wel op.
op het nachtskastje probleem met het instellen
Ik neem de gsm van mijn partner, ikzelf heb nu een smartfone en dat is een beetje beneden diens waardigheid, maar ik was vergeten die gsm op wintertijd te zetten. Waarom doet die dat niet vanzelf? Naast 259 idiote functies. En jawel, gsm maakt ons wakker om 8 uur terwijl het nog maar zeven uur is. Niks van gemerkt tot half elf toen ik op mijn horloge keek of het nog geen tijd was om aan het middagmaal te denken.
Ik ben al een halve dag op en nog altijd geen half elf, dit soort van blijde verbazing.
Het appeltje uit de kast dus. Gewoon een uur vroeger opstaan en je valt omver van de zegeningen die je dan overkomen. Je beleeft gewoon een dubbele dag. Nu los van dat wintertijd gedoe ik krijg er met de jaren meer last van, net als kleuters naar ik verneem wat een eenvoudig trucje om je leven vanzelf een stuk te onthaasten. Door dat gewonnen uur kun je alles een stuk rustiger doen, stille beschouwing inlassen, multi tasking te vermijden, gejaagdheid en stress preventeren. Tijd zat!
Zo één gewonnen uurtje blijkt wonderen te doen.
Op één voorwaarde dan wel, dat je s morgens al niet naar de avond verlangt, dat je gewoon dankbaar bent om elk nieuw levensuur. Maar dat is dan weer een ander verhaal.
Ps. Iets wat ik mijn ouders tot vandaag nog kwalijk neem, ze hebben mij twee jaar op pensionaat gestoken, in het Xaveriuscollege dan nog, toen de zachtste vorm van detentie. En reeds toen had ik die intuïtieve ingeving: tijdens het weekend zo vroeg mogelijk opstaan om die thuisdag zo lang mogelijk te maken. Wat haat ik nog dat internaat. Spreek mij ook niet van de jezuïeten. Maar nu herontdek ik de chamre van het vroeg opstaan.
Ik vind dat het weer enige tijd veel te serieus gaat bij Opus1932
Daarom nog eens vlug gerommeld in mijn nog altijd goed gevulde oude doos "Terzijde",
en dat levert enkele diepzinnige bespiegelingen;
Waarom wel ondertrouw en geen onderscheiding?
Waarom fuseren moeilijke eenoudergezinnen niet?
Hij wordt is met dt , En broodtrommel ook.
Het is nu enkel wachten op de ambtenaar van burgerlijke stand die je niet vraagt naar het ja-woord maar je toets 1 laat indrukken en indien nee toets 2.
en ik herhaal : met dank aan Vrij Nederland uit de jaren 80/90
Ik noemde in mijn laatste post in één adem twee namen: Geubels en Gaaikema. Twee entertainers die bij hun optreden gewoon twee diametraal tegengestelde stijlen hanteren. Laat me me onthouden van een expliciet oordeel.
Ik had het onlangs ook over het taboe op het taboe, herlees mijn post over Freek 70. Welnu bij Geubels en Gaaikema gaat het uitgerekend over die omgang met het taboe in de humor.
De eerste put zich uit in het tarten van eender welk taboe, hoe directer het klinkt, hoe geestiger. Kijk naar de gierende volle zalen. Die lusten daar wel pap van.
De tweede slalomtheel de tijd tussen zijn taboes door. Niets wordt met naam genoemd. Alles is understatement, suggestie, dubbele tot driedubbele bodem, maar alleszins voldoende duidelijk. En ook daar vindt de zaal het geweldig (het is dan wel in Den Haag en daar gaat men niet plat en de gemiddelde leeftijd is ook maal twee tegenover bij zijn collega).
Als de tweede één voordeel heeft op de eerste dan is dat Geubels geen enkele denkinspanning van zijn publiek vraagt (you see what you get) terwijl je bij Gaaikema de illusie hebt dat je de grap zelf hebt gevonden. Behoeft iets meer taalvaardigheid.
Het is deze week exact tien jaar geleden, dat bij klaarlichte dag, in volle centrum Amsterdam, cineast, schrijver en "dorpsgek" THEO van GOGH, de keel werd overgesneden.
