Als je nu
voor iets moet oppassen met deze temperaturen, dan is dat het gebruik van
moeilijke woorden. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat zulke
woorden, bij overdadig gebruik, kunnen leiden tot complete uitdroging. Zodanig
dat je zelfs de simpele woorden niet meer verstaat.
Maar soms
kan een eenvoudig voorval op een prachtige manier een moeilijk woord verstaanbaar
maken. Ik heb een goed voorbeeld: de RECHTSTAAT, die zowat het hoogste goed zou
zijn die wij in een democratosche samenleving te verdedigen hebben.
Maar wat is
dat juist: de rechtstaat?
Een vriend
stuurt mij een bericht door waarin Freddy Van Gaever (°1938, senator voor Vlaams Belang) op het net
een verhaal lanceert onder de kop: Treinramp in Frankrijk. Censuur in de
Democratie. Daarin doet de senator het verhaal van benden allochtone
criminelen die, nog voor de reddingswerkers ter plekke waren, toesloegen om de gekwetsten, van wie er
verschillende stervende waren, te beroven. Tot daar aan toe (sic), jammert
Freddy, maar wat vooral steekt is de democratisch samenzwering van onze media en
politici, en en volley wordt ook onze
prille koning Philippe mee in het bad getrokken, om dat schandaal dood te zwijgen.
Er is nog geen begin van bewijs aangedragen dat dit verhaal vals is. Einde
citaat.
Ja .
Alleen vergeet
Freddy één klein detail dat in een democratie het bewaken van de Rechtstaat het kerngegeven is, dat is
een staat waarin het RECHT en de rechtsprincipes het aller hoogste goed zijn.
Welnu, één
van die basisprincipes zegt dat, men drukt het in het Latijn uit -zo oud is dat
principe- Actori incubit probatio, de
aanlegger, dat is hij die iets beweert (het weze de burger, de staat of het
Openbaar Ministerie) zijn bewering moet bewijzen. Anders moet hij zwijgen. En
kan hij zelf vervolgd worden voor laster.
Het is dus
NIET zo dat iemand anders de valsheid, de onwaarheid van die bewering moet aantonen.
Dat was het geheide principe in de
communistische heilstaat: Gij zijt een spion en bewijs jij nu maar dat je het
niet bent. Dat is einde Rechtstaat.
Dat is dus de
Rechtstaat, want daarover ging het toch, een moeilijk woord helder maken, het handhaven
van de grondslagen van een fatsoenlijke samenleving. Tegen elke prijs !
Maar dat
staat vast niet in het Vlaams Belang Zeventig Punten programma.
Tijdens mijn korte vakantie aan de Westkust, natuurlijk gaan fietsen in het land van de Chtis, wereldbekend sinds de geestige film van Dany Boom Bienvenue chez les Chtis (onlangs terug te zien op TV).
Niemand in beschaafd Franrijk gelooft dat het land van de Chtis nog Frankrijk is, zon raar taaltje dat die mensen uit de streek rond Bergues (Le Nord) spreken: bijv. elk S wordt een CHt, en elke CH wordt een S. Salade wordt chtalade en savoir wordt chtavoir. Maar dat dan consequent volgehouden.
Steek even voorbij Beauvoorde de grens over en je rijdt zo hun gebied in. En dat deed ik. Mijn eerste afstap: Hondschoote, een klein stadje (wel zo Zuid Nederlands dat daar in 1566, aangestookt door de beruchte hagepreken, de Beeldenstorm begon) met een ruim oversizde kerk, met beiaard en een paar ongesofistikeerde cafés. Ik belandde in La Chope, midden op de ook iets te ruim bemeten Place Charles De Gaulle. Café, Bar (un Zinque), Tabac, Presse en PMU.
Amper drie kilometer voorbij het grensdorp Houtem, en Franser kan het haast niet.
Drie oudere mannen zitten afzonderlijk in het half donker aan een tafeltje, elk gebogen over de minuscule lettertjes van een krant met de recentste uitslagen van de paardenkoersen.Ze vullen hun PMU bulletin in met een serieux die je in een café zelden ziet. De kruisjes op hun bulletin worden zwaar gewikt en gewogen. Er wordt onderling niet overlegd want als ik hen te veel vertel verkleint dat mijn winstkapitaal.
Ik keek ze diskreet een tijdje aan en zag nog eens wat een illusie met mensen kan doen.
Want elk van die mannen is overtuigd dat, als ze maar serieus genoeg over die kruisjes napeinzen, deze of volgende week het groot lot hun toelacht. En waarom niet? Ze hebben hun lot toch in eigen handen, alleen goed en lang genoeg snuisteren in die kleine cijfertjes en lettertjes.
Hoe kun je nu, zoals sommige filosofen doen, zo heftig tegen illusies zijn?
En dan vooral tegen deze variant van illusies: een illusie met de illusie dat het geen illusie is.
En aan de zinque wordt nog een rondje pastis besteld. Ch'anté !
