Silver Linings Playbook is een Amerikaanse romatische film die eind vorig jaar uitkwam als een bewerking van het gelijknamige boek van Matthew Quick in regie van David O. Russell, met in der hoofdrol Robert De Niro. De film kwam was bij de laatste Oscaruitreiking genomineerd in alle acteercategorieën, iets wat sedert 1981 nooit meer was voorgevallen.
Laat de film voor wat hij is, maar onthoud dit ene mooie zinnetje dat het hele verhaal samenvat :
Eerst misschien een invulling op de vraag van mijn vorige blog: "moet ik er iets van kenen/weten om er iets te mogen van vinden?"
Drie bedenkingen.
1. er bestaat geen meer fundamenteel mensenrecht dan de vrijheid van mening, annex de vrijheid om een mening te verkondigen. Daar komen we niet op terug. En er staat ook niet bij dat het geen onzin mag zijn. Gedanken sind frei. Punt. Uit.
2. Er iets van vinden is niets anders dan zeggen wat dit gegeven of dit feit met MIJ doet. En dat kan alleen ik zeggen. "Ik vond De Wever veel sympathieker als hij nog dik was en geen burgemeester", dat kan toch zo zijn en ik mag dat toch vinden?
3. Er iets van kennen/weten, dan zouden alleen de professoren nog mogen spreken? En dan zouden die gasten de democratie mogen overnemen? Welnu, in de parlementaire geschiedensi is er nog nooit een zakenkabinet (met allemaal mannen die 'het' weten) succesvol an de slag geweest.
Dus... zeg gerust wat er op uwe lever ligt, maar vraag niet dat iedereen direct applaudiseert voor zoveel inzicht en wijsheid....
In 1973 maakte Ernst Friedrich Schumacher wereldwijd ophef met zijn boek waarvan de titel alles zegt: Small is beautiful (Hou het klein in Nederlandse vertaling), nu nog aanzien als één van de 100 invloedrijkste boeken uit de geschiedenis. Wij zogen het in die tijd op: een pleidooi voor een economie en technologie op mensenmaat. Minstens intermediate size. Het gezond verstand dat plots weer de bovenhand haalde. Het was een mooie tijd toen wij echt geloofden dat the times they are changing.
Maar zoals dat gaat met dit soort boeken, door iedereen bejubeld, miljoenen exemplaren verkocht, vertaald in alle talen, maar van de boodschap kwam zo goed als niets in huis. Integendeel, sinds 1973 werd het allemaal nog veel en veel erger, een economie en een technologie waarin de kleine individuele mens totaal verdwenen is. XXXXL-size is nu de maat.
En toch blijft het gelijk van Schumacher onaangetast, meer zelfs zijn gelijk is oorverdovend a contrario aangetoond. Op alle gebied. En nu, in het putteke van de crisis, wordt Schumacher hier en daar weer bovengehaald. Vraag is enkel of er nog een weg terug is?
de conservatieve Lord Mayor van Londen
En jawel die is er, mag ik geloven als ik de strapatsen lees van twee wereld-burgemeesters: Boris Johnson (Londen) en Michael Bloomberg (New York). Dat originele duo bewijst op alle manieren dat op het stadsniveau (het weze nog een wereldstad) de problem solving capacity, het probleem oplossend vermogen oneindig dat van een federale, laat staan een internationale overheid overtreft. Op het lokale niveaublijkt zo goed als elk menselijk maatschappelijk probleem oplosbaar, minstens beheersbaar. Boris Johnson zet nu bijv. alles op alles om de Londenaar aan het fietsen te krijgen. Doen. Gewoon.
Ik schreef het eerder al: mensen houden zo van een lokale identiteit, nog jaren mogen ze proberen ons een Europese identiteit aan te praten, en daar is bijna geen ondergrens aan. De streek, de stad, het dorp, de wijk tot zelfs onze straat (wij hier van de Boshoek "wij van Lisp") , het is een niveau met een supplément dâme, met een ziel erin.
Het moet dan ook niet verwonderen dat op dat niveau, de betrokkenheid bij moeilijke beslissingen oneindig veel groter is. Dat heet dan locale dynamiek. Laat ons met zijn allen , het klinkt zoveel aannemelijker uit de mond van een lokale autoriteit dan uit de mond van Van Rompuy en Barosso samen.
Nu mijn vraag: hoe komt het dan toch, iedereen ziet dat in, iedereen weet dat, we hebben aan den lijve ondervonden, dat wij, nee niet wij, ZE (maar wie zijn ze?) steevast doorgaan in de andere richting?
Begin al eens met het probleem in uw gezin, uw straat, uw wijk bespreekbaar te maken en te kijken wat er concreet kan gedaan worden? Het is zoveel efficiënter dan elke dag te luisteren naar die interviews op de stoep voor de 16 van die excellenties die met veel woorden gewoon prietpraat vertellen. Het is vandaag een belankrijke vergadering, wij hopen vannacht eruit te komen, jawel zonder nieuwe belastingen en zonder besparingen
Begin er zelf aan. Doe iets. En beste overheid, hou u wat in, laat ons doen. Zo dom zijn we nu ook weer niet.