Voor Mohammed Bouyeri was de maat vol en hij moest, vond hij, eigenhandig een eind stellen aan de reeks beledigingen aan het adres van Allah, de profeet en zijn aanhangers. en omdat onthoofden hier niet voor de hand lag, koos Mohammed voor die andere vorm van rituele executie. Kelen.
Na Pim, een tweede politieke moord in Amsterdam in heel korte tijd.
Allemaal omdat ze beiden geloofden in een onvoorwaardelijke, niet te nuanceren freedom of speech. Daar wilden zij geen van beiden iets aan af doen.
De discussie rond dat thema loopt nog steeds;
Op de uitvaart van Theo nam zijn vader het woord met een emotionele toespraak, en die ging ongeveer als volgt:
"Lieve Theo, ik ga met jou niet in discussie over de vraag of jij het recht had om dat allemaal te zeggen wat jij dacht te moeten zeggen,
Jij mocht dat zeggen,maar mijn vraag is enkel OF JE DAT OOK MOEST ZEGGEN ?"
En daarover gaat ook die discussie over het TABOE. Natuurlijk mag je alles zeggen, het is een van de basismensenrecht, maar MOET je dat ook allemaal zeggen?
(in feite moest de titel zijn "Taboe op het taboe")
onmiskenbaar Feek
In augustius ll werd Freek de Jonge 70. Goede aanleiding voor een compehensive artikel in De Groene Amsterdammer.
Twee vragen:
1. waarom is iedereen akkoord om Freek de Jonge als cabaretier een "intellectueel" te noemen, en is daar bij een André van Duin of zelfs een Paul de Leeuw geen sprake van?
2. waar haalt Freek (ex Neerlands Hoop met Bram Vermeulen) zijn status van links icoon? Waarom is Freek linkser dan, om maar iemand te noemen, onze Geert Hoste?
Ten eerste moet je dan eens klaar stellen wat je bedoelt met de categorie "intellectueel", Ten tweede moet je die mening van "links icoon" snel herzien, of minstens jouw categorie "links" herdefiniëren.
Best Freek bij hieromtrent even zelf aan het woord te laten.
(uit zijn show De Vergrijzing 2004))
Over "het TABOE"
"Alle subtiliteit, alle suggestie, alle liefde, alle haat, alle humor bestaat bij gratie van HET TABOE"
(....)
"Het taboe is de grondslag van de beschaving. Maar nu is het taboe, taboe geworden"
Yves Desmet, opiniërend hoofdredacteur meldt ons, in quasi paniek,
De besparingen bij Brusselse cultuurhuizen getuigen van een zelden geziene grofheid
Zeg dat het niet waar is......
"De federale regering wou blijkbaar bewijzen dat ze altijd nog een beetje straffer uit de hoek kan komen dan de Vlaamse. Waar die laatste al een fel gecontesteerde besparing van 5 procent in de cultuursector doorvoerde, is het nu de beurt aan de federale instellingen als De Munt, Bozar en het Nationaal Orkest.
Allemaal huizen met internationale allures, onder meer beloond met de prijs voor beste Operahuis van Europa, en dat in concurrentie met huizen die een veelvoud aan budgetten ter beschikking hebben. Bozar organiseert de best bezochte tentoonstellingen en concerten van het hele land, en geniet eveneens faam tot ver buiten de landsgrenzen. Beide hebben een bezettingsgraad die in de buurlanden zijn gelijke niet kent, een percentage eigen inkomsten dat eveneens indrukwekkend is, en wat krijgt men dan als dank voor de geleverde inspanningen?"
En opiniërende Yves weet het deze keer heel zeker: een regelrechte afrekening :
"Dat de man die opera echt op de kaart zette in dit land, de betreurde Gerard Mortier, allesbehalve een fan was van het nationalisme, zal vanzelfsprekend ook geen enkele rol gespeeld hebben in deze besluitvorming.
( )
Niet alleen ingegeven door al dan niet oprechte budgettaire motieven, maar ook en zelfs vooral door een behoorlijke portie rancune tegenover alles wat zich ooit heeft uitgesproken tegen hun ideologie." (einde citaat)
Meent die gast dat nu echt?
