Gisteren had ik het hier over het Galgenlied van ene zekere Bert Peleman, wat grandioos verkeerd bleek te zijn. Dank dus aan die enkele lieve vrienden die mij daarvoor aan de oren trokken. Komaan, kom mee op mijn staantje (1), ik fiets U richting oplossing.
De dichter van het onvolprezen Galgenlied, dat thans, na meer dan 60 jaar op de achtergrond geraakt te zijn (thans weer op de voorgrond met een profetische bijklank, denk aan de nakende omgekeerde repressie eenmaal het bels juk is afgeworpen) is de onvergetelijke Vlaamse bard KAREL VERTOMMEN (1907-1991)
Toen ik, op golven van geestdrift, gisteren aan het schrijven was over Barbertje die moest hangen voelde ik mijn eigen twijfel groeien toen Bert Peleman mij als auteur van dat Galgenlied voor de geest kwam. Waarschijnlijk wegens mijn meer emotionele kant, waardoor zijn naam gewoon vooraan in mijn herinnering moet zijn blijven hangen. Toen ik mij wilde overtuigen(zeer gemakkelijk omdat al mijn geliefkoosde gedichten opgeslagen zijn in een aparte map) bleek niet de zetduivel, maar de computerduivel mij dat te beletten. Map niettoegankelijk voor onbevoegden, kreeg ik te lezen. Al mijn onmogelijk gepruts, ja zelfs al mijn smeek- en schietgebeden bleken vruchteloos, en dus moet ik ten einde raad om raad naar Massimiliano, maar om de hulpschermen af te lezen,
Massimiliano no capito Ollandese..
Massimiliano , ons computerventje, is het smal zwart duiveltje-doet-al in deze landelijke gemeente, die kan doorgaan voor de tweelingbroer van de gevierde acteur uit de wereldberoemde succesfilm La Dolce Vita, hier opgenomen in het nabije Arezzo. n Bewegelijke, geboren clown, met een spraakwaterval van Italiaanse volzinnen als van prima donna in de Scala di Milano. Hoe dat van die ontoegankelijke mappa uitgelegd (ik) en opgelost (hij) krijgen is een zaak voor domani , doppo domani of, wat nog meest waarschijnlijk is, voor piu tardi..Plus tard, in Franchese .
Dus ben ik maar voortgegaan (verkeerd!) op mijn lange termijn geheugen. Met als ongewild maar gunstig neveneffect, dat Bert Peleman, en diens verdiensten voor Vlaanderen, nog even in herinnering werden gebracht.
***********************
(1)Even halt houden bij het fietsonderdeel srtaantje, woordje dat waarschijnlijk het meest populair is in West Vlaanderen. Iemand meenemen op een (heren-)fiets kan op twee manieren: vooraan, in amazone-zit, op de buis, tussen de weerszij op en neer pompende knieën, op de buzze,of achteraan, op de bagagedrager, op het staantje. Met dank aan die andere West Vlaming, die deze morgen dat lang vergeten dialectwoord gebruikte op zijn blog. Hij draaide bij mij als het ware een schakelaar om, die het licht aanknipte op mijn verste lang vergetenjeugdherinneringen .
Ik maak van de gelegenheid gebruik om niet één lans, maar meerdere lansen te breken, voor de dialectspraak. Wie zei er ook weer De Vlamsche tale is wonderzoet, voor wie heur geen geweld en doet
Ons aller lichtbaken en leidsman Marc Grammens trok in Journaal onlangs onnodighard van leer tegen de lessen Brugs dialect die blijkbaar georganiseerd worden ten behoeve van anderstaligen, zelfs ten behoeve van Algemeen-Beschaafd-Nederlands-sprekenden, die in hun omgang met de Bruggelingen maar al te dikwijls voor aap denken te staan.
De cursisten die ik aan het werk zag op TV vonden dat taalbad 1° absoluut noodzakelijk, 2° amusant, misschien ook om reden van de charmante leerkracht, maar 3° uiterst ingewikkeld en moeilijk, 4° qua klankrijkdom niet en door niets te evenaren. Applaus!
En dat wordt dan hier neergeschreven door iemand die, in lang vervlogen dagen, toen ik hakkelde, ongeriefd van woorden, enz .in het Sint Vincentiuscollege (Ieper), toen Yves LTRM nog in pisdoeken rondliep (had dat beter blijven doen, dan was Vlaanderen veel nattigheid bespaard gebleven!), met scha en schand en wisselend succes, de ABN-kernen in de Provincie hielp boven de doopvont houden. De landelijke voortrekker was toen een bezielend studentenleider, een zekere Wilfried Martens, later bekend en berucht geworden als ouaarde ouielfriede en vriend des Konings (Boudewijn I de Gezalfde). Och ja, allemaal een half mensenleven geleden.
Toch ben ik fier, in de nazomer van het leven, tot de taal van mijn moeder, mijn moedertaal, terug te zijn gekomen in het dagelijks leven. Mijn kinderen zijn elders gevestigd in Vlaanderen, zonder dat iemand maar kan vermoeden waar ooit hun wiegje stond. Wat niet gezegd kan worden van de kleinkinderen. Onze Vlaamse vrienden hier op bezoek (Franstaligen zijn ook welkom, zelfs zij die niet welkom zijn, zoals Godfried Bomans zei) komen van aan t Zeetje en meestal van het Antwerpse. We spreken iedere keer, bij t begin van elke ontmoeting, automatisch AN. Naarmate de gezelligheid stijgt, is iedereen, even automatisch, overgeschakeld naar elk de eigen moerstaal. Geen ondertiteling nodig.
