Het is alweer zijn tijd geleden, mijn vorige actie op blogfront. Van deze impasse heeft een vieze verkoudheid dankbaar gebruikgemaakt: hij vulde de leemte op door me uitvoerig kennis te laten maken met zijn brede waaier aan symptomen. Keelpijn, hoesten en werkelijk constánt snotteren zijn mijn deel. Nog een geluk dat pakweg tbc niet onder de hoede van het verkoudheidsvirus valt, of ik kon het wel helemaal schudden. Te hopen valt dan ook dat de nakende staatshervorming op zijn minst het bevoegdheidspakket der verkoudheid onaangeroerd laat.
Want nee, je neus helemaal aan stukken snuiten is niet tof. Om nog maar te zwijgen van míjn neus. De huid eronder is in zulk een toestand, dat mocht het nog niet gebeurd zijn, iemand terstond de Nivea-huidcrème zou uitgevonden hebben. Ik kan die meneer of mevrouw middels mijn blog alvast de moeite besparen: Nivea-huidcrème bestaat al - geen dank. Wat me in tussentijd in enigerlei mate heeft opgebeurd, zijn de films 'No country for old men' en 'Juno'. De eerste is een beklijvende, snoerharde, door en door foute prent van de Coen-brothers, bij ons beter bekend als de Coen-broers. Verwacht echter geen mooi afgelijnd verhaaltje. Dit is een film voor wie al genoeg mooi afgelijnde verhaaltjes heeft gezien. Film twee, 'Juno', is qua vertelstructuur iets conformistischer. Deze handelt over een frisse tiener die op een avond een zaadcel in haar vagijn gekwakt krijgt. Alsof dat nog niet genoeg is, groeit de geïnjecteerde substantie in kwestie later uit tot een embryo en zelfs tot een foetus. En dat allemaal in haar buik! Pure sciencefiction, inderdaad, maar voor wie de ongeloofwaardige premisse aanvaardt, is dit best een leuke prent. Vooral de soundtrack is hoogst verbluffend: de fijne riedeltjes volgen elkaar in sneltempo op, in die mate dat het lijkt alsof iemand gewoon wat beelden nodig had om zijn wonderbaarlijke nieuwe cd te begeleiden in plaats van omgekeerd.
Tot slot wil ik nog kort mijn slechte vorm in 'Pro Evolution Soccer 6' aanhalen. Gewoon, zomaar. En omdat via deze weg mijn hart luchten goedkoper is dan het inschakelen van een professionele therapeut. Hoe dan ook, gisteren verloor ik een vijftal matchen op rij tegen mijn huisgenoot. Vaak begonnen die wedstrijden nochtans goed, met klare looplijnen, strakke passes, vloeiende dribbels, rake tackles en stevige duels. Helaas kwamen telkens de oude kwalen spoedig bovendrijven: het induwen van de verkeerde knoppen op het verkeerde moment. Tsja.
Wat weinigen weten, is dat de opwarming van de aarde ook z'n positieve kanten heeft. Bijvoorbeeld dat het warmer wordt. Zodoende kan ik 's middags mijn dagelijks brood(je) naar binnen spelen in het zonovergoten Botanique-park. Een stuk aangenamer dan achter de computer, laat daar geen twijfel over bestaan. Want de mogelijkheden van het internet zijn dan wel schier eindeloos, het übermedium heeft het nog niet zo bruin gebakken dat erdoor bruin gebakt worden een realistische optie is. In februari in de zon in de Botanique dus. Zo gaat dat.
Andere kost die - in tegenstelling tot de aarde met een zekere interval - altijd weer opnieuw opgewarmd wordt, is het dossier rond de Bende van Nijvel. Ik geef ootmoedig toe dat ik een bovenmaatse interesse betoon in deze zaak. Het vat voor mij perfect het België van de jaren tachtig samen, een decennium toen België méér België was dan alle andere decennia samen. Met al zijn schandalen, intriges en doofpotten die daarbij horen. Een decennium waarin de verschillen tussen Vlamingen, Walen en Brusselaars vervluchtigden, samenkwamen in een grote troebele brij met navenante walm. De tijd dat Vanden Boeynants nog het onbetwiste alleenrecht had op het acroniem VDB. Die tijd zou ik graag een ietsje bewuster meegemaakt hebben, hoe vies ook. Al spreekt het voor zich dat er voor de boodschappen niet direct een beroep zou gedaan worden op Delhaize-De Leeuw.