Ik geloof dat het niet de eerste keer is dat ik deze opmerking maak.
Ik bedoel hiermee dat een mens, globaal genomen, in geen betere tijd , en ik durf zelfs zeggen: op geen betere plaats, zou kunnen geboren zijn dan in onze tijd op deze plaats. Elke andere optie, andere tijd, andere plaats, moet het afleggen tegen onze situatie. Natuurlijk als uw vader baron was of uw moeder een edelvrouw op een kasteel, ja, dan was het voor uw familie 100 jaar geleden beter. Maar ik vermoed dat dit onder mijn bezoekers eerder zeldzaam het geval is. Dus.
Iets te optimistisch over onze tijd?
Wel ik zag de afgelopen week twee films.
De eerste was: Les Misérables, de musical verfilming van het wellicht bekendste werk van Victor Hugo, de tweede de verfilming door Roland Verhavert van Boerenpsalm van Timmermans die ik pikte uit mijn digibox.
Even dateren:
Victor Hugo was een geboren 19de eeuwer, en zijn Misérables speelde in Parijs in de dagen vande dramatische Parijse Commune (1871), dus Hugo moest het niet uitvinden, hij had zijn decor met eigen ogen gezien en beleefd.
Felix Timmermans (geboren1886) schreef Boerenpsalm in 1935, en het Kempische boerenleven waarin boer Wortel evolueert heeft ook veel meer van de 19de dan van de 20ste eeuw. Alhoewel ik uit mijn geheugen toch wel wat van de sfeer herken. In Vlaanderen duurde de 19de eeuw dan ook enkele decennia langer.
Waar ik wil op aansluiten is de schildering in de beide films van het alledaagse leven van het gewone volk (voor 90% van ons, onze over-over grootouders) 150 jaar geleden, de ene in de grootstad, de andere op het platteland. Dit tableau liegt er niet om. Natuurlijk kennen we die beelden vandaag nog, ze komen met voldoende regelmaat op ons televisiescherm, maar dan zitten we vele duizenden kilometers naar het oosten van Europa.
Om dus nog maar eens, als je het moest vergeten zijn, de weg te tonen die wij hier en vandaag afgelegd hebben. En dit dan wars tegen alle domme romantiek rond dat leven van die mensen. Dat was hard, rauw, vies, meedogenloos, primair, onbeschaafd. Geen verwijt aan die mensen want al hun aandacht en energie ging naar één ding: en dat was overleven. Over de rol van de bovenlaag zullen we best maar zwijgen.
Die bovenlaag, voor wie het begrip cultuur wel een inhoud had. Maar hoe flinterdun diebovenlaag wel was, dat realiseren wij ons nauwelijks. Dus neem maar aan dat in hun tijd, Beethoven, Goethe, Schubert, het impressionisme, Manet, Debussy, Van Gogh, Wagner, Art Nouveau, het Kubisme enz niet aan ons soort volk besteed was. Dat speelde zich af op een andere planeet dan die van onze voorouders. Zij kwamen enkel in beeld als ze ons nodig hadden als slachtvee in de loopgraven van WOI. Meer was aan ons niet besteed.
Alleen één vraag: Hoe moet het nu verder, richting 22ste eeuw?
1. Gaan die achterblijvers uit Afghanistan, Oezbekistan, Kyrgyzstan en Nogverderwegistan op hun beurt dat gigantisch inhaalmanoeuvre kunnen herhalen?
2. En hoe gaan wij, onze achter-achter kleinkinderen, hier omgaan met het feit dat voor hen de rek er zeker uit is en dat er, na zoveel jaren van ongebreidelde vooruitgang, niet veel anders meer inzit dan inleveren, terugplooien, dimmen?
En dus de vraag of die andere blogger over 100 jaar, nog dezelfde titel bovenaan zal kunnen, durven schrijven? Nooit beter .
Wij weten het gelukkig niet. En zij moeten nog geboren worden.
De federale excellenties zitten alweer dagen bij elkaar om nog één à twee miljard te vinden om hun begroting op Europa af te stemmen. Ze peinzen zich haast zot, maar ja, een miljard, dat vindt een mens zomaar niet. Ik alleszins niet.
(al eens nagedacht over twee miljard euro? Das zoveel geld dat een gewone mens het niet kan visualiseren. Hoe hoog zou zon stapel in briefjes van 50 zijn? Dat hebben ze dus tekort. Wat doen die mannen met twee miljard?)
En dan, alweer, die journalisten die daar op de stoep van de 16 staan te wachten op de witte rook van: yes, we hebben ze gevonden. Waar ze die vonden is dan van bijkomend belang. Ze zijn er, de twee ontbrekende miljarden. Ergens per abuis in een schuif onder de handdoeken gestoken, of zo?