Hij is dus iemand van wie men (voorlopig toch, maar wacht tot de Advocaten van het bedrogen Volk hem hebben uitgebeend)niet manifest kan zeggen dat hij onschuldig is. Dat is de omfloerste maar correcte omschrijving door onze goede vriend
als hij met daverende welsprekendheid de windhaan-uitspraken van de Keizer Karel van Berlare tegen het licht houdt. Het ware licht dan. Want Kareltje De Gucht ziet dikwijls vele lichtjes, om niet te zeggen al de sterren van de regenboog.Het leven voor hem is als een kerstboom, versierd met vele kaarsjes en grote blinkende blauwe bollen. Dat deze genius zijn Max Havelaar niet meer woordelijk kan citeren, mag hem niet ten kwade duiden, zijn jeugdige leeftijd immers laat vermoeden dat zijn opvoeding reeds de sporen draagt vanhet vroege Mei 68 Neo-Marxcisme.
Ik heb, zoals Meester Guido Gezellle, in Dien Avond en die Rose menig stond gesleten en genoten van de stille pracht van het betoog van
zijnde het stukje van 7 oktober 2008(onvertaalbare titel) van dit kleine schilderijtje. Het is met een innig gevoel van herkenning naar het gedicht van Bert Peleman over de 3 rechters die op het einde van het verhaal (en stom bauwde de winterse bossen in koor ) werden opgeknoopt, dat ik onderstaande passage overneem.
Gerechtsdienaar Mynheer de rechter, daar is de man die Barbertje vermoord heeft. Rechter Die man moet hangen. Hoe heeft hy dat aangelegd? Gerechtsdienaar Hy heeft haar in kleine stukjes gesneden, en ingezouten. Rechter Daaraan heeft hy zeer verkeerd gedaan. Hy moet hangen. Lothario Rechter, ik heb Barbertje niet vermoord! Ik heb haar gevoed en gekleed en verzorgd. Er zyn getuigen die verklaren zullen dat ik 'n goed mensch ben, en geen moordenaar. Rechter Man, ge moet hangen! Ge verzwaart uw misdaad door eigenwaan. Het past niet aan iemand die... van iets beschuldigd is, zich voor 'n goed mensch te houden. Lothario Maar, rechter, er zyn getuigen die het zullen bevestigen. En daar ik nu beschuldigd ben van moord... Rechter Ge moet hangen! Ge hebt Barbertje stukgesneden, ingezouten, en zyt ingenomen met uzelf... drie kapitale delikten! Wie zyt ge, vrouwtje? Vrouwtje Ik ben Barbertje. Lothario Goddank! Rechter, ge ziet dat ik haar niet vermoord heb! Rechter Hm... ja...zoo! Maar het inzouten? Barbertje Neen, rechter, hy heeft me niet ingezouten. Hy heeft my integendeel veel goeds gedaan. Hy is 'n edel mensch! Lothario Ge hoort het, rechter, ze zegt dat ik 'n goed mensch ben. Rechter Hm... het derde punt blyft dus bestaan. Gerechtsdienaar, voer dien man weg, hy moet hangen. Hy is schuldig aan eigenwaan. Griffier, citeer in de praemissen de jurisprudentie van Lessing's patriarch.
Kijk, dat zijn zo van die verrassingen, die verrassing zijn gewoon omdat ze niet elke dag voorkomen (!).En wat n verademing op de website van Björn Roose terecht te komen, om daar nog wat na te genieten van het gratis roskammen van Zwalpei Verstrepen.
Voor wie het woord zwalp-ei niet kent, verwijs ik naar het beeld van een toom piepkuikens rond de moederkloek in het nest, waartussen, eenzaam en bevuild, een bebroed maar niet bevrucht ei de 23 dagen broedtijd heeft uitgezweet, en waar geen kiekske tot leven werd gewekt .Dergelijk ei is dus bijlange niet hetzelfde als een gewoon bedorven ei uit de supermarkt, met die al zeer typische stinkgeur van rottende zwavel. Bij die gewone stinkgeur moet namelijk de dagenlange broedwarmte van de moederkloek worden bijgeteld. Ik denk dat iedereen zich kan voorstellen, hoe, in de kleine besloten ruimte van de eierschaal, een bedorven inhoud dagenlang opgewarmd, bij het vrijkomen, zich in de neusgaten wentelt erger dan de lijkreuk van een rottend lichaam dat wekenlang in de zomerwarmte is blijven rondslingeren in open lucht.
Voor die éné keer moet ik De Gucht gelijk geven, als die het heeft over de lichaamstaal van iemand. Vandaar de bedenking: die Verstrepen? Dat is een zwalpei!
Synoniem in het West-Vlaams scheldwoordenboek voor zwalpei, is ook een wiestergaai, of een taarteklaai maar die woorden hebben een mindere pejoratieve bijklank, en zijn daardoor veel te precieus om te passen bij die Verstrepen.