Ik was (en ben nog altijd) doorgaans redelijk meegaand met deze opiniërende hoofdredacteur".
Maar deze keer heb ik een probleem:
is hier deze keer sprake van domheid, blind fanatisme of kwade trouw?
Yves, da meentche nie .
Intussen toch even een blik op die mooie foto bovenaan, daar zitten ze, de grootste slachtoffers.... Moeten die mensen dat nu uit eigen zak gaan bijbetalen?
En ook als een Timmermans, een Streuvels of een Ernest Claes
in hun gewesttaal
de heerlijkste metaforen aaneen rijgen,
we hebben niets te winnen bij een nieuwe
cultus van onze dialecten.
En toch jullie weten het,
om een verhaal levensecht te krijgen of een dialoog menselijk te houden,
of om met één niet-Van Dale woord je diepste invoelen uit te drukken .
ja, dan is de verleiding naar dat soort incorrecte taalgebruik zeer groot.
Twee voorbeelden. (en
het is niet de eerste keer dat ik
hierover schrijf)
Een door en door Vlaamse spreekwijze vind je in deze
uitdrukkingen
(enkel in de 1 en 2de persoon
enkelvoud, ik en gij/u dus) Ziede nu wel, wat gade nu doen, wat hebbekik gezegd, heddet gehoord . Ik bespaar u het stokstijve correcte Nederlands voor deze vier zinnetjes.
En dan moest je dat Nederlands nog eens zien in de tijd dat we je en jouw en jij en jullie te Hollands
vonden.
Gewoon omdat het in correct Nederlands zo hakkelend uit de mond struikelt, vond het dialect deze uitweg. Alsof dat in het Frans, Duits of Engels niet
gebeurt, maar daar belandde het dan wel in de correcte grammatica. Enkel om de
uitspraak te faciliteren.
En dan, van zeggingskracht gesproken, of ik zou zeggen van suggestieve kracht gesproken.
Ik hoorde in het programma Alleen Elvis Sophie De Schaepdrijver op een
ogenblik zeggen:
Ahjamaja . (duidelijk van West Vlaamse oorsprong)
Letterlijk is dat: ah ja, maar ja
Probeer nu eens in één A4-tje de gehele denk- en gevoelswereld uit te drukken
die achter die uitdrukking zit. Belangrijk bij het uitspreken is hier ook de
lichaamstaal, vooral de hoofdbeweging.
Ahjamaja . en daar moet ik verder echt
geen woord aan toevoegen, je begrijpt me.
Toch zonde dat die uitdrukking officieel buiten gebruik is
gesteld. Wegens dialect.
Deze foto staat op de affiche die, naar aanleiding van 100 jaar WO I, een tentoonstelling aankondigt die je kan gaan zien in Malmedy, met als titel:
"La Wallonie Prussienne sous les ordres der Kaiser."
Ah ja, die malmundarians vochten in 1914 gewoon aan de foute kant. Ze behoorden bij de barbaren, de vijanden, de slechten. Zij doodden dus onze helden in de loopgraven, zij spoten dat giftgas enz...
Zie ze daar staan, net hetzelfde zootje stumpers, boerenzonen, voor een groot deel ongeletterden en onmondigen, die hier langs onze (goede) kant werden opgetrommeld als wil- en weerloos kanonnenvlees. De Stad Malmedy draait er niet omheen, ook zij wensen die 100 jaar 1914 te herdenken. En gelijk hebben ze.
Ik volgde net op Canvas die indrukwekkende licht-herdenking die een vuurlijn trok van Nieuwpoort tot Ploegsteert. Met als slot een opmerkelijk optreden van onze 15 jarige kroonprinses. Zeer mooi en waardig. Daar niet van.
Maar wat ik mis in die herdenkingsindustrie is het element WOEDE.
Woede, afkeer en schuldigverklaring van de toenmalige elite, de flinterdunne bovenlaag die deze Europese waanzin niet heeft verhinderd. Integendeel, aangevuurd. En dan heb ik het niet enkel over de politiekle en militaire elite, maar ook over de industriële, financiële, adelijke, culturele, religieuze en academische elite. Zij kenden mekaar, dronken samen kofiie en zaten aan dezelfde trouwbanketten en uitvaarten van verwanten. En zij lieten dit gebeuren.