Maar goed, waar ik eigenlijk toe wou komen: er is ineens, tout à coup, een filmpje opgedoken op YouTube. YouTube is een populaire videowebsite waar elke dag wel meer filmpjes opduiken, maar dit exemplaar was toch speciaal. Het gaat om opgenomen beeldmateriaal uit vermoedelijk 1982 (!) waarop beelden staan van een wel zeer obscure 'confituurparty' (!) in een of andere Brusselse bar. Onder confituurparty kan overigens gerust verstaan worden wat u al vreest: een orgie op een bedje van gelei. Op de beelden is te zien hoe toenmalig adjunct-gevangenisdirecteur Jean Bultot op het punt staat een participerende rol in de act te krijgen. Big deal? Nee, toch niet, verondersteld dat de 'Big deal?' de ironische lading heeft die er doorgaans aan geschonken wordt. Jean Bultot is namelijk een oude Bendeverdachte. Jarenlang al deden verhalen de ronde als zou hij indertijd met zulke filmpjes gechanteerd zijn geweest, waarop Bultot van de weeromstuit zou besloten hebben enige professionals in te huren om zijn chanteerders te mollen. Tientallen onschuldige passanten werden in één moeite door omgelegd - kwestie van het motief even subtiel te camoufleren. Aan het bestaan van deze filmpjes werd echter altijd getwijfeld.
Tot vandaag. Bèng. Uit het niets duikt er een filmpje op op YouTube, daterend uit een tijd dat zelfs werkbare computers waanideeën van futuristische dromers waren. Iemand heeft dat zo lang bijgehouden en nu aan de mensheid kenbaar gemaakt. Net nu, nu het stof eindelijk over deze mysterieuze zaak neer begon te dwarrelen. Wat het nog bevreemdender maakt: even snel als het filmpje kwam, verdween het weer. Hallucinant, in de lijn van het hele Bende van Nijvel-dossier.
Gelukkig hebben enkele snoodaards deze 41 seconden durende dwarsdoorsnee van de Belgische geschiedenis kunnen redden. U vindt het hier: http://tuipie.blogspot.com/2008/02/de-bende-van-nijvel-de-konfituur-party.html
Van alle ochtenden die er bestaan, is de uitgave van maandag veruit de verschrikkelijkste. Telkens weer wanneer ik op die dag mijn soortement horizontale slaap inruil voor een soortement verticale slaap, gaat dit gepaard met merkelijk meer binnensmonds gemompel dan anders. Ik verteer de overgang van zondag naar maandag dan ook zeer slecht. Keer op keer neemt de slapeloosheid deze gelegenheid te baat om hoogtij te vieren. En hoogtij vierende slapeloosheid, dat zijn nu eens dingen die ik wel kan missen. Vandaar dus de terugkerende maandagmorgengemompelroutine.
Een andere reden hiervoor is uiteraard het vooruitzicht op nog vier zo'n dagen. De weerzin om op te staan is al zo groot, stilzwijgen dat vijf dagen op rij te doen. Maar goed, op de een of andere manier schijnt het allemaal uiteindelijk nog wel te lukken. Stilaan heeft er zich een vast ochtendpatroon afgetekend waar ik doorgaans geen millimeter van afwijk. De eerste wekkerklanken worden steevast kordaat gecounterd door een flukse actie van mijnentwege: ik vlieg uit bed en verwijs het monotone geluid terug naar waar het ook vandaan mag komen. Daarna ga ik even gezwind terug in bed liggen. Na een minuut of vijf is het dan tijd voor deel twee van mijn niet geheel doelgerichte stappenplan: vanuit foetushouding de radio aanzetten. Je bent ervoor of je bent ertegen, maar Peter Van de Veire en Sofie Lemaire kunnen alvast op mijn goedkeuring rekenen. Als ik van mijn hobby mijn beroep had kunnen maken, zou flauwe humor m'n vakterrein zijn, en in dat geval zou ik Van de Veire als een waardige collega erkennen. Tegenwoordig is mijn vakterrein eerder in de richting van de hypothetische prietpraat te zoeken, dat zal ook al wel duidelijk zijn.
Dit gaat helemaal nergens naartoe, denkt de lezer nu. Wat dit tekstje betreft kan hij best gelijk hebben, maar opstaan, dat lukt totnogtoe elke ochtend. Ineens, uit het niets zowat, op een moment dat ik het zelf al half niet meer verwacht, schiet ik uit bed, in mijn sloffen, spuit deo, kleed aan, poets tanden, gel haar en loop naar de trein alsof misschien niet m'n leven, maar toch minstens m'n trein ervan afhangt. Tot daar het vaste ochtendritueel. For now: de vervloekte maandag is alweer achter de kiezen, vier iets humanere ochtenden gloren aan de horizon.