En dan is daar ook een heel slimme rode excellentie die tegen zon journalist zijn hart lucht: och, zonder Decroo waren we er al lang uitgeweest.
De volgende moeder aller verkiezingen valt over anderhalf jaar, maar ze zijn geen ogenblik uit het denken en het calculeren van die excellenties. En dan zijn ze boos op De Wever die nu al de verkiezingscampagne van de NVA zou gestart hebben.
Welnu, schoner, goedkoper en vooral meer overtuigend kon de VLD zijn verkiezings-campagne niet starten dan met de uitspraak van die rode minister: zonder die dwarsligger hadden we het allemaal al lang in kannen en kruiken.
Dan zegt de behoudende burger: nu moest er de VLD eens niet zijn want die nachtelijke kannen en kruiken, dat kennen we zo onderhand.
Ja, ik heb vanmiddag een stommiteit begaan. Ik ben het mij ten volle bewust. En ik moet daar nu iets over kwijt.
Kort de feiten:
Over de middag wil ik snel een broodje gaan eten in een bekende brasserie aan de Grote Markt in Lier. Het is zonnig maar koud, weinig volk op de been.
Vooraan in mijn brasserie zitten nogal wat mensen te lunchen, ik ga helemaal achteraan een plaatsje zoeken in een mooie veranda met zicht op de tuin. Dat zit ik moederziel alleen. Het is een redelijk grote ruimte, ik schat met wel 12 tafels, zeg maar 30 zitplaatsen. Maar daar is geen kat. Dus kies ik een plaatsje aan de grote ronde tafel, vlak tegen het grote raam op de tuin. Beste lichtinval, ik wil wat lezen.
Komt de ober heel vriendelijk vragen met hoeveel personen ik ben. Alleen natuurlijk. Mag ik dan vragen dat kleine tafeltje daarnaast te nemen, want die tafel is voor zes. Ja maar repliceer ik deze ruimte is als een woestijn zo leeg, geen enkel plaats is ingenomen, en ik zit nu graag tegen het raam. En als er een gezelschap van zes binnenkomt maakt ik spontaan zo plaats. Spijtig mijnheer, maar dit zijn hier nu de regels is het nog altijd vriendelijke antwoord.
Je voelt de bui wellicht al hangen
Sorry, maar als ik als klant mijn plaats niet mag kiezen, verkies ik liever niets te gebruiken, en ik verlaat het pand.
Geen volle minuut later overvalt mij een mateloze schaamte voor mijn gedrag. Stommiteit natuurlijk. Of erger, een geval van ziekelijke aanstellerij.
Wat is hier aan de hand? Ik ben zo niet van nature, ik haat die houding bij anderen, en toch ik sta terug op straat, zonder broodje?
Stel nu dat ik hiermee voor Assisen kom, en dat vijf gerechtspsychiaters moeten aangeven of ik op die flits van een moment toerekeningsvatbaar was en of ik op dat eigenste moment wel kon instaan voor mijn onhebbelijk gedrag? Die vijf van Kim De Gelder zullen bezweren mij toerekeningsvatbaar te verklaren.
Maar wat vind ik daar zelf van? Kon ik anders dat reageren dan zoals ik deed?
En het eerlijke antwoord is: nee, dat kon ik niet. Die reactie was veel sterker dan mezelf. Eén minuut later schaam ik me dood, maar die minuut eerder deed ik het.
Een verklaring (want Vermassen zal zeker mij motief willen kennen)?
Met wat nadenken weet ik het. Ik ben een dociel iemand, ik volg zo goed als elk regeltje of reglement, ik negeer (bijna) nooit een rood voetgangerslicht. Maar . mijn opgefokte rationaliteit speelt zwaar op en zegt nee tegen regeltjes waarvan de zin mij totaal ontgaat. Dat zijn regeltjes om de regeltjes. En dan is het einde zoek, dat is mijn ervaring.
Kent u de verdediging van Eichmann op het proces Nürnberg? 'Ik heb gewoon de regels gevolgd die mij van elders werden opgelegd'.
Dus, nee ik was één uur geleden even niet toerekeningsvatbaar, en ik ontken met klem dat ik ook anders had kunnen reageren. Inerneer mij desnoods maar veroordeel mij niet.
We zitten nu toch in de stille week en zijn op weg naar Pasen. Dus toch maar weer even terug naar een oude liefde: religie.
En zo gaat dat dan...
Vorige week waren we even mee opgetogen bij de frisse verschijning van Paus Franciscus op het balkon aan het Sint Pietersplein. Ja met dit soort religieuze taal kan zelfs de meest verstokte atheïst een compromis sluiten.