Ik zie op die affiche dus de vijand, de slechteriken, de fouten. La Wallonie Prussienne. Ach Mensch doch....
A part cela, en ondanks mijn charmante gastvrouw in Sankt VIth, ik val haar niet af hoor, maar Malmedy is een schattig stadje, vol parken, groen en bloemen. Met een unieke Reniassance kathedraal die een korte tijd zetel was van de bisschop van Eupen en Malmedy. En, hoewel veel Frans in de straten en etalages, een door en door Duits stadje.
Rijd er de volgende keer toch niet zomaar voorbij.
(een pittig verhaaltje, dus sorry, valt iets langer uit)
Doordat we de laatste maanden een paar keer richting Duitsland (Eifel - Sauerland) zijn getrokken waarbij wij telkens halverwege een escale maken, heb ik nog eens uitgebreid kennis gemaakt met onze Oostkantons.
Wat een heerlijk stuk land toch dat wij na 14 zomaar cadeau hebben gekregen, je zou bijna zeggen dat het een oorlog waard was. Nee, plaatsvervangende schaamte voor de overwinnaars die op zon idee kwamen. Soit.
Eupen, Malmedy, Sankt Vith, je zegt het bijna in een adem, maar reken maar dat het drie adems zijn. De laatste keer streken we voor een middaghap neer in het restaurant Am Steineweiher - Erholung am Rande der Kleinstadt(met stip te noteren als je nog eens in de buurt bent, héél merkwaardig).
Vierde generatie uitbating en amper één toegift aan de geldende horecamode. Inclusief het onthaal, bijna 19de eeuws. Und hatten Sie eine Gute Reise gemacht? Stijf gestreken damast linnen, abundant bestek, kristallen glazen uit Bohemen, enfin ga eens kijken.
In gesprek met (klasse) dame van die vierde generatie (perfect Nederlandstalig). Over haar kleine Stadt. Ik zeg dat ik het centrum van Sankt Vith eigenlijk (!!!) niet zo onaantrekkelijk vind. Killig, winderig en inspiratieloos. (ik zei net niet lelijk). Wat een verschil met Malmedy bijv., zo groen, zo vol bloemen.
Brug te ver !En toen kreeg ik de volle laag. Wist ik dan niet dat Sankt Vith het meest Duitse deel van de Oostkantons was, altijd consequent Duitstalig gebleven. En dat had een prijs. Sedert 1918 zijn wij in ons nieuwe vaderland, als minder dan derde rangs burgers behandeld wegens ons Duits karakter. En dit tot 1987.
Weet je dat ik Abitur gemacht hat in het Frans. Dat wij tot diep in de jaren tachtig hier geen Duitstalig onderwijs hadden?
Maar er is meer. In de laatste dagen van het Von Rundstet offensief kregen wij de volle laag. Er stond geen steen meer op een ander. De ganse bevolking op vlucht. En bij onze terugkeer van niemand hulp gekregen. Mijn moeder (ze toont een foto van een jong meisje dat bedelend bij een kar brood staat) heeft honger geleden. En de wederopbouw geen enkele hulp. Dus zijn de teruggekeerde Sankt Vithers maar zelf begonnen met wat ze vonden om hun verwoeste huizen herop te bouwen. En ja, je ziet het resultaat nu nog. We hoorden opnieuw bij de verslagenen, de stoute Duitsers. Dus deden we het maar op eigen kracht en met eigen middelen.
Maar ja, we zijn dan ook Duitsers en wij zijn harde werkers hier (Holzbau). Weet je dat deze stad het laagste werkloosheidscijfer van België heeft? De helt van Malmedy, 15 kilometer hiervandaan. Maar ja, Malmedy, is zeer snel een Franstalige stad geworden. Opportunisten. En die vlogen niet op het strafbankje. Ik hou niet zo van Malmedy. En Eupen, ja dat is Eupen, de helft zijn daar ambtenaars. Ze bedoelt, dat zijn de parvenus van de Oostkantons. Hun carnaval . Ja dat wel.
En vandaag, riskeer ik?