Ik hoop dat je je bij dit tableau vivant iets kunt voorstellen. Of anders eens tot daar rijden.
Ik hoor op Radio1 dat vannacht de Genste Fieste, na 10 dagen "feesten gelijk de beesten", OVER zijn. Dat soort feesten eindigen niet, die gaan over.
Tien dagen ook dat de media u op alle manieren een complex aanpraten als je er daar in hartje Gent niet bij bent. Mensen toch, wat daar allemaal te beleven is.... en gij zit daar thuis te koekeloeren.
Op Radio 1 in het ochtendnieuws hoor ik dat op de Vlasmarkt nog een massa feestvierders doorgaat. Doorgaat met zuipen (en het wel spijtig vinden van die vrouw die vermoord is, maar ja...). Bijeengetrommeld door "de sociale media" (het kunnen niet altijd dictators zijn die verdreven moeten worden) die tot die after party opriepen en vooral willen opscheppen dat ZIJ er nog niet door zitten.
Waar zijn die handjes...... komaan.
Ben ik nu a fucking angry old man? Of is, zonder dat ik er erg in had, ernst een scheldwoord geworden?
Op de
terugtocht van het koele Noordzeestrand naar de zwoele Kempen, in een
nachtdonker onweer verzeild.
Toch goed
en levend thuis.
We zijn
dus VROEM.
Doet me
denken aan die speaker op Radio Minverva gistermiddag.
Als ik uit de richting Gent kom zoek ik direct na Sint Niklaas altijd deze seniorenzender (98.00).
En die gaat
dan makkelijk mee tot in Boechout. Toch altijd goed voor een half uurtje luisterplezier.
Het
boeiende aan die zender is dat die werken met een vijftigtal, vrijwillige, medium- tot hoog bejaarde presentatoren. Ieder maakt zijn programma zoals hij het graag hoort. Er wordt maar één eis gesteld: de muziek mag de jaren zestig niet voorbijsteken. Dat volstaat om goede radio te maken.
Tegen wie zegde't.
Gistermiddag
was er zon knar bezig van twaalf tot twee. En verrassend bij deze gast, in een vrij
behoorlijk Nederlands, iets wat opvalt bij Minerva..
Even voor
één zegt die presentator: En nu nog dit en dat plaatje van die en deze
crooner, dan ga ik eruit tot nahet
gesproken dagblad (die term hoor je ook niet zo vaak meer). Tot SEBIET.
Tot sebiet.
Dan wijk je
toch geen seconde van uw radio, want die gast is sebiet terug.
En dat is
iets geheel anders dan: tot zo, dra, zodra, weldra, straks, dan... dat kan volgende week ook zijn. Maar
sebiet dat is sebiet.
Sebiet heeft merkwaardig genoeg nog een tweede dialect betekenis in de zin van: "'k zal u sebiet is...." Een dreigement dat hoogstwaarschijnlijk niet wordt uitgevoerd, maar alleen als afschrikking dient.
Leve het
dialect waar ik me zo aan stoor in de publiek ruimte. Lees Vroem (2)
Op vakantie
word je er nog eens met je neus op geduwd:
Je ziet en
hoort overal Vlaamse mensen bezig in hun meest ongecompliceerde staat van
ontspannenheid. Relax.
Een ronduit
onthutsende ervaring hoe zo vele jaren inspanning voor het veralgemeend gebruik van een
beschaafd Nederlands, in Vlaanderen quasi resultaatloos zijn gebleven..
Je mag de
omstandigheid kiezen: op de fiets, in de winkel, op een terras, op de golf, al wandelend,
op de kusttram, in de frituur of in het chiek restaurant . wat een
schabouwelijke klanken de doorsnee Vlaming daar uitstoot. En het lijkt erop:
hoe leuker hoe platter.
Vlaming in zijn naturel
Neenee, kom
niet af, ik verlang he-le-maal nietdat
bekakte Nederlands van een Frans Van Mechelen indertijd , maar gewoon een
poging tot beschaving. Dat andere Vlamingen van een aanpalend kanton nog kunnen volgen waarover het gaat.
Ik krimp
altijd ineen van schrik dat er een Franstalige die juist Nederlands leerde, in
de buurt is.
Ces gens qui aboient le Flamand, zong Jacques Brel, en wij waren
geaffronteerd.
En dan het goede nieuws....
Dat hardnekkige dialectprobleem lijkt meer en meer een
generatieprobleem.
Het lijkt wel: hoe ouder hoe platter.
Maar hier dan het goede nieuws: met de kinderen van onze
kinderen schijnt het heel duidelijk de goede kant op te gaan.
Je komt ze haast niet meer tegen , kinderen die het dialect
van hun grootouders als voertaal gebruiken.
Wel héél geestig als je dan op zon zomerterras een
intergenerationeel gesprekje volgt: de grootmoeder met haar kleinzoon: leuk
vervangt standaard het vertrouwde plezant, en een crèmeke met crème fraiche is
een ijsje met slagroom geworden.