Gisteren de laatste aflevering van Twin Peaks erdoor gedraaid. 't Is te zeggen: de laatste aflevering van het eerste seizoen. Er bestaat namelijk nog een tweede seizoen van deze übercultreeks, doch er wordt gefluisterd dat dit het predikaat 'inferieur' verdient. Mijn kop eraf als het geen kwatongen zijn die zulks durven beweren. Toch ben ik eerder geneigd hen te geloven, al was het maar omdat grootmeester David Lynch niet langer in de regisseursstoel zat tijdens het tweede seizoen. Geen filmmaker ter wereld die zoals hem de kunst verstaat in die mate suggestief te zijn dat ten hoogste een suggestie gesuggereerd wordt. Het is struikelen over de losliggende verhaallijnen, maar je blijft wel kijken.
Dit maakt wel dat de verleiding groot is toch aan dat vermaledijde tweede seizoen te beginnen, teneinde de moord op de ravissante Laura Palmer eindelijk helemaal ontsluierd te zien - op een luizige manier of niet. Want dat meisje is dus wel vermóórd he. En de aard van de mens is nu eenmaal zo, dat een moord enige nieuwsgierigheid naar de dader ervan genereert. Zeker als het slachtoffer een blonde stoot betreft, de mysterieuze gebeurtenissen errond door ettelijke camera's geregistreerd zijn en het geheel gelardeerd wordt met een werkelijk waanzinnig prikkelende soundtrack. Dat er weer eens 85 mensen ontploffen op een marktplein in een middelgrote stad in Irak of 1400 vermoord worden door rebellenmilities in Oost-Kenia, zal de aard van de mens verder worst wezen.
Het leven is nu eenmaal keuzes maken. Of op z'n minst je schikken naar de keuzes die het leven buiten je wil om reeds heeft gemaakt. In dit geval is zonder twijfel optie twee van kracht, met dank aan Sherlock Holmesaprès la lettre Agent Cooper ("great coffee, delicious cherry pie") en een wereld waar geen suggestie leidt naar wat het lijkt. Daar kan geen Journaal in nieuw kleedje tegenop.
Ik denk niet veel na tegenwoordig. Het leven gaat z'n gang en ik neem aan dit massagebeuren deel zonder al te veel blijken van goed- of afkeuring. Het woelige studentenleven is definitief ingeruild voor een routine waarin zowel het uur van opstaan als slapengaan begrensd is - hoewel van zes uur 's morgens tot half drie 's middags in je bed liggen ook een vorm van structuur is, natuurlijk. Maar nu is het anders. Ik lijk de stap naar de langste-fase-van-het-leven te hebben gezet. Een stap die verguld wordt met een gespijsde bankrekening, in ruil waarvoor een hoop beweegruimte om het verworvene weer op te souperen wordt ingeleverd.
Gisteren nog hield ik me onledig met het aanpassen van mijn 'handtekening' onder de werkmails in Outlook. Nu wordt de inhoud van m'n e-mails netjes van mijn coördinaten gescheiden door middel van een stippellijn. Helemaal geen lijn oogt immers nogal onverzorgd, terwijl een volle lijn te veel afstand tussen mij en de klant zou suggereren. Daarom dus een stippellijn, die tegelijk transparantie en hiërarchie uitstraalt. Iets van: luister, ik ben je enige echte Payroll Consulent, je baken van vertrouwen; weet dat ik het voor het zeggen heb en dat ik er alles aan zal doen mijn kennis en ervaring ten dienste te stellen van 't algemeen. Maar aarzel niet om zelf met voorstellen op de proppen te komen, de spaties tussen mijn lijn symboliseren de opportunities tot kruisbestuiving, standing strong together. Een Outlook-handtekening die klaar is om de uitdagingen van deze 21e eeuw aan te gaan, zowaar.
Serieus nu: weet er íemand hoe ik een volle lijn getrokken krijg boven mijn handtekening in Outlook? Ik vind de juiste knop niet om zoiets in een mum te fiksen. En eigenlijk, zolang dát de reden is voor mijn stomme stippellijn, mag ik gerust zijn dat het stadium van huisje-tuintje-boompje-belegginkje nog niet voor morgen is.
Een klein anderhalf jaar geleden. Ergens aan het eind van de achtste maand van het 2006e jaar na de geboorte van Jezus Christus, de romanfiguur die de teller op 0 zette. Toen was het dat ik mijn allerlaatste examen tot een goed einde bracht. 't Is te zeggen: op mijn manier tot een goed einde bracht. In tweede zit, na een nacht het kortetermijngeheugen volgemest te hebben en een dankbare wandeltocht richting examenlokaal waarin de laatste 35 bladzijden erdoor gejaagd werden. Om dan een vijftal minuten te laat aan het examen te beginnen en drie uur lang met alle macht van de wereld ernaar te streven het laatste restje extreem vluchtige kennis tijdig bij de lurven te vatten. Een procédé dat zich elk examen opnieuw herhaalde, van de eerste dagen van de winter tot de laatste dagen van de zomer.