Tot nauwelijks één week later, je een andere kant van de religieuze medaille onder ogen krijgt. Lees misschien eerst het heel kort artikeltje onderaan dit bericht, geplukt uit De Groene Amsterdammer van deze week: Turkse huiver voor atheïstische moedermelk.
En dan bedenken dat Turkije met recht aanzien kan worden als de meest progressieve islamitische staat ter wereld. Ze staan aan de voordeur van de EU. En dat lees je zoiets. Wij proberen dan de bijbel buiten het Europese discours te houden, alleszins buiten onze grondwet, maar die Turken komen gegarandeerd binnen met hun koran onder de arm. Deze koran dan die in een statuut voor de moedermelk voorziet.
De donkere kant van de religie, of het nu de onze of een andere is, die blinde aanhang en volgzaamheid aan een totaal imaginaire autoriteit. De heilige schriften. We zien het soms zelf niet meer, tenzij dan in een haast lachwekkende situatie als deze.
Als je in dat stukje dan leest dat op de Turkse televisie islamtheologen en artsen in debat gaan over de vraag of moedermelk het DNA van kinderen zodanig kan beïnvloeden dat de drinker van de melk later ook uitgroeit tot een ongelovige, ja... dan is uw goesting weer even over.
Je zou ermee kunnen lachen als het zo triest niet was. Hoe miljarden mensen zo in de tang zitten van die pertinente onzin. En er hun leven naar inrichten. Maar het erge aan die situatie is dat het ons meteen verleidt om meteen ook maar het positieve verhaal van het religieuze discours bij het restafval te plaatsen. The bright side of religion.
-Wat je aan de minsten der mijnen hebt gedaan heb je aan mij gedaan
-De splinter in het oog van je broeder en de balk in je eigen oog
-Wie zonder zonde is werpe de eerste steen
-Gij kunt niet God dienen én de mammon
-Wie met het zwaard omgaat zal met het zwaard vergaan
Het leek er vorige week wel op dat België nog eens een groot internationaal toernooi had gewonnen, zo groot was de euforie, zo vet de koppen in de kranten.
YES, we hebben het weer eens gedaan, Kim De Gelder gaat de sterfput in. Spijtig genoeg niet met een loden bol aan zijn enkel. Maar toch Yes !
Witte ballonnen, mekaar in de armen vallen. Het journaille op volle kracht uitgerukt. De nachtmerrie is voorbij. De jury volgde de vijf gerechtspsychiaters die de juryleden bezwoeren de beklaagde alstoerekeningsvatbaar te aanzien. Hij wist wat hij deed en kon die noodlottige dag zijn gedrag perfect beheersen. Sterpleiter Jef Vermassen had het toch weer maar eens voor mekaar gekregen. Prachtig toch?
Twee dagen later. Hier en daar een eerste voorzichtige stem die zich afvraagt of die jubelstemming wel terecht is? Of de sterfput wel de beste afwikkeling is van deze zaak? Je moet toch wel van een andere planeet komen om niet te zien dat die man zorgen nodig heeft. Zware psychologische en psychiatrische zorgen. Welnu, in de sterfput staan die zorgen niet op het programma.
Hoe humaan zijn wij bezig? Zie je die man al evolueren tussen al die ruige gangsters in de sterfput? Misschien hadden we, vanuit humanitair oogpunt, toch maar beter de doodstraf niet afgeschaft ?
En dan het goede nieuws
Nu al DE quote van 2013 kwam uit de mond van deze jonge vrouw. De mama van Corneel, de 9 maanden oude baby die als eerste slachtoffer in Fabeltjesland viel.
Na de uitspraak werd zij natuurlijk ook aangeklampt door een lid van het rondspeurende journaille met de heel kiese vraag: En, hoe voel je je nu na deze uitspraak?
Waarop de vrouw zacht antwoordde:
Och, voor ons is dat niet zo belangrijk. Corneel krijgen wij niet terug. Maar Corneel zit in ons hart en doet elke dag mee. Hopelijk vinden wij nu de rust en de ruimte om dat gemis een plaats te geven. En kunnen wij ons concentreren op die dingen die voor ons het leven verder levenswaardig maken.
Detitel van een mooie Vlaamse song van de nog steeds immens populaire Ann Christy, maar nu ook de titel van een praatprogramma op KLARA zondagochtend. Een radio-odyssee over Het Geluk waarin Pat Donnez en Dirk De Wachter, in hun geëigende stijl, een praatgast ontvangen voor een 60 minuten interview dat net iets het niveau van de praatjes in de boekskes achter zich laat.
Op 17 maart was Toon Van de Velde, econoom-filosoof, (KU Leuven, Centrum voor Ethiek, Sociale en Politieke Filosofie) te gast en met hem wilden de makers de weg in naar de vraag of geld gelukkig maakt. Of iets algemener gesteld: in welke mate (veel) geld bijdraagt of voorwaarde is voor het goede leven? Daar kun je inderdaad een goede boom over opzetten.