Wat ik vertel is het verleden, en dat laten wij het verleden zijn. Nu vind ik deze kleine stad, en ook België dat nu helemaal mijn vaderland is, de beste plek van de wereld om te leven. Kijk maar eens, ze toont me een pak folders, wat een intens en hoogstaand cultureel leven wij hier onderhouden.Maar sta me toe dat ik vandaag een fiere en bewuste Duitstalige Belg ben. Het is allemaal goed zo.
Wij reizen om te blijven leren, en vooral om vooroordelen te ontmijnen. (en er wellicht nieuwe te installeren)
Ja, in een van mijn laatste stukjes staat een pertinente leugen. En dat kan ik me niet permitteren. Dus komaan, opgebiecht.
Herinner je dat terras van die Konditorie in Bad Bertrich. Geen stoeltje vrij, dus aanschuiven. Gestattet. Natürlich bitte. En dan komt het: "komt een klapke van"
Allo? als het aan mij ligt, komt daar niks van. Ik draai mijn stoel weg en doe of ik helemaal opga in die Blase Kapelle. Ik begin in een publieke ruimte nooit zelf een gesprek. Pretentie? Schroom? Verlegenheid? Het is zo.
Alleen reken ik dan niet met Suzanne, mijn levensgezellin. Met haar liefste glimlach lokt ze de vreemde in een gespreksval. En pas dan kom ik op de proppen en ik neem dan, in brede volle akkoorden, de conversatie over. Dan ben ik niet te stoppen en vertel ik desnoods alle familiegeheimen van de familie Dom.
En zo was het nu ook weer op dat terras van die Konditorei.
Beetje laf? Misschien.
Maar zeg nu eerlijk, ben ik zo abnormaal met mijn asociale opstelling?
Wie zoekt in een bomvol café niet het vrije tafeltje dat zo ver mogelijk afstaat van de dichtsbijzijnde andere gast, Wie loopt niet de halve trein af om een lege "coupé" te vinden? En wie vangt op de tram zomaar een gesprek aan, ook als je knie tegen knie zit? En in de cinema zoek je toch ook een geheel vrije plaats, niemand rechts niemand links?
Maar met Suzanne op pad ben je nooit lang alleen. Ik zou zelf niet beginnen, maar als zij begonnen is neem ik wat graag over.
Eén voordeel heb ik: na 83 jaar begin ik mezelf te kennen. En, voor die korte tijd nog, te accepteren.
Rik Torfs trekt in die toespraak tot de KUL-senioren nogal van leer tegen het blind geloof in, en de overdaad aan regeltjes en reglementen. Alsof meer regeltjes de oprukkende chaos zouden intomen.
Niets is minder waar, natuurlijk. Hoe meer regels, hoe joliger om er overheen te stappen.
En dan heb je twee houdingen: die van de Hollandse meer calvinistisch aangelegde gelovige die met met veel misbaar en zware woorden de regel afwijst en bestrijdt maar die uiteindelijk de regel volgt.
En die van de Italiaan die in nog verhevener woorden de regel prijs en de onderligggende waarde bevestigt maar die zich nadien van de regel niets aantrekt.
Doet me denken, (typische spreekstijl van rector Torfs, die denkt al sprekend) Doet me denken aan de vorige Paus Benedictus, zegt Rik, die er een sport van maakte zoveel goedgezinde pastoors tot kardinaal te benoemen tot er zoveel waren dat de kardinaalshoed nog zoveel voorstelde als een gewone bolhoed.
Hoe anders verklaren dat ten onzent ene Gustaaf Joos , tot dan pastoor in het lieflijke Landskouter, boenk patat, tot kardinaal werd benoemd. Het vermoeden bestaat, dixit Rik, dat dit meer te maken had met de uitzonderlijke kwaliteit van diens wijnkelder dan met de uitzonderlijkheid van zijn intellectuele vermogens.
In tempore non suspectissimo, heb ik Rik, het was dan wel geheel off the record, horen verklaren, dat met stip Bisschop Van Gheluwe de domste Belgische bisschop ooit was.
niet de snuggerste dus... zal wel.
Ja.... heeft het vervolg van het verhaal onze rector gelijk gegeven? Wie zal het zeggen?