Hoewel ik nu van de hoogdagen van slaapgebrek, leerstofovermaat en ersatz-Red Bull verlost ben, komen er onwillekeurig weer herinneringen aan die tijd bovendrijven. De examenperiode is immers opnieuw in het land, om niet te zeggen in het huis. Twee huisbewoners staan momenteel midden in hun semestriële beproeving. Bij de ene gaat dat al wat beter dan bij de andere. En vice versa. Zelf houd ik eraan de behoeftige de nodige moed in te spreken, als het kan de relativiteit van het hele gebeuren te duiden. Genre: "Denk eens aan de kindjes in Afrika. Daar zijn er ook bij die naar de universiteit gaan, en die maken ook weleens een slecht examen." De peptalk in het rond zwieren, dat is nu mijn missie. In tijden van nood gedijt zelfs de grootste charlatan.
Totnogtoe kunnen mijn schrijfsels ruwweg ingedeeld worden in de categorieën 'werk', 'uitgaan' en - last, least en immer met vertraging - 'de NMBS'. Ook in dit stuk zal het vruchteloos zoeken zijn naar iets wat op een leven lijkt. Zo ik al goede voornemens gemaakt zou hebben op het vlak van variatie (zoals daar is: méér variatie), nakomen doe ik ze niet. Net als - hier zijn we weer - de NMBS overigens. Zondag leidde de ijzeren afvaardiging van deze maatschappij mij zoals verwacht naar Leuven. Weliswaar via het idyllische Luik-Guillemins en derhalve met een uur vertraging.
Hoe het zover is kunnen komen, daarover ga ik hier na enige overpeinzing toch maar niet doorbomen. Laten we het erop houden dat de NMBS het nodig vond zonder voorgaande aankondiging of boe of ba het vertrekuur met een kwartier te vervroegen. Het alternatief liet zich raden. In de zin dat we het raden hadden naar het alternatief. Zeker was dat niemand er veel voor voelde zijn status van wachtende met nog eens 45 minuten te prolongeren. De hulp kwam uit de hoek waar we 'm het minst verwachtten: van de NMBS zelf. Een zeldzaam hulpvaardig exemplaar van deze organisatie wist te melden dat er best geopteerd kon worden voor de trein richting Luik. Nog een vertraging bovenop de gebruikelijke vertraging en een veel langere reistijd later, werd er met dik een uur oponthoud voet gezet op Leuvense grond. In elk geval heeft de NMBS haar naam als een der laatste Belgische bastions weer alle eer aangedaan, want naar Leuven reizen via godbetert Luik: faut le faire.
Na al doorbomend over de vertragingen zowel mijn woord te hebben gebroken als mijn overpeinzingen gedevalueerd (ik houd mezelf wel bezig, tijdens zo'n schrijfsessie), nog een uitsmijter met betrekking tot onze geliefde bondscoach. Blijkbaar krijgt hij uit erkentelijkheid voor zijn goede prestaties nu ook de beloften op de Olympische Spelen onder zijn hoede. Write my lips: voor het juli is, selecteert René in hoogsteigen persoon de hockeyploeg, de 4X100 meter en wordt hij aangesteld als begeleider van Justine Henin. Progressie maken kan immers niet zomaar eender wie.
Vandaag in de voormiddag de opleiding 'eindejaarswerken' gehad. Dat handelt over het omboeken van de bedrijfsvoorheffing van het ene kalenderjaar naar het andere. Of was het nu RSZ van het ene kalenderjaar naar het andere. Of van het andere naar het ene. Wha'ever, mij allemaal een zorg. Mijn gedachten dwaalden dan ook onwillekeurig af naar m'n persoonlijke 'eindejaarswerken', te weten het zo nuttig mogelijk invullen van de tijd tot aan de 18e pint, bijvoorbeeld door middel van 17 intermediaire pinten.
Dat rigide stramien paste ik zowel toe op oudejaarsavond zelf als op de nieuwjaarsreceptie van mijn emplooi vorige week vrijdag. Een mens heeft structuur nodig in zijn leven, en ik nog het meest van al. Vooral oudejaarsavond was de moeite. Samen met de huisgenoten en een stuk of wat aanverwanten werd het oude jaar uitgewuifd en het nieuwe jaar gulzig binnengeklokt. Waarbij acht flessen champagne gecombineerd met veel te veel pinten een metafoor zijn voor het nieuwe jaar, dat spreekt. Al vroeg op de avond werden de contouren van wat wel eens een bacchanaal zou kunnen worden duidelijk. Collectief, met tien man, vergaten we dat er na de gourmet nog dessert voorhanden was - op die manier ging de tweede gang van ons tweegangenmenu pijnlijk de mist in.