Uitgangspunt was de vaststelling dat anno vandaag vergeleken met het jaar 1960, de modale Vlaming over vier maal meer geld beschikt en dat zijn consumptieniveau ook vier maal hoger ligt, terwijl over diezelfde 53 jaar het modale geluksgevoel bij die Vlaming, in het beste geval, quasi ongewijzigd bleef. Je zou dus zeggen: nee, geld, en in ieder geval méér geld, doet er niet toe. Maar dat is wel heel kort door de bocht.
Historisch in dat opzicht zijn ook de woorden van Joop den Uyl die bij het uitbreken van de eerste oliecrisis in een televisietoespraak de Nederlanders voorhield: we zullen het met wat minder moeten doen, maar we hoeven er niet ongelukkiger om te wezen. En ook die voorspelling kwam maar half uit.
En daar haakten die mannen van Dat heet dan op in, waardoor het onderwerp ineens wijd open kwam liggen en vele vragen tegelijk opdoken met als eerste vraag: wat heet dan gelukkig zijn?
Ik heb die uitzending twee keer na elkaar beluisterd en daarna geprobeerd, terugschakelend naar de eigen ervaring, een begin van antwoord te formuleren. Stel dat ik op slag van vandaag dubbel zoveel geld op mijn bankrekening had staan, wat zou dat doen met mijn geluksgevoel? Niet veel denk ik, maar ook dat bleek ook weer iets te iets te kort door de bocht.
Ik nodig de bezoekers van Opus1932 uit, diezelfde oefening voor zichzelf te maken. Gewoon zichzelf de vraag stellen: in welke mate bepaalde en bepaalt het saldo op mijn bankrekening (en die van mijn ouders) mijn mate van (on)gelukkig zijn ?
Als proef op de som heb ik nadien ook een test gemaakt, het vroor buiten toch -3, waarin ik en jij ons moeizaam verworven inzicht (misschien eerder een aanvoelen) kunnen toetsen aan een tiental scherp geformuleerde vragen.
Ben je benieuwd naar een en ander, open dan het onderstaande attachment.
Natuurlijk dat smaken en voorkeuren nogal verschillen, het zou maar erg zijn als het niet zo ware. Een erge en al te vaak voorkomende fout die mensen maken is dan ook, te denken dat iedereen denkt zoals jij denkt. En vooral dat je er niet in slaagt in de rare voorkeur van de andere in te komen.
Ook veel voorkomend is het kleineren van die afwijkende voorkeur. Een sterk voorbeeld in dat opzicht is reizen. Om te beginnen al het verschil tussen reizen en thuis blijven. Of van die mensen die de laatste Hindoeïstische tempel in Nepal niet willen missen en die je dan vraagt of ze parochiekerk van Kessel al eens goed bekeken hebben. Dat soort werk.
En zo zijn er dan ook weer mensen die op een druilerige koude snipperdag naar Brussel trekken om er zomaar een paar uurtjes rond te struinen, en die daar dan een reisverhaal over schrijven. Wel ik ben zo iemand. Gisteren ben ik nog eens een potje gaan
Brusselen, dat is zomaar wat door Brussel lopen en het toeval alle kansen geven. Maar vooral je ogen, je oren, je smaakpapillen en nog meer je hart wijd open zetten. En dan is de kans inderdaad groot dat je een reisjournaal bijeensprokkelt dat voor die Nepal ervaring niet moet onderdoen.
En als je graag even bladert in mijn Klein Brussels Journaal dat ik hierover schreef, open dan hieronder de bijlage en loop met mij een dagje mee door Brussel.
Niet dat ik op het puntje van mijn stoel elke assisenzaak zit te volgen, teveel ellende op een hoop, langs alle kanten, maar met De Gelder kun je er bijna niet naast, zo dat de media daar weer brood in zien.
In feite kun je je afvragen waarom de burger, zo op de voet, geïnformeerd moet zijn over het verloop van die zaken? Zit ik er dan niet een beetje bij als een waakzame Rottweiler om erop toe te zien dat de boef niet ontsnapt en vooral jaren genoeg achter de tralies gaat? Dat niet gerechtigheid maar vooral wraak geschiede?
Zeg nu zelf, en kom dan niet af met het onmetelijke verdriet van de slachtoffers, wat moet je met zon gast doen? Die juryleden, ik zou niet in hun plaats willen zitten, moeten kiezen tussen vol aansprakelijk of knettergek.
Intussen, lang voor het eindarrest, is er al één tussenvonnis geveld, en daarbij is de gerechtspsychiatrie betrokken.
Twee vele-jaren-doorgestudeerde gerechtspsychiaters (12 jaar universitaire studies je houdt het niet voor mogelijk) die voor één en dezelfde beklaagde, voor exact dezelfde feiten, gepleegd in een wel afgelijnde periode en context, vierkantig tot twee mekaar totaal uitsluitende uitspraken komen. Zeg maar wit en zwart, aansprakelijk en niet aansprakelijk.