Vindet niet leuk
Arneke, met de oma naar de zee? (de moemoe is al enige tijd oma geworden).
Eindelijk dus een oplossing in zicht.
Allo, mijnheer Florquin en Fraeters, mevrouw Van
Avermaet .het komt goed hoor.
Sorry, maar ik ga er nu een paar dagen uit. Naar Nieuwpoort Bad.
Waar ik ga genieten van de nieuwste attractie aan de Belgsiche kust: de sahara-ervaring, inclusief kameelrijden op het strand met een echte Arabier als begeleider.
Dat wordt genieten.
Dus... een paar dagen geen OPUS 1932. (probeer het uit te houden...)
Net het
jongste boek van Joël De Ceulaer dicht geslagen.
Denken als Ambacht, met als ondertitel: De Levenswijsheid van tien Vlaamse
Filosofen.
Tien mensen
die in Vlaanderen erkend het ambacht van het professionele denken uitoefenen;
Alle grote
namen zijn aanwezig, zowel uit Leuvense als uit Gentse of Brusselse sfeer, met
10 wondermooie fotos van Filip Van Roe.
Ik heb dat
boekje zeer intens en vooral interactief gelezen.
Dat wil
zeggen, ik heb bij elke filosoof(op
drie uitzonderingen na zie verder) een reeks vragen of minstens kritische
opmerkingen genoteerd. En daar ga ik de komende maanden mee aan de slag. Ik wil
pogen op een aantal van die vragen zelf een begin van antwoord te vinden,
hetzij via mijn Blog Opus 1932, hetzij live in klein gezelschap (dat wordt vast
cafépraat, maar die kan ook verstandig zijn).
Een boekje
dat ik mijn bezoekers van harte aanbeveel. Joël De Ceulaer was de juiste man om
aan die 10 filosofen de juiste vragen te stellen en te vermijden dat men in het
Dag Allemaal sfeertje verzeilde.
En toch
geef ik je, als je gaat lezen, nu al de raad drie van die tien filosofen over
te slaan. En niet van de minste. Ik leg uit.
1. Etienne Vermeersch gaat spijtig genoeg
de mist in. Maar die man geeft zoveel interviews en komt zoveel in de media,
dat hij zich waarschijnlijk vergist heeft en gedacht dat hij een interview voor
Story moest doen. Wij vernemen dat Etienne op zijn 24 voor het eerst
gemasturbeerd heeft en dat zijn eerste kus van een meisje naar mosselen
smaakte. Vermeersch stond duidelijk op een fout perron.
2. Jaap Kruithof. Een gesprek met
hem (hij weigerde een interview) kort voor zij overlijden, heeft veel pijn en
miserie, zijn geest laat hem soms in de steek maar niet zijn ongebreideld
temperament. Zonder vragen raast hij zelf het hele stuk vol. Hij beroemt er
zich nog op dat hij ooit in de Carrefour het hele rek met spaghetti omkeilde.
Omdat er naar zijn zin teveel soorten spaghetti stonden. Dit is een man in een
ontluisterende staat van aftakeling.
3. En dan zonder enig excuus het ergste geval: Ulrich Libbrecht die hier weer met een onvoorstelbare arrogantie
en ongehinderd door enige vorm van zelfrelativering, zichzelf de filosofisch
koning van België waant. Alles kent hij, alles weet hij, alles heeft hij grondig
bestudeerd. Een vraag aan de bezoekers: als ik ooit op mijn blog, op enige manier een begin van
die toon aansla, verwittig mij dan per ijlbode en ik stop met schrijven en
sticht de Orde van het Witte Blad.
Maar buiten deze drie details, een boekje om te koesteren en bij de hand te
houden.
Ik ben geen
krantenlezer. Nog minder een krantenverslaafde. Ik kan perfect zonder een
krant.
Denk ik.
Mening.
Dus regelmatig verifiëren. Is dat wel waar?
Dus stapte
ik zaterdagochtend de krantenwinkebinnenl en kocht weekendeditie De Morgen.
126 bladzijden dicht bedrukt papier voor maar 3,50 .
Ik ben daar
een halve zaterdag mee zoet geweest.
En?
Ik heb in die 126 bladzijden
niets gevonden dat voor mij enige relevantie had en dat ik s ochtends nog
niet gehoord had op het nieuws van Radio1. Alleen werd al dat oud nieuws
(treinramp in Frankrijk, homeopathie aan banden, griepprik voor kinderen,
Werchter loopt storm voor Bruce Springsteen enz.) alles nog eens met veel
meer woorden en vette fotos herhaald, zonder er iets aan toe te voegen.
Een aantal nieuwe feiten die
dan toch aan bod kwamen: van de
Wurger van Boston Albert De Salvo staat nu, dertig jaar na zijn
dood vast dat hij wel degelijk de Wurger van Boston was. Van dat soort
nieuws zakt mijn broek op mijn enkels.