Hierna herpakten we ons gelukkig. De serie alcoholhoudende substanties die de uren erna volgde, werd professioneel en consciëntieus afgehandeld. Losbandig als het kan, plichtsgetrouw als het moet. Zo zijn we wel. Aldus lieten we een mooie nacht voor wat het was om hem in te ruilen voor een ongewisse ochtend. Niet dat je daar iets van merkt in het kruiphol genaamd 'The Seven Oaks' (spreek uit: 'de Seven'), waar het laatste licht al lang verbannen is naar waar de zon schijnt. Maar ons geamuseerd, dat hébben we.
Gierende banden, piepende remmen, krijsende omstaanders en ramptoeristen in hoogste staat van paraatheid. Van dat alles was geen sprake vanochtend. Toch scheelde het geen haar of ik was me daar van de sokken gereden zoals nooit tevoren. Al dient natuurlijk aangestipt dat ik, als het op van de sokken gereden worden aankomt, nog maar weinig adelbrieven op tafel kan leggen. Maar toch. In een wazige mélange van moeheid, tegenzin voor weer een werkdag en gelatenheid trok ik rond 7u55min16sec de deur achter me dicht. Een zombietoestand die aanhield tot het eerste zebrapad, omstreeks 7u55min44sec. Het was daar dat vlak voor mijn ogen een auto voorbijflitste. Net als mijn leven. Wazige mélanges van moeheid, tegenzin voor weer een werkdag en gelatenheid zijn zelden een goede basis voor aandacht in het verkeer, en deze vormde daar allerminst een uitzondering op.
Soit, ik kwam met de schrik vrij en was met de klap (doch gelukkig zonder klap) ook wakker. Op de een of andere manier verkeerde ik in staat van genade, zo leek het wel. Het moet gezegd: zoiets helpt om de rest van de dag te verteren. Te laat voor de trein? Ach, voor hetzelfde geld was ik omvergeknald. Fout op het werk? Ach, liever dat dan minstens halfdood. Vervaarlijk naderende auto bij een volgende oversteek? Ach, beter nu dan daarstraks, toch ten minste een paar minuten respijt gehad. En ga zo maar door.
Op die manier beleefde ik dus omstreeks 7u55min44sec iets waar de hele dag met opluchting op kon teruggeblikt worden. De ultieme wake-up call, maar probeer het niet bij u thuis.
Vandaag de eerste echte werkdag at the office gehad. De eerste keer ondergedompeld in de routine die mij nog x-aantal jaar te wachten staat, met een beetje pech. En slechts x-aantal weken of maanden met nog meer pech. De pest, de cholera, het spreekwoord.
Nu goed, de kop is eraf. Na de verwelkoming werd ons (naast mij begon er vandaag nog één iemand) gezegd dat we eens moesten checken of alles in orde was met de computer, voor alle zekerheid. In de praktijk betekende dat: steek de pc in elkaar, zoek de ontbrekende onderdelen en bel de helpdesk tot je paswoorden bekomt die wél dienst doen. Voorts werd dag één gevuld met een kennismaking, rondleiding en meer van dat alles. Al bij al was de ervaring minder beklemmend dan ik mij de nacht voordien had voorgesteld. In een ijle droom zag ik dingen mislukken dat het een aard had, onomkeerbare malaise was mijn deel. Zo'n vaart liep het dus niet, niet in het minst dankzij het ontbreken van de middelen (= werklast) om het bedrijf in één klap naar de zooi te helpen.
In elk geval beschikken wij, newbies, de eerste maanden over een 'peter' die over onze schouders meekijkt. Zijn taak bestaat erin alvast de grootste calamiteiten te vermijden. Met dit doel voor ogen staat hij ons met raad en daad bij, zoals in: "Waarom daar een 2 moet staan? ... Goh, ik zet daar al acht jaar een 2, dus..." Toegegeven, het doet me plezier dat zelfs ervaren rotten het raden hebben naar de finesses van ons onbegrijpbare loonberekeningsprogramma.
Wat me nog meer plezier doet, is dat dag één niet - zoals je zou verwachten - gevolgd wordt door dag twee en drie at the office. Neenee, de volgende twee dagen worden opnieuw in Antwerpen gesleten. Er dient weer een extra opleiding gevolgd, de confrontatie met het échte werkleven ligt nog vier dagen voor mij uit. Ook kan ik zo nog een keer met m'n opleidingskameraad de marginale cafés, gokkantoren en Mediamarkt van Antwerpen een bezoek brengen. Een vast traject dat ons beiden bijzonder na aan het hart ligt.