En ik wil dit nog aanvaarden dat in een zo moeilijk geval (alhoewel, 12 jaar studeren ) deskundigen tot een zo verschillend inzicht komen,
Alleen .
Komen ze toevallig tot het besluit dat door de partij die hen aanstelde (betaalde dus) gewenst was en baat brengt. Het was het motief van hun aanstelling. Dus mission accomplished.
Normaal dat de advocaat van de verdediging anders pleit dan de advocaat van de burgerlijke partij of het Openbaar Ministerie, je kan een wet op verschillende manieren interpreteren, minstens moduleren, en de jury moet van die verschillende versies kunnen kennis nemen. Daar is niks geheimzinnigs aan, dat hoort zo, die komen op voor HUN KLANT !. Maar deze redenering gaat helemaal niet op voor bijgeroepen DESKUNDIGEN, die vanuit hun deskundigheid pretenderen de wetenschappelijke waarheid aan te dragen. ZO IS HET, zegt de man die daar 12 jaar voor doorstudeerde. Dan moet ik toch niet twijfelen?
En het vonnis luidt .
Dat aan de gerechtspsychiatrie het predicaat wetenschap wordt ontnomen. Dat vak moet verhuizen naar de faculteit Letteren en Wijsbegeerte, daar mag je vertellen wat u goed uitkomt.
Habemus Papam. Inderdaad. Kardinaal Bergoglio uit Buenos Aires die zichzelf Franciscus laat noemen.
Jullie vallen zeker niet van jullie stoel als ik zeg dat Opus1932 helemaal in de wolken (nou in de wolken...) is met deze keuze: een voor mij volslagen onbekende ouderling, leeftijdgenoot, die vanaf de eerste vijf minuten na zijn verschijning mijn hart won.
Drie redenen.
1. Zijn eerste woorden: "Sorelle, fratelli, buona sera", inderdaad ook de laatste woorden van Benedictus emeritus. Ik denk niet dat in 2000 jaar kerkgeschiedenis ooit een paus met zo simpele woorden de mensen tegemoet is getreden. Ik maak er deze keer geen geintje van, zo geloofwaardig als die man verscheen op dat balkon.
2. Nog uit dat eerste speechke, hij gebruikt drie keer het woord "camino", een af te leggen weg, richting een niet zo duidelijk doel. Camino, natuurlijk bekend van de Compostella-stappers, een harde lange weg die hij aanvat in de goede overtuiging dat ook hier "de weg het doel is". Meer naar mijn hart kan haast niet.
3. En dan hoogtepunt van die speech: hij vraagt aan die uitzinnige massa enkele ogenblikken stilte om voor hem te bidden. In stilte. Ieder op zijn manier, met zijn woorden, of zonder woorden, met zijn gevoelens, met zijn intenties. Respect voor de individuele gelovige, inclusief ongelovige. Great. En die massa wordt ineens muisstil.
Magnum Gaudium. En op dit ogenblik zet Franciscus zijn eerste stappen op die belovende camino.
Het Höcker Album is een collectie foto's die gedurende de Tweede Weredloorlog zijn verzameld door Karl-Friedrich Höcker, een SS-officier (zelf op de rechtse foto). Het fotoalbum omvat 116 foto's van de leefomstandigheden van officieren en administrateurs in Auschwitz II - Birkenau. Het zijn de enige nog bestaande foto's die vanuit deze invalshoek zijn genomen. Het album bevindt zich momenteel in de Verenigde Saten.
Wat zien we op deze foto's? Het alledaagse leven dat ook in Auschwitz, onder de rook van de verbrandingsovens, in de vrije uren gewoon zijn gangetje ging. Jonge mensen die samen kampvuurliedjes zingen en volksdansjes doen. Jucheidi, jucheida... De meisjes zijn geen ingehuurde prostituees maar gewoon deel van de administratieve staff die 'de boeken' moesten bijhouden, de lonen uitbetalen en 's avonds de jongens en zichzelf een beetje opvrolijken....
Vragen ? Die meisjes. Zijn dat nu oorlogsmisdadigers? Deelnemers aan een afschuwelijke genocide? Moesten zijn mee veroordeeld worden in Nurnberg? Zijn dat nog mensen? De Groene Amsterdammer schreef er enige tijd geleden een groot artikel over met veel meer vragen dan antwoorden. Misschien één zekerheid: het waren alleszins 'vreselijk onnozele geiten', maar daar houdt het zowat op, vinden sommigen. Wat konden zij doen? Wat zou het uithalen? Je hebt thuis nooit iets anders gehoord, je gelooft wat iedereen rond u gelooft: de Fürher is de man die het gaat oplossen, dat zeggen ze toch allemaal rond u. En gij zijt dan jong, en die Karl-Friedrich is echt zo ne lieve man.