En dan hopen meningen, over
alles en nog wat (de bewezen achterlijkheid van Ierland, een week die pijn
heeft gedaan aan de NVA, we zijn België aan het kapot verkavelen) ja, die
had ik stuk voor stuk kunnen voorspellen toen ik in die krantenwinkel De
Morgen vast nam en niet De Standaard.Ik denk dat ik in heel die krant geen drie vraagtekens ben
tegengekomen, zo zeker van hun stuk zijn die mannen.
Eigenlijk
na een half uurtje werd vooral één ding duidelijk: ik, Opus32 (80), sta haaks op
het profiel van de lezersgroep die de geldschieters van die krant voor ogen
hebben. Geen probleem, die financiers kennen hun vak beter dan ik. En ze moeten
voor mij geen krant maken. Je ne
suis demandeur de rien
Dus meningtest geslaagd . Ik kan volgende zaterdag mijn 3,50
anders besteden.
Misschien een bakje rode aalbessen, graag ontsteeld als dat
kan voor die prijs.
Ik heb nu die 126 bladzijden Morgen helemaal door gemaakt, en
ik ben uitgekomen op twee grandioze negaties van mijn eerdere negatieve
conclusie: ik kan die krant missen, die 3,50 was weggegooid geld.
Niet dus.
De twee glorieuze uitzonderingen.
1. In een column van Ilja Pfijffer krijg ik van die man een briljante aanreiking :het gaat over wachtrijen, queuen, aanschuiven,
in de file staan. Ieder land krijgt de wachtrij die het verdient. Alle vooroordelen
over een volksaard worden glansrijk bevestigd in de wijze waarop er in culturen
al dan niet in de rij wordt gestaan.
Zeg maar: een beslissende beschavingsparameter.
2. En Joachim Pohlmann ging zo ver in zijn ode aan Bruce
Springsteen, dat ik met een nogal onnozel vooroordeel van mij stilletjes inslok
en besloot een paar cds van die gast te kopen en eens goed te luisteren. Op
mijn 80. Beter laat dan nooit.
Voor Joachim zal Bruce in de eerste plaats een literair genie blijven. Van
Ernst Hemingway zegt men dat hij het kortste verhaal ooit schreef: For sale, Baby Shoes. Never worn.
Pohlmann gaat door: Ik ben het daar volmondig mee eens.
Want daar baseer ik mijn stelling op dat Springsteen een van de grootste
romanciers van de XXste eeuw is. Ook al past een gemiddeld literair product van
hem op een bierviltje.
Voor 3,50 een verhelderend inzicht opgedaan en een mottig vooroordeel opgeruimd. Merci, De
Morgen.
De wurger van Boston is u vergeven.... En zo zal er elke week wel iets zijn, denk ik dan. Je moet er wel 126 propvolle bladzijden voor door. Het is die kostbare leestijd...
(voor alle duidelijkheid, ik heb het over RODE
AALBESSEN)
Het is nu het
volle seizoen voor dit heerlijk fruit.
Ik herinner
me dat ik reeds als kind erop verslingerd was.
Met platte kaas en veel suiker erop.
Alleen
Vond ik het
een hele klus eer je aan je smulpartij kon beginnen,
dat gepruts
om die kleine bezekes van hun
steeltje te doen.
Ik dacht
toen altijd dat dit wel het summum van arrivé en welstand in het leven moest
zijn:
een slaaf
(een slavin kwam niet in me op) ter mijner beschikking, die voor mij die bezekes van die steeltjes deed, zodat ik
ongehinderd en in hoog tempo bezekes
kon smullen.
Als ik nu
naga, wat een door en door perverse denkwijze toch voor een kleuter.
De roo bezekes voor mij en de waardeloze
steeltjes voor het werkvolk.
Eigenlijk
het grondpatroon voor elke vorm van onderdrukking en uitbuiting:
De roo bezekes en de steeltjes. Doet denken
aan de chocolade en het zilverpapier.
Dat
Jean-Jacques Rousseau niet meer afkomt met de goede blanco natuur van de mens,
Het zit er
als kleuter al in:
De lust van
de bezekes voor mij, de last van de
steeltjes voor de uitgebuiten.
Wat later is Marx daarop uitgekomen, maar hij heeft er ook niet veel aan kunnen
doen.
Het
antwoord is en blijft, denk ik, aan de wetenschap.
Genetisch
gemanipuleerderoo bezekes , zonder steeltjes.
Maar wat
doen we dan met de Groenen. Probleem met de Groen Bezekes?
Dat de
wereld een groot klein dorp is geworden, daar moeten ze ons niet meer van
overtuigen.
Een
gebeurtenis in IJsland heeft directe gevolgen in Zuid Afrika, om het wat
kleurrijk uit te drukken. Eerste oorzaak daarvan is de niet te temmen
informatie- en communicatieexplosie die de nieuwsfeiten, de bijhorende beelden
en de diverse commentaren hierop 7/7 - 24/24 www voor iedereen beschikbaar
stelt. Er moet natuurlijk geen tekeningske bij dat het met de betrouwbaarheid
van die feiten - en nog meer van die beelden - niet zo goed gesteld is.
wie zijn nu de goeden en de slechten?