Met rasse schreden. Dat is de snelheid waarmee kerstmis naderbij komt. En dat is er aan te merken ook; de slingers, feestelijke verlichting, glühwein en zeemzoete muziek is in alle velden en wegen te bespeuren. Of ik daar gelukkiger van word is me vooralsnog een raadsel. Mijn talent tot introspectie is eerder beperkt, dat moet erbij gezegd. In elk geval doe ik gretig mee aan het consumentisme dat traditioneel aan het hele kerstgebeuren vastgeklonken wordt. Jenever drinken (ik lúst dat helemaal niet), Jo Vally aanschouwen op de kerstmarkt, cadeautjes (proberen te) kopen voor de rest van de familie: niks was me te veel dit jaar.
Mijn ongebreidelde voluntarisme wordt enkel ingeperkt door de massale drukte die de eindejaarsperiode traditioneel teweegbrengt. Bovendien verhindert de ratio dat ik al te veel hierom kanker, gezien ik zelf deel uitmaak van de bijenkorf in kwestie. Het blijft dan maar bij het gelaten ondergaan van de omstandigheden. Iets waar ik wél talent voor meen te hebben, trouwens.
Goed, nu maar eens mijn bed opzoeken. Morgen is bij mij in tegenstelling tot veel anderen een werkdag. Een verplicht nummertje, hopelijk ruim op tijd afgerond, zodat ik mij nog bijtijds naar het station kan reppen om daar een nieuwe NMBS-staking te aanschouwen. Want beunhazen zijn het wel, ons verzameld treinbegeleidersgild.
"Een gestoord sein in gestoorde
overwegen". Treffender kon de NMBS-conducteur/speaker het niet verwoorden,
toen hij vorige week zijn trein nog maar eens met aanzienlijke vertraging
Antwerpen wist binnen te loodsen. De perfecte omschrijving voor de misère waaronder
onze nationale locomotieffederatie gebukt gaat.
Want ze hebben potverdorie wat aan de hand,
tegenwoordig. Vertragingen bij de vleet, een nieuwe dienstregeling waar niemand
tevreden mee is, nog meer vertragingen, een staking, nog meer vertragingen, nog
een staking enzoverder. U kent dat wel. Een gestoord sein in gestoorde
overwegen is niet alleen een kernachtige formulering, het onvatbare van dit
aforisme zorgt tevens voor een vleugje poëzie. En laat dat nu net zijn waar ze
nood aan hebben bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. Nood
aan poëzie en een goeie pets tegen de muil niet noodzakelijk in die volgorde.
PS: dienstmededeling (om in de sfeer te blijven):
het is wel degelijk de bedoeling de blogfrequentie weer naar een aanvaardbaar
niveau op te trekken. Alleen zwaait de hectiek momenteel de scepter in mijn
leven de tijd ontbreekt om het te beschrijven, kan je nagaan.
Tussen de bedrijven door nog eens tijd gevonden om te bloggen. En een aanleiding. Helaas een aanleiding, mag ik wel stellen. Onze verzamelde voetbalmachtshebbers hebben er immers niet beter op gevonden dan René Vandereycken een nieuw contract aan te bieden. Toch niet René Vandereycken de bondscoach, de enige verantwoordelijke voor de grootste Rode Duivels-crisis ooit, hoor ik u denken. Toch wel. Het gaat wel degelijk om de man die erin slaagde met een strontgetalenteerde spelersgroep afgrijselijk voetbal te serveren, met een navenant puntenaantal tot gevolg. Al is 'navenant' nog slecht uitgedrukt, want zowel Armenië als Azerbeidzjan (voetballanden die uitsluitend op alfabetisch vlak tot de A-categorie behoren) toonden zich minstens de evenknie van onze Rode Duivels.
Deze man krijgt nu voor zijn flagrante incompetentie dus een beloning in de vorm van een nieuw contract. Hiermee zorgt de KBVB meteen voor een unicum. Was iedere rechtgeaarde voetballiefhebber al onthutst door de wel bijzonder vroegtijdige uitschakeling in de campagne voor Euro 2008, dan wordt dat record nu nog eens achteloos aangescherpt: op 8 december 2007 al zien we het WK 2010 aan onze neus voorbijgaan. De laatste Belgische trots mag dus nog twee jaar verder verrotten - het lijkt wel of NVA, LDD en VB hebben elk een stevige vertegenwoordiging in het Uitvoerend Comité van de voetbalbond.
Tijden van toenemende progressie van de Duivels en recht evenredige agressie bij mij liggen in het verschiet.