Natuurlijk moet je deze vraagstelling uitbreiden. Wir haben es nicht gewusst, dat is hier gewoon niet te pas. Dus toch?
Maar stel dan ook eens de vraag hoe wij ons gedragen terwijl wij meer dan geïnformeerd zijn over... alle miserie van de hele wereld. De armoede en de honger van ver weg maar ook van heel dicht bij ons bed. De doorlopende moordpartijen in Syrië, Afganistan, en in zo goed al geheel Afrika. Het lot van al die sans papiers sukkelaars in ons eigen land, op de grond in het Zuid Station
En wat doen wij? Wir habben es nicht gewust, is ook voor ons geen optie. We kunnen er niks aan doen, dan maar. Of: het helpt toch niet. Of: het is mijn schuld niet. Dus toch ook maar jucheidi, jucheida?
Arme mevrouw De Block die het dan maar in onze plaats moet oplossen.
Eindelijk de nieuwe Vlaamse film KID van Fien Troch kunnen zien. Wat is er toch aan de hand dat de Vlaamse cineasten de laatste tijd succes op succes boeken? En nu weer, de derde langspeelfilm van de eigenzinnige Fien Troch. Een door en door Vlaamse film, zonder dat daar nog enige pejoratieve betekenis aan vast zit. Maar Vlaamser kan haast niet.
Een in-triest verhaal van een alleenstaande erdoor-zittende moeder die het op de boerderij niet langer haalt, de vader zit om onduidelijke redenen in de gevangenis, en haar twee jongetjes, Billy en Kid, die het elk op hun manier amper begrijpend allemaal ondergaan. Als de moeder dan op nogal mysterieuze manier wordt vermoord, zit er niks anders op dan dat ze bij hun goed bedoelende oom en tante intrekken.
Het is vooral in de onpeilbare gemoedswereld van KID, de jongste van de twee, dat we doordringen. Waar de Billy zich nog min of meer aanpast, verdwijnt KID in zijn droomwereld waar op elk ogenblik zijn afwezige vader opduikt bij wie het, in zijn droom, allemaal weer goed komt. Het loopt slecht af met KID.
Maar dat is (volgens mij) niet de essentie van de film. Het echte thema is armoede. Niet direct zo'n hongerlijers armoede, maar dat andere soort armoede: het wel voelen maar het niet gezegd krijgen.
Er wordt in de film niet zo veel gesproken, des te meer krijgen we zwijgende, denkende, voelende mensen te zien. Heel sterk zijn die brave oom en tante, mensen die echt het allerbeste voor hebben met die gastjes, maar die op het kritieke moment het juiste woord, het passende gebaar missen. Niet dat ze het niet voelen, maar het komt er niet uit. En dus staren ze maar of zeggen een onnozelheid. Terwijl vooral KID juist op dat ene woord, dat ene gebaar zit te wachten, en zo in zijn eigen doormwereld vervreemdt.
Onmogelijk na te vertellen (dus ge moet gaan zien) maar nog wel meegeven : - de wijze waarop de film prachtig met het kempische landschap speelt - de ongelooflijk indringende muziek (denk aan gospodi polyfonie) - de steeds, op het meest onverwachte moment, opduikende fijne humor (het kerkkoor van Balen - de turnleraar - die 'dikzak' aan de kassa van de Carrefour) - maar dan boven alles uit: het onvoorstelbare acteertalent van die twee broertjes en vooral van KID. Hoe krijg je dat gedaan?
Nee, voor deze keer: fier dat ik Vlaming ben. Het werd zowat tijd dat we niet alle pluimen naar de gebroeders Dardenne moesten laten gaan. (denk aan L'enfant, dat andere monument)
ziedem denken, ziedem voelen
Als ge de kans krijgt, ga dat zien. Maar verwacht geen Frits en Franky toestanden....
Na de coureurs, de voetballers, de beste winkelketens en de witloofkwekers, wilden ook de televisiemensen hun spelletje Oscar-Uitreiking spelen. Mekaar onder de prijzen bedelven en een avondje chique doen.
Noemt u mij Schiller, dan noem ik u Goethe, dat soort werk.
En dan worden steevast alle attributen bovengehaald, net zoals "in het echt":
de onmisbare brede rode loper, de brede trappen, de limousines - ik vind dat een gedrocht van een vervoermiddel - de bekende koppen met de sierwijven aan hun zij, de oogverblindende grote decolletés , het lange jurkengedoe, de protserige trofeeën, en dan vooral de onvoorbereide speechkes van de winnaars en de ontroering, het mekaar in de armen vallen enfin je kent die cavalcade wel.
Verbazingwekkend waarvoor een mens allemaal kan gelauwerd worden. Het dikste witloof, het witste witloof, het meest belovende witloof en het witloof voor zijn hele witloofcarrière. Ja zelfs voor het lekkerste witloof is er de publieksprijs.