Dat merk
je de laatste jaren vooral aan die jeugdopstanden die zich als een lopend
vuurtje tegelijk voordoen op alle continenten. Altijd volgens een vergelijkbaar
patroon met grosso modo dezelfde actoren, in hetzelfde kader: een grote stad,
een centraal plein, een grote groep jonge hippe demonstranten die op dat plein
een tentenkamp oprichten, een kampvuur aansteken, zingend en dansend de
zenuwachtige politie uitdagen, schreeuwend dat de adrenaline eraf spettert,
erop uit aan de verzamelde internationale pers hun uitleg te doen. Met de
verzekering datze hier niet weggaan
voor de president of de regering is afgetreden.
En wij, op
een paar duizend kilometer daar vandaan, zonder enige voorkennis van de
situatie in dat land en in die regio, moeten ons daarvan een mening vormen. Dus
hebben de media ons in hun macht want wij hebben geen andere informatie dan de
wijze waarop zij het verhaal aanbieden.
Tahrirplein
in Caïro, Marjehplein in Damascus, Tacsimplein in Turkije en nu weer de Grote
Markt van Brazilië, we houden het bij de laatste maanden
We moeten
het allemaal horen van op dat fameuze plein. Zo haalde de VRT radio op het
Tacsimplein een Vlaams Erasmusstudentje voor de micro die daar al een paar
maanden rondhing en die het allemaal heel leuk en spannend vond, de hele nacht
gezongen en gedanst, en die ook vond dat Erdogan moest aftreden alhoewel die
ook goede dingen had gedaan. Ze vergat er even bij te vermelden wat die 80
miljoen andere Turken die op het Tacsimplein niet meedansten, daarvan vonden.
Ik denk
dan pm het is vandaag 11 juli !
Stel dat
wij door een of andere omstandigheid in België met onze communautaire hutsepot
in zon prerevolutionair stadium zouden verzeilen, en dat de omgeving rond
het Atomium zou volstromen met duizenden zingende en dansende jongeren die
eisten dat België uiterlijk tegen volgende zondag zou gesplitst (of niet
gesplitst) worden. En dat we hier niet weggaan voor
En dat
ergens in het noorden van Canada of in het zuiden van Japan de lokale media
verslag willen uitbrengen en aan hun bevolking uitleggen hoe het hier allemaal
zo ver is kunnen komen met die communautaire tegenstellingen. Wie er gelijk
heeft en wie ongelijk. De goeden en de slechten.
Wie moeten
zij dan aanspreken om dat eens netjes uit de doeken te doen?
Wat komen
zij aan de weet als zij alle Belgische kranten uitpluizen?
En wat
gaan zij vernemen uit een aantal lukrake straatinterviews met modale Belgen?
NIETS.
al wat zij
hierover aan hun kijkers en luisteraars verder communiceren is gewoon uit hun
mediatieke duim gezogen.
Omdat elke
informant die zij aanspreken gewoon zijn gekleurde mening geeft.
Oei, of de
vergrotende trap Oeioei, of de overtreffende trap Oeieoeieoei
Voorbeeld:
Oei, mijn
soep staat nog op het vuur
Oeioei, ons
bomma is van den trap gevallen
Oeieoeieoei,
onze Kevin zit aan de drugs
Oei in de
stellende trap die wijst op een plotse ingeving van een nakend klein
malheur.Die soep gaat overkoken. Maar,
heel belangrijk, het is nog niet gebeurd, en het is nog te verhelpen. Geen man
overboord.
Oeioei,
stelt vast dat het gebeurd is maar dat ik nog niet weet wat de gevolgen zijn.
Ik maak mij zorgen om ons bomma, kan dat mens nog langer alleen in dat grote
huis blijven wonen?
Oeieoeieoei
is een jammerklacht over een geschied onheil. Het is zover, het zat er
misschien wel aan te komen met die slechte maatjes, maar nu zitten we met een
groot probleem met onze Kevin.Zonen
brave jongen, maar die maatjes hé. Maar wat nu? Ik zie het niet zitten.
Toch
prachtig hé, taal !
Ik zie een
chimpansee het allemaal niet communiceren.Oeioei, de nootjes zijn op.
Dus: wat
zijn wij een superieure soort !
Natuurlijk
kunnen we met die taal ook foute dingen zeggen
En so hé
elek voordeel weer se nadeel.
------------------------------------------
Volgende
keer zou ik het graag hebben over het veel gebruikte voorvoegselCHO .
Heel veel
gebruikt in interviews met (meestal vrouwelijke) BVs en andere soap-snollen.
(als men mij laat kiezen, kies ik altijd om
eerste het slechte nieuws te vernemen. Fout karaktertrekje)
Zaterdag 6
juli was een dag uit de duizend. De wereld
is mooi, overvloedig zon, overal blije mensen, volle terrasjes, fietsers in
alle maten en gewichten nemen bezit vande publieke ruimte. De slechte rapporten en buizen van vorige week
worden gerelativeerd, het leven kan precies niet kapot op zon dag.