Er zijn zo van die dagen dat de titel van een blogbericht geen woordspeling behoeft. 'Het Gulden Vlies', dat is nog eens een krachtige merknaam. Ideaal voor een café met een op z'n zachtst gezegd volks karakter, in de buurt van het Antwerpse Schipperskwartier. Het is daar dat mijn collega en ik rond vier uur verzeild raakten. De kroniek van een aangekondigd bezoek, kun je wel stellen. Op onze dagelijkse tocht naar het station (reisduur: ruimschoots lang genoeg om een tussenstop te rechtvaardigen) hadden we al meermaals op dit moment gealludeerd, en vandaag was het zover: Het Gulden Vlies moest en zou betreden worden.
En of het een meevaller werd! Hits van minstens 20 jaar geleden op de radio, een tooghanger van minstens 65 jaar geleden die ons terstond op wat farcen trakteert, en last but not least een hond van onbestemd ras die zijn vreugde omwille van al dat jong vlees maar met de grootste moeite weet te kanaliseren. Voor het overige bestond het clientèle uitsluitend uit mensen die ik stuk voor stuk al eens op 'Jambers' meende gezien te hebben, een jaar of 12 geleden.
Het hoeft dan ook geen betoog dat wij ons de pinten hebben laten welgevallen in Het Gulden Vlies, staminee uit het tijdperk toen marginaliteit nog gewoon volksvertier heette.
Vijfde dag van de opleiding is achter de rug. En toegegeven: het verloopt allemaal beter dan verwacht. Het tempo is oké, de lessen gevarieerd, de docenten deskundig en begripvol en de maaltijden 's middags zijn even inventief als smaakvol. Met dat laatste bedoel ik wel degelijk dat ze inventief en smaakvol zijn; dus niet het tegenovergestelde, voor alle duidelijkheid.
Vandaag hebben we ook een heus brandalarm gehad. Erg spontaan en onverwacht, iedereen kent dat wel. Het verloopt ongeveer zo: de eerste dag al word je er attent op gemaakt dat er de volgende week een heus brandalarm gaat zijn. In de bewuste week wordt er nog enkele keren naar gerefereerd en volgt stukje bij beetje een preciezere tijdsaanduiding. Op het ogenblik van het heus brandalarm zelf volgt dan wat gegrinnik en sjokt iedereen naar buiten, alwaar mensen met te veel verantwoordelijkheidszin en fluo in hun jasjes de schapen tellen en de schade opmeten. Crisismanagers ontluiken steeds op de grote momenten. Voor wie het moest interesseren: er vielen geen gewonden.
Ten slotte nog even aanstippen dat de Rode Duivels van enkele dagen blogluwte gebruik hebben gemaakt om naarstig verder progressie te boeken. Hang in there boys!
Net m'n tweede werkdag achter de kiezen. 't Is te zeggen: de tweede dag van mijn zes weken durende opleiding. Zes weken lang om kwart voor zes opstaan, teneinde een beetje bijtijds in de metroloze metropool Antwerpen te arriveren. Nu, ik ben de voorbije weken wel al vaker om zes uur 's ochtends wakker geweest, maar dat was dan zonder uitzondering vóór ik mijn bedstee opzocht. Nuanceverschillen, ze lijken wel gemaakt om in je nadeel uit te vallen.
Afgelopen vrijdag begon het dus allemaal. Wat me meteen opviel was dat het bedrijf zich tot in de puntjes had voorbereid: voor elke pupil lag er netjes een kaft, een rekenmachine, een cursusblok en wat schrijfgerief klaar. Ach, niet jokken. Het eerste wat me opviel was de disproportionele jongens-meisjesverhouding, en niet lang daarna de nóg disproportionelere mooie meisjes-niet zo mooie meisjesverhouding. Drie jongens en een twintigtal meisjes bevolken onze groep. Dan zul je denken: daar zullen vast wel een paar bevallige elementen tussen zitten, dat kan niet anders. Nee hoor. Niks daarvan. De kansberekening had blijkbaar een snipperdag en verscheurde alzo op zijn mínst één toekomstig huwelijkscontract.
Zondag blogdag. Over de Rode Duivels bijvoorbeeld, ooit een Belgische trots, nu schijnbaar beschikkend over een separatistische agenda. En laten we wel wezen: dat is grotendeels de schuld van een Vlaming, de heer René Vandereycken. Misschien kan in het regeerakkoord (gesteld dat dat er ooit komt) gestipuleerd worden dat tegenover een staatshervorming ter compensatie een Waalse bondscoach moet staan. Op die manier zouden in één klap twee staatszaken worden opgelost. Wafelijzerpolitiek op zn best.