Een avond lang prijzen uitreiken, al die Schillers aan al die Goethes.
Ik zag nadien de lijst van de bekroonden in Het Laatste Nieuws dat er vier volle bladzijden met honderd fotos voor over had, en eerlijk, er waren heel wat gelauwerden (weer iets met een AU !?) bij waarvan ik de naam NOG NOOIT gehoord had. Maar ja dat ligt aan mij natuurlijk.
Een paar keer kreeg ik toch een kleine stek aan mijn hart, als ik sommige van mij wèl-bekende en toch gelauwerde sterren zag opkomen: Frank Deboosere en Martine Tanghe en nog enkele andere verloren lopers:tu quoque filii mei .Maar ja, zeg maar eens nee als iedereen ja zegt.
Och, alweer dat verlossende woordje och, gun die mensenhun avondje onder elkaar, s anderendaags spreekt er buiten Het laatste Nieuws niemand nog over.
And the winner is ..de Vlaamse TV-kijker die die avond op Nederland afstemde.
Rauw (met au!), familie van grauw en jawel... klauwen.
Voor mij is dat... WRAAK.
natuurlijk niet als woord, daarvoor ligt het te dicht tegen vaak, waak en raak. maar als inhoud.
Oog om oog, tand om tand, no mercy, geen compassie, afrekenen -NU, zero tolerance, kortom het tegengestelde van.... MEDEDOGEN (niet verwarren met "gedogen", dat is bijna het tegengestelde...)
En toch is dat het dominante gevoel dat, via de media en de zo geprezen sociale media, de publieke sfeer bepaalt (ik beperk met tot de hoogste actualiteit) in de zaak Jonathan, in de zaak Kim De Gelder, in de zaak Eindhoven...
Gelukkig (ik durf het haast niet schrijven) hebben wij nog ons justitieel apparaat (een van de beste ter wereld) dat daar, in 95% van de gevallen, niet in meegaat. (herbekijk maar eens een willekeurige aflevering van De Rechtbank op VT4)
een hoofdactrice uit De Rechtbank, zachte pollen als het kan, klauwtjes als het moet.
Reportage over de toekenning van de Jeugdliteratuurprijs, aan de Vlaamse schrijfster Els Beerten voor haar boek: Allemaal willen we de hemel... uitgereikt door Joke Schouvlieghe (een schat van een ministerke.. maar het is eigenlijk meer een toffe akela)
Prachtige titel overigens, maar er is iets dat we nog liever zouden willen, en dat is dat ze op de VRT foutloos Nederlands zouden schrijven
het is de Jeugliteratuurprijs
en niet de Jeugdlitteratuurprijs
Letterkunde en Literatuur, natuurlijk niet gemakkelijk
Dus Benedictus XVI is totaal onverwacht vrijwillig op pensioen gegaan.
Juist op een moment dat onze minister van pensioenen aandringt dat we langer zouden doorwerken. Maar ja, Benedictus heeft zijn best gedaan. En dus zwaaien we hem gulhartig uit. Ciao Benedetto.
En, eerlijk is eerlijk, de manier waarop Bendetto dat deed was voorbeeldig. Voor één keer dat de kerk het goede voorbeeld geeft, met een in die kringen zelden geziene discretie. Bijna stillekes. Dat verdient voor mij een volle aflaat.
Twee, drie speechkes dus, en dat was het dan. De laatste van die drie (en meteen de laatste woorden die Benedetto in publiek sprak) was gericht tot de dorpelingen van Castel Gandolfo, waar nadien de grote poort dicht ging en de Zwitserse operettesoldaten een paar dagen congé kregen.
Frater Venantius zou zingen: "van je amen en je gloria. Joechei".
Maar ik weet niet of jij het ook gehoord hebt, in die speech daar tot die boerenmensen en winkeliers van Castel Gandolfo, de twee laatste woorden van Benedetto?
Na de miljoenen abstracte woorden die de Heilige Vader, zeven jaren lang, ex cathedra of zonder cathedra, van een papier aflas, plots, wanneer niemand het nog verwachtte, ineens twee woorden uit de losse pols. Niks van papier afgelezen, authentiek, gemeend, menselijk, echt. Gewoon Menselijk.
En wat waren de intussen al historische laatste twee woorden van Benedictus?
BUONA SERA. En hij glimlachte daarbij heel lief, wuifde nog eens en verdween.
Zolang ik pausen heb horen spreken, nooit gehoord, gewoon 'slaap wel' zeggen tegen de gelovigen. Het leek wel God die opnieuw mens was geworden....
ps. spijtig, hij had het allemaal nog mooier kunnen maken als hij daar drie kleine woordjes had aan toegevoegd.
Buona sera, signorina, buona sera... en dan had de Vaticaanse regie, met de volumeknop op 10, dat prachtig nummer van Louis Prima moeten opzetten. Zet die ploat oep....