Wij fietsen door een overdaad van Noorder Kempisch groen naar Postel. Weer zon genetische
afwijkinkje van mij: die trek naar Norbertijner abdijen. En de bijhorende
terrassen met beuling, appelmoes met abdijbrood (van de Aldi).
En dan maar
het slechte nieuws.
Zaterdag 6 juli, vijftig kilomter langs Kempische velden gefietst. Je kunt er niet meer naastkijken: de maïs staat al gemiddeld boven de één meter hoog.
Trouwe
bezoekers weten dat ik een slechte verhouding heb met maïs: kondigt de herfst
aan.
En dan
dacht ik de gehele dag aan dat wondermooie maar bedrukkende gedicht van Rilke
Herbsttag
Herr, es ist
Zeit. Der Sommer war sehr Gross
Leg deinen
Schatten auf die Sonnenuhren
und auf den
Fluren lass die Winde los
(...)
Wer jetzt kein
Haus hat, baut sich keine mehr
Wer jetzt allein
ist, wird Es lange bleiben
wird wachen,
lesen, lange Briefe schreiben
und wird in den
Alleen hin und her
unruhig wandern,
wenn die Blätter treiben
R.M. Rilke
Ik zie maandag nogal wat mensen in het bos hout gaan
sprokkelen, de warme truien klaar leggen en grote bokalen met dikke groenten
steriliseren.
Niet in het
minst de hardnekkige drempels die wijzelf in ons denken hebben aangelegd.
Het
opsporen, het voorkomen, het bestrijden, het opruimen van drempels.
Eigenlijk
is het de kern van elk soort maatschappelijke ontvoogding.
Maar zegt
Huyse,
Heel
kenmerkend bij drempels is dat bij het wegwerken van een drempel (eender dewelke)
de zittende
klasse, zij die boven op de drempel zaten en die bewaakten, er telkens weer in
slagen, in het geniep of openlijk, nieuwe andere drempels te installeren.
Algemene
toegankelijkheid van het hoger onderwijs, oké, verworven (min of meer).
Maar alras de
facto gecompenseerd door nieuw opgerichte drempels:
tweede,
derde diploma, liefst aan buitenlandse, nog liever gereputeerde instelling,
buitenlandse stages, praktijkervaring met vreemde talen (chinees als het effen
kan), alle soorten netwerking, begeerde hoogwaardige stageplaatsen, peperdure
Erasmus of andere deels gesponsorde buitenlandse ervaringen, reizen,cultuurervaringen enz
Het hoort
er nu allemaal bij.
Begin er
maar aan, van onderuit. Von unten.
Die
sociologen, ze lossen niks op, maar ze maken er ons wel attent op. Het is
altijd dat. Maar de stoere taal die baggeraar Denul eruit slaat lost ook niets op. (maar dat is dan weer 'een mening' die ik voor eigen rekening neem)
Begin
vorige week nog eens op het puntje van mijn stoel gaan luisteren naar Luc Huyse
die te gast was bij Elcker-Ik.
Om Huyse
een beetje te plaatsen: geboren 1937 in Heule in een arbeidersgezin. Ging in Gent sociologie studeren, en via een passage in Oxford en Harvard zien we hem in 1974 terug in Leuven als hoogleraar
Rechtssociologie. Zijn voornaamste studiegebieden draaien om ongelijkheid en
uitsluiting, breuklijnen in de samenleving en democratisering van het
onderwijs. Dat Huyse geen kamergeleerde wilde zijn bewijst zijn keuze voor een
politiek engagement binnen de socialistische partij, een keuze die in die tijd
voor een Leuvens hoogleraar op zijn zachtst, niet evident kan genoemd. Een
bewogen en meeslepend man, dat is wel het minste wat je kan zeggen.
En waarover
zou Luc Huyse het gehad hebben bij Elcker-Ik?
Inderdaad, ongelijkheid en uitsluiting vandaag. Vandaag maakt Huyse zich de
grootste zorgen om de migrantenkinderen, zonder uitzondering hier geboren nieuwe
Belgen, en de hopeloze situatie waarin die (op enkele bedrieglijke
uitzonderingen na) geblokkeerd zitten qua studie, opleiding en toekomstkansen.Hij ziet zich het verhaal herhalen van de
arbeiderskinderen midden vorige eeuw en hun kansen op doorstroming, maar mist
hier enig lichtpunt. De diagnose is niet zo moeilijk te maken, een begin van
oplossing des te meer.
Luc Huyse
vertelt zijn eigen verhaal.
Analoog met
zijn jeugd en thuismilieu, ziet Huyse drie knelpunten (drempels):
Materieel, alhoewel niet de
zwaarste drempel, maar de economische huidige crisis maakt het allemaal
nog een stuk moeilijker. Heeft ook het rechtvaardigheids- en
solidariteitsgevoel bij de brede massa aangetast. Mensen hebben zelf hun
zorgen.