Gisteren dus opnieuw verloren, 2-0 tegen Polen ditmaal. Toch voetbalden de Rode Duivels aardig, probeerden ze aan te vallen en waren over het geheel genomen de betere ploeg. Twee individuele fouten zorgden uiteindelijk voor de nederlaag. De verantwoordelijkheid van de bondscoach in deze was dus relatief beperkt. Al zal het uitvallen van acht (!) spelers in de aanloop naar de match daar niet vreemd aan zijn: het gaf VDE minder mogelijkheden om een totaal onlogisch elftal samen te stellen.
Nu woensdag volgt nog de verplichte trip richting Azerbeidzjan, het toetsenbordvriendelijkste land ter wereld. Als we deze voetbalgrootmacht enigszins onder de knoet kunnen houden, is een contractverlenging voor René waarschijnlijk een feit. We hebben wel geen punten gehaald, nauwelijks goed voetbal gespeeld en geen goals gemaakt, en de relatie tussen bondscoach en pers, sponsors en publiek is deplorabel, maar er is progressie merkbaar. De progressie van Echternach, moet dat zijn.
In haar jeugd ging alles fout wat er maar fout kon gaan: geboren in Wallonië, getogen in Wallonië en op haar 12e haar moeder verloren aan darmkanker. Toch is deze kleine vechtersbaas vandaag uitgegroeid tot de grootste sportvrouw ter wereld; niemand van het vrouwelijke kunne hanteerde ooit de tennisracket zoals zij dat doet. Een ode, hoe klein ook, is dan ook op zijn plaats.
Het begint te wennen. Meer nog dan Henin zelf, lijkt haar 'overwinningsroutine' het Belgische publiek aan te tasten. Een grand slam meer of minder: we kijken er niet meer van op. De Masters, ach. Slechts een 'officieus' wereldkampioenschap, zo kunnen wij het ook! Wegmoffelen die handel vanachter in Het Journaal, gepropt tussen een veldrit betwist onder Kempenzonen en een verloren gelopen Hollander en tussen iets dat op voetbal lijkt betwist onder Argentijnen en een verloren gelopen Belg.
Je verdient beter, Juju. Alle lof van de wereld namelijk. De ogen van een arend, de snelheid van Florence Griffith, de fysiek van Paula Radcliffe, de mentale sterkte van Margaret Thather, de souplesse van Jenna Jameson en de techniek helemaal van jezelf. Soms schieten vergelijkingen tekort.
Dat het Belgische voetbal niet zijn beste tijd beleeft, is een understatement. Voor onze topploegen blijkt zelfs de Uefa Cup tegenwoordig te hoog gegrepen en de nationale ploeg, daar zwijgen we liever zedig over. Meer en meer wordt België op voetbalgebied de risee van Europa. Nu ja, voetbal en politiek gingen wel vaker hand in hand.
Wat het allemaal nog erger maakt, is dat er aan de basis iets grondig fout zit. Een voorbeeld uit het (mijn) dagdagelijkse leven. In Leuven ligt sinds enkele maanden, op het domein van 'het sportkot', een gloednieuw synthetisch veld. Dat wil zeggen: het ziet eruit als gras maar het is geen gras. Revolutionair, zal u denken, heeft Pamela Anderson ook niet iets in dat genre? En toch. De voordelen van synthetisch gras zijn legio: onder alle omstandigheden blijft het veld in perfecte staat, er is geen enkele hobbel of oneffenheid te bespeuren en je hebt steeds het gevoel dat je over een duur luxetapijt loopt.
Voeg daarbij een waterig najaarszonnetje dat met zijn laatste krachten zonnestralen over de studentenstad strooit en je beseft: no way dat ik nog plaats heb om mee te voetballen. Niks van dat alles. Voor de vierde keer dit jaar beende ik vol goeie moed richting sportkot, voor de vierde keer ook keerde ik onverrichter zake terug. Ik moet het eens berekenen, maar dat lijkt me een vrij hoog percentage. Van de duizenden studenten is er blijkbaar welgeteld niemand geïnteresseerd om een voetafdruk na te laten in synthetische zaligheid. Des te opmerkelijker is dat de vorige jaren steevast het omgekeerde het geval was. Het toenmalige 'kunstgrasveld' (de aanhalingstekens staan er niet voor niks, het was eerder een mat zonder iets dat op gras geleek) was haast altijd volzet, waardoor uitgeweken moest worden naar belendende grindveldjes. Niet nu dus. Dan is een mens al eens werkloos, en dan zoiets!
Natuurlijk, de voetbalapathie van de nieuwe Leuvense studentengeneratie is niet de oorzaak van de huidige voetbalmalaise, maar toch: als teken aan de wand kan het tellen.