De culturele maatschappelijke
kloof. Met de dwang van hun godsdienst als culminerend punt. Het
thuisklimaat dat op alle gebieden tegenzit en tegenwerkt. Weet niets af van
de hier geldende sociale codes, of simpeler het hier geldende
fatsoen.
en dan HET probleem: taal,
taal, taal. Niet enkel het minimaal beheersen van het Nederlands
(woordenschat, zinsbouw, beschaafde taalvaardigheid) maar misschien nog
meer het gesprek en het taalgebruik aan de gezinstafel gaat. Het verbaal
omgaan met mekaar. Het familiale discours.
Dit loopt
op termijn niet goed af, vreest Luc Huyse, als wij geen antwoord vinden voor
die eraan komende uitgesloten generatie (en ze zijn met velen !)
Punt één:
onderwijs natuurlijk. Op alle niveaus, vanaf de kleuterschool.
Punt twee:
compromisloze eisen aan de kennis van het Nederlands.
Punt drie:
een vorm van mentale, morele sponsoring, coaching. Mensen uit de andere klasse
die zich engageren. Huyse verwijst met veel liefde naar de onderpastoors, de
collegeleraars, chiroleiders, goed bedoelende burgers uit zijn jeugd. Die thuiskwamen praten met ouders die elke ambitie, en
nog erger elke kennis van die andere wereld mistten.
Mooie
anekdote.
de ingrediënten
Toen de
kleine Luc, alweer na tussenkomst van een collegeleraar, dan toch mocht
doorstuderen, had zijn moeder de dag voor zijn vertrek naar Gent, een grote
fiber valies klaar gemaakt. Als Luc die valies openmaakte lag daar bovenop een
stijf gestreken grijze stofjas (onze generatie zo vertrouwd).
Toen hij de
week nadien thuiskwam vroeg hij aan zijn moeder waarvoor die stofjas wel
bedoeld was, antwoordde zijn moeder: Ah jongen, dat is toch voor op de
speelplaats.
Een anekdote
die in een notendop het hele verhaal resumeert.
(lees morgen mijn volgende blog die gaat over "Drempels")
#1 zaterdagvoormiddag in de IKEA aan de Boomsesteenweg
Plaats van
het gebeuren IKEA Wilrijk.
IKEA, die
(of dat?) aan alles denkt om zijn klanten te plezieren, heeft niets beter
gevonden dan elke zaterdagvoormiddag aan alle klanten een compleet ontbijt (met
fruitsap en croissants en alles) aan te bieden aan 1,90 Euro. En zoals dat bij
IKEA altijd gaat, je betaalt een lege tas en je kan dan zo vaak naar de
koffieautomaat teruggaan als je kunt zwelgen.
Goed
gedacht, we hebben wat spulletjes nodig, we gaan ook eens gezellig ontbijten
voor 1,90.
Goed gedacht?
Bij onze
aankomst wisten we het zeker, het hele RIF gebergte was die ochtend
zeker leeggelopen. Allemaal op hun Vrijdags nog, zwaar gesluierd, klein neusje en
mondje zichtbaar, maar de weg naar de Boomsesteenweg, die hadden die voormiddag wel gevonden.Ofwel, dat was een andere mogelijkheid, was er die voormiddag
een congres van de Marokkaanse Bond van (heel) Grote Gezinnen (de MBhGG), ze
waren er allemaal.
Alleen dat
gratis bijtanken van koffie was dan geen goed gedacht van IKEA. Zon automaat doet twee
kopjes per minuut, maar als gesnorde Azzelarab voor de derde keer komt
bijtanken voor zijn hele clan dan ontstaan er aan de zes apparaten al snel
wachtrijen van meer dan dertig meter.
Rif gebergte, leeggelopen op zaterdagochtend
Wij zijn dan maar zonder koffie de IKEA rayons ingetrokken, ons te goed doende
aan al die leuke Jäkas, Kirken, Lönsoms en Muskö artikelen. Ook allemaal aan
1,90/stuk.
En nu het not
so happy end aan mijn verhaaltje.
In de
parking staan wij met de wagen naast een nieuwe 4x4 Ford op hoge wielen en dikke banden,
en die man en vrouw stappen net samen met ons in. Een vriendelijke goede dag
kan er af, maar daarna zelden zon rauw racistische uitspraken gehoord. Over ZE, die hier in ons eigen land, ons ontbijt van 1,90
komen inpikken.
Het zit bij dit soort autobezitters wel heel diep heb ik de indruk.
Een uurtje
later nog rap wat inkopen op de Lierse zaterdagse markt. Ik hou van dat
gezellige geroezemoes en dat weelderige aanbod van een lokale markt. Ik ben ook vaste klant bij het kraam van Achmed, die elke week een onoverzienbaar aanbod aan
kruiden, noten, gedroogde vruchten, frisse olijvenen oosterse pesto's etaleert.
Achmeds kraam staat tegen het belfort, en de Lierenaars weten hem te vinden.
Bij mijn aankomst is het alweer aanschuiven. Ik zie mensen met een lijstje van
15 producten afkomen. Achemd is vandaag alleen achter zijn kraam, zijn
dochtertje van 8, schattig gehoofddoekt, huppelt vrolijk rond het kraam van papa. De
mensen kijken vertederd toe.
Achmed raakt van al die drukte helemaal niet over zijn toeren en als een
klant weer eens een poeder of kruid met een onuitsprekelijke naam bestelt, neemt Achmed ruim de
tijd om aan iedereen uit te leggen waar je dat allemaal kunt indoen en nodigt nadien alle wachtenden met nadruk uit dat kruid of die noten eens te proeven. Zo lekker, zegt hij
in zijn pretty Nederlands, moet is proeve, menier.
De beminnelijkheid zelve die
Achmed. En geen Lierenaar die zich opwindt over het Marokkaanse tempo van de bediening.
Blijkt hier dat
we ZE toch zo graag mogen.
Lier gaat multicultureel, bijna een contradictio in terminis. En toch.
Weer zon
schoolvoorbeeld waarbij blijkt dat er voor mensen van mijn generatie, geen
woord uitleg nodig is bij deze tweewoorden: de balk en de splinter. Komt zo uit de Bergrede, Koninginnestuk
van het christendom waar Jezus waarschuwt voor de scherpzinnigheid voor
splinter in het oog van uw broeder en de blindheid voor de balk in het eigen
oog.
Wij zijn er
mee groot gebracht.
Maar nu,
vele jaren later, heb ik zoals bij bijna alles uit die tijd, wel enige
bedenkingen.
Die Bergredenaar
formuleert dat wel mooi, maar hoe gaan we om met de balk in het oog van uw broeder?
Zal ik die dan maar onder het tapijt vegen? En zal ik dan altijd maar met die
balk in mijn eigen oog verder rondzeulen? Nee toch.
Alweer
toepasselijk zowel in de grote maatschappij als in het kleine dagelijkse samenleven.
Twee
voorbeelden.
In het
groot.
De
interreligieuze dialoog. Het oecumenisch gesprek. Hoe beginnen we daar aan? Zullen
we ons eerst uitputten om van alles liefs over die andere te zeggen, en hoe
superieur zijn religie wel is en dan een duif loslaten? Of zouden we niet beter ineens zeggen waarop het
staat en de juiste vragen stellen: is jullie God de enige echte? Is jullie godsdienst
alleenzaligmakend? Is jullie paus de directe plaatsvervanger van God op aarde,
en blijft u bij zijn onfeilbaarheid? Als het antwoord drie keer nee is, wat is
dan verder het probleem? Is het antwoord
ja, dan zijn we toch uitgepraat?
In het
klein. de rijdende rechter, moet je eens naar kijken...
Een familieruzie
die met de jaren een vete is geworden. Je denkt, laat ons dan eens aan tafel gaan zitten
en die zaak uitpraten. Dat moet toch kunnen? Hoe beginnen we daardan aan? Eerst een paar uur rond de pot
draaien en nog eens herhalen hoen goede thuis wij toch hadden en hoene
plezante nonkel Frans toch was enz.? Of ineens op tafel leggen waarover het echt
gaat: waar is die 700.000 frank gebleven die in 1983 plotsklaps van het spaarboekje van
moemoe is verdwenen, of waarom hebben we jullie geen een keer gezien toen de vava
in het rusthuis zat? Goed mogelijk dat na tien minuten de twee takken rollend
over het tapijt mekaar de kamer uitvechten. Maar ja, wat was de bedoeling van
die stoelen rond de tafel zetten? De Rijdende rechter neemt de Bergrede alleszins niet letterlijk.
????
Moeten we,
uit schrik voor die splinter bij die andere, alles dan maar blauw blauw laten?
Ons
neerleggen bij dat onfeilbaar oppergezag van de paus of zand gooien over dat jarenlange
profitariaat van die ene tak van de familie? Zo kan ik ook overeenkomen.
Alweer ik
weet het niet, maar de Bergrede maakt het iets te simpel.
zich veelvuldig ERGEREN is een ouderdomskwaal. Dus te vermijden indien vermijdbaar. (goede) Redenen: 1. denk je nu echt dat je de wereld alsnog gaat veranderen ? 2. Ben jij dan altijd zo onberispelijk geweest ?
En toch
Ik erger mij groen aan die hippe, slanke, mondaine vrouwtjes die met niet te tillen koffers en een of twee aankomende kinderen een week voor het eind van het schooljaar in Zaventem aan de in checkbalie staan.
Doktersbriefje. En ze doen toch niets meer op school, dus Helemaal geen probleem, zeker geen gêne.
Twee snel interviews voor het TV1 nieuws.
En waarom ze die anderhalve week school aan hun sandaaltjes lappen? De prijs mijnheer, ik ben alleenstaande moeder, en ik kan me het prijsverschil niet permitteren.
En wat is de vakantie bestemming? De eerste checkte in voor een trip naar Mexico, de tweede koos voor Las Vegas ..